Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Spanje: mijnwerkers vormen vonk voor militant arbeidersprotest PDF Print Email
Geschreven door Luke Stobart - Segundo Menendez op maandag, 16 juli 2012
Spanje werd afgelopen week opgeschud door een golf van verzet. Arbeiders en werklozen protesteren tegen 65 miljard euro aan bezuinigingsplannen van de rechtse premier Mariano Rajoy. In de nacht van dinsdag op woensdag verwelkomden meer dan 150.000 mensen in Madrid de ‘zwarte mars’ van stakende mijnwerkers. Ze trokken triomfantelijk de hoofdstad binnen nadat ze half Spanje door hadden gemarcheerd. 

 


Om half twaalf ’s avonds liepen de mijnwerkers langs het presidentiële paleis in Moncloa terwijl de lampen op hun helmen de weg verlichten. Ze werden begroet door de menigte met omhelzingen en tranen van vreugde. ‘Lang leve de strijd van de arbeidersklasse!’ werd er gescandeerd, en coupletten van de Internationale klonken door de hele stad. Veel sympathisanten waren naar Madrid gereisd om hen te begroeten, onder wie linkse parlementsleden uit Baskenland en Andalusië.

Ondanks de enorme menigte, vond geen enkel groot tv-station het gepast om de aankomst van de mijnwerkers uit te zenden. Maar woensdagmiddag 18 juli wordt een nóg groter solidariteitsprotest verwacht in Madrid.

De stakende mijnwerkers begonnen hun marsen eind juni, vanaf hun eigen woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden ze toegejuicht door menigtes arbeiders. Toen ze Madrid naderden, zwollen de menigtes aan tot in de duizenden. Mensen begrijpen heel goed dat de strijd van de mijnwerkers tegen de bezuiniging op de kolensubsidies een strijd is van iedereen.

De regering biedt de mijnwerkers niets, en heeft oproerpolitie naar de mijndorpen gestuurd om ze te terroriseren. De burgemeester van Madrid is Ana Botella, de vrouw van oud-premier Jose María Aznar, beiden van de conservatieve regeringspartij Partido Popular. Zij weigerde een zaal ter beschikking te stellen aan de mijnwerkers om in te slapen.

Impuls

De strijd van de mijnwerkers volgt op de woede op de Spaanse pleinen vorig jaar, en een algemene staking. Hun strijdlust en solidariteit hebben een nieuwe impuls gegeven aan de vastberadenheid van de bevolking om bezuinigingen te bestrijden. Ook zijn mensen woedend over de keiharde repressie die de politie heeft gebruikt. ‘Madrid heeft het kookpunt bereikt’, vertelt activiste Laura Fraile. ‘Met hun moed en kracht hebben de mijnwerkers iedereen in Spanje geïnspireerd.’

Afgelopen woensdag bezetten ongeveer 400 zorgwerkers de ingang van het Ramon y Cajal-ziekenhuis in Madrid om te protesteren tegen de bezuinigingen en de privatiseringen in de gezondheidszorg. Donderdag blokkeerden honderden docenten en ambtenaren de straten in Madrid, terwijl de spoorarbeiders de spoorlijnen blokkeerden. Een grote groep trok naar het Puerta del Sol-plein, waar ze het demonstratieverbod trotseerden. Vrijdagnacht vulden tienduizenden vooral jonge demonstranten het plein.

Ook in andere grote steden zoals Valencia, Valladolid en Barcelona werd massaal geprotesteerd. Arbeiders blokkeerden wegen in Zaragoza. In de provincie Andalusië hebben ze de hele dag ‘gewerkt met de armen over elkaar’.

Werknemers in de publieke sector staat een loonsverlaging van 7 procent te wachten, bovenop de bezuiniging van 5 procent die de vorige regering twee jaar terug doorvoerde. De golf van volkswoede volgt op de politieaanval van vorige week maandag, gericht tegen de demonstratie van honderdduizenden mensen in Madrid die werd geleid door de stakende mijnwerkers.

Het politiegeweld is na die dag niet meer opgehouden. De oproerpolitie arresteerde en mishandelde een oudere vrouw. Daarvan zijn foto’s gepubliceerd. ‘Geweld tegen demonstranten is niet het enige’, zegt Laura. ‘Ze hebben ook willekeurig groepen mensen aangevallen, onder andere mensen die het metrostation uit liepen en een groep skaters die in de rij stonden voor de bioscoop.’

In het hele land richten protesten zich tegen de kantoren van de Partido Popular. Het is tegenwoordig een mainstream conservatieve partij, maar haar wortels liggen in de dictatuur van generaal Franco en veel van haar parlementsleden hebben extreemrechtse opvattingen. De slogan van de demonstranten luidde: ‘Que se jodan! Ze kunnen de klere krijgen!’ Dit zijn precies de woorden die Andrea Fabra, vertegenwoordiger van de PP, afgelopen woensdag tegen werklozen gebruikte terwijl premier Rajoy zijn bezuinigingen op de werkloosheidsuitkeringen aangekondigde.

Rajoy’s lange lijst van bezuinigingen zijn de zwaarste maatregelen in Spanje sinds het einde van de dictatuur, eind jaren ’70. De protesten sluiten aan op de wijdverspreide woede tegen de PP. Tot nu toe is het grootste deel van de protesten georganiseerd door vakbondsactivisten en de 15-meibeweging.

Tegelijk zetten de mijnwerkers hun staking door, inmiddels bijna 50 dagen. Afgelopen donderdag zijn bij een mijninstorting drie mijnwerkers bijna omgekomen die noodonderhoud pleegden.

De UGT en CCOO, de twee grootste vakbondsfederaties van Spanje, hebben voor aanstaande donderdag (19 juli) een dag van protest aangekondigd. Ze hebben ook aangegeven dat ze denken aan een algemene staking in het najaar.

Door Luke Stobart 



 

Ooggetuige: ‘Als de mijnwerkers winnen, dan kan de regering niks meer’

Segundo Menendez Collar sprak over de staking vanonbepaalde duur van de 8.000 Asturische mijnwerkers. Dave Sewell tekende zijn verhaal op.

“Ik werk al 31 jaar in de mijnen. Het leven is hard, het is gevaarlijk. Maar ik zou geen andere baan willen. De gevaarlijke momenten zorgen dat je het leven nog bewuster waardeert. Het werk zorgt voor eenheid in onze gemeenschap, wat zorgt voor solidariteit.

Niet zo lang geleden brandde mijn huis af en de hele gemeenschap heeft zich ingezet om me te helpen. Mijn collega’s draaiden extra lange diensten om geld te sparen voor het herstel. Iedereen is afhankelijk van de mijn. De helft van de lokale bevolking werkt er. De werkgelegenheid van de andere helft hangt daar ook van af.

We staken tegen de kabinetsplannen om de subsidie voor de mijnbouw met 63 procent te verlagen. Zij beweerden: ‘in een tijd dat het economisch moeilijk gaat, moeten offers gebracht worden.’ Ze zullen nog steeds kolen gebruiken, maar voortaan zullen die worden geïmporteerd, vrijwel zeker tegen hogere kosten.

Alle mijnen in de regio hielden bijeenkomsten om te discussiëren over ons antwoord. We hebben gestemd voor een staking van onbepaalde duur. Nu staken er 8.000 mijnwerkers. Vrouwen in de gemeenschap spelen een belangrijke rol. Ze hebben helemaal zichzelf georganiseerd.

Mijnwerkers hebben een aantal mijnen bezet, het stadhuis van Cangas en het provinciale regeringsgebouw in Leon. Degenen die de bezetting uitvoeren, hebben een gedisciplineerd dagschema – rusttijden, bezoekuren, roosters voor de taken die gedaan moeten worden, enzovoorts. Maar we hebben de meeste mensen nodig voor de barricades. We zijn begonnen met kleine blokkades op de wegen. De intensiteit neemt toe met de dag.

Benauwd

De politie zei dat ze op onze methodes zijn voorbereid. Maar ze zijn bang. Ze publiceerden een persbericht waarin ze de regering opriepen om te onderhandelen, want het wordt hun veel te benauwd.

De regering en de politie hebben ons aangevallen met grof geweld. We zullen op dezelfde manier moeten reageren. We hebben maar één optie: we moeten gebruiken wat we hebben. We kopen vuurpijlen, in plaats van het dynamiet voor de mijnbouw dat achter slot en grendel wordt bewaard. Alles wordt beïnvloed door de strijd. We hebben een algemene staking gehad. Op die dag ging alles dicht: apotheken, winkels, scholen, hogescholen, supermarkten, café’s. Ziekenhuizen draaiden alleen nooddiensten.

In elke stad zijn er grote demonstraties geweest. Op de dag van de algemene staking protesteerden 50.000 mensen in La Felguera. Dat zijn enorme aantallen. De toekomst van elk individu wordt beïnvloed door keuzes die de regering maakt – het is dus niet moeilijk om mensen te motiveren. Voor de bouwvakker, de kastelein, de schoenmaker geldt: als de mijn vergaat, dan vergaat de stad.

We hebben altijd steun gegeven aan strijd in andere sectoren. Nu hebben wij solidariteit nodig. Wij zijn een belangrijk doelwit voor de overheid vanwege onze kracht en onze geschiedenis. Het is een strijd waarbij veel op het spel staat. Als de mijnwerkers worden verslagen, dan kan de regering doorgaan en iedereen breken. Maar als de mijnwerkers winnen, dan kan de regering niks meer.”

Het artikel en het interview zijn verschenen eerder in Socialist Worker. Nederlandse vertaling: redactie socialisme.nu.

 

Naar boven