Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Het Plan Vandenbroucke moet nog steeds weg ! PDF Print Email
Geschreven door Freddy Bouchez op woensdag, 18 mei 2005
Sinds juli 2004 worden mensen die 15 tot 21 maanden werkzoekend zijn, opgeroepen door de RVA. Tijdens een gesprek wordt er dan gekeken hoe het zit met hun beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. Aan hen om te bewijzen dat ze actief zoeken naar een job, zonier kunnen ze hun recht op een werkloosheidsuitkering verliezen. Die gesprekken bij de RVA gingen in oktober 2004 van start en tot juni 2005 zullen in de eerste plaats mensen jonger dan 30 worden opgeroepen. Vanaf juli 2005 zijn dan de personen tussen de 30 en de 39 aan de beurt. Volgend jaar in juli gaan dan de audities voor de mensen van 40 tot 49 van start. Freya Vandenbossche, de federale minister van werk, maakte een eerste bilan op in januari. Zij leek tevreden over de resultaten. Wij zijn dat allerminst...

Tijdens de gesprekken met de RVA krijgen de betrokken werkzoekenden vaak de vraag gesteld of ze ingeschreven zijn in een interimkantoor. Zeer vaak ook worden doppers verplicht om zich in te schrijven bij een aantal interimkantoren en hun jobaanbiedingen te aanvaarden. Dat maakt al meteen duidelijk dat één van de belangrijkste doelstellingen van deze controlemaatregel erin bestaat om werklozen te dwingen om zomaar elke job te aanvaarden, zelf als het over uiterst tijdelijke jobs gaat. Je moet weten dat interimkantoren vaak werken met dagcontracten. Ze telefoneren je bijvoorbeeld de dag zelf nog op, met de boodschap dat als je deze aanbieding weigert, je in de toekomst niet langer in aanmerking zal komen voor jobaanbiedingen. Steeds meer bedrijven doen een beroep op interimkantoren om hun aanwervingen te regelen en het interimcontract dient in dat geval als testperiode. Deze praktijken kom je vandaag courant tegen in een aantal sectoren, bijvoorbeeld in de grootwarenhuizen. Het is allerminst uitzonderlijk om vandaag mensen te vinden die langer dan een jaar voor dezelfde firma werken met een interimcontract. Dat biedt de werkgever de mogelijkheid om de werknemers in te zetten zoals hij dat wenst. De ene week zal de werknemers slechts één dag hoeven komen werken, de volgende week, als het de patroon goed uitkomt, zal hij lange dagen kloppen.

Erger nog, sommige interimkantoren aarzelen zelfs niet om doppers die aanbiedingen weigeren aan te geven bij de RVA.  Op die wijze dreigden in een aantal doplokalen werkzoekenden hun uitkering te verliezen voor een periode van 4 tot 52 weken. Bepaalde interimkantoren hadden dit al eens eerder gedaan met mensen die een leefloon krijgen van het OCMW. Ook toen kregen die minimumtrekkers sancties opgelegd. Dat was bijvoorbeeld het geval in La Louvière enkele jaren geleden, toen Adecco mensen aangaf. Laatst gad Aktief Interim de namen van werkweigeraars door aan de RVA. Wat betekent de term 'kwaliteitsvolle job' nog in een context waarin mensen van interimkantoor naar interimkantoor moeten hollen op zoek naar werk?

Laten we toch ook niet vergeten dat de RVA een openbare dienst is, die er zich in zo'n gevallen toe leent om private belangen te laten primeren en eraan meewerkt om onze leef- en arbeidsomstandigheden onderuit te halen. De link tussen die versterkte controles op werklozen en de interimkantoren maakt duidelijk dat het patronaat en de regering gezamelijk werken aan een steeds onzekerder wordende arbeidsmarkt, om zo de loonkosten te drukken en de flexibiliteit op te drijven. De druk die uitgeoefend wordt door de RVA zorgt ervoor dat werkzoekenden steeds meer schrik krijgen om een job, die hen niet bevalt, te weigeren.

Het Plan Vandenbroucke en de VDAB

In de werkloosheidswetgeving staat dat de werkzoekende moet ingaan op uitnodigingen van de VDAB. Als hij weigert kan hij gesanctioneerd worden door de RVA. Gedurenden een aantal jaren maakte de RVA daar geen prioriteit van. De uitvoering van het Plan Vandenbroucke heeft echter geleid tot een echte politieke koehandel tussen de federale regering en de gewesten. Zo heeft de Waalse regering bijvoorbeeld extra middelen geëist voor de FOREM (VDAB in Wallonië) zodat die een vernieuwd begeleidingsplan voor doppers kan opstellen. Sindsdien worden alle mensen die door de RVA worden opgeroepen voor een controlegesprek in verband met hun beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, ook nog eens uitgenodigd door de FOREM. Indien ze niet komen opdagen, wordt dat meteen gerappoteerd aan de RVA. Op die manier heeft de RVA nog een argument bij om werkzoekenden te sanctioneren...

Eén van de gevolgen van het Plan Vandenbroucke is dus dat zelfs het begeleidingstraject van de VDAB niet op vrijwillige basis gebeurt. Indien je niet meewerkt met de VDAB, heeft dat ook onmiddellijke gevolgen voor je relatie met de RVA. Deze overdracht van gegevens is zogezegd bedoeld om de werkloze te beschermen. In realiteit is het duidelijk dat de doppers die om welke reden dan ook niet in de mogelijkheid zijn om al die dwingende verplichtingen na te komen, er slecht van af komen.

Dat wordt ook duidelijk als je ziet dat de jongste weken het aantal personen dat opgeroepen wordt door de RVA sterk gestegen is. Het gaat steevast om mensen die onvoldoende hebben meegewerkt met de VDAB. Als ze hun afwezigheid bij de VDAB niet kunnen verantwoorden, riskeren ze hun uitkering te verliezen voor een periode van 4 tot 52 weken. Het is duidelijk dat de politieke druk op de VDAB en de Forem toeneemt. Kennelijk wil de politiek absoluut bewijzen dat de arbeidsbemiddeling in ons land wél voldoende repressief is.

Het Plan Vandenbroucke en artikel 80

Artikel 80 houdt in dat samenwonende langdurige werklozen hun uitkering verliezen als hun gemeenschappelijk inkomen een bepaald plafond overschrijdt en als de  persoon in kwestie niet een voldoende aantal jaren heeft gewerkt. Dit artikel is verdwenen op het moment dat de controlemaatregelen in verband met beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt hun intrede deden. Wij hebben steeds geijverd voor de afschaffing van artikel 80 maar niet opdat het zou vervangen worden door een plan dat de controle enkel uitbreidt en dat toelaat om alle werklozen te raken, ook de alleenstaande of de gezinshoofden. Noteer trouwens dat nog steeds een hele reeks sociale organisaties de afschaffing van dat artikel eisen en dat België omwille van dat artikel veroordeeld werd door de Sociale en Economische Raad van de Verenigde Naties, die vond dat het discriminerend werkt, in de eerste plaats voor vrouwen.

Vanaf juli 2005 zullen de dertig plussers opgeroepen worden door de RVA, in het kader van het Plan Vandenbroucke. Hen zal gevraagd worden welke inspanningen ze het afgelopen jaar hebben gedaan om werk te vinden, zonder rekening te houden met eerdere werkervaringen. Welnu, vooral tussen de oudere werklozen zijn er vaak mensen die tien, vijftien of zelf twintig jaar gewerkt hebben in een bedrijf om dan het slachtoffer te worden van herstructureringen. Het is ronduit schandalig dat mensen die heel hun leven gewerkt hebben zich plots moeten verantwoorden voor de periode van één jaar, zeker als je ziet tot welke sociale en menselijke drama's bedrijfssluitingen kunnen leiden.

Het Plan vandenbroucke viseert in de eerste plaats de vrouwen

Vrouwen die reeds enkele maanden zwanger zijn, kunnen evengoed opgeroepen worden. Nochtans weet iedereen dat vrouwen tijdens hun zwangerschap bitter weinig kans maken om aangenomen te worden. Maar ook zij moeten bewijzen kunnen voorleggen van hun zoektocht naar werk en sommigen hebben beloftes moeten ondertekenen dat ze inspanningen zouden doen om werk te vinden.

Het staat nu reeds vast dat heel wat van die vrouwen de nodige bewijzen niet op tafel zullen kunnen leggen en dus gestraft zullen worden. Vrouwen die borstvoeding geven, kunnen evenmin rekenen op een vakantieperiode, gezien deze mogelijkheid niet bestaat voor doppers. Straffe koffie, als je weet dat dezelfde wetgeving wel bepaalt dat deze vrouwen actief moeten zoeken naar werk. En wat met de zovele alleenstaande moeders - en in veel mindere mate vaders - die de ganse verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen dragen? In de controlegesprekken tracht de RVA hen te dwingen om een oplossing te vinden in de vorm van kinderopvang. Er moeten dan beloftes in die zin op papier ondertekend worden, terwijl iedereen weet dat er een zeer groot gebrek is aan kinderopvang voor kindjes beneden de drie jaar. Aan de ene kant dwingt de staat die mensen om een oplossing te vinden, aan de andere kant is ze zelf niet bereid om er de nodige middelen voor vrij te maken.

De enige mogelijkheid om aan deze dwingende maatregelen te ontsnappen is artikel 90 van de werkloosheidswetgeving. Volgens dat artikel kan de RVA ouders vrijstellen van controle omwille van de opvoeding. De kinderen moeten dan jonger zijn dan vier jaar. Maar deze vrijstelling om te gaan stempelen, maakt wel dat je uitkering daalt. De uitkering draait in dat geval zo rond de 10 euro per dag. Enkel samenwonende werklozen, waarvan de partner een min of meer goede job heeft, hebben dus toegang tot het systeem. Voor de anderen, alleenstaande werklozen, gezinshoofden of samenwonende werklozen die het niet breed hebben, is de uitkering gewoon te laag. Aan de ene kant voorziet de wet dus wel een mogelijkheid van vrijstelling omwille van de opvoeding van kinderen, aan de andere kant bestaat die mogelijkheid niet voor iedereen... Vele alleenstaande moeders en vaders zullen dus opgeroepen worden en zullen met het zwaard van Damocles boven het hoofd een tweede gesprek tegemoet gaan. 

Het Plan vandenbroucke en opleidingen

Werkzoekenden die een opleiding volgen, zelfs zonder vrijstelling van stempelcontrole, zouden in principe gerust gelaten moeten worden door de RVA, in zoverre dat het om een serieuze opleiding gaat, die volgehouden wordt. De RVA, zegt men ons, is niet de instelling die je begeleidt in het maken van een keuze in verband met de opleiding die je wil volgen (dat doet de VDAB). Toch beslist de RVA erover of je al dan niet een vrijstelling van stempelcontrole krijgt. Een beetje bizar toch. Een aantal doppers worden dus positief beoordeeld omdat ze een opleiding volgen, maar kunnen toch niet rekenen op een vrijstelling. Als je een opleiding volgt, hoef je dus geen schrik te hebben voor de controle op je beschikbaarheid, maar het levert minder op als je nog geen jaar werkloos bent of als je een opleiding volgt in een sector die wordt beschouwd als problematisch voor het vinden van een job. Als je bijvoorbeeld minder dan een jaar werkloos bent en je 's avonds les volgt en overdag stage loopt, kom je niet in aanmerking voor vrijstelling van stempelcontrole. Nochtans is zo'n vrijstelling eigenlijk nodig om stages te kunnen lopen. Wie geen vrijstelling krijgt, maar wel positief beoordeeld wordt omwille van de opleiding die hij volgt, zal de opleiding moeten stoppen op de dag dat hij een werkaanbod krijgt. Deze mensen moeten immers in de eerste plaats beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Volgens het Plan Vandenbroucke wordt er geen termijn voorzien voor het volgen van een opleiding en kan je slechts vrijstelling krijgen als je langer dan een jaar werkloos bent en een opleiding volgt in een sector die het economisch goed doet. Wie vrijgesteld wordt moet nog steeds blijven verder zoeken naar een job, maar zal niet gecontroleerd worden. Wat Freya Vande Bossche van deze onlogische aanpak vindt weten we niet, maar heel wat doppers begrijpen er niet veel meer van.

Hoe dan ook kan je je de vraag stellen waarom je eerst een volledig jaar werkloos moet zijn, alvorens je een opleiding kan volgens met vrijstelling van stempelcontrole. Wat een tijdsverlies voor een dopper, die volgens hetzelfde plan zich zo snel mogelijk moet upgraden om opnieuw klaar te zijn voor de arbeidsmarkt. En dan die uitleg over de opleidingen in slechte economische sectoren... Is het vandaag niet in alle sectoren moeilijk om een baan te vinden? In plaats van aan doppers allerhande restrictieve maatregelen op te leggen, zou de overheid beter midddelen vrijmaken om kwaliteitsvolle banen te scheppen door de arbeidsduur te verminderen en ons stelsel van brugpensioen te beschermen in plaats van af te breken. De overheid zou zelf banen kunnen scheppen in sectoren als de bouw van woningen, openbaar vervoer, de culturele wereld of milieubehoud. De regering zou meer durf moeten tonen en een vermogenbelasting invoeren, om middelen te vinden voor het scheppen van banen. In plaats van de toegang tot opleidingen te beperken zou de regering het volgen van stages financieel interessanter kunnen maken. De stagevergoeding bedraagt vandaag nog steeds 1 euro per uur.

Conclusies

Het Plan Vandenbroucke werd voorgesteld als een plan dat werklozen zou helpen bij het vinden van een job. Om een job te vinden zouden er natuurlijk in de eerste plaats jobs moeten zijn. Bovendien zouden het best jobs zijn die je niet na enkele maanden alweer kwijt bent, vaste jobs. Wie doppers wil helpen een job te vinden, zou dus prioritair moeten bezig zijn met het scheppen van jobs. We zien niet in hoe je werklozen helpt als je hun uitkering afpakt (tussen oktober 2004 en januari 2005 verloren 500 werklozen voor minimaal vier weken hun uitkering, 1/3 van de opgeroepen werklozen hangt een sanctie boven het hoofd tijdens het tweede gesprek). Als je werklozen wil helpen, moet dat op een vrijwillige basis gebeuren en zonder de dreiging met sancties. Zoniet creëer je eerder een klimaat waarin werklozen verplicht worden om zomaar elke flexibele hondnjob te aanvaarden, op straffe van het verliezen van hun uitkering. Het Plan Vandenbroucke gaat in die richting. Gezien we ons verzetten tegen oprukkende flexibilisering en precarisering van de arbeidsmarkt, blijven we ook de afschaffing van dat Plan eisen.

Naar boven