Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Wie speelt er met de Euro? PDF Print Email
Geschreven door Michel Husson op woensdag, 26 januari 2011

Wie gaan er schuil achter de alom gehoorde uitdrukking “de financiële markt”? Dat is een interessante vraag in tijden dat deze markt door middel van eisen aan de financiering van de nationale schuld enorme druk uitoefent op de Europese regeringen.

De twee economen Sylvain Broyer en Costa Brunner hebben getracht antwoord te geven op de vraag wie de schuldeisers zijn door middel van een toetsing van de data met betrekking op negen Europese landen in het jaar 2008. Vijf van deze landen liggen op het moment nog niet onder vuur van aanvallen op hun nationale schuld: Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Groot-Brittannië. De andere vier zijn de fameuze PIGS: Portugal, Ierland, Griekenland, Spanje. Omdat dit beledigende acroniem al wijd gebruikt wordt, houden we het hier maar aan.

Hoe sinds 2008 de gegevens zijn veranderd is onbekend maar ze kunnen tenminste aangevuld worden met EU informatie over de progressie van de nationale schuld ratio tussen 2008 en 2009. Wat als eerste opvalt is dat deze ratio bijzonder sterk is in de PIGS (een stijging van 51,1 in Ierland) en minder variatie vertoond in de andere landen, met de uitzondering van Groot-Brittannië (een stijging van 41,4). Als we in gedachten houden dat de gegevens de situatie van 2008, dus van voor de crisis, weergeven kunnen we het volgende opmerken:

1.Het percentage van de nationale schuld in handen van buitenlandse schuldeisers varieert sterk van land tot land. In Portugal geldt dit voor vrijwel de gehele schuld (98,7 procent), in Groot-Brittannië is het veel minder (34,7 procent). Het grootste deel van de schuld van de “stabiele” landen is buitenlands (61.6 procent), voor de PIGS geldt dit nog sterker: 74,5 procent. Vanuit dit oogpunt gezien is Frankrijk met een schuld waar 70,8 procent van in buitenlandse handen ligt, een van de meer afhankelijke landen.

2.In de categorie van buitenlandse schuldeisers moeten we onderscheid maken tussen Europese landen en de rest. In het eerste geval blijft de schuld een interne Europese aangelegenheid. Een aanmerkelijk hoog percentage van de schuld van Frankrijk en Duitsland, 42 procent, staat uit bij niet-Europese schuldeisers. Japan en de Verenigde Staten hebben slechts een claim van respectievelijk 7 en 8 procent op dit deel van de schuld, het grootste deel van de schuld staat uit bij andere landen met een overschot, waarschijnlijk 'nieuw opkomende landen' of oliestaten. De andere landen hebben veel minder schuld uitstaan buiten Europa: van 13,7 procent voor Nederland tot 27,7 procent voor Portugal.

3.Het is opmerkelijk dat een groot deel van de schuld van de PIGS uitstaat bij Europese schuldeisers. Dit deel van hun schuld varieert van 47 procent voor Spanje tot 73 procent voor Portugal. De afhankelijkheid van Europese financiers wordt nog duidelijker als we alleen kijken naar de schuld die uitstaat bij vreemdelingen. Neem het voorbeeld van Griekenland: 78 procent van de Griekse schuld is in buitenlandse handen, 71 procent van de totale schuld staat uit bij Europese schuldeisers. Voor alle PIGS geldt dat om en nabij de driekwart van hun schuld uitstaat bij buitenlandse, Europese schuldeisers.

Dit bevestigt de uitspraak van Jean Quatremer dat de “markten” die Ierland, Portugal of Griekenland destabiliseren meestal de financiële instituten zijn die geïnstalleerd werden door de lidstaten van de monetaire unie. Van de landen waarover we gegevens beschikken, bezitten Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Groot-Brittannië meer dan de helft van de buitenlandse schuld van de PIGS. Met deze kennis wordt de strategie van de “markten” duidelijk: eerst werden, na de “reddingsplannen” privéschulden publieke schulden – en deze schulden worden nu door drastische bezuinigingen op de Europese bevolking afgewenteld.

Naar boven