Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een reële verarming voor gepensioneerden, werkenden en werklozen PDF Print Email
Geschreven door Paul Piero op woensdag, 23 november 2011

Na meer dan 500 dagen kan er nog steeds geen regering gevormd worden. Na de communautaire kwesties, is het nu de begroting die de drie traditionele politieke families parten speelt. Wekenlang slepen de onderhandelingen over de opmaak van die begroting zich voort. Op het moment dat we dit schrijven wordt voor de zoveelste keer een “cruciale” onderhandelingsdag aangekondigd.

Nog steeds kunnen PS, SP.a, CD&V, Cdh, OpenVLD en MR niet tot een akkoord komen. Eén ding is echter wel zeker: het zal een begroting zijn die de werkende klasse hard zal raken.

Europees kader

Het kader voor de begroting wordt niet bepaald door de Belgische politieke krachtsverhoudingen, maar wel door “Europa”. In het kader van het Verdrag van Maastricht (1993) werd een Economische en Monetaire Unie opgericht (de latere “Eurozone”). Met die oprichting hingen afspraken samen rond een zogenaamde “begrotingsdiscipline” voor de lidstaten. In 1997 werd hier een zogenaamd Stabiliteits- en Groeipact aan toegevoegd. Met een vonnis van het Europees Hof van Justitie werd op 13 juni 2004 bepaald dat lidstaten die de regels van dit stabiliteitspact niet naleven ook effectief beboet kunnen worden door de Europese Commissie. Dergelijke boete kan nog het best vergeleken worden met de herstelbetalingen die in het Verdrag van Versailles opgelegd werden aan het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. De gevolgen ervan dreigen even nefast uit te draaien.

Regels

De regels waarover het gaat zijn vrij arbritair. Zo werd bepaald dat de maximale overheidsschuld van een lidstaat niet meer dan 60% van het Bruto Binnenland Product (BBP) mag bedragen. Het maximale begrotingstekort mag dan weer niet meer dan 3% bedragen. Waarom er bijvoorbeeld niet gekozen werd voor respectievelijk 70% en 5% is volstrekt onduidelijk. Overduidelijk is wel dat België de eerste norm nooit gehaald heeft, al ging het dankzij een omgekeerde rentesneeuwbal de goede richting uit tot aan het uitbreken in 2008 van de financiële crisis. De tweede norm (rond het begrotingstekort) is de inzet van de huidige onderhandelingen.

Cijfers

In 2008 steeg de overheidsschuld in een klap opnieuw naar 100% van het BBP (een slordige 300 miljard Euro). De oorzaak hiervan ligt zo goed als uitsluitend in de financiële crisis. De redding van Fortis, Dexia, KBC en anderen kostte handenvol geld. Niet alleen steeg daardoor de globale overheidsschuld. Deze schuld moet ook jaarlijks voor 1/5de (60 miljard €) geherfinancierd worden, hetgeen de rentelasten weer fors doet toenemen (momenteel bedraagt die rente net geen 5%). Dit alles leidt ertoe dat het begrotingstekort dreigt op te lopen tot tegen de 5%, ruim boven de “norm” van 3% dus. Concreet betekent dit dat er ongeveer 11 à 12 miljard Euro bespaard moet worden. De Europese Commissie eist dat deze besparingsinspanning goedgekeurd is tegen ten laatste 15 december 2011. Zoniet dreigt de Europese Commissie met een boete van 700 miljoen Euro, te betalen in januari 2012.

Hervormingen?

Naast deze louter budgettair dwangbuis, wil de Europese Unie ook andere, zogenaamd structurele hervormingen doordrukken. Deze “hervormingen” situeren zich op het terrein van de loonvorming en op dat van de sociale zekerheid. Na decennia van neoliberale deregulering en monetaire eenmaking kan de concurrentie binnen de Eurozone enkel nog spelen via de lonen. Die vormen dan ook het nieuwste doelwit van de neoliberalen. Als het aan hen ligt, kunnen de nog bestaande minimumlonen maar best opgedoekt worden. Naar Duits voorbeeld kunnen werklozen dan overal gedwongen worden te werken voor hongerlonen. Bovendien willen deze “economen” (waarvan er geen enkele de financiële crisis heeft zien aankomen!) ook het zogenaamd unieke Belgische indexmechanisme de deur uitgooien. Dit zou immers “inflatiebevorderend” werken (terwijl het in werkelijk enkel de prijsstijgingen achterna holt en met vertraging de koopkracht ietwat in stand houdt). Verder willen de Europese regelneven ook de sociale zekerheid drastisch “hervormen”. Meer bepaald moeten de brugpensioenen afgebouwd worden, terwijl de pensioenleeftijd verlaat dient te worden.  Tenslotte wil men de werkloosheidssystemen “minder gul” maken, liefst door de periode van werkloosheidsvergoedingen te beperken in de tijd.

Nota Di Rupo

Hoe wil formateur Di Rupo dit alles nu aanpakken? Wie zijn oorspronkelijke formatienota leest, komt tot volgende vaststellingen. Eerst en vooral zijn er enkele beperkte, tijdelijke maatregelen komen, zoals een minieme vermogensbelasting (5% op de roerende inkomsten – voor zover die bekend zijn! – van gezinnen die jaarlijks meer verdienen dan 100.000 €), een verhoging van de nucleaire rente (te betalen door Electrabel in ruil voor het blijven uitbaten van de afgeschreven kerncentrales) en een symbolische correctie op de notionele intrestaftrek, waaraan verder niet geraakt wordt. Daarnaast werden maatregelen vooropgesteld ter beperking van de overheidssubsidie voor bedrijfswagens (die fiscaal cadeau kost de schatkist jaarlijks zo'n 4 miljard Euro!). Dienstencheques zouden dan weer duurder worden.

Belangrijker echter zijn de sociale aanvallen, die gepaard gaan met de structurele “hervormingen”. Cruciale rechten worden definitief op de helling geplaatst. Zo zal de werkloosheidsuitkering weliswaar niet beperkt worden in de tijd, maar zal het bedrag van de uitkering na enige tijd zodanig terugvallen dat er van een werkelijk vervangingsinkomen helemaal geen sprake meer zal zijn. De wachtvergoeding voor jongeren wordt met een half jaar uitgesteld, terwijl het bedrag ervan naar beneden gaat. De brugpensioenstelsels zullen versneld worden afgebouwd (wat neerkomt op een Generatiepact-bis). In plaats van de ongunstige (want zeer lage) pensioenen in de privésector drastisch op te trekken, zullen de iets gunstiger ambenarenpensioenen minder “aantrekkelijk” gemaakt worden door het verdubbelen van de berekenigsperiode van vijf naar tien jaar.                     

Deze antisociale logica wordt  nog versterkt door de negatieve impact van sommige communautaire ingrepen. Zo dreigt de fiscale autonomie van de gewesten ertoe te leiden dat er grote verschillen ontstaan in het netto inkomen van loontrekkenden binnen eenzelfde onderneming, wat de solidariteit verder ondermijnt. Het resultaat zal dan ook een reële verarming betekenen voor de gepensioneerden, de werkenden en de werklozen.

Liberalen

Onder druk van de liberale partijen werd de veeleer bescheiden bijdrage die gevraagd zou worden aan vermogenden en bedrijven al gauw sterk afgeslankt. De “bijsturing” aan de notionele intrestaftrek (een fiscaal voordeel van meer dan 4 miljard Euro per jaar!) wordt niet meer dan symbolisch. De inspanning voor de bedrijfswagens wordt teruggeschroefd naar amper 200 miljoen Euro. Tegen de voorgenomen (erg minieme) aanzet tot tijdelijke vermogensbelasting worden alle duivels ontbonden. Vooral echter eisen de liberale partijen verdergaande “structurele hervormingen” in de werkloosheidsverzekering, de brugpensioenstelsels en de pensioenen. Ook de index moet voor hen “hervormd” worden.

Onbeantwoorde noden

Mark Eyskens (CD&V) verklaarde ooit dat “politiek de kunst is datgene mogelijk te maken wat maatschappelijk noodzakelijk is”. Zo bekeken, zou je ervan uit kunnen gaan dat politiek zich moet bezighouden met de grote maatschappelijke uitdagingen. Niks is echter minder waar. Zo weten we allemaal dat onze planeet met een enorm klimaatprobleem worstelt. Je zou je dan ook kunnen voorstellen dat er bij deze begrotingsperikelen ook ruimte zou zijn voor de aanpak van dit probleem. Dat blijkt nauwelijks het geval. Een grootscheeps plan ter isolatie van woningen en gebouwen zou nochtans niet alleen veel werk opleveren, het zou ook een gunstige weerslag hebben op het energieverbruik. De kost van de financiële crisis van 2008 én van het nieuwste debacle van Dexia tonen dan weer aan dat er drastisch moet ingegrepen worden in de fiscaliteit. Met een echte afschaffing van het bankgeheim bijvoorbeeld, zou de strijd tegen de fiscale fraude al gauw een slordige 4 miljard Euro kunnen opleveren, terwijl de afschaffing van de notionele intrestaftrek eveneens 4 miljard kan opleveren.

Minste kwaad

De toppen van de PS, de sp.a en het ACW kiezen echter liever voor de “politiek van het minste kwaad”. Die leidt tot een stapsgewijze ontmanteling van een volwaardig sociaal zekerheidsstelsel op federaal niveau. Met  politieke “vrienden” die de logica van de markt aanvaarden, geraken we geen stap verder. Er is nood aan een  politiek verlengstuk dat resoluut de kant kiest van de werkende klasse en  dat haar vertegenwoordigers daaruit recruteert. Deze vertegenwoordigers zullen niet de ambitie hebben om ten koste van het programma tegen elke prijs deel te nemen aan het beleid. Zij zullen integendeel even hard en compromisloos strijden voor de belangen van de werkende bevolking als haar tegenstanders deze belangen vandaag belagen.

Alternatief

In plaats van het nastreven van het best haalbare binnen de logica van het neoliberale kapitalisme is er een programma nodig dat een einde stelt aan de dictatuur van de markten en de winsten. Een bundeling van alle krachten die hiermee akkoord gaan is noodzakelijk om weerstand te kunnen bieden  aan de aanhoudende aanvallen tegen de historisch moeizaam opgebouwde verworvenheden van de werkende klasse. Het ABVV zette met een sensibiliseringscampagne een eerste stap in deze richting. De tweede stap is de nationale betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 2 december. Er zal echter meer nodig zijn.                                                                                                     

Nico Cué, secretaris-generaal van de Franstalige metaalbond van het ABVV, heeft dan ook overschot van gelijk als hij zegt met een staking “krachtig te zullen reageren” tegen de soberheidsmaatregelen. Net als sommige andere verantwoordelijken van de arbeidersbeweging zaait Cué echter ook verwarring, wanneer hij eist dat “de soberheidsmaatregelen  evenwichtig (moeten) zijn, (zodat) alle categorieën van de bevolking op dezelfde manier getroffen worden”. De werkende bevolking heeft immers geen enkele schuld aan de huidige crisis. Zij dient er dan ook helemaal niet voor op te draaien. Beter zou het dan ook zijn resoluut te kiezen voor veralgemeend verzet tegen deze begroting in wording en voor een anti-kapitalistisch alternatief, op te leggen via de algemene staking.

Naar boven