Vietnam in het voetspoor van China: “Het is beter nu, maar…” | |||
Geschreven door | op zaterdag, 28 september 2013
Veertig jaar geleden moest Amerika bij de Parijse Akkoorden erkennen dat ze de Vietnamoorlog had verloren. Twee jaar later, in 1975, trokken de troepen van het communistische Noord-Vietnam en de bevrijdingsbeweging Vietcong Saigon binnen. De Vietnamese Revolutie was een feit. Binnen een jaar werd Saigon omgedoopt in Ho Chi Minh Stad en het land verenigd in een Socialistische Republiek
. Hoe ging het daarna en wat is er over van die revolutie? Onze Nederlandse kameraad Rob Lubbersen bezocht onlangs Vietnam en sprak hierover o.a. met Nguyen, leraar in het voormalige Saigon.(1)
Een verhaal bij de Pho
Nguyen: “Ik ben geboren in 1965 vlak bij Saigon. Mijn moeder is een Zuid-Vietnamese. Ze is een echte boeddhiste. Een lief en vrolijk mens. Zij leeft nog en werkt nog wat mee in een restaurant hier niet ver vandaan. Mijn vader is overleden. Die was in de vijftiger jaren uit Noord-Vietnam gevlucht voor de honger. Hij had communistische sympathieën. Hij was nogal stug en vierkant. Als ik blij ben, dan zeg ik altijd: Nu lijk ik op mijn moeder!”
Oorlog
De Amerikanen schoten het half feodale, half kapitalistische Zuid-Vietnam te hulp. Onder president Kennedy werd bijvoorbeeld in 1963 een geheim anticommunistisch leger van 1000 man gevormd uit leden van de Hmong-stam in het centrale bergland. Die schepten er een eer in te paraderen met afgesneden lichaamsdelen van de ‘roden’ die ze te pakken kregen. Maar de Vietcong boekte successen. Tijdens het Tet-offensief in 1968 werd duidelijk hoe sterk het vrijheidsstreven van de Vietnamezen was. En de Amerikaanse bomtapijten, napalm en chemische wapens (Agent Orange) droegen bij aan de weerzin in de hele wereld tegen het optreden van de VS in de Vietnamoorlog.
Subsidie Tijd
Het was voor heel Vietnam een arme periode. Ik noem het de Subsidie Tijd. Alles was van de staat. De staat regelde alles. Controleerde alles. Niet goed. Er was gebrek, honger, onderdrukking. En je mocht er niets van zeggen. Er was geen vrije meningsuiting, geen onafhankelijke pers. De onvrede onder de bevolking nam steeds meer toe. Hier en daar kwamen mensen in opstand. In 1986 gooide de communistische partij, de VCP, het roer om. Zoals in China een paar jaar daarvoor al was gebeurd. Er kwamen hervormingen. Er werd een socialistische markteconomie ingevoerd. Doi Moi heette die operatie. Privé-bezit, zelfstandig ondernemerschap, samenwerking met buitenlandse bedrijven werden mogelijk. Ook op politiek gebied werden de touwtjes gevierd. Dat wil zeggen dat gematigde en constructieve kritiek werd toegestaan. Vergeleken met de Subsidie Tijd is het veel beter nu.”
Doi Moi
In 1990 volgde 33% van de Vietnamese jeugd een vorm van voortgezet onderwijs, in 2006 was dat vermeerderd tot 75%.
De censuur is verlicht. Het schitterende epos The Sorrow of War van Bao Ninh, waarin de patriottische oorlogsheroïek onderuit wordt gehaald en ook de autoriteiten niet worden gespaard, is nu overal verkrijgbaar.(2)
Blauw haar in Hanoi
En dan, ja, de corruptie. Probleem nummer één. Er is een tekort aan goede leiders. In Da Nang was er een tijdlang wél een. Die bande de corruptie uit en stimuleerde de economische ontwikkeling. Hij zorgde voor voorspoed en nu is Da Nang de rijkste stad van het land. Als er nog tien Vietnamezen zouden zijn zoals hij, dan was iedereen rijk en gelukkig!
Er zijn nog meer problemen, hoor. De Chinese buren vormen een voortdurende bedreiging. En mensen met een donkere huid worden vaak eerder achtergesteld dan blankere Vietnamezen. Dát is de reden dat veel vrouwen zich ondanks de hitte bedekken met shawls en handschoenen als ze overdag op een scooter stappen. En in Hanoi vind ik een deel van de jeugd behoorlijk losgeslagen. Sommigen daar verven hun haren bijvoorbeeld blauw. Vietnamezen moeten gewoon zwart haar hebben!”
Eerste miljardair
De censuur mag dan verlicht zijn, ze is niet verdwenen. De in de rest van de wereld geroemde biografie van Ho Chi Minh, geschreven door William J. Duiker, is nog altijd verboden. Vooral omdat Duiker ook de amoureuze avonturen van ome Ho beschrijft. Dat past kennelijk niet in het beeld dat de puriteinse communisten van hun ‘heilige leider’ willen uitdragen. Ze hebben Ho ook geheel tegen zijn testament in na zijn dood gebalsemd en in een mausoleum in Hanoi opgebaard.
Nguyen is er stellig van overtuigd dat Ho géén kinderen had, terwijl Duiker aannemelijk maakt dat hij minstens een zoon had. Nguyen weet wel meer niet. Van het bestaan van de revolutionaire socialist Ta Thu Thau heeft hij nog nooit gehoord. Ta Thu Thau werd in 1945 met andere trotskisten door stalinisten van de communistische partij in Saigon vermoord. Ondanks dat Ho Chi Minh zelf hem een ‘groot patriot’ noemde. Het zijn zaken die de huidige leiders nog immer buiten de openbaarheid houden.
Happy
Duurzame vooruitgang?
Inspiratie
“De opkomst van China als een kapitalistische mogendheid is voor een groot deel mogelijk gemaakt door de de voorafgaande maoïstische revolutie: het land werd bevrijd van imperialistische overheersing, werd geïndustrialiseerd, ontwikkelde onafhankelijk wetenschappelijke kennis en technologie, bracht onderwijs naar de massa en moderniseerde de maatschappij. Na de nederlaag van het maoïsme stapte de nieuwe bourgeoisie in haar schoenen. Hoewel die bourgeoisie minachting koesterde voor dat maoïsme, mocht het haar dankbaar zijn.
De grote revoluties van de 20e eeuw hebben hun dynamiek verloren. Zowel onder externe druk van het imperialisme als door een verwoestende bureaucratische kanker van binnenuit. Desalniettemin hebben ze hun sporen nagelaten. In het bijzonder hebben ze de greep van het imperialisme doen verslappen en openingen geschapen waar sommige bourgeoisieën in de ‘derde wereld’ van hebben geprofiteerd. Maar het spel is nog niet gespeeld. De herinnering aan de revoluties van gisteren kan nog altijd bijdragen aan de antikapitalistische opstanden van morgen, zelfs in het hart van de nieuwe opkomende mogendheden zoals China.”(4)
Vietnam treedt al in veel opzichten in de voetsporen van China. Wellicht zal ook hier de socialistische revolutie, waarvoor eens zoveel is opgeofferd, één van de bronnen van inspiratie zijn bij het verwezenlijken van een betere maatschappij.
Noten:
1) De naam Nguyen is niet de echte naam van de geïnterviewde. Ook de plaats van het gesprek is gefingeerd. Dit ter bescherming van betrokkene. Vrije meningsuiting wordt in Vietnam niet altijd op prijs gesteld. De citaten zijn echter vrijwel letterlijke weergaven van de door de werkelijke persoon in kwestie gedane uitspraken. 2) The Sorrow of War, geschreven door Bao Ninh, is in het Nederlands vertaald als Het Verdriet van Vietnam. 3) Zie o.a.: China Wereldleider? – Jan van der Putten; 2013 Nieuw Amsterdam. 4) Zie: Maoïsm, contributions and limitations – Pierre Rousset. Opgenomen in: China’s rise, strength and fragility – Au Loong Yu; 2012 Merlin Press.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos
|