Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Europa: rechts, rechtser, uiterst-rechts? PDF Print Email
Geschreven door Freddy De Pauw, Willem Bos op vrijdag, 05 november 2010

De diepe crisis zorgt er helaas ook voor dat in gans Europa xenofobe en islamofobe radikaalrechtse partijen opnieuw de wind in de zeilen hebben. Verontrustend is dat ze in meer en meer landen ook stevig wegen op de regeringspolitiek, of zelfs opgenomen worden in de regering. We publiceren hieronder een artikel dat een globaal overzicht biedt, alsmede een artikel over de toestand in het Italië van Berlusconi, beide van de hand van Freddy De Pauw. We publiceren ook een nieuw artikel over de toestand bij onze noorderburen, van Willem Bos. (SAP-Web)

EU leert leven met uiterst-rechts

Door Freddy De Pauw

De recente verkiezingen in zowel Zweden als Nederland bevestigen een trend die al jaren bezig is: uiterst-rechts wordt in de schoot van de Europese Unie gebanaliseerd. Wie herinnert zich nog de opschudding van tien jaar geleden over de regeringsdeelname van de uiterst-rechtse FPÖ in Oostenrijk? Sindsdien is uiterst-rechts ook op regeringsvlak aan een opmars bezig waar geen enkele instantie van de EU iets tegen onderneemt.

Zweden is nu niet bepaald zo dramatisch te noemen. Geen enkel blok heeft er een meerderheid waardoor uiterst-rechts op de wip zou kunnen zitten, of toch minstens het rechtse blok gedoogsteun zou kunnen geven – zoals dat in Denemarken al jaren gebeurt. Het ziet er niet direct naar uit dat die Zweedse rechterzijde zover gaat.

Maar intussen regeren de Deense liberalen en conservatieven al sinds 2001 met gedoogsteun van de uiterst-rechtse Deense Volkspartij. De coalitie heeft nog 64 van de 179 zetels, maar om op uiterst-rechts te kunnen rekenen pleegt de regering permanent overleg met de 'Volkspartij' om haar beleid uit te stippelen. Dus heeft elke belangrijke regeringsbeslissing in EU-lidstaat Denemarken de zegen van uiterst-rechts. De architect van deze samenwerking in de huidige secretaris-generaal van de NAVO, Anders Fog Rasmussen.

Die Volkspartij zorgt ervoor enkele "sociale accenten" in het beleid te leggen, een politiek waar Wilders zich in Nederland aan spiegelt: tegen verhoging van de pensioenleeftijd om zo de indruk te wekken dat zijn PVV de welvaart zoveel mogelijk beschermt. Het naar Deens model opgezette 'gedoogmodel' zorgde er al onmiddellijk voor dat de coalitie van liberale VVD en christendemocratische CDA een reeks maatregelen nam die overduidelijk Wilders’ stempel dragen.

Sleutelposten

Maar in een van de grotere lidstaten van de EU regeert uiterst-rechts regelrecht mee, met ministers op sleutelposten als Binnenlandse Zaken: Italië. Het is tekenend voor de politieke verhoudingen in dit land dat de vroegere neofascisten rond Gianfranco Fini nu de linkervleugel van het rechtse kamp zijn, met de Lega Nord aan de uiterst-rechtse kant. Het is precies die Lega Nord die grotendeels het beleid van de regering Berlusconi bepaalt – een van de hoofdredenen trouwens waarom Fini met Berlusconi brak. In 2001 verzekerde Berlusconi tegenover de verenigde ambassadeurs van de EU dat hij nooit lui van de Lega Nord in zijn regering zou opnemen. Enkele weken later deed hij dat toch zonder dat er een Europese haan naar kraaide.

In lidstaat Hongarije oefent het uiterst-rechtse Jobbik (een zesde van de stemmen) een andere invloed uit op het regeringsbeleid van de rechtse Fidesz. Die partij is ooit gestart als een partij van 'jonge liberalen' en geëvolueerd tot een ultranationalistische partij, wel lid van de Europese Volkspartij. De Fidesz van Viktor Orban voert nu als regeringspartij een zeer conservatief nationalistisch beleid dat alleen inzake symbolen verschilt van Jobbik.

En dan is er president Sarkozy in Frankrijk die in 2007 de verkiezingen won met een campagne die de ganse tijd lonkte naar de kiezers van het uiterst-rechtse Front National van Jean-Marie Le Pen. De term 'lepenisering' van de geesten ging toen op en is nu weer volop toepasselijk. De harde houding in de pensioenkwestie en vooral de nieuwe maatregelen inzake immigratie en nationaliteit dragen sterk de stempel van die lepenisering. Sarkozy hoopt hiermee de stemmen van het uiterst-rechtse publiek veilig te stellen voor de presidentsverkiezingen van 2012.

Die lepenisering slaat ook toe bij links. Zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk waar Labour premier Gordon Brown in 2007 de British National Party de pas trachtte af te snijden met zijn aanvallen op de Poolse arbeiders die de jobs van Britse arbeiders kwamen afnemen.

De EU heeft alleen Frankrijk even op de vingers getikt voor zijn uitwijzingsbeleid van Roma uit Roemenië. Voor de rest kan de EU blijkbaar zeer goed leven met dat gewicht van uiterst-rechts in sommige lidstaten. De uiterst-rechtse partijen die nog niet tot regeringskringen zijn doorgedrongen, leren van de successen elders. Wilders ging ijverig in de leer bij de Deense Volkspartij, een model in het genre. Maar het is de Lega Nord die het voorlopig het verst heeft geschopt.

Europees gedoogbeleid

Staan we voor een veralgemening van meeregeren van uiterst-rechts? In Duitsland wordt alleszins gevreesd dat een xenofobe en vooral dan islamofobe partij, naar het model Wilders, veel hogere scores zou halen dan de nazi-epigonen ooit haalden. In diverse andere lidstaten van de EU hopen uiterst-rechtse partijen garen te spinnen met campagnes tegen zigeuners, moslims en andere 'vreemde' groepen.

Waarom zouden in die landen rechtse of zelfs 'linkse' partijen (zie vorige regering van Slovakije met sociaaldemocraten en uiterst-rechtse nationalisten of lokale coalities van sociaaldemocraten en uiterst-rechts in Oostenrijk) zich niet spiegelen aan het voorbeeld van andere lidstaten waar uiterst-rechts rechtstreeks of onrechtstreeks mee regeert? Vooral omdat de leidende instanties van de EU een gedoogbeleid voeren en er van een cordon sanitaire helemaal geen sprake is.


Tijdperk Berlusconi weldra ten einde?

Door Freddy De Pauw

Silvio Berlusconi raakt in steeds nauwere schoenen. De medestichter van zijn partij PDL (Popolo della Liberta, volk van de vrijheid), Gianfranco Fini, staat na zijn breuk met Berlusconi onder toenemende druk om een regeringscrisis uit te lokken. In zijn eigen partij klagen kopstukken over het gebrek aan ook maar enige vorm van interne democratie – de PDL is geschoeid op de leest van Berlusconi’s onderneming Fininvest waar de baas uiteraard alle beslissingen neemt. En de wereld van de arbeid blijft niet bij de pakken zitten, zoals de massabetoging van 16 oktober in Rome van de metaalvakbond Fiom – een half miljoen deelnemers – aantoonde. Bovendien uit het Italiaans patronaat steeds meer zijn ongenoegen over de regering Berlusconi.

Patronaat en wereld van de arbeid zitten – bijna uiteraard – niet op dezelfde golflengte. Het eerder onverwachte succes van de betoging op 16 oktober in Rome had onder meer veel te maken met de provocaties van de Fiat-top. Sergio Marcchione, de grote baas van Fiat, vindt dat Italië alleen uit "het moeras" kan geraken als de macht van de vakbonden wordt gebroken en de arbeidswetgeving nog soepeler wordt. Terwijl de generatie van minder dan 35 nu al overwegend in nepstatuten werkt.

Fiat

Fiat blijft een symbool voor de arbeidsverhoudingen. Het was bij Fiat dat in 1980 na meer dan tien jaar opgaande arbeidersstrijd en zeges de ommekeer kwam toen 40.000 werknemers van Fiat, vooral kaderleden, tegen de vakbondsacties op straat kwamen. Het was het begin van een langzame afzwakking, met vier jaar later in een referendum de afschaffing van de ‘scala mobile’ die nochtans zorgde voor een rechtvaardiger spreiding van de loonaanpassingen aan de levensduurte.

Marcchione heeft een slag thuisgehaald in een van de Fiat-vestingen, Pomigliano. Daar zwichtte een kleine meerderheid van het personeel voor de chantage van de Fiatleiding om nieuwe arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Fiat besliste de productie van de Panda van Polen naar Pomigliano, bij Napels, te brengen. Maar dan moesten de arbeiders daar wel een nieuw ploegensysteem, een vermindering van de pauzes, meer overuren en dergelijke aanvaarden. Dat voorstel kreeg de steun van de christelijke vakbond CISL en de kleine sociaaldemocratische UIL, terwijl de linkse CGIL zich ertegen verzette.

De Fiat-baas wil in al zijn bedrijven in Italië een hoger werkritme, minder pauzes, geen doorbetaling van loon bij ziekte en dergelijke. Tien dagen na de grote betoging in Rome chanteerde hij de arbeiders en de vakbonden met de uitspraak dat Fiat beter af zou zijn met het sluiten van al zijn Italiaanse vestingen. Want de 2 miljard euro winst komt allemaal uit bedrijven buiten Italië en zou nog veel groter zijn zonder die Italiaanse vestingen, aldus de Fiat-baas die ermee dreigt de voorziene 20 miljard euro nieuwe investeringen elders te doen als er in Italië niets verandert.

Hij neemt daarmee het voortouw in een campagne van een deel van het Italiaanse patronaat om af te geraken van de collectieve arbeidsovereenkomsten. De regering Berlusconi is voor dat deel van het patronaat te zwak, te lauw. Emma Marcegaglia, voorzitster van de patronale organisatie Cofindustria, klaagde aan dat Italië het slechter doet dan de meeste andere landen van de EU, dat het in alle economische opzichten achterhinkt, met een massale toename van de werkloosheid voor ogen. Marcegaglia wil met die kritiek ook af van het imago dat ze heeft als zou ze te dicht bij Berlusconi aan leunen, iets dat tegenwoordig bij de hogere kringen van het Italiaans patronaat geen pluspunt (meer) is.

Alternatief

Haar voorganger, Luca Cordero di Montezemolo, vroegere baas van Fiat en nu van Ferrari, werkt intussen actief aan een alternatief voor Berlusconi. Via zijn stichting ‘Italiafutura’ richt hij scherpe pijlen op de regering. "Zestien jaar is er niets gebeurd", aldus Montezemolo. Zestien jaar is de periode waarin Berlusconi politiek actief is – waarvan de helft als premier.

Deze gewezen patroon van het patronaat werkt al geruime tijd aan een hergroepering in het politieke centrum waarin allerlei kleinere groepen rond spartelen. Er is de christendemocratische UDC die tot twee jaar geleden bij rechts zat, de groep rond Francesco Rutelli, ooit kandidaat-premier van centrumlinks en mogelijks de nieuwe groep rond Gianfranco Fini, Kamervoorzitter en ooit medestichter met Berlusconi van de PDL waarin zijn Nationale Alliantie (opvolgster van de neofascistische MSI) opging.

Het merkwaardige is dat 'links', tenminste een deel van de leiding van de Democratische Partij (PD) van gewezen communisten, christendemocraten en dies meer, dat ook wel ziet zitten. Dat daar luidop wordt gedroomd van een nieuwe 'democratische alliantie' gaande van de herstichtende communisten van Rifondazione Comunista tot en met de groep van Fini.

Een dergelijke alliantie staat mijlenver af van de betogers van 16 oktober. Die betoging was georganiseerd door de FIOM, de metaalvakbond van de CGIL, die door sommige commentatoren werd beschreven als een "feitelijke politieke partij". De CGIL en FIOM hebben goede redenen om in het tegenoffensief te gaan. De Federmeccanica, het patronaat van de metaalsector, wil af van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2008 en zegt alleen die van 2009 te willen erkennen – die alleen door CISL en UIL werd ondertekend, de CGIL weigerde dat omdat ze een achteruitgang betekent voor de arbeiders. Vooral tegen de FIOM wordt een hevige mediacampagne gevoerd om die af te schilderen als een nest van weerstand tegen de "modernisering" – lees afbraak.

Mede door die campagne kristalliseert de FIOM nu de weerstand tegen de patronale offensieven, tot ongenoegen van de leiding van de CGIL en zeker van de PD die daarin een hinderpaal ziet voor haar "brede democratische alliantie". Die PD is echter onmachtig om een duidelijk politiek alternatief te bieden voor de in crisis verkerende regering Berlusconi, zij redeneert alleen in electorale termen met het uitzicht op vervroegde verkiezingen.

De verlamming van de PD werkt verlammend op de linkerzijde. Een deel van links werpt zich bijna in wanhoop in de armen van gewezen magistraat Antonio Di Pietro en diens 'Italia dei valori' die zeer vastberaden campagne voert tegen Berlusconi maar daarom nog geen linkse partij is.

Ter linkerzijde daarvan zijn er de resten van uiterst-links, met o.m. Rifondazione Comunista waar nog altijd het trauma heerst van de verkiezingen van 2008. Toen viel uiterst-links onder de kiesdrempel van 4% en verloor al zijn parlementsleden (een terugval van meer dan 7%). Die partijen werden afgestraft voor hun deelname aan een regering die een alledaags neoliberaal beleid voerde en op ethische kwesties geen enkele knoop durfde doorhakken om de vrienden van het Vaticaan in haar rangen niet voor het hoofd te stoten.

Met het oog op mogelijke vervroegde verkiezingen wordt er bij centrumlinks nu al druk gemanoeuvreerd over ene mogelijke kandidaat-premier. Luigi Bersani, de leider van de PD, krijgt forse concurrentie van Nicola Vendola, de gouverneur van Puglia (Apulië, met Bari). Die haalde het eerder al in voorverkiezingen voor de post van gouverneur van de PD. Toen was hij nog bij Rifondazione. Hij heeft nu een eigen partij opgericht, de SEL (Socialisme, Ecologie en Vrijheid). Hij werd alleszins fel toegejuicht op de betoging van 16 oktober in Rome. Maar zijn programma is eerder fumeus en allesbehalve een duidelijk links antwoord op het offensief van het patronaat waarvan een deel heil ziet in een "brede democratische alliantie" met Fini en de UCD erbij. Want daar hoeft het patronaat zeker niets van te vrezen.


Nederland: Uiterst rechtse regering steunt op Wilders

Door Willem Bos

De nieuwe Nederlandse regering is zonder twijfel de meest rechtse regering sinds de Tweede Wereldoorlog. De twee regeringspartijen - de liberale VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en het CDA (Christen-Democratisch Appèl) - vormen samen slechts een minderheid in het parlement. Om toch over de steun van een meerderheid te beschikken, hebben ze een akkoord gesloten met de rechts-populistische anti-islampartij PVV (Partij Voor de Vrijheid) van Geert Wilders. Daarmee is Wilders de echte winnaar van deze formatie.

Net als de andere regeringen in Europa ziet de regering Rutte het uitvoeren van een drastische bezuiniging op de overheidsuitgaven als haar belangrijkste taak. De gevolgen van de financiële en economische crisis en de miljarden voor het redden van de banken moeten in de vorm van bezuinigingen verhaald worden op de bevolking. De regering wil voor een kleine 20 miljard euro per jaar bezuinigen. Die bezuinigingen moeten vooral komen uit: de sociale zekerheid 4,3 miljard; openbaar bestuur 2,5 miljard; onderwijs 1,4 miljard; openbaar vervoer 1,1 miljard; ontwikkelingssamenwerking 0,9 miljard en zorg 0,9 miljard. Twee posten waarvoor meer geld wordt uitgetrokken zijn subsidies voor research (0,2 miljard) en een verdere verlaging van de winstbelasting (0,4 miljard.).

Toch zijn deze bezuinigingen, die hun weerga in de naoorlogse geschiedenis niet kennen, minder dan de twee regeringspartijen VVD en CDA in hun verkiezingsprogramma’s bepleitten. De VVD wilde naar een bedrag van 39 miljard per jaar en het CDA naar 33 miljard. De PVV van Wilders hield het op 17 miljard. Met name op het punt van de ouderenzorg en het afremmen van een snelle verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd heeft de PVV heel wat binnengehaald. Voor de PVV zijn dat belangrijke punten om haar sociale gezicht te laten zien.

Ook op allerlei andere punten in het regeerakkoord is de hand van Wilders te zien. Zo komen er 500 ‘animal cops’ om dierenmishandeling harder aan te pakken, komt er een apart alarmnummer voor dieren in nood en dierenmishandeling (114 redt een dier), staat er expliciet dat Nederland "verder wil investeren in de band met de staat Israël" en wordt de maximumsnelheid verhoogd naar 130 kilometer per uur.

Maar de belangrijkste winst voor Wilders zit in het hoofdstuk over migratie. Het asiel- en migratiebeleid "zal leiden tot een zeer substantiële daling van de instroom", zo staat er in het akkoord. "Illegaal verblijf wordt strafbaar". "De termijn waarna gezinsmigranten een zelfstandige verblijfsvergunning kunnen krijgen wordt verlengd van drie naar vijf jaar behoudens bijzondere omstandigheden" (De PVV bepleitte een periode van tien jaar.).

Het kabinet zal zich in Europa sterk gaan maken voor aanpassing van de EU-richtlijn inzake gezinshereniging, waarbij ze zich onder meer zal inzetten voor: "verhoging van de leeftijdseis voor de partner naar 24 jaar; verhoging van de inkomenseis naar tenminste 120% van het minimumloon en invoering van een borgsom." "Het terugkeer- en uitzetbeleid wordt geïntensiveerd"; "vreemdelingen die hier rechtmatig verblijven maar strafrechtelijk zijn veroordeeld worden eerder het land uit gezet"; "personen die binnen vijf jaar na verkrijging van het Nederlanderschap veroordeeld zijn of worden voor een misdrijf waar 12 jaar of meer op staat, wordt het Nederlanderschap ontnomen." En zo gaat het door.

Tegen de Islam

Door Wilders worden al deze maatregelen omschreven als een bijdrage aan het terugdringen van de islam. De regeringspartijen leggen ze heel vroom uit als een bijdrage aan de integratie. Deze tegengestelde boodschap is voor de drie partijen geen probleem. Zij zijn op dit punt nadrukkelijk overeengekomen dat ze het niet met elkaar eens zijn. "Wij beoordelen mensen niet op hun afkomst maar op hun toekomst, niet op hun geloof maar op hun gedrag, niet als groep maar als individu," schrijven de partijen in de inleiding van het akkoord. "Vrijheid van onderwijs behoort tot het fundament van onze constitutie. De grondwettelijk verankerde godsdienstvrijheid omvat alle godsdiensten en levensovertuigingen", gaan ze daarna even vroom verder. En dan komt de aap uit de mouw: "VVD en CDA zien de islam – anders dan de PVV – als religie en zullen daar naar handelen." Wilders ziet de islam als een kwaadaardige ideologie en handelt daarnaar.

Met deze overeenkomst heeft Wilders zich in een riante positie geplaatst. Hij geeft steun aan het regeerakkoord zonder daar direct en in personele zin verantwoordelijkheid voor te dragen en hij houdt zijn handen vrij om zijn uitleg daarvan te geven. Zo houdt hij VVD en CDA in gijzeling.

Of deze constructie een lang leven beschoren is, zal afhangen van twee factoren.

In de eerste plaats van de vraag of Wilders op langere termijn zijn achterban kan behouden. Zijn succes is gebaseerd op de onvrede onder een groot deel van de bevolking over de gevolgen van de neoliberale globalisering en het richten van die onvrede op de islamitische zondebok. De komende tijd zal veel van zijn demagogische kwaliteiten gevraagd worden om zijn steun aan de ernstige verslechteringen op sociaal-economisch vlak die vooral zijn achterban zal treffen te verkopen. Of een verdere verscherping van zijn anti-islam en antilinkse retoriek daarvoor voldoende zal zijn, is de vraag.

De tweede en nog bepalender factor is de vraag of links er in zal slagen het sociale verzet tegen de plannen van deze regering te organiseren. Daarover kunnen we helaas niet al te optimistisch zijn. De nog steeds grootste linkse partij, de sociaal-democratische Partij van de Arbeid, wordt terecht sterk medeverantwoordelijk gehouden voor de neoliberale politiek en bevindt zich in een diepe crisis. De uit "klein links’ voortkomende partij GroenLinks heeft zichzelf feitelijk omgevormd tot een sociaal-liberale partij. De SP is, mede door haar sterk parlementaristische en gouvernementele opstelling, verzwakt.

De kleine groepen links van parlementair links zijn zwak en voor een deel redelijk sektarisch. Binnen de vakbeweging is een zekere tendens naar een meer strijdbare opstelling te zien, maar die blijft beperkt. Of het in de loop van de tijd tot een massaal verzet zal komen, is nog maar de vraag. Als dat niet het geval is zal de positie van links, van de vakbeweging en van andere sociale bewegingen steeds verder uitgehold worden.

Deze artikels verschenen eerder in Uitpers nr 135, november 2010. Je kan Uitpers, webzine voor Internationale Politiek, vinden op: http://www.uitpers.be/

Naar boven