Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Peilingen geven LCR-LO in Frankrijk tot méér dan 20 procent van de stemmen PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op woensdag, 12 november 2003
De Morgen bericht over het kartel dat de Franse trotskistische partijen Lutte Ouvrière (LO) en Ligue Communiste Révolutionnaire (LCR) afgelopen weekend besloten aan te gaan. De LCR is de Franse zusterorganisatie van de SAP, beide zijn afdelingen van de Vierde Internationale, een wereldwijde organisatie van revolutionaire socialisten. Volgens de krant zouden de Franse trotskisten mogelijk tot 22 procent van de Franse kiezers kunnen bekoren bij de komende Europese en regionale verkiezingen in dat land.

De krant stelt het wel voor alsof LCR en LO nu voor het eerst een kartellijst maken, na jarenlange twisten die nu gestopt werden. Dat is eigenlijk twee keer onjuist, maar goed. De lijst LO-LCR behaalde in 1999 bij de Europese verkiezingen reeds méér dan vijf procent van de stemmen en vijf verkozenen. En ook vroeger waren er reeds gezamenlijke lijsten. Wel klopt het dat de twee partijen bij de jongste presidents- en parlementsverkiezingen gescheiden naar de kiezer stapten. Toen weigerde LO een kartel. LO meende immers met haar sterke kandidate Arlette Laguiller terug het monopolie over de uiterst-linkse stem te kunnen vestigen. Een foute gok zo bleek, want de jonge LCR-presidentskandidaat Olivier Besancenot haalde out of the blue méér dan 4 procent. Een fenomenale score in een land als Frankrijk. Dat laatste wijzigde de verhoudingen tussen LO en LCR grondig. Intussen nam de populariteit van Olivier Besancenot enorm toe, terwijl Arlette Laguiller, ondertussen reeds de zestig voorbij, stilaan eraan denkt om de fakkel door te geven. 

De twee partijen wisten te groeien op basis van een radicalisering in de Franse arbeidersklasse, die het gevolg was van de grote stakingsbewegingen van de jaren negentig. De Gauche plurielle regering van sociaal-democraten, communisten en groenen brak helemaal niet met het neoliberale beleid en ging smadelijk ten onder tijdens de laatste nationale verkiezingen ten gunste van rechts en extreem-rechts. Maar tegelijkertijd zocht ook een groeiende groep aansluiting bij revolutionair links. Vandaag staat revolutionair links er dan ook sterker dan ooit, zowel op electoraal vlak als op het vlak van militante aanhang. 

Het standpunt van de LCR is echter al jarenlang ongewijzigd: voor de éénheid van de antikapitalisten tijdens verkiezingscampagnes.Toch duurde het weer een hele tijd vol gehakketak eer LO besliste in te gaan op de uitgestoken hand van LCR. Vooral over de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen laaide de discussie hoog op. LO riep op thuis te blijven tijdens die ronde waarin het draaide tussen Le Pen en Chirac. LCR riep op om Le Pen te bekampen ‘op straat en via de urnes’. LCR legde het accent op het verzet op straat, vriend en vijand geven toe dat de LCR de actiefste politieke kracht was in de beweging op straat tegen Le Pen. Maar ze oordeelde zich niet te willen afsluiten van de brede lagen in de Franse samenleving die die afkeer van Le Pen ook in het stemhokje wilden laten blijken. LO vond die houding van LCR onvergeeflijk. Zelf riskeerde LO in de beweging tegen Le Pen echter geïsoleerd te geraken. 

Dat debat werd nu nog eens overgedaan in de aanloop van dit kartel. LO ging zelfs zover om LCR af te schilderen als een ‘chiracien’-partij, een rechtse partij dus (sic). Het zag er dus lange tijd naar uit dat er niet meteen een kartellijst zou komen. LO weigerde immers ook bij de vorige verkiezingen een kartel. Dit maar om te zeggen dat de zaken alweer wat ingewikkelder in elkaar steken en dat de meningsverschillen tussen LO en LCR allerminst van de baan zijn. 

Die meningsverschillen hebben dus kennelijk een akkoord niet in de weg gestaan en dat is goed nieuws. Samen zouden LO en LCR in de peilingen tot 20 procent van de kiezers kunnen bekoren en dat op basis van een klaar en duidelijk antikapitalistisch programma. De reformistische partijen reageren ondertussen onthutst op de peilingen en het kartel. Die partijen zitten in een lastig parket. Wat moet de sociaal-democratie immers doen, met de hete adem van revolutionair links in de nek? Radicaal kiezen voor een blairisme, een zacht-liberale koers, of net terug de socialistische uitgangspunten in de verf zetten. Ook voor de PCF dient zich een soortgelijk dilemma aan: méé met de sociaal-democraten de boot in uit angst om kopje onder te gaan, of radicaliseren en aansluiting zoeken bij revolutionair links, wat voor die partij allerminst een evidentie is. Het ziet er dus naar uit dat LO en LCR veel méér dan welke interne oppositie binnen de reformistische partijen dan ook, enorm wegen op de koers van de hele linkerzijde in hun land. 

Robert Hue, vroegere voorman van de PCF, noemde volgens De Morgen het kartel reeds “antilinks en extreem-gevaarlijk”. Dat is het natuurlijk niet. Het is eigenlijk wel grappig om te zien hoe de traditionele linkerzijde reageert wanneer het voor het eerst sinds lang terug een andere linkse politieke uitdrukking naast zich krijgt. De SAP hoopt uiteraard dat de kameraden van LCR en LO een zo hoog mogelijke uitslag behalen, al dienen we voorzichtigheid aan de dag te leggen ten aanzien van peilingen. Een stevige uitslag voor de Franse trotskisten zou van belang zijn voor de radicale linkerzijde in heel Europa en daarbuiten. De LCR toont hiermee in de praktijk aan dat een niet-sectaire politieke lijn en loyaal opbouwwerk in vakbonden en sociale bewegingen - feministische, antiracistische, ecologische, andersglobalistische, democratische bewegingen- op termijn loont. Anders kan je de blijvende toeloop van nieuwe leden onmogelijk verklaren.

Naar boven