Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een kritsche kijk op de sp.a-beginselverklaring: Fiscale voorstellen die geen uitweg bieden voor de werkende klasse PDF Print Email
Geschreven door Johan Seynaeve* op zondag, 05 mei 2013
De sp.a werkt komende dagen een nieuwe beginselverklaring uit. Het lijkt er sterk op dat ze, met de verkiezingen van 2014 in het achterhoofd, haar links profiel wil oppoetsen, en de verdere afkalving bij haar traditionele achterban wil stoppen. Over de beginselverklaring valt echter heel wat te zeggen. De SAP vroeg een reeks mensen hun kritische blik op de tekst te laten schijnen. Komende periode publiceren we nog meer bijdragen, alsook standpunten van andere linkse organisaties over de sp.a-beginselverklaring. (SAP-Web)

 

 

De sp.a legt een aantal fiscale voorstellen op tafel en maakt daar één van hun belangrijkste speerpunten van om zich te profileren met het oog op de verkiezingen van 2014.

 

Het paradepaardje van de sp.a: de fraudebestrijding

 

De sp.a zet in op de fraudebestrijding. Met John Crombez als staatssecretaris voor Fraudebestrijding zullen ze op dat vlak iets moeten voorleggen tegen de verkiezingen.

“We gaan met België meestappen in een proefproject om automatisch bankgegevens uit te wisselen”, “Samen met de minister van Financiën zullen we dit systeem ook verder promoten bij de Europese Unie om tot een eengemaakte fraudebestrijding in Europa te komen.”

 

De sp.a maakt het zichzelf hierdoor echt niet moeilijk. Ze speelt gewoon in op een tendens op wereldvlak om fraude beter te bestrijden. Niet de sociaaldemocratische partijen spelen hier de eerste viool maar wel de regering van de Verenigde Staten die andere landen hiertoe dwingt:

De Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) is een wet in de VS die buitenlandse banken verplicht om rekeningen van Amerikaanse onderdanen aan te geven bij de Amerikaanse belastingadministratie. Als de banken dat niet doen, riskeren ze boetes en andere economische schade.

 

Nadat de VS op deze manier Zwitserland dwong om gegevens vrij te geven, worden nu ook landen in de EU hiertoe gedwongen:

 

“Juncker (de premier van het fiscaal paradijs Luxemburg [Rood]) gaf wat verrassend de 'radicale Amerikaanse positie' als reden: de VS dwingen Luxemburg en andere landen met bilaterale akkoorden tot meer fiscale discipline. ‘De Amerikanen lieten ons geen keuze. Anders mocht Luxemburg financieel geen zaken meer doen met de VS. En we kunnen de Europeanen niet weigeren wat we moeten toegeven aan de Amerikanen.’'

 

De reden waarom het prototype van een kapitalistisch land, de VSA, dergelijke stappen zet heeft natuurlijk alles te maken met de behoefte van de verschillende landen om hun tekorten op de lopende uitgaven en sterk toegenomen overheidsschulden aan te pakken. Het is helemaal niet vanuit een engagement naar meer rechtvaardigheid. In de VS zelf zijn staten zoals Delaware echte belastingparadijzen, deze worden ongemoeid gelaten.

Michel Maus stelt dat ook België minder de fraude an sich aanpakt, maar in de eerste plaats het verlies aan fiscale inkomsten door het versluizen van zwart geld naar het buitenland.

 

“Het kan dan ook niet worden ontkend dat de fraudebestrijding in België gepaard gaat met een vorm van pervers protectionisme. Het is een juridisch feit dat de voorwaarden voor het creëren van fiscale transparantie strenger zijn voor buitenlands dan voor binnenlands vermogen. In de steeds helder wordende internationale fiscale wereld blijkt België zo voor zijn eigen onderdanen nog steeds een ideale schuilplaats te bieden voor zwarte en grijze vermogens. Die eigen-volk-eerstpolitiek maakt dat de Belgische fiscale stropers beter af zijn in hun eigen bos als ze dubieuze vermogens willen beleggen.”

 

Dit gezegd zijnde is elk initiatief die naar een betere aanpak van de grote fiscale fraude kan leiden een stap vooruit.

 

… Een medicijn met veel toegevoegde suiker

 

Het kapitaal beseft dat ze de medicijn van de fraudebestrijding moet innemen om de markteconomie terug werkbaar te krijgen. Maar de vermogenden in deze wereld hebben het toch moeilijk om dit door te slikken.

 

Geen nood de sp.a brengt de lepels suiker aan om de medicijn zoet genoeg te kunnen inlepelen.

 

Ten eerste focust de sp.a niet op alle vormen van fraude maar enkel op de grote, georganiseerde fraude. Ook in dit opzicht kiest ze voor de weg van de minste weerstand (zowel politiek, in het parlement en de regering als naar de ondernemerswereld toe):

“We moeten afstappen van het wantrouwen tussen de fiscus en de belastingbetaler door een onderscheid te maken tussen het beter nakomen van de regels en de strijd tegen fraude. De repressieve aanpak moet worden beperkt tot echte grote fraudeurs, gelukkig maar een kleine groep.

De houding van de fiscus ten aanzien van alle andere gezinnen en ondernemingen moet op vertrouwen gebaseerd zijn.” 

 

Want:

 

“De perceptie leeft dat de grote fraudeurs ontkomen, terwijl huis-, tuin- en keukenfraude zonder pardon wordt aangepakt. Het draagvlak voor fraudebestrijding herstellen is cruciaal.”

De volgende lepel suiker die de sp.a aanbiedt is dan ook om de controle op de “niet echt grote fraudeurs” af te schaffen:

 

“We maken van de administratie een echte dienstverlener in plaats van een tegenstander. Het vertrouwen tussen de belastingbetaler en de fiscus moet terug keren. Dan kunnen we de rollen helemaal omdraaien: wie dat wil, geeft de administratie toegang tot alle gegevens die ze nodig heeft om onze belastingbrief zelf in te vullen, gezinnen en ondernemers zijn dan verlost van die ingewikkelde klus en kunnen op volledige rechtszekerheid rekenen.”

 

Verder wordt dit nog verduidelijkt:

 

“Onze finale doelstelling is dat de (centrale) selectie van de te controleren dossiers gebeurt op basis van risicoanalyse, waarbij de kans op controle wordt bepaald door het risico op niet-naleving van de belastingplichtige. … En zoals eerder gezegd: voor gezinnen en ondernemingen waarvoor de aangifte volledig door de fiscus kan worden ingevuld, hoeft er eigenlijk geen controle meer te zijn.”

Dit aspect van hun fiscaal programma is wat de huidige regering volop aan het uitvoeren is: afbouw van de fiscale eerstelijnscontrole.

Wie is daarbij gebaat? In elk geval niet de loon- en weddetrekkenden, hun inkomen is niet moeilijk te achterhalen. Zelfstandige handelaars, maar vooral vrije beroepers en KMO’s wel. Hun inkomen (winsten en baten) vaststellen ligt niet voor de hand.

 

Hiervoor dient de eerstelijnscontrole: vaststellen of de papieren aangiften (zowel in de personenbelasting, vennootschapsbelasting als de BTW aangifte) wel in overeenstemming is met de werkelijkheid.

 

Elke controlerende ambtenaar weet dat enkel de elektronische gegevens nagaan absoluut niet volstaat. Vaststellingen ter plaatse zijn onmisbaar om na te gaan of deze belastingplichtigen niet te weinig beroepsopbrengsten en niet teveel beroepskosten aangeven.

 

De centrale risico-analyse zoals de sp.a voorstelt bestaat vandaag al bij de FOD Financiën onder de term datamining. Controlerende ambtenaren krijgen nu enkel nog opdrachten op basis van door computer geanalyseerde aangiftegegevens.

 

Sinds de invoering ervan begin 2012 bij de BTW zijn de opbrengsten van de controles spectaculair gedaald.

 

Wanneer de sp.a de fiscale controles op “huis-, tuin- en keukenfraude” wil verminderen, dan past dit ook wonderwel in het huidige plaatje van afbouw van het aantal ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, een directe, lineaire besparingsoperatie waar de sp.a geen probleem mee lijkt te hebben:

 

“De administratiekost voor gezinnen en ondernemingen, én voor de administratie zelf moet omlaag. De administratie moet bovenal een dienstverlener zijn, die ten dienste staat van de belastingbetaler.”

 

Dit soort besparingen drukt de overheidsinkomsten, wat op zijn beurt de publieke voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg, milieubescherming, enz.,  in gevaar brengt: Bij de FOD Financiën daalt het aantal (controlerende) ambtenaren al jarenlang gestaag omdat mensen die op pensioen gaan niet vervangen worden. Het is nochtans geweten, ook bij de fiscale experts van sp.a dat elke controleur rechtstreeks een veelvoud opbrengt van wat hij / zij aan de overheid kost.

 

Daarenboven versterkt een vermindering van de kans op controle (en daardoor de pakkans), de neiging bij handelaars, vrije beroepers en KMO’s om te frauderen. De besparingen op het aantal ambtenaren leiden daarom in de eerste plaats tot een daling van de overheidsinkomsten die veel belangrijker is dan de besparing die dit rechtstreeks oplevert.

 

… En geen gunstig effect op de gezondmaking van de samenleving

 

Maar minstens even belangrijk of eigenlijk nog belangrijker is het antwoord op de vraag wat er moet gebeuren met de bijkomende overheidsinkomsten die een betere fraudebestrijding kan opleveren.

 

Ook hier wil de sp.a niet tegen de kar rijden van het Kapitaal:

 

De opbrengst zal niet gebruikt worden om een socialere maatschappij uit te bouwen. Zelfs niet om de zware besparingen in de publieke dienstverlening aan de werkende bevolking terug te schroeven, niet om de werkloosheidsuitkeringen terug leefbaar te maken na de ravage die Monica De Coninck, sp.a minister van werk in de huidige regering hierin aangebracht heeft, niet om ervoor te zorgen dat de mensen op een fatsoenlijke leeftijd mogen stoppen met werken, niet om de arbeidsduur te verminderen om de werkloosheid terug te dringen, ….

 

Neen, ze willen het in de eerste plaats gebruiken om de loonkost naar beneden te brengen:

“Een vast deel van de opbrengsten uit de fraudebestrijding wordt gebruikt om de lasten op arbeid te verlagen.” Lees: om de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid (dat als uitgesteld loon een essentieel deel uitmaakt van het totale loon van de loon- en weddetrekkenden) – nog maar eens – te verminderen.

 

Een beleid dat al jaren gevoerd wordt en slechts tijdelijk kan werken om de concurrentiepositie en de winstmogelijkheden voor kapitaal dat in Belgische ondernemingen geïnvesteerd wordt te verbeteren. Overal, in elk land proberen kapitalistische ondernemers hun winst te maximaliseren, markten te veroveren, hun concurrentiekracht te verstevigen. Een verlaging van de belastingdruk in het ene land kan in het beste geval tijdelijk werken om de concurrentiekracht te verbeteren. Indien andere landen merken dat hun concurrentiepositie hierdoor verslechtert zullen ze niet nalaten om van hun regering het nodige te eisen om terug te slaan, o.a. … door een verlaging van de belastingdruk. Het eindresultaat is dat er geen jobs bijkomen, de sociale zekerheid ondermijnd wordt, de werkende klasse inlevert op loon- en werkomstandigheden en de sociale ongelijkheid toeneemt.

 

De impotentie van het vermogenswinstbelasting-voorstel

 

Dit sp.a herneemt in haar fiscaal programma het idee van een vermogenswinstbelasting, gelanceerd in 2010 ter vervanging van een echte vermogensbelasting.

 

De sp.a baseert zich op het Nederlandse systeem. Vertrekbasis is een schatting van het roerend en onroerend vermogen van elk gezin. Daar wordt de eigen woning (tot een waarde van 400.000 euro) en de spaarcenten tot 50.000 euro per gezinslid van afgetrokken. Op een fictief bepaalde toename van dit vermogen (in Nederland is dit 4%) zou dan belasting betaald worden (30% in Nederland, de sp.a denkt aan progressieve tarieven) waarvoor in ruil de roerende en onroerende voorheffing zouden afgeschaft worden.

 

In 2010 schatte de sp.a dat dit jaarlijks zo'n 8 miljard euro zou opbrengen, maar met de afschaffing van de onroerende en roerende voorheffing (waardoor er 5,3 miljard aan overheidsinkomsten verloren gaan) netto slechts 3 miljard euro.Vooreerst moeten we opmerken dat niet al het vermogen en vooral dan het roerend vermogen van de gezinnen gekend is. Daarvoor zou een kadaster van roerend vermogen absoluut noodzakelijk zijn. Op geen enkel moment spreekt het sp.a programma over het aanleggen van een dergelijk vermogenskadaster.

 

Tijdens de vijfde studiedag van FAN in 2011 schoof Dirk Van der Maelen dit naar voren als een alternatief voor een vermogensbelasting omdat voor een echte vermogensbelasting geen parlementaire meerderheid te vinden is.

 

Het is echter duidelijk dat dit voorstel geen alternatief is voor een vermogensbelasting, maar een andere vorm van belasten is voor inkomen uit vermogen zoals die nu in België bestaan, vandaar dat deze vormen afgeschaft worden in hun voorstel.

 

De redenering van de heer Van der Maelen dat voorstellen parlementair haalbaar moeten zijn typeert de natuur van deze partij.

Net zoals met haar voorstellen tot fraudebestrijding, probeert de sp.a vooral ‘een verantwoordelijke’ politieke partij te zijn die de burgerij en zijn politieke instituties niet wil bruuskeren en dus enkel maar die voorstellen durft doen die deze klasse wil aanvaarden.

 

Uit een peiling van onderzoeksbureau Ipsos blijkt nochtans dat nu al 75 procent van de Belgen voor een vermogensbelasting is. Een draagvlak voor een vermogensbelasting is er dus wel, alleen moeten er partijen gevonden worden die de krachtsverhoudingen willen wijzigen in het voordeel van de werkende klasse, de meerderheid van de bevolking. Dat leidt natuurlijk vroeg of laat naar een confrontatie met de heersende klasse en dat is een brug te ver voor de sociaaldemocratische partij.

 

Aangezien de sp.a haar voorstel laat afhangen van een parlementaire meerderheid is het nu al duidelijk dat de vermogenswinstbelasting, om die parlementaire meerderheid te kunnen krijgen, het kapitaal geen pijn mag doen. Bijvoorbeeld door een voldoende laag tarief, door het niet te laten gepaard gaan met een vermogenskadaster en zeker in ruil voor een substantiële verlaging van, jawel, … de loonkost.

 

“De belastingen op arbeid moeten omlaag. En dat kan gefinancierd worden met een vermogenswinstbelasting. Op dat punt zijn ondernemer Marc Coucke en minister van Financiën, Koen Geens (CD&V) het eens”

 

Het sp.a programma speelt hier reeds op in door de vermeende meeropbrengst van een vermogenswinstbelasting te besteden aan een verlaging van de werkgeversbijdragen voor lage lonen. Het dient gezegd dat ze ook de werknemersbijdragen hopen te verminderen.

 

Kiezen voor de zuiver parlementaire weg, weigeren om krachtsverhoudingen opbouwen, ook buiten het parlement, doet vrezen dat de andere fiscale voorstellen in het sp.a programma, zoals het invoeren van een meerwaardebelasting op financiële producten, een minimumbelasting voor ondernemingen en, op Europees vlak, een harmonisatie van de tarieven en van de belastingbasis in de vennootschapsbelasting even eens ofwel dode letter zullen blijven of hun herverdelend effect zullen missen.

Voor wie dit nog mag betwijfelen, de sp.a is ondertussen voorstander van de notionele intrest geworden:

 

“De notionele intrestaftrek heeft bedrijven ertoe aangezet een sterk eigen vermogen op te bouwen zodat ze crisisbestendiger bleken te zijn. Dat is een vorm van verankering die we kunnen steunen.”

Dat er ondertussen talloze jobs verloren zijn gegaan, bij Ford Genk, Arcelor Mittal, Bekaert, Opel, Alcatel, Siemens-Nokia en Crown Packaging, … is de sp.a blijkbaar ontgaan.

Dat de notionele intrest aftrek elk jaar miljarden minder inkomsten betekent. Miljarden die de overheid had kunnen inzetten om de wettelijke pensioenen leefbaar te maken, sociale woningen te bouwen, de bevolking minder te doen inleveren; allemaal maatregelen die door het verhogen van de koopkracht en bijkomende, sociaal verantwoorde, productie echt jobs creëren, ook dat is vreemd voor de sp.a?

 

Kiezen voor de pluralistische politieke bewegingen links van de sociaaldemocratie

 

Onze kritiek te gronde is dat de sp.a met dit programma enkel doet waar ze, na decennia praktijkervaring, goed in is: de gewone mensen een rad voor de ogen draaien door te doen alsof ze bekommerd is en ‘vecht’ voor de welvaart en het welzijn van de gewone werkende mensen.

 

Terwijl ze eigenlijk functioneert als “verzekeraar in sociale rust” zodat het Kapitaal ongestoord de levens- en werkomstandigheden van de meerderheid van de bevolking kan afbouwen, zodat de klassenstrijd – die het Kapitaal zelf ontketend heeft in het kader van deze zware socio-economische crisis – in haar voordeel beslecht kan worden.

 

Dat is de eigenlijke ‘sociale rol’ die de sociaaldemocratie al jaren lang speelt en niet alleen in België. De soberheidspolitiek die de EU landen voeren om de markteconomie te redden gebeurt met steun van of wordt uitgevoerd door de sociaaldemocratie. Wat een verraad aan de werkende klasse die haar groot heeft gemaakt! Vooral, maar niet alleen in die landen waar de markteconomie het zwaarst faalt zoals Griekenland, Spanje en Italië.

Het wordt voor de sociaaldemocratische partijen echter steeds moeilijker om hun politiek te verkopen. Naarmate de crisis zich uitdiept wordt het voor steeds meer mensen duidelijk dat deze partijen niets wezenlijks doen om hun belangen te verdedigen, wel integendeel.

 

De illusies die deze partijen de mensen voorhouden: dat er binnen het marktsysteem een humane oplossing van de crisis mogelijk is, dat de staat de verdediger is van het algemeen belang en niet van de heersende kapitalistische klasse, dat de nationale en Europese overheden het internationaal kapitaal maatregelen zullen opleggen tegen diens wil in, deze illusies worden meer en meer doorprikt.

 

Het is hoopvol dat in talrijke Europese landen steeds meer mensen kiezen voor politieke partijen en bewegingen die het marktsysteem, de kapitalistische productiewijze in vraag stellen. Ook in België gebeurt dit meer en meer. De significante stemmenwinst van de PVDA-PTB is hiervoor een duidelijk signaal. Maar onze hoop ligt toch eerder in bredere, pluralistische initiatieven, gesteund en gestimuleerd door middenveldbewegingen zoals de vakbonden.

 

Onder impuls van Daniël Piron gewestelijk secretaris van het ABVV van Charleroi, wordt gewerkt om eenheidsinitiatieven van de grond te krijgen die het vertrouwen kunnen winnen van zeer brede lagen van de werkende bevolking. Alleen zo kan de werkende bevolking het broodnodige gevecht voor een sociale en democratische maatschappij voeren.

 

* Johan Seynaeve is economist, ambtenaar bij de FOD Financiën en hoofdafgevaardigde van ACOD-Financiën Gewest Antwerpen

 

Noten : 

1. ‘Gaten in het fiscale net gaan dicht’; 3 april 2013; http://www.s-p-a.be/artikel/europese-uitwisseling-bankgegevens

 

2. De Tijd van donderdag 11 april 2013, p.1

 

3. Ten gevolge van overheidstussenkomsten om het hoofd te bieden aan de veralgemeende crisis

 

4. “For corporate tax planners, Delaware is a dream. The state helps companies legitimately reduce their United States taxes and, sometimes, obscure profits in other countries. …

Delaware does not tax certain profit-making intangible items — like trademarks, royalties, leases and copyrights. Yet those same intangibles can be part of a tax strategy that allows them to be classified as deductions in other states, reducing a company’s tax bill there. …”

“President Obama has criticized outposts like the Caymans, complaining that they harbor giant tax schemes. But here in Wilmington, just over 100 miles from Washington, is in some ways the biggest corporate haven of all. …

Nearly half of all public corporations in the United States are incorporated in Delaware. Last year, 133,297 businesses set up here. And, at last count, Delaware had more corporate entities, public and private, than people — 945,326 to 897,934.

Beide citaten uit ‘How Delaware Thrives as a Corporate Tax Haven’ The New York Times, 30/06/2012, http://www.nytimes.com/2012/07/01/business/how-delaware-thrives-as-a-corporate-tax-haven.html?pagewanted=all

 

5. Michel Maus in ‘Beter frauderen in eigen land dan op een ver eiland’, De Tijd, 13/04/2013, p. 13

 

6. Daar waar de kapitalistische klasse als geheel beseft dat dergelijke maatregelen onmisbaar zijn in deze wereldwijde economische en sociale crisisperiode, zijn er tal van individuele kapitalisten die dergelijke maatregelen niet zien zitten en de politici en regeringen die dergelijke maatregelen bepleiten en implementeren als communisten en marxisten bestempelen, of ze nu Di Rupo, Crombez, ‘Marx’ Rutte of Obama heten.

 

7. sp.a programma ‘Het Vlaanderen van Morgen – Een economie die werkt voor iedereen’ p.14

Dit ligt in de lijn van de prioriteiten die vandaag al bestaan: ‘De Tijd’ van 3 mei 2013 vermeldt dat de antiwitwascel in 2012 een recordbedrag (2,25 miljard EUR) aan crimineel geld ontdekt. Het betreft geld van, vooral internationale, criminele organisaties die in België op allerlei manieren geld proberen wit te wassen. Het merendeel van de witwascircuits worden blootgelegd doordat banken en andere meldingsplichtige sectoren beter georganiseerd zijn om verdachte transacties (in 2012 dikwijls in de goudsector) op te merken. De antiwitwascel zelf heeft niet meer middelen of mensen ter beschikking dan in 2011.

De sp.a viseert in de eerste plaats deze “gelukkig maar een kleine groep” van criminele organisaties.

 

8.op.cit. p.14

 

9. op.cit. p.8

 

10. op.cit. p.14

 

11. In België is er ondertussen nog een bijkomende grote lepel suiker:

Verdachte criminelen kunnen voor misdrijven waarop tot 20 jaar celstraf staat, op elk moment (tijdens, maar zelfs na een proces) hun proces afkopen, zolang er geen definitieve uitspraak is. Het gaat onder meer over corruptie, computercriminaliteit en alle vormen van bedrog en oplichting. In januari 2013 bvb. sloot het parket van Gent een minnelijke schikking af met het beurshuis Petercam die als adviseur betrokken was in een belastingsfraude voor miljoenen euro’s bij Osta Carpets. Petercam betaalde een som geld en krijgt in ruil een maagdelijk strafblad en het gerecht laat de strafvordering vallen. Deze versoepeling van de wet op de minnelijke schikking, die ongeveer 2 jaar geleden tot stand kwam, is niet los te zien van de maatregelen om fraude te bestrijden. De Tijd van 16 november 2011 schrijft hierover o.a. het volgende:

 

Het politiek akkoord over de versoepeling van het bankgeheim was een wankel evenwicht met een andere wetswijziging: de uitbreiding van de minnelijke schikking in strafzaken. Voortaan mogen de parketten op elk moment een deal sluiten met de verdachten, ook als het proces al loopt. De wet is vooral bedoeld om verdachte fraudeurs toe te laten een veroordeling af te kopen, zodat de schatkist sneller terugbetaald wordt.

 

12. sp.a programma ‘Het Vlaanderen van Morgen – Een economie die werkt voor iedereen’ p.9

 

13. Dit is één van de resoluties opgenomen in het sp.a programma ‘Het Vlaanderen van Morgen – Een economie die werkt voor iedereen’.

In de toelichting van het sp.a standpunt betreffende fraudebestrijding wordt ook geïnsinueerd dat de extra opbrengsten zouden kunnen gebruikt worden om de vergrijzing aan te pakken:

Maar ook in het licht van toekomstige uitdagingen als de vergrijzing kan de strijd tegen fraude een belangrijke rol spelen. Over 20 jaar zal de meerkost van pensioenen en gezondheidszorg zo’n 5% van het BBP bedragen. Een volgehouden inspanning van 0,12% BBP uit fraudebestrijding kan tegen 2030 al 2,3% van het BBP halen” op.cit. p.15

In de resoluties zelf staat hierover echter niets.

 

14. De vermogens zijn nog meer dan de inkomens zeer ongelijk verdeeld. In België beschikken de rijkste 10% over een gezamenlijk vermogen dat gelijk is aan het totale vermogen van de andere 90%. Het is deze groep die dankzij haar politieke en economische macht ontsnapt aan belastingen en aan het betalen voor de economische crisis van de laatste jaren. Er zijn verschillende mogelijkheden denkbaar. Eén van de best onderbouwde voorstellen is dat van Max Frank en een groep academici, syndicalisten en vertegenwoordigers van verschillende sociale bewegingen die, al in 1996, onder de naam “Oproep van de Zeshonderd” pleitten voor de invoering van een “uitzonderlijke belasting op de roerende en onroerende vermogens van de rijkste 10 procent, voor de aanwerving van het nodige personeel en in het voorzien van de wettelijke middelen voor een doeltreffende strijd tegen de fraude en de fiscale ontwijking (met inbegrip van het opheffen van het bankgeheim), en het opstellen van een vermogenskadaster. Zo’n éénmalige vermogensbelasting op deze groep zou de soberheidsmaatregelen die de regering di Rupo sinds haar installatie heeft doorgevoerd volledig kunnen terugschroeven en de overheidsschuld in één klap naar beneden halen zodat de intrestlasten en hierdoor de overheidstekorten op de lopende rekeningen ook significant dalen.

Daarnaast kan ook een permanente vermogensbelasting – bijvoorbeeld een jaarlijkse vermogensbelasting aan progressieve tarieven (vanaf 1% en oplopend naar 3%) op vermogens vanaf 1 miljoen euro, ttz. op de 2 à 3% rijkste Belgen met een geschatte opbrengst van 7 à 8 miljard euro – ervoor zorgen dat er structureel meer middelen komen voor de broodnodige opwaardering van de pensioenen, het verminderen van de pensioenleeftijd, arbeidsduurvermindering gepaard gaande met betere arbeidsherverdeling en minder werkloosheid, enz. zonder dat dit ten koste moet gaan van de economische ontwikkeling.”

15. Voor wie dit nog niet zou opgemerkt hebben, het parlement zit niet bepaald vol met mensen die tot de gewone werkende klasse behoren of daar, via de werknemersorganisaties banden mee hebben. DE overgrote meerderheid van de parlementsleden zijn het juristen, notarissen, economisten, zakenlui, mensen die verbonden zijn met en/of deel uitmaken van de economisch leidende klasse van kapitaalbezitters.

 

16. ‘Belgen massaal voor vermogensbelasting’ artikel uit DeWereldMorgen, 16 november 2012.

 

17. De N-VA, politieke spreekbuis voor de Vlaamse werkgeversorganisatie VOKA wil zelfs praten over een vermogensbelasting als het maar geen pijn doet voor het kapitaal:

In ‘de zevende dag’ van 21 oktober 2012 zei N-VA-begrotingsspecialist Steven Vandeput dat de N-VA bereid is te praten over een vermogensbelasting als die kadert in een grotere fiscale hervorming; als het gaat om een verschuiving van lasten en niet dient om het gat in de begroting dicht te rijden (want N-VA wil niet weten van bijkomende lasten). En natuurlijk als er verder bespaard wordt in de sociale zekerheid.

 

18. ‘Lagere loonlasten in ruil voor vermogenswinstbelasting’, artikel op de website van ‘De Tijd’ van 30 april 2013

 

19. sp.a programma ‘Het Vlaanderen van Morgen – Een economie die werkt voor iedereen’ p.13

 

20. Ook in het economisch meest ontwikkeld land van Europa, Duitsland, speelt de sociaaldemocratie die rol: Tussen 2003 en 2005 heeft de regering-Schröder (SPD) een reeks hervormingen doorgevoerd op de Duitse arbeidsmarkt. Voordien had bondskanselier Schröder aan de personeelschef van Volkswagen, Peter Hartz, gevraagd om een aantal voorstellen uit te werken. De meeste van die voorstellen werden omgezet in wetten, die genoemd werden naar Hartz.

Het betreft versoepeling van de regels voor uitzendarbeid en onderaanneming, invoering van “mini-jobs” (de 400-Euro-jobs want in dat statuut kunnen mensen niet meer dan 400 € per maand verdienen, zonder opbouw van pensioenrechten). Intussen werken bijna vijf miljoen Duitsers in dit statuut. Nog eens twee en een half miljoen hebben een mini-job als tweede baan.

Dankzij Hartz IV krijgen Duitse werklozen nog hoogstens één jaar een echte werkloosheidsuitkering. Daarna moeten ze rondkomen met 364 € per maand. Dat krijgen ze enkel als ze bewijzen dat ook hun huisgenoten geen baan hebben. Indien ze een eigen huis of nog wat spaargeld bezitten moet dat eerst grotendeels opgebruiken worden voor ze recht krijgen op die aalmoes van 364 euro.

 

 

Naar boven