Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Universeel worden PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op woensdag, 31 mei 2006

Daniel Bensaïd publiceert de laatste jaren aan een verbluffend ritme. In 2004 verscheen nog het autobiografische "Une lente impatience", eind 2005 volgde zijn recentste werkje 'Fragments Mécréants. Mythes Identitaires et République Imaginaire'. " Een onverzoenlijke kritiek van de verleiding om te geloven", luidt het op de omslag. Maar een abstract atheïsme is Bensaïd, voor alles een denker van de politiek als strategie, volstrekt vreemd.

In ware Walter Benjamin-stijl rijgt de filosoof-militant in dit boekje een mozaïek aan korte stukjes tekst aaneen. Passeren onder andere de revue: Tariq Ramadan, Alain Finkielkraut, Franz Fanon, Malcolm X, Deleuze en Marx, Otto Bauer en Toni Negri. De hoofddoek, de negritude, de banlieues, zionisme en antisemitisme, het neo/postkolonialisme, de crisis van de Franse republiek: Bensaïd intervenieert politiek en dat levert een schat aan filosofische en politieke inzichten op. Uit dit lappendeken pikken we slechts één van de vele draden op: de opkomst van strijd vanuit etnisch-culturele minderheden en de houding van de linkerzijde daartegenover. 

Terugplooi

Het gevaar van de 'communautaire terugplooi' is niet denkbeeldig, maar komt niet uit de lucht gevallen. Het is het falen van de socialisering via arbeid, onderwijs en woonplaats die de Republiek, 'une et indivisible', mee aantastte. Geen wonder dat het tot uitbarstingen komt, zoals in de banlieues rond Parijs. Geen wonder dat mensen zich ook gaan organiseren op etnisch-culturele basis: "Erkenning is net zoals rechtvaardigheid, een strijd". Vrouwen en holebi's gingen hen al voor en organiseerden zich in een soort gemeenschap om een krachtsverhouding op te bouwen.

Maar dat kan uiteraard op verschillende manieren gebeuren. Bensaïd laat zich verleiden door de inspiratie van Deleuze: universaliteit is een wordingsproces, niet een eigenschap waarvan men kan zeggen dat men ze bezit. "Een gestigmatiseerde gemeenschap kan zich proberen te beschermen door een exclusieve en wraakzuchtige identitaire terugplooi. Ze kan zich ook autonoom organiseren om een specifiek haar aangedaan onrecht te bestrijden. De vraag is welk 'worden' deze gemeenschappen kenmerkt: sluiting of opening. Of ze zich, om respect en erkenning van particuliere rechten af te dwingen, als voorbijgaand (wat niet noodzakelijk efemeer betekent) opvatten, dan wel of ze een vrouw-zijn, een homo-zijn of een gekoloniseerd-zijn vereeuwigen in een onveranderlijke essentie. Of ze een moment zijn in het universaliseringsproces, dan wel of ze in naam van een niet te reduceren verschil een culturele tolerantie versterken die kan gaan tot de rechtvaardiging van besnijdenis en polygamie alsof het simpelweg om bediscussieerbare smaken en kleuren ging."

Autonome organisatie is nodig - de strijd van de gekoloniseerden is niet te reduceren tot die van de 'arbeidersklasse' -, maar met een open blik, in alliantie met andere sociale bewegingen, zonder de hiërarchische verhoudingen daarbinnen te reproduceren. "Daartoe moeten we de blikken en gezichtspunten leren vermenigvuldigen. Een circulaire visie verwerven die de complexe realiteit onderzoekt vanuit vele facetten. Als effect van de onderdrukking zijn een eng gezichtspunt en de opsluiting in het eigen lijden daartoe een obstakel." Zelfs de uitgebuitenen in de metropool bekijken de wereld van bovenaf, ze kijken met de bril van de dominante ideologie. "Ze kunnen hun blik maar emanciperen doorheen strijd en actie."

De vrouwen- en holebikwestie mag zeker niet opnieuw tot een secundaire strijd worden gereduceerd ten voordele van de culturele strijd. Tegelijk moeten we er ons van bewust zijn dat "het nog moeilijker is voor hen die de koloniale dominantie en postkoloniale discriminatie hebben ondergaan, om zich open te stellen voor alle ellende van de wereld, om die tegelijk met de ogen van de geslagen vrouw, de langdurig werkloze metaalarbeider of de aangevallen homo te bekijken." Dat betogende Franse studenten al verschillende malen werden aangevallen door groepjes 'migranten', toont aan hoe moeilijk de zaken er voor staan. 

Tweede secularisatie

Het oude paradigma van het politiek denken is zo goed als afgeleefd, meent Bensaïd. Toch grijpt hij terug op de klassieke begrippen in zijn pleidooi voor een tweede secularisatie. "Nadat het geloof naar de privésfeer is teruggedrongen, wordt het dringend tijd om er ook de nationaliteit, losgemaakt van het burgerschap, naartoe te verwijzen, het recht van de bodem of van residentie te radicaliseren, tegen het recht van het bloed en afkomst. Het burgerschap te spatialiseren in plaats van het in te schrijven in een genealogi-sche temporaliteit." Met andere woorden: rechten en burgerschap hangen samen met de plaats waar men verblijft, niet met etnisch-culturele of andere afkomst. Otto Bauer en diens theorie van de culturele autonomie en van de erkenning van de 'culturele natie' worden daarbij gemobiliseerd.

De culturele diversiteit stelt dus eisen aan de wijze waarop we onze strijd en eenheid voor een andere maatschappij begrijpen. "De klassenstrijd behoudt de mogelijkheid om het gemeenschappelijk gevecht van erkende en gerespecteerde singulariteiten met mekaar te verbinden", stelt Bensaïd. Klassenstrijd als mozaïek. Autonomie en openheid in de strijd is de boodschap. 

Daniel Bensaïd, Fragments Mécréants. Mythes Identitaires et République Imaginaire, Lignes, 187 pp, 14,90 euro. Te bestellen via www.la-breche.com.

Naar boven