Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Dubbele polarisering in het stemhokje PDF Print Email
Geschreven door Thierry Pierret en Thomas Weyts op vrijdag, 09 juli 2010

De vervroegde parlementsverkiezingen van 13 juni waren een echte breuk met het verleden. Zelden was de uitslag zo duidelijk, en tegelijkertijd zo tegengesteld aan beide kanten van de taalgrens.

Ten zuiden van die onzichtbare lijn

Langs Franstalige kant behaalde de PS een duidelijke overwinning, met 37% van de stemmen in Wallonië. Ook al werd verwacht dat de PS vooruit zou gaan tegenover de verkiezingen van 2007, toen ze echt werd afgestrafd, is de vooruitgang tegenover de regionale verkiezingen van 2009 toch een verassing. De stevige vooruitgang van de PS maaide het gras voor de voeten van Ecolo en CDH weg, die beiden rond de 12% blijven hangen. De afstand tussen PS en MR, dat naar 22,5% van de stemmen terugvalt, is momenteel meer dan 15% in Wallonië. 

De PS gaat ook vooruit in Brussel, maar MR kan er de schade beperken dankzij haar alliantie met het FDF. Maar de MR betaalt hiervoor een prijs: de interne krachtsverhoudingen worden veel gunstiger voor het FDF. FDP-voorman Olivier Maingain, tevens lijstrekker van de MR-lijst in Brussel, behaalt 63.000 voorkeurstemmen tegenover 40.000 in 2007. Bovendien zijn nu 3 van de 5 MR-verkozenen in Brussel lid van het FDF. De Mr wordt zo meer en meer afhankelijk van het FDF, wat niet zonder spanningen gebeurt. Bepaalde liberalen willen van het FDF, dat een obstakel zou kunnen vormen om tot een akkoord rond BHV -en dus mogelijke regeringsdeelname- te komen, af. 

De overwinning van de PS is nochtans minder verrassend dan ze lijkt. De omstandigheden van deze verkiezingen waren immers radicaal verschillend van die van 2007. Toen verdronk de PS in de corruptieaffaires, kenden we een min of meer sereen communautair klimaat, en had de kredietcrisis de wereldeconomie nog niet in de afgrond gestort. De MR was toen in de krachttoer geslaagd om over te komen als de oppositie tegen de « PS-staat » en tegelijkertijd samen met de PS deel uit te maken van de federale regering. Zo konden de Franstalige liberalen de sociaaldemocratie van haar eerste plaats in Wallonië verjagen.

Vandaag is de situatie volledig anders. De crisis heeft duizenden banen vernietigd. In deze context kon het geruststellende discours van de PS over de verdediging van de sociale zekerheid en de zwaksten enkel scoren, des te meer daar ze zich ook opstelde als laatste reddingsboei tegenover de dreiging van een splitsing van het land. PS-voorzitter Di Rupo werd naar voor geschoven als Franstalig kandidaat-eerste minister. Dit liet niet zo heel veel ruimte meer op haar linkerflank. De PVDA behaalt 2% in Wallonië. Het Front des Gauches, waar ook de SAP (LCR in Franstalig België) deel van uitmaakt, behaalde 1,1% voor de Senaat.

Ten noorden van die onzichtbare lijn

In Vlaanderen werd de overwinning van de N-VA reeds lang voorspeld (en mee gecreëerd) door de peilingen en de media. De Vlaamsnationalisten behaalden 28% van de stemmen voor de Kamer in Vlaanderen, en werden zo afgetekend de grootste. Ze haalde meer dan het dubbele van haar stemmen van 2009.  De christendemocratie is niet langer de belangrijkste politieke kracht in Vlaanderen, een historische gebeurtenis. Hun vroegere kartelpartner haalt maar liefst 10% meer dan CD&V… De overwinning van de N-VA is nog indrukwekkender voor de Senaat, waar ze maar liefst 32% van de stemmen binnenhaalden in het Nederlandstalig kiescollege. Bart De Wever, lijsttrekker voor de Senaat, behaalde 765.000 voorkeurstemmen. De N-VA gaat van 7 naar 27 afgevaardigden, wat van haar de belangrijkste groep in de Kamer maakt, nog voor de PS (26 zetels).

N-VA haalt stemmen bij bijna alle Vlaamse partijen, maar toch vooral bij de rechterzijde. CD&V, VLD en Vlaams Belang vallen terug op respectievelijk 17,6%, 13,8% et 12,8% van de stemmen. Lijst Dedecker behaalt nog 3,9%, en behoudt enkel Dedecker zelf als verkozene. Het communautair opbod waarin alle andere rechtse partijen maar al te graag meegingen, spreidde het bed voor N-VA. Een opbodpolitiek waarbij de CD&V met Leterme ook nog eens niet de minste van haar ambitieuze beloftes ter zake kon waarmaken. Het avonturisme van kersvers Open VLD-voorzitter Decroo, die de regering liet vallen om zijn positie tegenover de oude garde in zijn partij te versterken, werd door de kiezers ook niet in dank aanvaard.  Tenslotte kon N-VA ook een groot deel van het vroeger electoraat van Vlaams Belang inpikken, dat beseft dat het ranzig racisme en de fascistische erfenis een obstakel vormt voor regeringsdeelname. Enkel Groen!, dat licht vooruitgaat naar 7% en in mindere mate de sp.a, die stabiel blijft op 14,9%, redden de meubelen. Toch verliest de sociaaldemocratie nog maar eens 80.000 stemmen tegenover 2009, en behaalt ze nu een van de allerslechtste resultaten uit haar geschiedenis. Nergens in West-Europa haalt een sociaaldemocratische partij zo weinig stemmen. Toch lijken Gennez en co. Maar al te gretig om opnieuw deel uit te maken van de federale regering. Zelfmoordgedachten zijn de sp.a blijkbaar niet vreemd… Groen! lijkt de lat voor regeringsdeelname ietwat hoger te leggen, maar riskeert door Ecolo meegezogen te worden in een regeringsdeelname. 

Toch kan het succes van de N-VA niet enkel verklaard worden door de strategische flaters van de andere partijen. De kredietcrisis en haar gevolgen voor de reële economie hebben Vlaanderen met volle kracht geraakt. De vernietiging van werkgelegenheid en de bedrijfssluitingen namen er een veel grotere omvang aan dan in Brussel en Wallonië. De mythe van het goed boerende, welvarende Vlaanderen dat door de Vlaamse politici zo graag in stand werd gehouden, is in elkaar aan het storten. De angst om hetzelfde lot te ondergaan als Wallonië sinds de jaren ’60, namelijk een massale desindustrialisering , waart door het Vlaamse gouw. Wat bij Opel Antwerpen dreigde te gebeuren staat symbool voor een ganse regio waar heel wat banen direct of indirect afhangen van de automobielsector, of andere industriële sectoren die ook vandaag quasi volledig in buitenlandse handen zijn. 

In zulke situatie leek het logisch dat alle heil wordt verwacht van een sterkere (Vlaams)nationale identiteit. Federaal minister van arbeid  Joëlle Milquet, kan dan wel beweren dat haar anti-crisismaatregelen vooral jobs redden in Vlaanderen. Maar de panische angst van een zeker Vlaanderen om geklemd te raken tussen een mondialisering waar ze zo weinig weegt, en een « armlastig » Wallonië waarvan ze weigert het lot te delen, lokt een vlucht voorwaarts uit naar meer autonomie in een wanhopige en hopeloze poging om de competitiviteit van Vlaanderen op de kapitalistische wereldmarkt te herstellen. 

Vandaar de wil van N-VA en een deel van het Vlaamse patronaat om de sociale zekerheid en het arbeidsmarkt- en loonbeleid te splitsen, en zo een neerwaartse spiraal van de loon- en arbeidsvoorwaarden op gang te brengen. Als dit idee nog niet echt diep is doorgedrongen in de werkende klasse, dan is het toch al zeer wijd verspreid in de middenklasse en een deel van het patronaat in het Noorden van het land. 

Daarom is de blokkering van een verregaande staatshervorming zulk een onverdraaglijke gedachte voor een deel van de Vlaamse publieke opinie. De N-VA kwam over al de enige partij die in staat is om op dit terrein een doorbraak te forceren, na de herhaaldelijke mislukkingen van de CD&V. De christendemocraten gaven het kartel en haar communautaire beloftes op omwille van de stabiliteit van de regering. Een stem voor meer autonomie werd zo ook een anti-establishmentstem tegen de CD&V. Dit imago hielp N-VA ook om Vlaams Belang en Lijst Dedecker leeg te zuigen.

N-VA mag weliswaar nipt de grootste fractie zijn in de Kamer, toch geeft dit de echte politieke krachtsverhoudingen in de samenleving niet echt goed weer. De PS neemt sinds 1988 ononderbroken deel aan de macht op alle niveaus. Ze kan rekenen op de hulp van een tiental ministeriële kabinetten om haar bij te staan in de onderhandelingen, ze heeft steunposten in de verschillende administraties, een uitgebreide studiedienst, ... En bovenal kan ze rekenen op nauwe banden met de FGTB, die in Wallonië en Brussel de meerderheid van de vakbondsleden organiseert. Ze heeft ook nog een gesprekspartner in de sp.a, wat van de « socialistische familie » potentieel de grootste politieke kracht van het land maakt, met 39 zetels.

De CD&V mag dan al een zware nederlaag hebben geleden, ze beschikt nog steeds over dezelfde soort machtsbasis als de PS. Ze zal niet aarzelen deze volop in te zetten tijdens de onderhandelingen om de N-VA een hak te zetten. Het ontslag van haar voorzitster riskeert het pad te effenen voor een interne machtsgreep door haar meest rechtse en nationalistische vleugel, die de invloed van het ACV wil inperken. Dat kan er natuurlijk wel toe leiden dat er opnieuw meer sociale strijd komt in Vlaanderen tegen de besparingsmaatregelen zoals N-VA en het Vlaamse patronaat ze voorstaan. Het sociaaleconomisch programma van N-VA, dat zo overgenomen lijkt van de eisenbundels van VOKA of UNIZO, raakt de arbeidersbeweging natuurlijk volop. Zulke situatie riskeert tot een soort loopgravenoorlog te leiden binnen de Vlaamse vleugel van eender welke komende regering, wat de interne stabiliteit in het gedrang kan brengen… 

Wat nu ?

Wat gaat er nu gebeuren? PS en N-VA lijken alsnog op relatief korte termijn tot een akkoord te willen komen. De media hebben het over een objectief bondgenootschap tussen N-VA en PS, waarbij de N-VA vrij baan krijgt om een flink deel van haar communautair programma uit te voeren, terwijl de PS volop ruimte krijgt om haar sociaaleconomisch programma uit te voeren. Dit is natuurlijk klinkklare nonsens. Het communautaire en het sociaaleconomische beleid hangen immers samen. De Vlaamse rechterzijde en patroons willen meer regionale bevoegdheden om in Vlaanderen een harder neoliberaal beleid te voeren dan in de rest van het land.

Toch stappen ook bepaalde vakbondsleiders van het Waalse FGTB, mensen met nauwe banden met de PS, mee in het verhaal. Zo ziet de voorzitter van de Luikse socialistische metaalbond, Francus Gomez, in de overwinning van de N-VA een kans om een maximum aan bevoegdheden over te dragen aan het Waalse Gewest, met inbegrip van regionale interprofessionele akkoorden. Nochtans wordt het onmogelijk een nationaal sociaal zekerheidsstelsel in stand te houden als de loonverschillen tussen Vlaanderen en Wallonië te groot worden. De financiering ervan gebeurt immers hoofdzakelijk door voorafhoudingen op de lonen. Een andere bron van inkomsten zijn de belastingen. Ook deze wil Gomez geregionaliseerd zien. Zulke standpunten riskeren ook binnen de FGTB en de PS veld te winnen als de onderhandelingen blijven aanslepen of mislukken. Over de bereidheid van een deel van de sp.a-kopstukken, Frank Vandenbroucke op kop, om zulk beleid mee vorm te geven, bestaat weinig twijfel. Maar ook het ABVV is niet immuun voor zulk gif (Jorissen van de CMB...)

Gelet op de serieuze interne discussies en uitdagingen waarmee de burgerlijke partijen geconfronteerd worden, blijft het koffiedik kijken wat het uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen tussen de PS en de N-VA zal worden. Toch is het duidelijk dat ze er stak de zweep op zullen leggen. De tijd dringt immers: België neemt momenteel het EU-voorzitterschap waar, en zoals elders in Europa wil de burgerij ook hier serieuze besparingen doordrukken om de gewone bevolking de crisis te laten betalen. Als de onderhandelingen slagen, zal het toepassen van een drastisch bezuinigingsplan de vakbondsleidingen serieus onder druk zetten om eindelijk in actie te komen. Mislukken de onderhandelingen, dan dreigt een politieke chaos zonder voorgaande. Een splitsing van het land behoort dan tot de mogelijkheden, waarvan het patronaat zal profiteren om een reeks belangrijke sociale verworvenheden van de arbeidersbeweging te ontmantelen, te beginnen met het bestaande sociale zekerheidstelsel. De arbeidersbeweging en de linkerzijde moet dan ook vanaf heden de werkende bevolking beginnen informeren, sensibiliseren en actief mobiliseren voor haar eigen belangen. Het alternatief, voor de zoveelste keer rekenen op de valse vrienden in de regering, kan de arbeidersbeweging enkel verder mee sleuren in de afgrond. Als we strijden, kunnen we verliezen, maar zonder strijd zijn we al bij voorbaat verloren!

 

Naar boven