Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een grote overwinning voor het ANC PDF Print Email
Geschreven door Mercia Andrews & Brian Ashley op dinsdag, 29 juni 2004
Wat was het antwoord van de Zuid-Afrikaanse kiezers op bijna tien jaar neoliberaal beleid? Ze gaven het regerende ANC de grootste electorale overwinning tot nu toe. De partij won met overgrote meerderheid; het kreeg bijna zeventig procent van de stemmen.

De verkiezingen liepen dus uit op een overwinning voor het ANC, terwijl deze partij de afgelopen tien jaar verantwoordelijk is geweest voor de vernietiging van meer dan een miljoen banen; een stijging van de werkloosheid tot bijna veertig procent; de herverdeling van minder dan drie procent van het land; het vertragen van de ontwikkeling van een uitgebreid programma voor de behandeling van HIV/AIDS - en dat ondanks de hoogste infectiegraad ter wereld; de privatisering van de belangrijkste sectoren van de economie; het afsluiten van water, elektriciteit en andere diensten in arme gemeenschappen; de toename van armoede en ongelijkheid sinds 1994.

Geen alternatief

De opkomst in deze verkiezingen was beduidend lager dan vijf jaar geleden, maar niet zo laag dat de legitimiteit van het ANC of de geloofwaardigheid van het politieke systeem zelf werd ondermijnd. Van de 27,5 miljoen volwassenen registreerden 20,6 miljoen mensen zich. Op de lagere opkomst was gerekend – als de politieke situatie in een land normaliseert gebeurt dat. Onder het grote aantal mensen dat niet ging stemmen bevinden zich niet alleen jongeren uit de townships – vervreemd van de werkelijkheid door een ellendig toekomstbeeld van werkloosheid en armoede – maar ook blanke en zogenoemde ‘gekleurden’ (coloreds) die niet het gevoel hebben onderdeel uit te maken van de veranderde politie situatie.

De overweldigende verkiezingsoverwinning van het ANC is de uitkomst van verschillende factoren, maar de sleutel is het gebrek aan een geloofwaardig alternatief. Door een conservatief macro-economisch programma, gebaseerd op het IMF en de Wereldbank, schoof het ANC op naar het centrum van het politiek landschap. Daar bleef weinig ruimte over voor traditionele bourgeoispartijen. De belangrijkste oppositiekrachten - de Democratic Alliance (DA), de Inkatha Freedom Party (IFP) en de New National Party (NNP), worden nog sterk met het apartheidsregime geassocieerd met het apartheidsregime en slaagden er niet in door te dringen tot de grote groep zwarte ANC aanhangers.

De DA (de voormalige ‘progressieve’ vleugel van de bourgeoisie) is verder naar rechts opgeschoven. Ze speelden in op de onzekerheid van verschillende minderheidsgroepen in de samenleving door de aanval te openen op regels voor positieve discriminatie. Ze bepleitten ook de terugkeer van de doodstraf en andere strenge anticriminaliteitsmaatregelen. Hun stemmenaantal groeide van 9,5 procent tot 12,3 procent, ten koste van de NNP, die gedecimeerd werd. De laatste, de apartheidspartij bij uitstek, probeerde zichzelf opnieuw uit te vinden door zich voor te stellen als de gematigde stem van de verschillende bevolkingsgroepen. Bovendien beloofde ze haar aanhangers een matigende invloed op het ANC. Maar de conservatieve blanke en ‘colored’ aanhangers van de partij wilden en konden de jaren van anti-ANC propaganda niet zomaar terzijde schuiven en verlieten massaal het schip.

De IFP tenslotte, een regionale partij van Zulu sprekers in de provincie KwaZulu Natal, verloor een deel van haar aanhang aan het ANC omdat ze de provincie zo slecht bestuurden.

Links

Partijen links van het ANC waren niet in staat te groeien en kiezers aan zich te binden. Deels was dit het gevolg van hun eigen zwakte, interne tegenstellingen, incoherentie en gebrek aan profilering. Maar het was ook het resultaat van de superieure ANC-campagne.

De campagne van het Pan Afrikaans Congres (PAC) was rampzalig en werd bemoeilijkt door allerlei interne conflicten en splitsingen. De steun voor deze groep daalde van iets meer dan een procent in 1999 naar 0,7 procent dit jaar. De Onafhankelijke Democraten deden het beter – de OD is een nieuwe partij die werd gevormd toen een van parlementsleden van het PAC zich in 2003 afsplitste en zich aansloot bij een groep progressieve blanken die ontevreden waren over de rechtse draai van de DA. Ze kregen meer dan twee procent van de stemmen, vooral ten koste van de voormalige blanke oppositiepartijen.

AZAPO, de partij die hoort bij de zwarte bewustzijnsbeweging van onder andere Steve Biko, deed het nog slechter. Zij was niet in staat zich te herstellen van de rampzalige beslissing om in 1994 de bevrijdingsverkiezingen te boycotten en kreeg slechts 0,27 procent van de stemmen. De Socialist Party of Azania (SOPA), een afsplitsing van AZAPO die internationale relaties onderhoudt met de Lambertisten (een kleine trotskistische stroming met aanhang in onder andere Frankrijk en Brazilië), kreeg te weinig stemmen voor een zetel in een van de parlementen.

De partijen links van het ANC slaagden er niet in gebruik te maken van de desillusie onder grote delen van de bevolking over het feit dat het ANC hun leven niet werkelijk heeft veranderd. Duidelijk is dat het ANC in staat was twijfelende kiezers te overtuigen dat ze nog een kans moesten krijgen. De partij voerde een slimme campagne, waarin president Mbeki zich even los wist te maken van de macht om zich onder het volk te begeven. Televisie en radio lieten een president zien die, zittend op de grond, bescheiden luisterde naar de problemen van gewone mensen en beloofde de dingen beter te maken. Miljoenen mensen reageerden op deze terug-naar-de-basis-campagne, in de hoop dat zij een terugkeer naar de wortels aankondigde.

Het is niet waarschijnlijk dat dit gaat gebeuren. De laatste tien jaar van compromissen om een gladde overgang van apartheid naar democratie zeker te stellen, gekoppeld aan de angst binnen het ANC voor een confrontatie met het kapitaal, heeft de partij fundamenteel veranderd. De belangrijkste zorg van het ANC is het scheppen van een aantrekkelijk klimaat voor buitenlandse investeerders en het scheppen van ruimte voor de opkomst van een zwarte kapitalistische klasse. Onderdeel van de groeiende zwarte elite word je door goede politieke connecties met de heersende partij te onderhouden. De top van het ANC heeft haar positie in de wereld van big business zeker gesteld – en de zakenwereld heeft het ANC omarmd.

Moeilijk

Dat COSATU – het verbond van vakbewegingen – niet losbreekt van de alliantie met het ANC en de communistische partij, maakt de ruimte voor de opbouw van een links alternatief kleiner. Het ANC zal kritiek op haar beleid wegwuiven door te refereren aan het sterke mandaat dat het van de massa heeft gekregen. Nieuwe sociale bewegingen en populaire organisaties zijn begonnen het vacuüm links van het ANC te vullen, maar zij bevinden zich nog in een embryonale fase en zijn erg zwak. Een sektarische houding ten opzichte van het ANC en een gebrek aan een eenheidsfrontstrategie met COSATU riskeert dat ze zich afsluiten van de miljoenen die nog wel illusies hebben in de voormalige bevrijdingsbeweging. Een aantal van deze organisaties, zoals de beweging van landlozen en het Anti-Privatiseringsforum, riep op tot een boycot van de verkiezingen en het ongeldig maken van de stembiljetten.

Links in Zuid-Afrika staat er na de laatste verkiezingen zwakker voor. Aan de andere kant, het sterke optreden van het ANC versluiert de hoge mate van desillusie binnen haar rangen. Door te focussen op de dagelijkse strijd van arbeiders, de opbouw van brede allianties tegen de neoliberale politiek van de regering, binnen een eenheidsfrontperspectief, creëert men misschien een meer serieuze linkse uitdaging tijdens de locale verkiezingen van 2005.

Brian Ashley is directeur van het Alternative Information and Development Centre (AIDC). Mercia Andrews is een leidende activist op het vlak van vrouwenrechten en de strijd van de landlozen en armen in Zuid-Afrika. Zij was directeur van SANGOCO – de koepel van Zuid-Afrikaanse ngo’s. Brian en Mercia wonen in Kaapstad. Vertaling: Paul Mepschen

Naar boven