Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Henk Sneevliet: revolutionair van een zeldzame soort PDF Print Email
Geschreven door Pepijn Brandon op vrijdag, 04 januari 2013
Op 13 april 1942 werd Henk Sneevliet samen met zeven kameraden geëxecuteerd. In november is een plakkaat onthuld op de plek waar dit gebeurde, bij voormalig Kamp Amersfoort. Deze socialist en vakbondsleider had decennia lang een belangrijke rol gespeeld in de arbeidersbeweging, in Nederland en in Indonesië. Pepijn Brandon beschrijft het leven van deze opmerkelijke Nederlandse revolutionair. Dit artikel verscheen in 2002.

Henk Sneevliet werd geboren op 13 mei 1883 in een arm katholiek gezin. De omstandigheden waarin hij opgroeide vormden zijn eerste politieke scholing. Op zijn zeventiende ging hij bij de spoorwegen werken. In dezelfde periode nam hij afscheid van religie en werd hij socialist.

De eeuwwisseling was de tijd van de doorbraak van de sociaal-democratie. De SDAP, waarvan Sneevliet lid werd, telde enkele duizenden leden, en de sociaal-democratische ʻmoderneʼ vakbeweging ontstond. In naam was de SDAP toen nog revolutionair en marxistisch. Maar in praktijk was ze volledig gericht op verkiezingen en zetelwinst.

Dit leidde tot heftige discussies. Mede onder invloed van Henriëtte Roland Holst, de revolutionaire dichteres met wie Sneevliet een langdurige vriendschap ontwikkelde, koos Sneevliet de kant van de marxisten. Deze keuze sloot aan bij zijn eigen ervaring. Als vakbondsbestuurder van de Nederlandsche Vereeniging voor Spoor- en Tramweg Personeel zag hij de directe gevolgen van de gematigde koers van de SDAP-leiding.

Staking

In 1911 was er een internationale staking van zeelieden. In Rotterdam werd in een korte staking een kleine loonsverhoging afgedwongen. In Amsterdam ging het er heftiger aan toe. Arbeiders wezen concessies af en de staking breidde zich uit naar bootwerkers. De regering zette het leger in. De ʻwildeʼ stakers werden gesteund door het NAS, een radicale vakbond, en de SDP, een linkse afsplitsing van de SDAP. De NVV- en SDAP-leiding weigerden elke steun aan arbeiders die de controle van de leiding van hun bond niet aanvaardden.

Sneevliet verzette zich hiertegen. Hij pleitte voor vakbondseenheid en voor steun aan alle stakers, ongeacht hun politieke kleur. Daarnaast had hij scherpe kritiek op de leiding van de SDAP, die de concurrentie met het NAS belangrijker vond dan haar socialistische principes. In een brochure over de staking schreef hij: ʻDe sociaal-democratische partijen hebben nog een andere taak dan de versterking der moderne vakbeweging alleen en met alle middelen. Zij hebben de hoofden der arbeiders te revolutioneren, van hen bewuste strijders tegen het kapitalisme te maken.ʼ Zijn principiële houding kostte Sneevliet zijn baan als bondsbestuurder. Maar dit was voor hem van ondergeschikte betekenis. De belangen van de arbeidersklasse stonden voorop.

Door dit conflict kwam Sneevliet tijdelijk aan de zijlijn van de Nederlandse arbeidersbeweging te staan. Maar het werk dat hij elders deed was van minstens even grote betekenis. Begin 1913 vertrok hij naar het toenmalige Nederlands Indië. Dit had oorspronkelijk geen politiek doel. Maar Sneevliet was te veel revolutionair om stil te zitten. Hij stortte zich in het politieke werk en leverde een belangrijke bijdrage aan het ontstaan van een socialistische beweging.

Nederlands Indië

In de Europese sociaal-democratie was het gebruikelijk om met enige neerbuigendheid te kijken naar de bevolking van de koloniën. Sneevliet daarentegen begreep het enorme revolutionaire potentieel van de bevrijdingsbewegingen die juist in die tijd opkwamen. Hij begreep ook dat socialisten aan de kant moesten staan van iedereen die in verzet kwam tegen imperialisme, onafhankelijk van hun klassenpositie of politieke kleur. Dit betekende in Indonesië steun voor de nationalistische Sarekat Islam.

Maar steun aan bourgeois-nationalisten is niet hetzelfde als een kritiekloze houding. Sneevliet beargumenteerde dat de lokale heersende klasse een onbetrouwbare bondgenoot was voor de Indonesische arbeiders, omdat haar doel uiteindelijk een onafhankelijke kapitalistische staat was, niet een vrije maatschappij. Daarom bouwde Sneevliet binnen de Sarekat Islam aan onafhankelijke socialistische organisatie.

Het werk van Sneevliet en zijn Indonesische kameraden was uitzonderlijk succesvol. De autoriteiten begonnen zich zorgen te maken. Vooral Sneevliets houding tegenover de Indonesische bevolking stoorde het bewind. ʻDat je in Holland zulke dingen zegt, maar hier! Zie je dan die domme smoelen van die Inlanders niet?ʼ vroeg een blanke aanwezige Sneevliet eens midden tijdens een toespraak over de mishandeling van Javaanse arbeiders. Sneevliet draaide zich om naar zijn publiek, vertaalde de opmerking in het Maleis en vroeg of zijn Javaanse toehoorders nu overtuigd waren van de superioriteit van de Nederlandse beschaving.

De Russische Revolutie zorgde voor een stroomversnelling. Begin 1918 sprak Sneevliet voor een bijeenkomst van 300 matrozen en soldaten. Vlak daarna werd een soldatenbond opgericht. Nu was de maat vol voor het koloniale bestuur. Dat sleepte hem voor de rechtbank. Eind 1918 werd hij verbannen.

In Nederland werd Sneevliet als held ontvangen. Maar zijn verblijf was van korte duur. Hij vertrok als vertegenwoordiger van de nieuw gevormde Communistische Internationale naar China, waar hij hielp bij de vorming van de Chinese Communistische Partij. China stoomde af op revolutie. Maar helaas was tegen de tijd dat die uitbrak in Moskou Stalin al de invloedrijkste man. Op zijn commando maakte de Chinese CP de fout die Sneevliet in Indonesië zorgvuldig vermeden had; ze koos voor een ondergeschikte rol ten aanzien van bourgeois-nationalisten. Die hadden er vervolgens geen moeite mee de CP uit te roeien op het moment dat het spook van revolutie te dichtbij kwam. Sneevliet was inmiddels terug in Nederland, waar hij het gevecht aanging tegen stalinisme.

Terug in Nederland

Sneevliet was bestuurder geworden van het NAS, dat in de golf van arbeidersstrijd aan het begin van de jaren twintig snel groeide en politiek gezien in de richting van de Nederlandse CPH bewoog. Ook Sneevliet werd lid van die partij. De CPH was een voortzetting van de eerder genoemde SDP, die uitgroeide van een politieke sekte tot een partij met ongeveer 2000 leden. Maar de interne verhouding ontwikkelden niet automatisch mee. Een langdurige strijd ontwikkelde tussen de oude partijleiding en een grote hoeveelheid opposities. De oppositie won na interventie van de Communistische Internationale. Maar dit bracht de partij van de regen in de drup. In plaats van sektariërs kwamen stalinisten in de leiding.

Sneevliet vertrok uit de partij en verklaarde zich solidair met de internationale oppositie rond Trotski. Hij vormde de Revolutionair Socialistische Partij. Op de helft van de jaren dertig fuseerde deze organisatie met een linkse afsplitsing van de SDAP en werd de RSAP, de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij, gevormd.

Deze partij, met enige duizenden leden, was een uniek verschijnsel. In de meeste landen was de dominantie van stalinisme over de linkervleugel van de arbeidersbeweging vrijwel compleet. Revolutionairen werkten in de jaren dertig onder extreem moeilijke omstandigheden. De overwinning van Stalin in Rusland en van Hitler in Duitsland wierpen hun schaduw over de grootschalige uitbarstingen van arbeidersstrijd die wel degelijk plaatsvonden. In die storm hielp Sneevliet een socialistisch geluid overeind houden.

Toen de Nederlandse regering stakende matrozen op het slagschip ʻDe Zeven Provinciënʼ liet bombarderen leidde Sneevliet het protest. Hiervoor werd hij veroordeeld tot gevangenisstraf. Maar zijn invloed bleek toen hij nog datzelfde jaar uit de cel in de Tweede Kamer gekozen werd.

In de eerste helft van de jaren dertig was Sneevliet een van Trotskiʼs belangrijke bondgenoten. Hij was een van de ondertekenaars van de ʻVerklaring van de vierʼ die opriep om in de toekomst tot de vorming van een nieuwe Internationale te komen. Uiteindelijk brak hij echter met Trotski. De laatste verweet hem politieke fouten op het gebied van de vakbondsstrategie en in zijn houding tegenover de POUM, een partij die een belangrijke rol speelde in de Spaanse burgeroorlog. Op beide punten had Trotski gelijk. Een groot deel van Sneevliets politieke erfenis, zeker op het gebied van strategie en tactiek en op het punt van de revolutionaire partij, is niet zonder problemen.

Maar op één punt had Trotski ongelijk. Hij dacht dat Sneevliet naar rechts zou opschuiven, weg van revolutionaire politiek. Het tegenovergestelde gebeurde. Sneevliet bewees zichzelf een laatste keer als revolutionair in de strijd tegen de fascistische bezetting. De ideeën van zijn Marx-Lenin-Luxemburg-Front onderscheidden zich sterk van die van de rest van het verzet: niet nationalistisch en anti-Duits, maar internationalistisch en antifascistisch. Niet voor een overwinning van Washington of Moskou, maar voor het derde front van de revolutie. Sneevliet stierf voor dezelfde idealen waarvoor hij geleefd had. Voor internationaal socialisme en arbeidersmacht.

 

Dit artikel verscheen eerder in De Socialist 134 van april 2002, onder de titel ʻZestig jaar na de executie van Sneevliet — Het leven van een revolutionair.

 

Naar boven