Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Links, Europa en de euro PDF Print Email
Geschreven door Willem Bos* op zaterdag, 23 juni 2012
De huidige crisis in Europa en de meest scherpe uitdrukking daarvan, de crisis in Griekenland, heeft Europa en de euro weer in het centrum van de politieke discussie geplaatst. Moet links er in een land als Griekenland voor pleiten om uit de euro en uit de Europese Unie te treden, of juist om de strijd zo lang mogelijk binnen de eurozone en binnen de Europese Unie te voeren?

Dat de linkse critici van de invoering van de euro gelijk hebben gekregen is inmiddels wel duidelijk. Het invoeren van een gemeenschappelijke munt in Europa, zonder dat er sprake was van een gemeenschappelijke economische en belastingpolitiek, heeft de economische tegenstellingen in de eurozone steeds verder vergroot. Bij de invoering van de euro stelden de voorstanders van de gemeenschappelijke munt dat de marktwerking in de eurozone er vanzelf wel voor zou zorgen dat de verschillende landen economisch steeds verder naar elkaar toe zouden groeien. Zoals door de critici voorspeld gebeurde het tegenovergestelde. De economisch sterke Europese landen, Duitsland, Oostenrijk, Finland, Nederland profiteerden van de euro, de economisch zwakkere landen in Zuid Europa waren er de dupe van. De euro voedde de financiële sector, stimuleerde de bouwbubbel in landen als Spanje en Ierland en het op grote schaal aangaan van schulden. Nu de crisis zich steeds verder verdiept is de euro een molensteen om de nek van de economisch zwakke lidstaten en dreigt de hele euroconstructie in elkaar te klappen.

De voorstanders van de euro pleiten er nu voor om de problemen aan te pakken door alsnog tot een gemeenschappelijke economische- en begrotingspolitiek te komen. Door een sterk en ondemocratisch Europa moeten alle lidstaten in de neoliberale dwangbuis van rigide bezuinigingen worden gedwongen. Dat is de essentie van het systeem van economisch bestuur dat de afgelopen tijd in de EU is aangenomen. Het nieuwe begrotingspact is daar een belangrijk onderdeel van.

Begrotingspact  

De kern van het pact is de regel dat het begrotingstekort van de lidstaten niet meer dan 0,5 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Die “gouden regel” moeten de lidstaten in hun nationale wetgeving opnemen, bij voorkeur in de grondwet. Op die manier kunnen de neoliberale heelmeesters ook over hun graf heen regeren. Als de Europese Commissie in het vervolg vindt dat een van de landen zich niet of niet voldoende aan die gouden regel heeft gehouden, kan het land een boete worden opgelegd tot 0,1 procent van het BBP. Ook afzonderlijke landen kunnen sancties tegen andere landen in werking zetten. Als het ene land van mening is dat een ander land zich niet of niet voldoende aan de regels van het pact houdt, kan het de betrokken lidstaat voor het Europese Hof van Justitie dagen die dan een bindende uitspraak doet en eventueel een sanctie oplegt.

Ook voor de staatsschuld kent het pact strenge regels. Als die groter is dan 60 procent van het BBP moet die worden afgebouwd met een twintigste van het teveel per jaar. Ook zijn de lidstaten volgens het pact verplicht om alle belangrijke economische hervormingen die ze van plan zijn door te voeren van tevoren met de Europese instellingen en de andere lidstaten te coördineren.

Het begrotingspact bouwt voort op Europese wetten en regels die de afgelopen tijd al in Europa zijn aangenomen over het economisch bestuur en het verscherpt die. Omdat een verdrag als het eenmaal is vastgelegd slechts met instemming van alle verdragspartners gewijzigd kan worden, legt een verdrag de regels zo goed als voor de eeuwigheid vast.

Deze aanpak wordt in Europa gesteund door de rechtse partijen (conservatieven, liberalen en christendemocraten). De sociaaldemocraten en de groenen wijzen deze aanpak niet af maar pleiten er in een aantal landen voor om het pact aan te vullen, of er over te heronderhandelen. Van een erg principieel verzet is geen sprake en het is goed mogelijk dat deze twee uiteindelijk hun steun geven. Radicaal links is vanzelfsprekend tegen het “soberheidspact”. Maar wat stelt radicaal links hier tegenover?

Uit de euro en uit de EU?

Een van de discussiepunten binnen radicaal links in Europa is de vraag of je, met name in de landen die nu het heftigste door de crisis worden getroffen, moet pleiten voor het uittreden uit de euro of zelfs uit de EU. De voorstanders van een dergelijke aanpak wijzen er op dat de EU een neoliberaal project is, dat de invoering van de euro altijd bedoeld was om de lonen en sociale uitgaven te drukken en ruim baan te scheppen voor de financiële sector. Ze betogen dat radicaal links altijd tegen de euro is geweest en tegen de huidige EU en dat er binnen de EU en met de euro geen linkse uitweg uit de crisis is.

Op zich kloppen al die argumenten. Maar daar volgt niet één op één uit dat bijvoorbeeld vandaag Griekenland en morgen Spanje er maar zo snel mogelijk uit moeten stappen. Vergelijk het met een luchtreis. Passagiers die in een vliegtuig zitten en er achter komen dat ze echt in het verkeerde – en misschien wel in een heel gevaarlijk – toestel zitten doen er niet altijd het beste aan om meteen de nooduitgang te openen en er uit te springen. Misschien is het met alle passagiers gezamenlijk dwingen van de piloot om een noodlanding te maken wel een betere optie.

Het nu uit de euro stappen door een land als Griekenland heeft het voordeel dat de nieuwe drachme sterk kan devalueren en daarmee de Griekse export op den duur weer concurrerend kan worden. Maar aan het probleem van de staatsschuld verandert er door het uit de euro stappen op zich niets. In zekere zin wordt dat probleem alleen maar groter, want die schulden zijn in euro’s gemaakt en moeten vervolgens met een gedevalueerde drachme worden afbetaald. Ook aan druk van de financiële markten zal een losgekoppeld Griekenland niet ontkomen. Het is dus een illusie dat het uit de euro en uit de EU stappen de Griekse problemen op zal lossen.

Maar belangrijker dan deze min of meer technisch economische kanten is de politieke kant. Het uit de euro stappen van Griekenland zal weliswaar een belangrijke morele klap zijn voor het Europese project, maar het zal rechts in de EU ook van een dossier verlossen dat hen nu nog hoofdpijn bezorgt. Maar wat het belangrijkste is: het zal de strijd in Griekenland loskoppelen van die in de rest van Europa. Het zal na een Grieks exit veel moeilijker zijn om elders in Europa de solidariteit met de Grieken te organiseren en we verliezen binnen de EU een belangrijke bondgenoot in de strijd voor een ander Europa. Daarom denk ik dat de opstelling van de links-radicale coalitie SYRIZA juist is. Zij zeggen: wij willen het bezuinigingsplan niet uitvoeren, we willen de financiële sector nationaliseren en wij willen in Europa blijven. Een consequent vasthouden aan deze punten, gecombineerd met het systematisch organiseren van het verzet tegen de Europese plannen zal de strijd in Griekenland een verdere dynamiek geven en de strijd in de rest van Europa kunnen stimuleren.

Valse tegenstelling

Van verschillende kanten doet men alle moeite om de opstelling van SYRIZA als anti-Europees af te schilderen, zoals een kritische opstelling ten opzichte van de huidige Europese Unie steeds als anti-Europees en nationalistisch wordt afgeschilderd. Binnen SYRIZA zijn er verschillende opvattingen over de vraag wat er nog binnen het kader van de euro kan. Daarbij gaat het niet om de vraag voor of tegen Europa, dat is een valse tegenstelling. Wat centraal staat is de strijd tegen bezuinigingspolitiek en voor de belangen van de gewone Grieken.

De druk op de Grieken zal de komende tijd nog verder opgevoerd worden en er zullen allerlei legale en illegale methoden gebruikt worden om de opmars van radicaal links en het breken met de politiek van kapot bezuinigen tegen te gaan. Het is goed mogelijk dat als Griekenland weigert verder te bezuinigen en de andere punten uit het minimumprogramma van SYRIZA doorvoert de EU de geldkraan dicht zal draaien, of Griekenland zelfs formeel uit de eurozone zetten. Maar ook als dat zou gebeuren zou het gunstiger zijn dan als de Grieken er zelf uit zouden stappen. De Grieken kunnen dan met recht en reden een beroep doen op de bevolking van de rest van Europa. Ze kunnen aanvoeren dat landen als Duitsland en Frankrijk de Europese begrotingsregels al lang voor de crisis overtraden en dat daar geen sancties op volgden. Ze kunnen aanvoeren dat allerlei andere Europese regels, bijvoorbeeld over het vrije verkeer van personen, regelmatig worden overtreden. Ze kunnen eisen dat ook de Duitse, Franse en Britse banken waar ze schulden hebben hun boeken openen om de rechtmatigheid van die schulden aan te tonen. En ze kunnen daarbij steeds een beroep doen op de rest van de Europese bevolking. Ook als een linkse Griekse regering de ambtenaren niet meer kan betalen omdat Europa de toegezegde leningen niet meer verstrekt, kan ze de bevolking beter mobiliseren dan als ze niet meer kan betalen omdat ze akkoord is gegaan met een dodelijk bezuinigingsplan.

Niemand zal beweren dat het makkelijk zal zijn voor de Grieken – of voor wie dan ook in Europa – om een linkse uitweg uit de crisis te forceren. Dat zal alleen kunnen door een verandering van de politieke krachtsverhoudingen op Europees vlak. Een gezamenlijke strijd van links en de sociale bewegingen in Europa is daarvoor noodzakelijk. Het zelf uit de eurozone stappen of de EU verlaten levert daar gaan bijdrage aan.

* Willem Bos is een van de animatoren van het Comité Ander Europa. Hij is ook actief bij onze Nederlandse zusterorganisatie SAP / Grenzeloos. Dit artikel verscheen eerder op de website van Grenzeloos

 

Naar boven