Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De raïs is dood… Leve de raïs! PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond op dinsdag, 30 november 2004

De dood van Abou Ammar betekent voor de Israëlische en Noord-Amerikaanse pers een "kans voor de vrede". "Arafat, een obstakel voor de vrede", de zionisten herhalen het tot treurens toe en Bush neemt het refrein maar al te graag over. Arafat was zeker een obstakel voor de vrede van het kerkhof, een soort van vrede waarbij de Palestijnen herleid worden tot het statuut van Indianen in een reservaat. Arafat was zeker geen obstakel voor de " vrede van de dapperen ", waarvoor hij zo graag pleitte. We geven u hierbij de belangrijkste momenten in het leven van een opmerkelijke strijder.

Militant, militair, politicus, de man met de keffieh, Yasser Arafat heeft meer dan wie ook de wereld bewust gemaakt van de Palestijnse zaak. Zelfs totaal geïsoleerd in de Moukhata op het einde van zijn leven heeft hij nooit verzaakt aan zijn levensdoel : de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat met Al Quds (Jerusalem) als hoofdstad. Arafat heeft talloze verkeersongevallen overleefd, zelfs een vliegtuigcrash in Lybië en tientallen aanslagen op zijn leven, uitgevoerd o.a. door Sharon en Barak. Hij kreeg hiervoor de bijnaam "Baraka", beschermd.

Heel jong in de jaren ‘40 neemt hij al deel aan anti-Israëlische acties. Na verschillende arrestaties in Egypte wordt hij vriendelijk verzocht het land te verlaten. In Koeweit richt hij dan Fatah op in 1959. In 1964 voert Fatah de eerste militaire acties tegen Israël. Dat werd met lede ogen aanzien door Nasser-aanhangers en radikaal links die de bevrijding van de Arabische natie voor de bevrijding van Palestina stelden. Het is Arafat en Fatah die de gewapende strijd begonnen zijn voor de bevrijding van Palestina en daarom is hij tot presidident verkozen van de natie en niet George Habash of Hawatmeh. Nasser-aanhangers en stalinisten sloegen hem met verwijten om de oren : "avonturier, nationalistische kleinburger" of zelfs "regionalist". Fatah maakt de kern uit van het verzet, de belangrijkste Palestijnse politieke organisatie en de voornaamste component van de PLO die dan alle Palestijnse guerrillagroupen groepeert. Abou Ammar, zijn strijdnaam, is een moedig militair leider die zich zeer dikwijls temidden zijn strijders bevindt tijdens hevige gevechten (Karameh, Amman, Beyrouth, Ramallah). In de ogen van Arafat moeten de Palestijnen hun strijd in handen nemen en niet de Arabische staten.

Terwijl de Arabische regimes de totale vernedering ondergaan als Israël de Zesdaagse oorlog voert in 1967, gaat het Palestijnse verzet de legende in tijdens de strijd om Karameh. De Palestijnen tonen heel de wereld, en de Arabische wereld voorop, dat het zionistische leger niet onoverwinnelijk is. Arafat bevindt zich tussen zijn guerrillero's en ontsnapt als bij wonder verschillende malen aan de dood. Israël doet er dan alles aan om de Palestijnse leiding uit de buurlanden van Israël te verjagen, want de infiltraties van de Fedayins zijn dagelijks. Als de Jordaanse koning Hoessein de Palestijnse organisaties van zijn grondgebied verjaagt in 1970, na slachtpartijen die het leven kosten aan 4000 strijders en burgers, hebben de Palestijnen slechts één gedachte : wraak. Het is een Palestijns commando dat Israëlische atleten ontvoert tijdens de olympische spelen in Munchen. De Palestijnen willen de wereld tonen dat ze recht hebben op bestaan. Ze hadden nooit de intentie de atleten om te brengen. Als de Arabische Liga een uitweg vindt voor het commando en de atleten geeft Golda Meir (Israëlisch eerste minister) het bevel aan Moshe Dayan (minister van defensie), beiden van de Labour-partij, om kost wat kost een onderhandelde oplossing te vermijden. Het is dan dat het Palestijnse commando en de Israëlische atleten vermoord worden. "De Palestijnen hebben de Israëlische athleten vermoord", titelt de westerse pers. Maar de resultaten van de autopsie werden tot op vandaag niet vrijgegeven aan de familieleden en het wordt hoe langer hoe zekerder dat ze zijn omgekomen door Duitse kogels, op bevel van de Israëlis.

Na Amman, moeten Arafat en zijn fedayins Beyrouth verlaten en een jaar later ook Tripoli in Libanon, om zich te verschuilen in Tunis. Terwijl de Palestijnse politieke leiding ver van het thuisland opereert, heeft Israël daarom het Palestijnse nationale bewustzijn nog niet geëlimineerd. De stenen opstand, de eerste intifada, verrast vriend en vijand. Arafat doet er alles aan, niet zonder manipulatie en met veel geld, om te laten uitschijnen dat hij de aanstoker is van de opstand.

De golfoorlog herschikt nochtans grondig de kaarten. Terwijl Arafat en de PLO na tientallen jaren strijd een internationale erkenning verkregen hebben, verliest hij veel krediet als hij zich tot het kamp van Saddam Hoessein bekent. Twee zaken moeten nochtans goed begrepen worden. Yasser Arafat was geen onvoorwaardelijke bondgenoot van Saddam. Hij heeft hem zelfs proberen te overtuigen om zich terug te trekken uit Koeweit voor de oorlog uitbrak. Ten tweede zou Arafat een onmiddellijke politieke dood gestorven zijn, als hij zou toegetreden zijn tot een kamp met daarin Israël en de USA. Het is dus in een sterk verslechterde krachtsverhouding dat hij in 1993 de Oslo-vredesakkoorden tekent. Vergissing of niet ? Je kan moeilijk goede vredesakkoorden tekenen als de politieke krachtsverhouding in je nadeel speelt. En Arafat is niet blind. Als de akkoorden in werking treden en de Israëlische soldaten nog steeds postvatten op de brug Allenby, de grens met Jordanië, telefoneert Arafat naar Rabin en vraagt hem : "Jullie gaan daar toch niet blijven?" Rabin antwoordt hem lakoniek : "Je denkt toch zeker niet dat wij jullie de grenscontrole gaan overlaten!" Op dat moment beseft Arafat dat de Israëlis de vredesakkoorden niet zullen nakomen.

Het vervolg is een dramatische bevestiging van het telefoontje met Rabin. Israël past de Oslo-vredesakkoorden niet toe en dat leidt regelrecht naar de tweede Intifada. De zionistische propaganda, die zonder aarzelen wordt overgenomen door een groot deel van de westerse pers, huilt met de wolven : "Arafat weigert het edelmoedige aanbod van Barak tijdens de Camp David-ontmoetingen". Vandaag weten we hoe edelmoedig Barak wel aanbiedt om een synagoge te bouwen op de esplanade van de moskeeën (tempelberg voor de joden). Arafat antwoordt aan de kwade Clinton : "Ik verkoop Jerusalem niet. Ik zal de geschiedenis niet ingaan als een verrader.“

Ondanks onaanvaardbare beslissingen zoals het gevangenzetten van Palestijnse militanten van Hamas of het schijnproces tegen het PFLP-commando dat de fascist Zeevi ombracht, heeft Yasser Arafat er alles aan gedaan om een Palestijnse burgeroorlog te vermijden. Daarom is hij voor de Noord-Amerikaanse regering persona non grata geworden.

Zijn erfgenaam ? De Palestijnse straat aanvaardt geen gematigde figuren zoals Mazen, Qorei of Dahlan die door Israël of de USA worden naar voren geschoven. Er is maar één persoon die de militante kant van Abou Ammar verpersoonlijkt en die reeds bewezen heeft dat hij strijdlustig en vastberaden is : Marwan Barghouti, de volgende president !

Naar boven