Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Olivier Besancenot: Wij willen dat de mensen zelf de macht uitoefenen! PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond & Freddy Dewille op woensdag, 31 maart 2004

Olivier Besancenot is één van de woordvoerders van de Ligue Communiste Révolutionnaire (LCR), de Franse zusterorganisatie van de SAP. Hij is een jonge postbode en behaalde bij de laatste presidentsverkiezingen in Frankrijk 4,3 % van de stemmen, oftewel méér dan een miljoen stemmen. Chris Den Hond en Freddy Dewille zochten hem op voor een exclusief interview.

Hoe verklaar je dat de LCR gegroeid is van 2000 tot bijna 5000 militanten ?

Olivier Besancenot:  De ‘Ligue’ is de enige politieke organisatie geweest die aansluiting vond met de maatschappelijke radicalisering die we sinds enkele jaren meemaken: de grote stakingen van 1995 en de andersglobalise-ringsbeweging. Er deed zich een politieke radicalisatie voor die zich zeer snel ook vertaald heeft in een electorale doorbraak van de radicale linkerzijde. Op het moment van de presidentsverkiezingen waren wij de enigen die de keuze maakten een jong gezicht naar voor te schuiven, een gezicht dat verbonden was met die radicalisatie van de jongeren en de wereld van de arbeid. Vandaag is er sociale strijd die geanimeerd wordt door behoorlijk jonge loontrekkenden, of het nu gaat om privébedrijven – Pizza Hut, Mac Do’,… - of publieke – zoals de post, het spoor enzovoort. 

Was het moeilijk voor de «ouden» binnen de Ligue om de fakkel aan de jongeren door te geven ? Is er geen gene-ratieconflict geweest?

Olivier Besancenot:  Neen, er is geen generationeel conflict geweest, maar evenmin is er sprake van het doorgeven van de fakkel. We hebben gepoogd te zeggen : er is een  nieuw gezicht, maar het is een bijkomend gezicht. Momenteel hebben we meerdere woordvoerders. Het gaat niet om Alain (Krivine, nvdr) die zijn plaats afstaat aan Olivier. Er is Alain, Roselyne (Vacchetta, nvdr) en Olivier en ik hoop dat er binnenkort een jonge werkende vrouw zal bijkomen. Tijdens de vorige presidentsverkiezingen wou Lutte Ouvrière (LO) geen samenwerkingsakkoord met ons. Op het congres hebben we besloten ervoor te gaan als LCR, maar we hadden geen kandidaat. Alain wilde niet omwille van persoonlijke redenen, maar ook om politieke motieven. Alain tegenover Arlette (Laguiller, van LO, nvdr) zetten, dat zou echt wel overgekomen zijn als huwelijk-scheiding-huwelijk-scheiding. De voltallige satirische pers kon er al de draak mee steken. We moesten dus een andere kandidaat vinden. Op dat moment hebben kame-raden van het politiek bureau me voorgesteld de kandidaat van de LCR te worden. Ze wisten me te overtuigen. Maar dat alles heeft zich afgespeeld op heel korte tijd,  anderhalve maand. 

En speelt dat een rol, het feit dat je jong bent en loontrekkend, dat je geen vrijgestelde bent maar een een fonctionnaire de la solidarité?

Olivier Besancenot: Voor mij was dat de voorwaarde. Ik wilde postbode, loontrekkende, blijven. Wij proberen aan te tonen dat de politiek geen beroep zoals een ander moet worden, dat men tegelijkertijd loontrekkende en politiek militant kan zijn. Dat is iets wat we willen blijven aantonen. Nu moeten we andere personen vinden om wat op die ingeslagen weg verder te gaan. 

Is de andersglobaliseringsbeweging belangrijk geweest voor de nieuwe golf jongeren die lid is geworden van de LCR ?

Olivier Besancenot:  Ja, als men onder de beweging tegen de liberale mondialisering een beweging begrijpt die zich niet simpelweg beperkt tot de tegentops, maar die ook de dagelijkse activiteit in de bedrijven omvat. Het gaat dan over de stakingen waarover ik net sprak, bij Pizza Hut, Mac Do’, maar ook over de strijd voor loonopslag of tegen ontslagen bij Danone, Michelin, SKF in Ile de France,… Al die mobilisaties zijn ook tegen de liberale globalisering gericht. De Ligue trekt vandaag zowel jonge precaire arbeiders en studenten aan alsook oudere syndicalisten die onze partij vaak al jaren volgden maar nu eindelijk de tijd rijp achten om lid te worden. En het is behoorlijk moeilijk om al deze mensen iets te kunnen bieden, om een specifiek kader te bieden aan elkeen en een algemeen kader voor iedereen te vinden. 

Hoe definiëren die nieuwe leden van de LCR zich : als trotskisten, marxisten, linksen, of gewoon als gerevolteerden ?

Olivier Besancenot:  Ik denk dat het om bijzonder gerevolteerde mensen gaat, verleid door revolutionaire ideeën, maar die nog overtuigd moeten worden van een heleboel dingen. We hebben besloten de deuren van de Ligue open te gooien. Daarom ook hebben we politieke vormings-scholen op poten gezet over de geschiedenis van onze stroming, over hoe we de toekomst zien, hoe we een pro-ject voor een revolutionaire samenleving kunnen doen heropleven. Ikzelf definieer me in de eerste plaats als re-volutionair. En ik denk dat de Ligue dat ook zou moeten doen: het is de organisatie van zij die de maatschappij willen veranderen. Ik begin helemaal niet te blozen van het trotskistisch etiket dat men op de Ligue plakt, maar in een televisiestudio pak ik daar niet onmiddellijk mee uit. Dat is oude geschiedenis. Zoals Krivine zegt, ik voel me trotskist tegenover de stalinisten, maar in mijn generatie zijn er geen stalinisten meer, en zoveel te beter. Deel uitmaken van een antistalinistische communistische orga-nisatie, daar ben ik fier op. 

Je gebruikt vaak het woord libertair, libertair-socialisme, libertair-communisme. Waarom ?

Olivier Besancenot:  Dat wordt mij een beetje opgespeld door de media. De media in Frankrijk begrijpen niet waarom ik me in de eerste plaats revolutionair noem. Ik breng alle revolutionaire ervaringen in rekening om te proberen te begrijpen wat gewerkt heeft en wat niet. Als iets mislukte, dan neem ik graag alle kritieken op die over die revoluties kunnen worden gemaakt, de libertaire kritiek op de Russische revolutie inbegrepen. Ik denk dat je die moet oppikken, net als de kritiek van Rosa Luxemburg op dat moment. Ik denk wel dat een aantal oude strategi-sche vragen vandaag opnieuw aan actualiteit winnen, ondermeer in het kader van de andersglobalistische beweging. Die beweging  is een beetje het slachtoffer  van haar eigen succes want, hoe meer ze zich opbouwt, hoe meer die nieuwe strategische debatten zich opwerpen. We hebben zeker en vast meningsverschillen met mensen als Tony Negri en ook met een deel van de opvattingen van de Mexicaanse zapatisten, die weigeren de kwestie van de macht te stellen en die zich er bijgevolg toe beperken een tegenmacht te blijven. De liberale linkerzijde van Blair en co daarentegen is enkel maar met macht bezig.  Ons discours luidt dat we de linkerzijde niet aan Tony Blair,  Schröder, Strauss-Kahn of Fabiuss mogen overlaten. Op basis van concrete ervaringen zullen we tot nieuwe opvattingen moeten komen over arbeiderscontrole, democratie, collectieve voorzieningen, over participatieve democratie, over politieke macht. Het is niet de macht als zodanig die ons fascineert. Wat wij willen, is dat de mensen ‘puissent pouvoir. Nous, on veut pouvoir plus que le pouvoir’.  

Na je eerste verschijningen in de grote media, zijn de opiniepeilingen pijlsnel gaan stijgen. Zijn de media belangrijk… en gevaarlijk?

Olivier Besancenot:  Gevaarlijk, ja, want ze blazen warm en koud tegelijk en ze kunnen je doen verdwijnen of discrediteren. Wij proberen onze media-interventie goed te modelleren. Daarom is het belangrijk meerdere woord-voerders te hebben. Ons centrale doel is dat het de Ligue als organisatie is die gekend zou zijn om wat ze elke dag doet. En momenteel slagen we daar vrij goed in. Maar het is altijd op het randje. Terzelfdertijd is het allemaal weinig geruststellend voor de democratie. Pas toen we ons via twee televisiejournaals konden richten tot miljoenen personen, die zelfs niet eens wisten dat de LCR bestond, stegen we sterk in de polls. Die media hebben ook hun eigen wetmatigheden; je moet miljoenen personen kunnen aanspreken. Dat is niet hetzelfde als je richten tot tientallen of honderden personen. Je moet op eenvoudige wijze dingen kunnen uitleggen die helemaal niet evident zijn. 

Als je verkozen zou worden als Europarlementslid in Brussel, denk je dat er een Besancenot-effect zou ontstaan in België?

Olivier Besancenot: Op dit moment ben ik niet verkozen. En in Frankrijk zijn er verkiezingshervormingen die erg streng zijn. Het zal zeer moeilijk zijn om verkozenen te halen. 

In Europa vindt er een herschikking van de radicale linker-zijde plaats met behoorlijk wat succes. België blijft een uitzondering. Wat zouden we volgens jou kunnen doen in België ?

Olivier Besancenot:  Ik kan geen raad geven voor België omdat ik niet over de middelen beschik om een oordeel te vellen. Ik denk dat de enige uitweg de coördinatie van verschillende groepen is op Europees niveau. De coördinatie van de organisaties van de antikapitalistische linker-zijde op Europese schaal geeft hoop aan iedereen. Dat zou de krachtsverhoudingen veranderen. Jullie kunnen denken dat in Frankrijk alles vlotjes gaat, maar wij kennen ook hoogtes en laagtes. Er zijn supermoeilijke momenten, waarop we met de handen in het haar zitten. Wat er nu gebeurt in Europa stuwt in elk geval naar een radicalisering. Het probleem is dat er in elk van onze landen een snelheidswedstrijd ingezet is tussen aan de één kant een sociale en politieke radicalisering op antikapita-listische, solidaire, klassenstrijdbasis, en aan de andere kant, een sterke groei van extreem-rechts, op chauvenistische, nationalistische basis. Die koers speelt zich af in alle Europese landen. Daarom moeten we ons verenigen op Europees vlak en bijvoorbeeld samen strijd leveren tegen de Europese grondwet zoals die nu in de maak is. We moeten ook binnen de beweging voor een andere globalisering pleiten voor een politiek verlengstuk en in de praktijk tonen dat een antikapitalistische linkerzijde mogelijk is. Op die manier zullen we in Europa mekaar moeten helpen om de dingen te doen bewegen.

Naar boven