Stakingen in Duitsland in stijgende lijn | |||
Geschreven door | op donderdag, 09 mei 2013
De Arbeitsagentur (het Duitse bureau voor arbeidsbemiddeling dat ook statistische gegevens bijhoudt) bevestigt het met harde cijfers: het aantal stakingen in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe CAO's toont de laatste jaren duidelijk een stijgende lijn: in 2011 waren 14.259 loontrekkenden in staking, in 2012 35.702, meer dan het dubbele. In 2012 kosten de stakingen het patronaat 97.197 arbeidsdagen, meer dan 30% meer dan in 2011. Deze stijgende lijn lijkt in 2013 bevestigd te worden met de acties van IG Metall, die 5,5% loonsopslag vraagt, en van Ver.di, de grote vakbond van de dienstensectoren, die vergelijkbare looneisen stelt. In beide sectoren is er een golf van waarschuwingsstakingen.
In werkelijkheid tonen deze cijfers echter aan dat de stijgende lijn van het aantal stakingen eerder de zwakke positie van de vakbond en de werkende klasse aan, die verre van voorbij is. In 2006 zorgde de staking in de openbare diensten voor 250.000 gestaakte arbeidsdagen. In 1984, in het kader van de campagne van de IG Metall en de DruPa (indertijd de vakbond van de drukkers, later opgegaan IG Medien), verloor het patronaat maar liefst 6 miljoen arbeidsdagen door stakingen!
Het probleem hierbij is dat de vakbonden zichzelf verzwakken door ganse generaties vakbondsleden en loon- en weddetrekkenden te creëren die nooit van hun leven hebben deelgenomen aan een echte stakingsbeweging, met de bijhorende zelfactiviteit en zelforganisatie van de stakers gedurende een langere periode. Dat brengt een verloren gaan van strijdervaring mee waarvoor een zware prijs wordt betaald. Daar komt nog eens het “ieder voor zich” bij en de kapitulatie van de vakbondsleidingen voor de reactionaire arbeidswetgeving die “politieke” stakingen verbiedt. Maar enkel een massale intersectorale stakingsbewegingen kan net de krachtsverhoudingen ingrijpend wijzigen in het voordeel van de arbeidende klasse.
|