Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Albert Faust: de weg van een authentieke syndicalist PDF Print Email
Geschreven door Manuel Abramowicz op vrijdag, 10 juni 2005

Bij Éditions Labor is net een boek uit dat volledig gewijd is aan het bewogen leven van Albert Faust (1945-2004). Het boek werd geschreven door Rood-medewerker Freddy De Pauw. Een goede gelegenheid om even stil te staan bij het uitzonderlijke militante en politieke parcours van deze ABVV-voorman en bij een stukje geschiedenis van de Belgische communistische beweging. Albert Faust viel niet zomaar in een hokje te steken. Hij behoorde tot het type van mensen dat vandaag steeds zeldzamer wordt. Maar zal hij ook onthouden worden als één van de grote namen van het Belgisch syndicalisme? Zeker en vast, en dat verdient hij ook.

Albert Faust kwam niet uit trotskistische rangen, noch uit die van de sociaal-democratie. Als jonge kerel engageerde hij zich eerst bij de moskougezinde communistische jeugd. Hoewel hij toen nog erg jong was, volgde hij de marxistisch-leninistische pro-China (en pro-Stalin) dissidentie, die in 1963 vorm kreeg onder leiding van Jacques Grippa, een eerdere held van het communistisch verzet tegen de nazibezetter en autoritaire leider van de PC. Op 18-jarige leeftijd werd Faust door Grippa aangesteld als de leider van zijn jongeren.

Albert Faust was toen reeds een uitzonderlijke politieke activist, die de ideologische strijd niet schuwde. Hij was intelligent, een echte volksmenner en werd een inspirator van vele jongeren rondom hem. Hij reisde naar China, samen met een man die later één van de bekendste advocaten van België zou worden, nl. Michel Graindorge en schreef achteraf lange en uiterst lovende artikels over Rood China in de partijkrant ‘La Voix du Peuple’. Maar niet voor lang. Faust was het niet langer eens met het grippisme en koos de kant van de eerste afsplitsing in 1964. Dissidenties en uitsluitingen zouden vanaf dan legendarische vormen aannemen bij de maoïstische formatie.

Internationalist en communist

Zijn ex-partij tracht met hem af te rekenen, en schuwt daarbij de sinistere stalinistische methodes allerminst. Zo werd hij er zelfs, volledig volgens de gangbare paranoïde rethoriek, van beschuldigd deel uit te maken van een "groep van fascistische gangsters die ten dienste van de CIA werkte". Mocht hij in Peking gebleven zijn, zou Albert Faust zonder twijfel in één van de sinistere gevangenissen of heropvoedingskampen van het dictatoriale regime zijn terechtgekomen... 

Maar Albert Faust zet zijn militante weg elders voort. Aangestoken door het arbeidersinternationalisme, gaat hij zich engageren in strijdbewegingen, die hem naar Palestijnse vluchtelingen- en trainingskampen in de VS leiden. Daar aan de andere kant van de Atlantische oceaan zal hij de strijd steunen van arbeiders van een Amerikaans filiaal van een grote Belgische onderneming. Intussen was hij een overtuigde syndicalist geworden. Zijn verantwoordelijkheidszin en zijn veelzijdige capaciteiten zorgen ervoor dat hij opgang maakt binnen het ABVV, waar hij opklimt tot in de leiding van het Brusselse ABVV. Hij wordt algemeen secretaris van de brusselse BBTK, en boet daarbij niets aan combativiteit in.

Hij was een koppige doorzetter die tot het uiterste kon gaan om zijn visie op de dingen te verdedigen. Hij had van niets of niemand schrik en hield van het leven. Hij was een gepassioneerde liefhebber van het Franse chanson, yiddische melodieën en folkmuziek. Hij was sinds jaar en dag bevriend met de communistische zanger Jean Ferrat en zou nooit zijn marxistische idealen laten varen. Hij is een aantal keren lid geweest van de PS en sloot zijn politieke activiteit af met een poging tot een herstichting van het communisme in België. De PC (die hij in 1963 verlaten had) kon op zijn steun rekenen en heel wat van zijn "linkerarmen" zouden ook in die partij actief worden. Lees verder op pagina 15.

Een modelvoorbeeld voor een nieuwe linkse partij vond Faust in de de Duitse PDS (Partij voor Democratisch Socialisme). Die partij werd geleid door een andere vriend van hem, George Gysi, en verzamelt ook vandaag nog verschillende marxistische stromingen, waaronder ook trotskistische.

Strijsyndicalist

Op syndicaal vlak bleef Faust heel zijn leven akkoord met de tradities van het strijdsyndicalisme, zoals het eerder bedreven werd door André Renard, Jacques Yerna en andere belangrijke leiders of basismilitanten van het ABVV. De ‘13 van Clabecq’ konden onmiddellijk op de politieke steun rekenen van de leiding van de Brusselse BBTK. Zijn eerlijkheid maakte dat hij steevast op de steun en het respect kon rekenen van de meest gedegen en autentieke syndicalisten. Oud algemeen secretaris van het ABVV, George Debunne, is zijn ‘compagnon de route’ steeds blijven verdedigen, ook tijdens de open heksenjacht van de ABVV-top tegen de "gauchisten" van het Rouppeplein (hoofdkwartier van de Brussel BBTK). Voor Debunne was Faust een model. Faust slaagde erin om de BBTK van brussel verder uit te bouwen. Onder zijn leiding steeg het ledenaantal van 12.000 tot 80.000! Bovendien was hij ook de bezieler van een echt volksfeest op 1 mei in Brussel.

Het is slechts een greep uit de levenswandel van Albert Faust. Méér over hem lees je in het zeer vlot geschreven boek "Le coeur au poing" van ex-Standaard journalist en Rood-medewerker Freddy De Pauw. 

(*)" Albert Faust, le cœur au poing ", Freddy De Pauw, éditions Labor, 2005, 116 p.

Naar boven