Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Kongo: de koloniale sehnsucht van Peter Verlinden PDF Print Email
Geschreven door Ludo De Witte op zaterdag, 06 februari 2010

VRT-journalist Peter Verlinden heeft een roeping: oud-koloniale kringen een stem geven. De conclusies van Verlinden zijn onuitgesproken, maar doorgaans glashelder: de Congolese leiders hebben de onafhankelijkheid afgedwongen zonder dat de bevolking er rijp voor was en de premature onafhankelijkheid veroorzaakte een catastrofe die tot vandaag duurt. Dat schrijft socioloog Ludo De Witte in een opiniestuk voor De Werktitel. De Witte is Congo-expert en schrijft momenteel zijn derde boek over de oude Belgische kolonie.

 

De boeken van Verlinden, uitgegeven bij het Davidsfonds, soigneren het getormenteerde geheugen van onze oud-kolonialen. Ze krijgen daarin een vrije tribune, niet gehinderd door correcties, aanvullingen of duiding vanwege de auteur. In een van die interviewboeken, Weg uit Congo (2002), vertellen ze over hun exodus uit Congo in 1960, kort na de onafhankelijkheid van de Belgische kolonie. Weg uit Congo ondersteunde in die dagen een campagne van oud-kolonialen om de Lumumbacommissie van het parlement te discrediteren als een poging om een man te rehabiliteren die de oud-kolonialen enorme schade had berokkend.

Eenzijdige visie

Verlinden laat essentiële zaken in dat boek onvermeld: dat de gewelddaden van een klein groepje Congolese soldaten tegen blanken door premier Lumumba werd bestreden en dat hij de rust in het leger wist te herstellen; dat de Belgische militaire interventie die nadien op gang kwam wraakacties uitlokte die onnoemelijk veel meer leed onder blanken hebben veroorzaakt; dat Belgische militairen van het ‘Katangese’ leger onder de nationalistische bevolking van Noord-Katanga enorme slachtingen aanrichtten die in een VN-rapport worden beschreven als “het ontvolken van de gehele regio waar de Baluba wonen, door het gebruik van een verpletterende kracht en meer in het bijzonder door het platbranden van dorpen, het uitschakelen van elke oppositie en elk verzet, en door het terroriseren van de bevolking”.

Als onze informatie klopt, plant de VRT één originele historische documentaire naar aanleiding van Congo 1960-2010, de sliert herdenkingsreportages van de VRT over de 50ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo: een reportage van Verlinden over, inderdaad, de exodus van kolonialen na de onafhankelijkheid van het land.

Vrijdagavond (29 januari 2010) gaf Verlinden in het tv-journaal op Eén de aftrap van een reeks korte reportages over de gebeurtenissen van vijftig jaar geleden. Zijn bijdrage duurt minder dan 3 minuten, maar dat volstaat ruimschoots voor de maker om zijn eenzijdige visie op de gebeurtenissen te etaleren. Het item gaat over de rondetafelconferentie van januari-februari 1960, een bijeenkomst in Brussel waar de Belgische regering en Congolese leiders en notabelen afspraken om Congo snel de onafhankelijkheid te verlenen: minder dan een half jaar later, op 30 juni 1960.

Onbesuisde Congolezen

De reportage is geen uitschuiver van Verlinden. De neokoloniale kijk van de journalist bewasemt zijn hele carrière.

De journalist heft van bij het begin het vingertje over deze toegeving, afgedwongen “na amper één week vergaderen” door onbesuisde Congelezen: “Vijftig jaar later blijven veel Congolezen nog altijd verontwaardigd over de houding van hun leiders van toen.” Terwijl de pro-Belgische Moïse Tshombe in beeld komt, spreekt Verlinden over zijn achterban: “een kleinere partij [dan die van Kasa Vubu en Lumumba], die liever wat langer met de Belgen had samengewerkt”.

Ten slotte komt een Congolees aan het woord die in de Congolese delegatie op de conferentie zat, ene Pierre Mosange. Om zijn woorden enig gewicht te geven wordt hij opgevoerd als “een hoge ambtenaar” van toen, hoewel er toen helemaal geen zwarte hoge ambtenaren waren. Alle belangrijke posten waren immers voor blanken. (Mosange komt in het biografisch lexicon Qui sont les leaders Congolais? uit 1961 zelfs niet voor.) Volgens die man wisten de Congolezen niet wat onafhankelijkheid inhield: ze dachten dat ze dan niet meer zouden moeten werken, dat de benzine gratis zou worden, dat alles gewoon voor het grijpen zou liggen. Conclusie van Mosange: “Het ging allemaal veel te snel. Daar dragen wij nu de gevolgen van.”

Verlinden besluit: “Vijfitg jaar later blijft er in de cité, ook voor wie erbij was, alleen een bittere nasmaak van de beslissingen op de rondetafelconferentie.” Het beeld dat die woorden uitleidt, toont een glunderende Lumumba, erg tevreden over de nakende onafhankelijkheid, die belooft dat Congo en België nu echte vrienden zullen worden.

Dociel neokoloniaal bewind

De conclusies van Verlinden zijn onuitgesproken, maar doorgaans glashelder:


  • Congolese leiders hebben de onafhankelijkheid afgedwongen zonder dat de bevolking er rijp voor was.

  • De Belgische regering is, erg naïef, geplooid voor de Congolese leiders, “na amper één week vergaderen”.

  • De premature onafhankelijkheid veroorzaakte een catastrofe die tot vandaag duurt.

  • Vandaag zijn de Congolezen kwaad op de leiders van toen.

  • Lumumba lijkt een onbezonnen sujet en een gevaarlijke populist: hij beloofde de Belgen vriendschap, maar, zo is achteraf gebleken, maakte hen tot vijanden.

  • Had men maar geluisterd naar mannen als Tshombe, die het bedaarder wilden aanpakken!

Dit is wat Verlinden de kijker ontzegt, omdat het niet in zijn visie past:
  • de bevolking was plotseling en massaal in opstand gekomen om het koloniale juk af te gooien. Figuren als Lumumba en Kasa Vubu kanaliseerden en verwoordden enkel de volksgevoelens.

  • Die uitbarsting kwam er omdat de Belgen de zwarten elke politieke ontwikkeling hadden ontzegd, en was niet het resultaat van een diabolisch complot van de zwarte leiders.

  • De Belgische regering was niet naïef, maar berekend: Brussel gokte erop dat het de touwtjes in handen zou kunnen houden door het beheer van het land zo vlug mogelijk over te dragen aan onervaren en zwak georganiseerde Congolese politici. Een snelle machtsoverdracht moest de politiseringsperiode kort houden, want een escalatie en een radicalisering van de Congolese bevolking zou een dociel neokoloniaal bewind maar in de weg staan.

  • Tshombe was geen man “die liever wat langer met de Belgen had samengewerkt”, maar een marionet van kolonialen die een apartheidsregime in Katanga voor ogen hadden.

  • De ellende in de oud-kolonie anno 2010 heeft veel oorzaken. De belangrijkste uit die jaren is de ontwrichting van het land, veroorzaakt door de omverwerping van de eerste democratische regering van Congo en haar vervanging door een dictator, met behulp van omkoperij, chantage, sabotage, intimidatie, terreur en moorden. Die vijf jaar durende operatie was in handen van België, de VS, de VN-top en hun zwarte handlangers.

Materiële eigenbelangen

De reportage is geen uitschuiver van Verlinden. De neokoloniale kijk van de journalist bewasemt zijn hele carrière, van zijn Rwandaboek (1995) over zijn verslaggeving van de Lumumbacommissie (2000-2001) tot zijn werk vandaag. En dat kleurt de berichtgeving van de VRT.

Kijkend Vlaanderen verdient beter. De verslaggeving over Congo en Afrika hoort in handen te zijn van journalisten die afstand kunnen bewaren – van de oud-koloniale kringen die een verwrongen kijk op het verleden in stand willen houden en van de Congolese en Belgische elites die achter het diplomatieke decorum hun materiële eigenbelangen verdedigen.

Gepubliceerd in De Werktitel, journalistiek laboratorium. www.werktitel.be

Ludo De Witte is socioloog, auteur van Crisis in Kongo (1996), De moord op Lumumba (1999) en Wie is bang voor moslims? (2004). Werkt aan een boek over Congo in de jaren 1964-65: de volksopstanden, de Belgo-Amerikaanse interventie, de Ommegang en de repressie, de Congolese missie van Ernesto Che Guevara, de machtsgreep van Mobutu. Werktitel: Huurlingen, geheimagenten en diplomaten. Mobutu grijpt de macht.

Naar boven