Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Waarom een klein land groot kan zijn PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op donderdag, 22 december 2005
"Cuba en de internationale solidariteit". Dat is de titel van een nieuwe brochure van Roger Liekens (Vrienden van Cuba). De brochure schetst de actieve steun die Cuba, sinds de revolutie van 1959, gaf aan tal van bevrijdingsbewegingen in gans de wereld. Zowel actieve politieke en militaire interventies als eerder humanitaire missies komen daarbij aan bod. "Het is een weinig bekend verhaal", zegt Roger Liekens. "Wie weet er bijvoorbeeld dat er vandaag 20.000 Cubaanse dokters aan de slag zijn in het Venezuela van Hugo Chavez?” Een gesprek.

Waarom vandaag een brochure over Cuba en de internationale solidariteit?
Roger Liekens:
Internationalisme vormt volgens mij de hoeksteen van elke linkse of marxistische politiek. Je kan moeilijk als marxist je visie beperken tot België alleen. In die zin is het ronduit indrukwekkend om te zien wat een klein landje als Cuba op dat vlak zoal heeft gepresteerd. Dat is nooit gezien in de geschiedenis. Komt daarbij dat dit allemaal heel weinig gekend is. Vele mensen weten wel iets over Cuba, hebben al gehoord van de goede gezondheidszorg of het gratis onderwijs… Of ze weten dat Cuba tijdens de laatste tien jaar nogal wat economische problemen heeft gekend. Veel minder talrijk zijn dan weer de mensen die ook weten dat Cuba een doorslaggevende rol heeft gespeeld in de val van het apartheidsregime. Of dat Cuba zo'n 20.000 kinderen uit Oekraïne en Wit-Rusland, slachtoffers van de Tsjernobylramp, heeft opgevangen tijdens de jaren 90.

Je hebt het ondermeer over de steun van Cuba aan het regime van Hugo Chavez en zijn Bolivariaanse revolutie in Venezuela.
Roger Liekens:
Er bestaan zeer nauwe contacten tussen Cuba en Venezuela. Chavez heeft een heel aantal sociale projecten opgezet in Venezuela; uitbreiding van onderwijs, uitbreiding van gezondheidszorg, ondermeer in plattelandsstreken waar vroeger nauwelijks dokters kwamen. In die programma's zijn de Cubanen eigenlijk doorslaggevend. Eén voorbeeldje: Toen ik mijn brochure schreef, werkten er een goede 12.000 Cubaanse dokters in Venezuela. Vandaag is hun aantal reeds gestegen tot 20.000. En er zijn plannen om in de loop van het komende jaar hun aantal nog te verhogen tot maar liefst 30.000… Daarnaast zijn er ook heel wat Venezolaanse jongeren die in Cuba studeren. Op economisch vlak bestaan er goede samenwerkingsverbanden tussen Cubaanse en Venezolaanse bedrijven. En uiteraard levert Venezuela olie aan Cuba aan zeer voordelige tarieven. Je merkt, beide landen versterken elkaar. Je mag dat internationalisme dus niet puur humanitair bekijken. De Cubanen beseffen maar al te goed dat het nauwelijks mogelijk is om het socialisme op te bouwen in één klein landje en ze hebben er dus alle belang bij om linkse regeringen in andere landen te steunen. 
Op politiek vlak werken Cuba en Venezuela samen aan een alternatief voor de grote Amerikaanse vrijhandelszone, opgedrongen door de VS. Beide landen zijn de koplopers in een front dat zich verzet tegen deze vrijhandelszone.

Welke rol hebben de Cubanen gespeeld op het Afrikaanse continent?
Roger Liekens:
Ik denk dat er tijdens de jaren 60, 70 en 80 geen enkele authentieke bevrijdingsorganisatie in Afrika is geweest die geen hulp heeft gekregen van Cuba. Gaande van begin jaren 60 de steun aan het FLN, de Algerijnse bevrijdingsorganisatie tegen het kolonialisme, over de jarenlange steun aan Guiné Bissau, aan de Congolese rebellen tot het ANC in Zuid-Afrika. Van Noord- tot Zuid- Afrika dus. Uiteraard was er de aanwezigheid van Che Guevara in 1965 in Congo. Maar de belangrijkste bijdrage van Cuba was de massale tussenkomst, tegen de wil van de Russen, in Angola. Toen daar in 1975 een linkse bevrijdingsorganisatie aan de macht kon komen en komaf kon maken met het Portugese kolonia-lisme, heeft Cuba massaal manschappen naar ginder gestuurd om het nieuwe regime te beschermen tegen een inval van Zuid-Afrika, gesteund vanuit het Westen. Pas achteraf heeft Cuba de Russen daarvan op de hoogte gebracht, terwijl onze pers de Cubanen natuurlijk afschilderde als huurlingen van de Sovjet-Unie. De Russen werden voor een voldongen feit geplaatst. Maar goed, de Cubanen speelden dus een zeer belangrijke rol in het stoppen van die Zuid-Afrikaanse inval. Dat gaf op zijn beurt een duw in de rug aan het verzet in Namibië, toen bezet door Zuid-Afrika. Een half jaar nadat de Zuid-Afrikanen door de Cubanen uit Angola werden verdreven, kwam er dan een opstand in Soweto. Welnu, die opstand had er nooit kunnen komen zonder die tussenkomst van de Cubanen in Angola. Voor vele zwarten in Zuid-Afrika was het onvoorstelbaar dat het Zuid- Afrikaanse regime, dat onoverwinnelijk leek, verjaagd werd uit Angola door een zwart leger (het ging voornamelijk om zwarte Cubanen). Enkele jaren later zagen de Verenigde Staten zich verplicht om onderhandelingen op te starten over het einde van het blanke minderheidsregime in Rodesië. Dat leidde tot de val van dat blanke minderheidsregime. In de brochure leg ik uit dat dit mee onder invloed gebeurde van de Cubaanse tussenkomst in Angola. In 1988 volgde er dan een nieuwe zware aanval van Zuid-Afrika op Angola. Die aanval werd opnieuw afgeslagen, met de beslissende steun van de Cubanen. En uit de zware slag die het Zuid-Afrikaanse regime daar kreeg toegediend, is rechtstreeks de onafhankelijkheid van Namibië voortgekomen. Er volgden immers onderhandelingen tussen de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Angola én Cuba - vier partijen. In die onderhandelingen werd overeengekomen dat Cuba zich zou terugtrekken uit Angola en dat Zuid-Afrika in ruil onafhankelijkheid zou toestaan aan Namibië en Angola voortaan met rust zou laten. Welnu, deze evolutie wordt vaak aangehaald als het begin van het einde van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Uiteraard speelde het verzet in Zuid-Afrika zelf ook een beslissende rol. Maar alle leiders van de bevrijdings-organisaties, te beginnen met Nelson Mandela zelf, bevestigen dat de nederlaag van het Zuid-Afrikaanse regime in Angola, toegebracht door de Cubanen, doorslaggevend was om het regime te doen wankelen.

Na de val van de Sovjet-Unie komt ook Cuba in een zware economische crisis terecht. Dit leidt tot een terugval van het Cubaanse internationalisme?
Roger Liekens:
Tijdens de eerste jaren van de jaren 90 was het voor Cuba pompen of verzuipen. Toen werden die internationale missies op een lager pitje gezet. Ze werden zeker niet volledig opgedoekt hoor. Wanneer het tijdens de tweede helft van de jaren 90 weer beter gaat met Cuba, wordt ook het internationalisme terug sterk uitgebouwd. Toch is belangrijk om te zien dat Cuba ook tijdens de moeilijke jaren 1989 en 1990 startte met een opvangproject voor zieke kindjes, die het slachtoffer waren van de Tsjernobylramp. Tijdens de jaren nadien zijn er 20.000 van die slachtoffertjes op Cuba geweest. Ze kregen er medische zorgen toegediend, gaande van zware operaties tot allerhande nazorgen. Vaak werd dit gekoppeld aan een vakantie op Cuba. Daarmee heeft Cuba meer hulp geboden dan de zeven rijkste landen van de G7 samen, na de ramp in Tsjernobyl. Nog een voorbeeldje: In de aanloop naar de eerste oorlog van de Amerikanen tegen Irak in 1991, maakte Cuba deel uit van de veiligheidsraad van de VN. De Cubanen hebben enkel de eerste resolutie, waarin de inval van Irak in Koeweit veroordeeld werd, mee gesteund. Maar alle volgende resoluties, die een aankondiging vormden van de VS-oorlog tegen Irak, heeft Cuba niet gesteund. Cuba heeft zich, soms als enige land, verzet tegen die oorlog en tegen het embargo tegen Irak. Ondanks alle mogelijk druk. Op dat ogenblik kampte het land nochtans met serieuze economische problemen. Het had evengoed een akkoord met de VS kunnen maken om zelf wat meer toegevingen van de VS te bekomen. Maar daar heeft Cuba dus nooit aan toegegeven.

Che Guevara stierf tijdens zo'n internationale revolutionaire missie in Bolivia in 1967. Soms wordt de Cubanen een avonturistische aanpak verweten? 
Roger Liekens:
Uiteraard hebben de Cubanen fouten gemaakt. Je kan je zeker vragen stellen bij de revolutionaire strategie die toen door Che en Cuba werd aangehangen. De Cubanen stelden dat een kern van vastberaden revolutionairen voldoende zou kunnen zijn om een re-volutie op te starten. Ik ben het daar zelf niet mee eens. Dat is één van de lessen die je kan trekken uit de ervaringen van Che in Bolivia maar ook uit de ervaringen van andere guerillabewegingen uit Latijns-Amerika, die haast allemaal faliekant zijn afgelopen. Che zegt: het is de taak van revolutionairen om de revolutie te maken. Dat klopt, maar het kan niet onder alle omstandigheden. Daarvoor moeten ook de objectieve factoren een beetje meezitten. En die waren in Cuba in 1959 wel aanwezig. Je kan zeggen dat Fidel Castro uiteindelijk ook met 90 mensen op Cuba is aangekomen. Maar je had er wel tegelijkertijd een enorm verzet in de steden. Los van die guerrilla, was er hoe dan ook toen in Cuba een prerevolutionaire situatie. Dat was niet zo in Bolivia. Bovendien speelden daar ook een aantal subjectieve factoren mee, zoals de tegenwerking ginder van de pro-Moskou communistische partij. Was het dan puur een avontuur? Dat denk ik ook weer niet. Bolivië kende wel een strijdbare arbeidersbeweging, het ligt in het centrum van Zuid-Amerika, wat een aantal voordelen bood. Men heeft dus niet zomaar in het wilde weg besloten om naar Bolivia te gaan.

Een ander hardnekkig verhaaltje dat de ronde doet is dat er een conflict bestond tussen Fidel Castro en Che Guevara en dat die laatste dus werd weggestuurd uit Cuba om aan een hopeloze opdracht te beginnen. Welnu, alle documenten, correspondentie en getuigenissen van medestrijders van Che verwijzen dat verhaal naar het rijk van de fabels. De missies in Congo en Bolivia werden bediscussieerd en beslist door de ganse Cubaanse leiding. En de Cubaanse regering heeft die missies steeds ondersteund, al verliepen de contacten soms moeizaam. Het verhaaltje dat Che de dood werd ingestuurd door Fidel Castro, omdat hij het niet langer eens zou zijn met de koers van de Cubaanse revolutie klopt absoluut niet. 

Lezers van Rood kunnen de brochure van Roger Liekens bestellen. Schrijf 2,5 euro over op de rek. Avanti: 001-4012225-90 met vermelding “Cuba” en je ontvangt de brochure in je bus.

Naar boven