Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De strijd binnen de PT PDF Print Email
Geschreven door Willem Bos op dinsdag, 15 juli 2003
Een half jaar na het aan de macht komen van de regering Lula heerst er in het linkse kamp grote teleurstelling over het beleid van de regering. In plaats van een breuk met de neoliberale politiek van zijn voorganger lijkt de voormalige metaalarbeider dat beleid juist versterkt voort te zetten. Binnen de linkervleugel van Lula’s arbeiderspartij (PT) groeit de onvrede, maar makkelijk hebben de dissidenten het niet.

Een drietal linkse PT parlementariërs: senator Heloisa Helena en de kamerleden Joao Batista Baba en Luciana Genro worden inmiddels door de leiding van de partij met royement bedreigd. Hun misstap bestaat er uit dat ze, nu de PT regeringspartij is, nog steeds de standpunten verdedigen die voor het aan de macht komen van Lula het partijstandpunt waren en die geheel in de lijn liggen van de besluiten van het laatste algemene partijcongres van de PT.

In concreto gaat het er om dat de drie zich openlijk hebben verzet tegen de pensioenvoorstellen van de regering. In het geval van Heloisa komt daar bij dat zij de ambtenarenbonden gewezen heeft op de mogelijkheid om juridische actie tegen de regering te ondernemen. In eerste instantie werden de protesten van de drie door de meerderheid van de PT parlementariërs gesteund, maar toen de fractievoorzitter en de algemeen secretaris van de partij dreigden hun functie neer te leggen bond de meerderheid in.

Tegen een ander PT parlementslid, Luciana Genro, worden disciplinaire maatregelen overwogen omdat zij de partij in diskrediet heeft gebracht door een video met een toespraak van Lula van enige jaren geleden te laten circuleren, waarin de huidige president uitspraken doet die lijnrecht tegen zijn huidige beleid ingaan.

Hoe is het mogelijk dat een partij die bekend stond als een consequent strijder tegen de neoliberale politiek, die nu lijkt te omarmen en dat in een partij die altijd zo geprezen werd om zijn interne democratie, nu de ene disciplinaire maatregel na de andere dreigt?

Om daar een antwoord op te kunnen geven moeten we om te beginnen terug naar de omstandigheden waaronder de PT de verkiezingen eind vorig jaar won.

Geringe mobilisaties

De overwinning van Lula bij de verkiezingen wordt algemeen geïnterpreteerd als een uitdrukking van de wil van de meerderheid van de Brazilianen om een einde te maken aan de neoliberale politiek van zijn voorganger Cardoso. Dat is ongetwijfeld waar. Maar in een interview in het Spaanse blad Viento Sur wees Joao Machado - een van de leiders van de met de Vierde Internationale verbonden stroming in de PT - er op dat de verkiezingsoverwinning plaats vond in een situatie waarin de sociale strijd in Brazilië op een laag niveau stond. Natuurlijk, zo zei hij, zijn de verkiezingscampagnes van de PT op zich mobilisaties, maar het is niet zo dat de regering Lula als het ware op de golven van sociale strijd aan de macht is gekomen.

Druk van rechts

Daarnaast is natuurlijk belangrijk dat Lula, vooral aan het einde van zijn campagne, aanzienlijke rechtse steun kreeg. Niet alleen steun van kleinere rechtse partijen, maar vooral ook steun van het zeer invloedrijke tv-kanaal Globo (en de kapitaalsgroepen die daar achter zitten). Behalve dat het veelzeggend is dat Lula en zijn stroming in de PT deze rechtse steun zocht en zich aanpaste is het uiteraard ook van belang om je af te vragen waarom een deel van de Braziliaanse elite onomwonden koos voor de partij van Lula.

Er is wel geopperd dat het hier ging om een deel van de bourgeoisie dat door de rigoureuze neoliberale politiek van Cardoso in de verdrukking kwam en daarom opteerde voor een minder strak neoliberaal beleid. Dat lijkt een interessante gedachte: een soort nationale bourgeoisie die tegen het neoliberale beleid steun zoekt bij de arbeiderspartij. Toch lijken de feiten een dergelijke aanname niet te steunen. In de eerste plaats zijn de groepen die Lula steunden moeilijk als ‘nationaal’, of als ‘slachtoffer van de neoliberale politiek’ te karakteriseren. In de tweede plaats zou een dergelijk bondgenootschap er toe hebben geleid dat de regering Lula een minder neoliberale koers zou gaan varen. Helaas is dat niet het geval.

Het lijkt dus veel aannemelijker dat een deel van de Braziliaanse bourgeoisie gewoon inzag dat Lula de enige kanshebber was en men daarom voor het winnende paard koos. Deze groepen hebben hun knopen geteld en geconcludeerd dat ze beter tijdig Lula konden steunen om hem verder naar rechts te duwen dan een confrontatie met de PT aan te gaan. En helaas lijken ze dat uitstekend gezien te hebben.

De scherpe rechtse draai van de PT is dus zowel het gevolg van het ontbreken van druk naar links - door het ontbreken van belangrijke sociale strijd - als van de wel aanwezige rechtse druk.

Problemen voor links

Dat maakt ook duidelijk waarom de positie van links in de PT momenteel zo moeilijk is. Lula en zijn team hebben vergaande toezeggingen aan rechts gedaan en het is hen er alles aan gelegen om die toezeggingen na te komen.

De linkse basis van de PT in de arbeidersbeweging en de volkswijken in de grote steden is de afgelopen jaren enorm verzwakt. Van de eens zo machtige en strijdbare auto-industrie in Sao Paulo, de bakermat van de PT en Lula, is na de neoliberale sanering in de jaren negentig zelfs weinig meer over. Ook de radicale christelijke basisgemeenschappen die aan de wieg stonden van de PT zijn enorm in omvang afgenomen. In de volkswijken hebben drugs, bende-oorlogen en politiegeweld hun tol geëist. De enige sociale beweging die de afgelopen jaren nog tot massale en militante acties in staat was is de beweging van landlozen, de MST. Ofschoon de MST zeker dicht bij de PT staat heeft haar leiding zich altijd verre gehouden van bemoeienis met interne ontwikkelingen in de PT.

Ook de interne democratie, en het hele interne leven van de partij is de afgelopen jaren teruggelopen. Een groot deel van de leden, volgens sommigen zelfs meer dan de helft, is tegenwoordig werkzaam in het uitvoerend staatsapparaat op plaatselijk, regionaal of landelijk vlak. Met het aantreden van de regering Lula is die ontwikkeling van een militante partij naar een bestuurderspartij natuurlijk in een stroomversnelling gekomen. Ook zijn er een aantal interne veranderingen doorgevoerd die de interne democratie beperkt hebben.

Opleving?

Betekent dit dat de PT definitief veranderd is in een partij zoals in de Europese sociaal-democratie? Voor die conclusie is het nog te vroeg. De verwachtingen van een groot deel van de twintig miljoen kiezers die op Lula stemden zijn nog hoog gespannen. Sociale bewegingen beginnen zich te roeren. De MST, die in eerst instantie met het aantreden van Lula een pauze in de landbezettingen had aangekondigd, heeft inmiddels haar acties weer hervat. Ze worden daarbij gesteund door de minister van Agrarische hervorming Miquel Rosetto, terwijl andere regeringsfunctionarissen waaronder Lula zelf oproepen tot kalmte op het platteland.

Vooral de pensioenplannen van de regering zullen tot massaal verzet onder de bevolking kunnen leiden. Dan zal links binnen de PT ook meer ruimte krijgen.

Het beleid van Lula

Al voor het aantreden van de regering Lula was het duidelijk dat deze niet echt op een breuk met het neoliberale beleid zou aansturen. Net als de rechtse partijen verklaarde Lula in zijn verkiezingscampagne dat hij het in augustus 2002 door Cardoso gesloten akkoord met het IMF zou respecteren. Dit akkoord legt de regering vast op een begrotingsoverschot van 3,75 procent, wat alleen te bereiken is door drastische bezuinigingen op sociale uitgaven.

De regering Lula ging zelfs nog verder en wist een overschot van 4,4 procent op de begroting te bereiken. In feite worden de bezuinigingen op sociale uitgaven gebruikt voor het aflossen van de omvangrijke buitenlandse schuld.

Een van de meest omstreden maatregelen van de regering om dit begrotingsoverschot te bereiken is een diepgaande ingreep in het pensioenstelsel, waarbij de pensioengerechtigde leeftijd omhoog gaat van 53 naar zestigà 60 jaar voor mannen en van 48 naar 55 jaar voor vrouwen, terwijl de overheidspensioenen dalen tot zeventig procent van het laatst verdiende loon.

Door het IMF is jaren op een dergelijke hervorming aangedrongen, maar de vorige president durfde een dergelijke maatregel niet aan door de tegenstand van de vakbeweging en….. de PT.

De vakcentrale CUT - die nauw met de PT is verbonden - heeft zich tegen het hervormingsvoorstel uitgesproken en het ziet er naar uit dat de strijd om de pensioenen de eerste grote confrontatie tussen de PT en haar achterban zal worden.

Naar boven