Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Geen revolutie zonder breuk met het neoliberalisme PDF Print Email
Geschreven door Mireille Court en Chris Den Hond op zondag, 29 mei 2011

In april 2011, in Kasserine, op 50 kilometer van Sidi Bouzid (Tunesië), daar waar "het allemaal begon," hadden wij een ontmoeting met Samir Rabhi, leraar, actief vakbondsmilitant van de UGTT  en lid van de “Hoge Onafhankelijke Instantie voor het realiseren van de doelen van de Revolutie, de politieke hervorming en de overgang naar de democratie” .Wat is deze “Hoge Onafhankelijke Instantie”?

Samir Rabhi: Onmiddellijk na de revolutie, op 14 januari 2011, riep de regering een “Commissie voor politieke hervormingen en overgang naar de democratie” in het leven. Aanvankelijk maakten uitsluitend juridische deskundigen deel uit van deze commissie die wetsontwerpen diende voor te bereiden. Om die reden vormden alle politieke partijen en niet-gouvernementele organisaties een machtstegenpool, zij waren namelijk tegen deze nieuwe regering Ghanushi. Wij noemden dit tegengewicht de “Nationale Raad ter bescherming van de revolutie”.

Uiteindelijk hebben we een nieuwe instantie gecreëerd die een compromis is tussen de twee bovengenoemde. Deze instantie kreeg de naam “Hoge Onafhankelijke Instantie voor het realiseren van de doelen van de Revolutie, de politieke hervorming en de overgang naar de democratie” (HOI). Het merendeel van de politieke partijen die gekant waren tegen de 1ste en 2de regering  maken deel van deze HOI, andere organisaties zoals de vakbond UGTT evenals de Tunesische Liga voor Mensenrechten, de Tunesische Vereniging van Tunesische Magistraten, de  Tunesische journalistenvakbond, de Orde van Geneesheren ...

Over welke rechten beschikt deze HOI?

Samir Rabhi: Er is een noodverordening die tot de oprichting van deze HOI geleid heeft en die haar bevoegdheden bepaalt: ze moet de noodzakelijke wetten voorbereiden voor de democratische overgang en daarnaast, wat even belangrijk is, dient ze controle op de regering uit te oefenen. De HOI stelt hervormingen voor en ze  heeft ook het recht om de realisatie en toepassing van de voorstellen die zij formuleert door te zetten. Dat was de zin van de eerste geplande ontmoeting met de eerste minister die geleid heeft tot concrete resultaten.

Waarom eist u de onverkiesbaarheid van de RCD-kaders ?

Samir Rabhi: Na de revolutie kan men de wederopbouw van het land niet toevertrouwen aan mensen die aan de basis, de bron van de dictatuur lagen en van de corruptie die ons land decennialang teisterde. Ze moeten tijdelijk worden uitgesloten van de Grondwetgevende Vergadering (Constituante). Vanaf 17 december 2010, schreeuwt het volk, de demonstranten, om een Grondwet waarin de macht van het volk is vastgelegd. Wij kunnen deze taak niet toevertrouwen aan mensen die vroeger de grondwet aan hun laars gelapt hebben. Ze zijn voor het moment, in deze etappe,  uitgesloten. Ze hebben nu geen enkele rol te spelen. Daarom kunnen ze niet in aanmerking komen voor deze specifieke verkiezing van de Constituante op 24 juli. Aangezien de Grondwetgevende Vergadering autonoom is, zal zij daarna in deze kwestie het besluit nemen dat haar past.

De HOI heeft net voor een voorstel inzake pariteit tussen mannen en vrouwen gestemd, waarom is dit een historische stap voorwaarts?

Samir Rabhi: De status van vrouwen in Tunesië is een zeer geavanceerde status. Het is een revolutionaire status. Tunesische vrouwen bezaten stemrecht voor de Franse vrouwen. Zij hadden eerder dan de Franse vrouwen het recht op abortus . Wij hebben dus revolutionaire, modernistische  verworvenheden die wij willen ondersteunen. Wij willen een historische dimensie aan deze revolutie geven voor wat betreft de pariteit; de goedkeuring van een kieswet die pariteit voor alle kieslijsten, met afwisselende pariteit op de kieslijsten, vereist. We zijn er trots op, maar we geloven ook dat het de hoogtepunt van een modernistisch proces is wat de status van vrouwen in Tunesië betreft. Dit is iets uniek in de Arabische wereld, Afrika en het is zelfs zeldzaam in de ganse wereld.

De afwisseling tussen mannen en vrouwen op de lijsten is erg belangrijk omdat er ook gelijkheid (wat betreft het aantal, vert.) op de kieslijsten kan zijn door alle vrouwen op het onderste gedeelte van een lijst te plaatsen. Zodoende zouden zij eigenlijk onverkiesbaar zijn. In dit geval zouden zij louter versiering zijn. Daarentegen bij alternatie (tussen mannen en vrouwen, vert.) is er elke keer een lijst twee zetels wint een van hen noodzakelijkerwijs een vrouw. De afwisseling is net zo belangrijk als de pariteit zelf.

Zijn de aanhangers van de islamistische partij Ennahda het daarmee ook eens?

Rabhi Samir: Ja, ze zijn voor pariteit. Ze hebben deelgenomen aan de staande ovatie die volgde op de goedkeuring van het artikel. Persoonlijk vrees ik echter dat ze na haar terugkeer op het politieke toneel op 14 januari een dubbele tong heeft. Sommige islamitische leiders zijn voor pariteit, voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, voor de democratie, maar er zijn ook andere leiders die spreken met bedekte toespelingen die impliciet antivrouw en antidemocratisch zijn. Laten we hopen dat ze oprecht zijn en de spelregels accepteren.

Welke vooruitgang is er sinds de revolutie geboekt, met name in het arme binnenland van Tunesië? Wat is er veranderd?

Samir Rabhi: Tot dusver heeft de revolutie van 14 januari een grotendeels symbolisch karakter. Er zijn nog geen concrete veranderingen, tastbaar ter plaatse, vooral op sociaal en economisch niveau. Dit zijn de behoeftige mensen, de werklozen, zij die uitgesloten zijn die deze revolutie verwezenlijkt hebben, maar we zijn ervan overtuigd, zelfs al van vóór 14 januari, dat de regering geen directe antwoorden op deze vragen kan formuleren, omdat het economische en sociale beleid een neoliberaal beleid is en het is moeilijk om snel rechtsomkeer te maken en om antwoorden aan de mensen te geven die tot een onmiddellijk resultaat leiden. De werkloosheid is nog altijd een lastig dossier dat we willen oplossen door het volledig veranderen van de economische en politieke aanpak in ons land. Als de overheid koppig doorzet op deze neoliberale weg, dan zal hetzelfde patroon van ongelijke ontwikkeling en groei herhaald worden en zullen we net dezelfde problemen krijgen. Men zal dan grote verschillen tussen klassen en regio’s hebben en men zal geen antwoorden geven aan de mensen die de revolutie doorgevoerd hebben. Maar datgene wat er veranderd is, is voornamelijk een verandering in mentaliteit. De mensen kennen geen angst meer. De regering is niet langer iets wat hun angst inboezemt. Men verkondigt luidop zijn mening over de regering.

“Als men hardnekkig verdergaat met het reproduceren van dit ontwikkelingsmodel zal men ongetwijfeld hetzelfde resultaat boeken.”

Aangezien de opstand deels een gevolg is van de doorgevoerde liberale politiek, resultaat van de dwangbevelen van het IMF en de Wereldbank, hebt u dan sociale voorstellen voor de nieuwe grondwet?

Rabhi Samir: Dat is een strijd die gevoerd moet worden. Wij zijn er diep van overtuigd dat een grondwet zonder sociale inhoud geen enkele waarde heeft. Een grondwet die de democratie, het pluralisme, het parlementarisme, de revolutionaire, politieke keuzes garandeert zal het op het vlak van echte hervormingen niet ver brengen zonder sociale inhoud. Sociale rechtvaardigheid, eerlijke verdeling van de rijkdom, gelijkheid tussen de regio's, de vermindering van de kloof tussen de sociale klassen, de strijd tegen de armoede, de strijd tegen de verarming van de middenklasse, dat zijn de hoofdlijnen van de bekommernissen die de Tunesische linkerzijde dient voorop te stellen. Het is een gevecht dat gevoerd moet worden, want als men hardnekkig hetzelfde ontwikkelingsmodel wil reproduceren zal men ongetwijfeld hetzelfde resultaat boeken. Aanvankelijk was de revolutie een revolutie van de behoeftige mensen, de armen, daarom dient de postrevolutionaire fase echte oplossingen voor dit probleem aan te dragen. Men moet deze problemen aan de bron oplossen. Als men een van de huidige ministers hoort zeggen dat het tijdperk van de verzorgingsstaat voorgoed is verdwenen, wordt ik angstig, want wij hebben een  onwrikbaar geloof in de rol die de Staat in het tijdperk dat volgt op de revolutie moet spelen want de werkloosheidscijfers bijv. in Kasserine en in de andere westelijke  regio's van Tunesië zijn afschuwelijk hoog. Dus als de Staat zijn verantwoordelijkheid niet opneemt en geen grote projecten opzet om deze massa’s, deze honderdduizenden werklozen, te absorberen, kan het privékapitaal geen oplossingen aanbieden, want het privékapitaal kan slechts voor rijkdom van een zeer klein aantal mensen, van profiteurs, zorgen. Het is de Staat die zijn verantwoordelijkheid moet opnemen, eerst als locomotief in de arme gebieden en door het creëren van een goed investeringsklimaat en vervolgens kan het privékapitaal een aanvullende rol op de Staat spelen, maar het is de Staat die op een sensibele en doortastende manier moet ingrijpen om het werkloosheidsprobleem in deze regio’s op te lossen.

Heeft de HOI over de kwijtschelding van de schulden van Tunesië besproken?

Samir Rabhi: De schuld maakt geen deel uit van de bevoegdheden van de Hoge Onafhankelijke Instantie, maar dat wil zeggen niet zeggen dat deze dat de kwestie niet wordt bediscussieerd in de wandelgangen van de HOI. We praten met een flink aantal mensen over de Tunesische schuld. We beschouwen dit, volgens de termen van het internationaal recht, als een verfoeilijke schuld omdat wij de schuld al terugbetaald hebben en nu wordt de rente afgelost. Er is een sociaal argument, nl. de looptijd die wij elk jaar betalen is zes keer de begroting voor de gezondheidszorg. Dat betekent dat je rente betaalt ten koste van de gezondheid van de Tunesiërs en meer bepaald deze van de armen. We hebben een aantal sterke argumenten, maar wat we nu willen is de opschorting van de schuld, want niemand kan over de schuld en de besluiten over deze kwestie een beslissing nemen. Het is een gekozen parlement, dat in de ogen van het volk legitiem is dat vervolgens besluiten in deze kwestie kan nemen. Maar nu willen wij een opschorting van de schuld.

“Een dictatuur blijft tot de mogelijkheden behoren als het volk niet waakzaam is”

De revolutie maakte een einde aan de dictatuur, maar een dictatuur blijft tot de mogelijkheden behoren als het volk niet waakzaam is, als het volk de dingen niet zelf ter hand neemt, als het volk niet aan het politieke leven deelneemt. Het maatschappelijke middenveld  is een onbekend, ruw terrein, het is een te ontdekken spoor, het is noodzakelijk dat de jongeren actief zijn in verenigingen om een tegenmacht en een tegengewicht te vormen tegen al degenen die zullen gaan regeren.

De vakbond UGTT is een instituut dat buiten de normen valt, welke rol kan de UGTT in het verlengde van de revolutie spelen?

Samir Rabhi: De UGTT heeft een beslissende rol in de geschiedenis van Tunesië gespeeld. Hij speelde een zeer belangrijke rol in de nationale beweging voor de onafhankelijkheid en bleef die rol in de moderne Tunesische Staat behouden, hij heeft een zeer belangrijke sociale rol gespeeld. In de Tunesische revolutie heeft hij cruciale steun gegeven toen op 14 januari een monsterbetoging, die het gevolg was van een algemene staking die de UGTT in Tunis had georganiseerd, plaatsvond voor het gebouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat gelegen is in de hoofdstraat van de Tunesische hoofdstad. Op 13 januari was er een algemene staking in Sfax en een manifestatie van 200.000 mensen. Alle betogingen in de regio vertrokken van de lokalen van de UGTT, derhalve was de UGTT echt de wieg van de revolutie, hij was het kader waarin alle debatten die voorafgingen aan de manifestaties verliepen en het was ook daar waar we elkaar na de betogingen weervonden om ons te reorganiseren en opnieuw met betogingen te vertrekken die tot de val van Ben Ali geleid hebben.

De UGTT blijft een belangrijke rol spelen en op het sociale vlak is het aan de UGTT om zijn dossiers voor te bereiden en om de regering, welke ook, te verplichten aan deze erg belangrijke taak te beginnen en dat is naar mijn mening het belangrijkste voor iedereen.

(1) UGTT: Union Générale des Travailleurs Tunisiens, Algemeen Verbond van Tunesische Arbeiders

(2) « Haute Instance de la Réalisation des Objectifs de la Révolution, de la Réforme Politique et de la transition Démocratique »

(3) Het betreft hier regeringen van na de val van het regime Ben Ali

(4) RCD: Rassemblement constitionnel démocratique, Grondwettelijk-democratische vereniging, de vroegere partij van de dictatuur

(5) IVG, Interruption volontaire de la grossesse (vrijwillige beëindiging van de zwangerschap)

(6) «La société civile» in het origineel

Naar boven