Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Syrië: Repressie en verzet PDF Print Email
Geschreven door Yussef Khalil op zondag, 08 mei 2011

Het regime van president Bashar al-Assad probeert met bruut geweld de protesten de kop in te drukken. De massaprotesten begonnen in maart in Daraa, nadat de politie daar enkele tieners oppakte en martelde voor het aanbrengen van anti-regime graffiti, geïnspireerd op de Tunesische en Egyptische revoluties. Aanvankelijk leek het erop dat de protesten beperkt zouden blijven maar de bevolking van andere steden kwam ook in beweging. De protesten begonnen etnische en religieuze scheidslijnen te overstijgen. Op vrijdag 15 april werd het regime geconfronteerd met massaal protest nadat het de vergissing maakte te denken de protesten te kunnen beëindigen met een combinatie van repressie en beloftes van hervormingen.

De volgende week begonnen al op donderdag in de hoofdstad Damascus grote aantallen veiligheidstroepen stelling te nemen in voorbereiding op wat ondertussen een terugkerend patroon in de Arabische revoluties is: de alsmaar groeiende protesten na het middaggebed op vrijdag. Die dag zelf werd elk protest – of zelfs maar het begin van samenscholing – meteen aangevallen met traangas en kogels. Desondanks gingen duizenden mensen de straat op in Damascus en de omliggende plaatsen.

In Daraa, waar de jongens waren opgepakt, duurden de protesten voort. Nabije steden zagen ook aanzienlijke mobilisaties en repressie, bovenal in Izraa waar tenminste 10 mensen gedood werden, onder hen een zeven jaar oud kind. In Homs werd een vreedzaam protest aangevallen door met scherp schietende veiligheidstroepen – het plein waar dit gebeurde wordt nu ‘het plein van de vrijheid’ genoemd en het geweld leidde tot woedende protesten. De Syrische regering en de officiële nieuwsmedia praatten de moorden goed door de demonstranten te omschrijven als ‘salafisten’ – een fundamentalistische stroming in Islam bekend om een intolerante houding tegenover zowel gematigde Moslims als niet-Moslims.

Volgens sommige bronnen vormden burgers zelfverdedigingcomités om hun buurt te beschermen tegen aanvallen door regeringstroepen maar toch doden deze minstens acht mensen. Ooggetuigen vertellen over een alarmerende nieuwe ontwikkeling: veiligheidstroepen zouden zich voordoen als salafisten en proberen de reputatie van de demonstranten te beschadigen door het provoceren van veiligheidstroepen en plundering. Ten noorden van Homas gingen de vrouwen en kinderen van ar-Rastan de straat op hun solidariteit met Talibiseh te laten blijken: deze gemeente werd al enkele dagen lang belegerd en is afgesneden van elektriciteit, water en communicatieverbindingen.

Maar niet alle protesten werden beantwoord met repressie. In enkele gebieden, zoals de kustplaatsen Tartous en Baniyas, konden mensen de straat op gaan om te protesteren zonder dat zij lastig gevallen werden door het regime. In Qamishli gingen 6000 mensen de straat op in demonstratie met het motto ‘Arabieren, Assyriërs en Koerden tegen corruptie’ – een belangrijke uitdrukking van de eenheid en solidariteit die de beweging kenmerkt. De volgende dag openden veiligheidstroepen het vuur en vielen er minstens 12 doden.

Het hevige geweld van het regime, dat al tientallen levens het gekost, bewoog twee parlementsleden uit Daraa ertoe af te treden. ‘Als ik mijn mensen niet kan beschermen tegen deze verraderlijke aanvallen, heeft het voor mij geen zin om nog langer deel uit te maken van het parlement’, verklaarde een van hen, Nasser Hariri, tegenover Al Jazeera.

Een van de hervormingen waar het meest naar werd uitgekeken was het opheffen van de noodtoestand die de regering bijzondere volmachten geeft. Deze ‘tijdelijke’ noodtoestand was al vijf decennia van kracht en gaf de regering het recht om mensen op te pakken, de media te controleren en mensen af te luisteren en te ondervragen.

Maar het opheffen van hiervan was niet zonder voorbehoud. De noodtoestand is dan wel opgeheven maar de wet die deze mogelijk maakt bestaat nog steeds en kan elk moment weer gebruikt worden. En er werd een nieuwe permanente wet van kracht die strenge beperkingen oplegt aan de demonstratievrijheid. Alhoewel de wet formeel het recht om te demonstreren erkent moeten mensen vijf dagen van te voren toestemming vragen aan het ministerie van binnenlandse zaken. Het ministerie kan aanvragen weigeren of de datum, tijd, locatie en duur van de demonstratie wijzigen.

Andere wetsartikelen wijzen erop dat elke demonstratie of verzameling van mensen als ‘rellen’ aangemerkt kunnen worden als de regering er geen toestemming voor heeft gegeven, ook al is er geen sprake van geweld. Het is veelbetekenend dat degene die de eerste aanvraag voor een demonstratie indiende enkele uren werd vastgehouden.

Het Syrische Lokale Coördinatie Comité, een netwerk van groepen die de protesten organiseren, heeft in een verklaring hun eisen toegelicht. Het comité roept tot het beëindigen van het moorden en martelen door veiligheidstroepen. Er moet een einde komen aan het arresteren van vreedzame demonstranten en alle politieke en gewetensgevangenen moeten vrijgelaten worden. Daarnaast eist het comité dat de grondwet aangepast wordt om de aantal termijnen van een president te beperken, het parlement meer bevoegdheden krijgt en artikel 8 van de grondwet, dat de Baath partij aanwijst als de enige regeringspartij in Syrië, wordt ingetrokken.

Deze eisen zijn op zich niet radicaal maar in de context van een dictatuur die al 50 jaar aan de macht is moet het belang ervan niet onderschat worden. Het regime blijkt niet in staat om werkelijk te hervormen maar is wel bereid om de eigen burgers te vermoorden. Dat de regering weigert toe te geven motiveert de beweging nog meer om vooral niet op te geven. De arrogantie van de regering heeft geleid tot een escalatie van de eisen van de protestbeweging, eisen die aanvankelijk niet verder gingen dan kleine hervormingen en meer vrijheid. Allengs radicaliseert te bevolking. Het omslagpunt zoals dat plaats vond in Tunesië en Egypte is nog niet bereikt maar Syrië gaat dezelfde kant op. In stad na stad eisen demonstranten de val van het regime.

Dit artikel verscheen eerder op socialistworker.org

Naar boven