Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Camile Dagher, IVe Internationale in Libanon: "Wij zijn voor de eenmaking van de Arabische wereld, met respect voor de minderheden" PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond, Mireille Court en Nicolas Qualander op dinsdag, 25 september 2007
Camile Dagher is advocaat en militant van de Libanese afdeling van de IVe Internationale. De groep is klein, dat is zeker, maar wordt gerespecteerd binnen de Libanese linkerzijde.

Welke vorm van samenwerking kan de linkerzijde in Libanon aangaan met Hezbollah? Onvoorwaardelijke steun, kritisch steun of een totale verwerping van een beweging die islamitisch is?

De linkerzijde moet Hezbollah zeker niet onvoorwaardelijk steunen. De linkerzijde moet Hezbollah niet enkel beoordelen op haar rol in de nationale bevrijdingsstrijd, maar ook op haar sociaal programma. Wij vinden dat dit programma conservatief is wat betreft vrouwen, het kapitalisme en de klassenmaatschappij. Hezbollah is niet tegen de klassenmaatschappij, ook niet tegen het kapitalisme. Toen er Hezbollah-ministers zetelden in de Libanese regering, hebben zij zich niet gedistantieerd van de privatisering en het neoliberalisme. Op een bepaald moment heeft de minister van de elektriciteit, een lid van Hezbollah, zelfs aanvaard stappen te zetten in de richting van een privatisering van de elektriciteitssector. Toen de sociale basis van Hezbollah massaal op straat betoogde, heeft Hezbollah een rem gezet op de privatisering, maar in principe zijn ze er niet tegen. Wij zijn voor een antiliberaal en antikapitalistisch programma en dat is niet het geval van Hezbollah. Wat ons dus bindt aan Hezbollah is haar nationaal programma, haar standpunt tegen het imperialisme en vooral tegen het Noord-Amerikaanse imperialisme. Ook haar standpunt tegen Israël. Op dat vlak hebben wij veel gemeen met Hezbollah.

De rol die Hezbollah gespeeld heeft in de jaren 90 tot aan de bevrijding van heel de Libanese grensstreek in mei 2000 is zeer belangrijk geweest. Dat heeft heel veel veranderd in het Libanese politieke landschap, en zelfs tot ver buiten Libanon. In de Arabische wereld zijn de mensen gewend geraakt dat Israël gebieden bezet en zich slechts terugtrekt na draconische toegevingen vanwege het bezet volk. Maar hier in Libanon zijn de Israëli's verplicht geweest zich terug te trekken in het jaar 2000 zonder één enkele toegeving. De 33-dagen durende oorlog in 2006 heeft ook veel veranderd. Voor de eerste keer zien we dat Israël er niet alleen niet in slaagt Arabische gebieden te bezetten, maar dat ze zelfs een groot aantal soldaten en officieren verliest in de gevechten. Voor de eerste keer maken we mee dat het oorlogsterrein zich niet alleen afspeelt op Arabisch grondgebied, maar ook binnen Israël. Dat is een zeer belangrijke wending, niet alleen voor de manier hoe de Arabische massa's de zaken bekijken, ook voor de Israëlische bevolking.

We mogen niet vergeten dat het Libanese verzet begonnen is als een verzet van Arabische communisten en nationalisten. Het merendeel van de Libanese grondgebieden dat bevrijd werd in de jaren 80 was vooral het werk van de communisten. Op een gegeven moment, onder Syrische of Iranese druk, heeft Hezbollah de oorlog verklaard aan de communisten om zelf een monopolie te verwerven op het verzet tegen de Israëlische bezetting. Het is heel belangrijk dat we dat niet vergeten, ook al erkennen we volmondig de positieve rol die Hezbollah vandaag speelt in het verzet. Vandaag zijn wij van mening dat de Libanese communisten zich terug zouden moeten bewapenen om terug een belangrijke rol te kunnen spelen in het verzet. Het verzet vandaag gaat veel verder dan de verovering van de boerderijen van Cheba'ah. Wij menen dat het gaat om een verzet tegen het bestaan van de staat Israël als een racistische en religieuze staat in onze regio en tegen de Noord-Amerikaanse hegemonie in heel de Arabische wereld, tegen de Noord-Amerikaanse militaire basissen in het Nabije Oosten en elders in de wereld. Wij zijn van mening dat de communisten en andere anti-imperialistische, anti-Israëlische en antizionistische krachten een rol moeten spelen op lange termijn, dat ze een langdurige bevrijdingsoorlog moeten voeren tegen dat racistische Israël. Dit kan enkel maar op een succesvolle manier gebeuren als de communisten en progressieve krachten een voortrekkersrol spelen in het verzet. Om al die redenen meen ik dat wij en alle communisten onze steun moeten verlenen aan Hezbollah, maar die steun moet voorwaardelijk zijn en kritisch onder het motto: "Apart opstappen, samen toeslaan."

Welk is jullie standpunt over Palestina? Twee staten of één staat?

Deze morgen was ik een tekst aan het vertalen die wij als Libanese trotskisten geschreven hebben in 1973 en die toen als resolutie is aangenomen door andere Arabische revolutionaire groepen. De resolutie is gepubliceerd in een klein boek met als titel: "De Arabische revolutie, de huidige situatie en perspectieven."

In die tekst, lang geleden geschreven, staat het antwoord geformuleerd op de huidige Palestijnse kwestie. De resolutie stelt dat één van de essentiële taken van de Arabische revolutie bestaat in de eenmaking van de Arabische wereld met een respect voor de rechten van de minderheden in de Arabische wereld. In de tekst staat zelfs het recht op zelfbeschikking van nationaliteiten zoals de Koerdische of de Berbernatie. Wat betreft de staat Israël hebben wij een genuanceerd standpunt: "De Israëlische situatie is totaal verschillend. De joodse meerderheid in de staat Israël heeft de autochtone Arabische bevolking verdreven. In die zin bestaat het enige revolutionaire standpunt erin de erkenning van het totale en onvoorwaardelijke recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking, dat wil zeggen het recht op terugkeer in alle gebieden waarvan ze werd verdreven zodat ze kan leven vrij van elke vervolging. Dit recht toekennen en toepassen impliceert de vernietiging van de zionistische staat Israël, die opgericht is op een racistische basis. De vernietiging van de staat Israël zou gepaard moeten gaan met het verdwijnen van andere Arabische staten om het mogelijk te maken een eengemaakte Arabische staat op te richten. Het nationale karakter van de revolutie in het Nabije Oosten wordt zo niet alleen bepaald door het Palestijnse volk, maar ook door de meer algemene kwestie van de Arabische eenheid. In die context stelt zich het probleem van de huidige joodse inwoners in Israël die na het verdwijnen van de zionistische staat een minderheid zullen vormen. Als we de socialistische democratie op die minderheid toepassen, zoals we ze kunnen toepassen op eender welke nationale groep, staat die wars van elke vorm van chauvinisme. Lenin heeft dat in zijn tijd al duidelijk gesteld. Tegen elke vorm van hegemonie van een natie of een taal, tegen vervolging van of onrechtvaardigheid tegen een nationale minderheid. Dat wil zeggen dat alle burgerlijke en civiele rechten worden toegekend aan de joodse inwoners en dat ze gelijk behandeld worden als de Arabieren. De Arabische revolutie is niet verenigbaar met een staat die expansionistische neigingen vertoont of met een staat die bewapend wordt door het imperialisme. Dat is een tekst die in 1973 geschreven werd en die vandaag de dag nog altijd actueel is.

De tekst is misschien nog wel toepasselijk vandaag, maar de Palestijnse leiding heeft ondertussen de staat Israël erkend. Blijven jullie het standpunt verdedigen dat het bestaan van de staat Israël een bedreiging vormt voor de rechten van de volkeren in de regio?

Het is een ingewikkelde zaak. De erkenning door de PLO van de staat Israël en het bestaan van Israël op 80% van het historische grondgebied van Palestina maakt de zaak heel ingewikkeld. Maar dat verandert niet veel aan de grond van de zaak. Toen de PLO Israël erkende, waren wij daar tegen. Wij hebben die erkenning sterk bekritiseerd, alsook de Oslo-akkoorden. Wij waren tegen de Oslo-akkoorden. In het oorspronkelijke programma van de PLO staat dat ze voorstander zijn van een Palestijnse democratische lekenstaat die joden en Palestijnen op voet van gelijkheid zou behandelen. Maar de PLO heeft haar programma gewijzigd en ging akkoord met de oprichting van een Palestijnse staat enkel op Palestijnse gebieden die in 1967 bezet werden. Op dit ogenblik gaan de Arabische regimes er zelfs mee akkoord, en de PLO ook, dat een Palestijnse staat zou worden opgericht op de bezette gebieden in 1967 zonder dat de verdreven Palestijnen het recht zouden hebben terug te keren naar de gebieden vanwaar ze afkomstig zijn, namelijk de bezette gebieden van 1948. Wij vinden dat totaal onrechtvaardig. Het recht op terugkeer van de Palestijnen is een gewettigd recht dat zelfs door de UNO in tientallen resoluties is erkend.

Wij zijn voor een revolutionaire oplossing van de joodse kwestie. Wij zijn voor een revolutionaire verandering in de Arabische wereld die de Arabische joden, die nu in de staat Israël wonen, de gelegenheid geeft terug te keren naar hun land van oorsprong: Jemen, Syrië, Libanon, Egypte, Irak en de Maghreb-landen. Daar moeten ze op een gelijke manier behandeld worden als de andere inwoners.

Hoe hebben jullie gereageerd toen Al Manar, de televisie van Hezbollah, geen licentie meer kreeg in Frankrijk?

Al Manar, de televisie van Hezbollah in Libanon, is verboden in Europa, vooral in Frankrijk. Toen Frankrijk de licentie voor Al Manar introk, hebben wij een persmededeling verspreid waarin wij deze Franse beslissing streng veroordelen. Wij vinden dat Al Manar een totale vrijheid moet hebben om uit te zenden en om gezien te kunnen worden door Europeanen, vooral door Fransen. Ik meen dat die persmededeling in Rouge verschenen is, het weekblad van de Franse LCR. We hebben het artikel nooit gezien, maar men heeft ons gezegd dat het is verschenen.

Naar boven