Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De vergeetputten van de actieve welvaartsstaat PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op dinsdag, 01 oktober 2002

Antwerpen-Noord is het dichtstbevolkte gebied van Antwerpen. Er wonen officieel rond de 33.000 inwoners, in werkelijkheid zijn het er allicht een heel pak méér. Het wemelt er van de sociale problemen. Huizen in erbarmelijke staat, zeker op de privé-woningenmarkt. Sociale woningen zijn er, maar lang niet voldoende. De vluchtelingenbevolking wordt in de armen van huisjesmelkers gedreven. Maar ook vele alleenstaande Belgen leven in een krot. Antwerpen- Noord kent een werkloosheidsgraad van 16 tot 17 procent. Eén op vijf volwassenen binnen de postcode 2060 is OCMW-steuntrekker. Rood trok voor een dag naar Antwerpen-Noord.

Een dossier van Dit is een kleurrijke buurt, een wijk met vele gezichten die op een zonnige dag een ontegensprekelijke gezelligheid uitstraalt. In het hart van deze buurt, in de Lange Stuivenbergstraat, ligt het Protestants Sociaal Centrum, een diensten-, actie- en activiteitencentrum dat van de strijd tegen de sociale wantoestanden haar bestaansreden gemaakt heeft. Een team enthousiaste medewerkers tracht er de uitgeslotenen te organiseren, hun onvrede om te zetten in sociale actie. En tegelijkertijd staat er elke maandagochtend een lange rij van honderden mensen aan te schuiven voor een voedselpakket. “Noodhulp onder protest”, zo preciseert Filip Vanderbeek, een bezielende medewerker van het PSC én een gekend figuur binnen de Antwerpse linkerzijde. 

Maandagochtend. Er heerst een luidruchtige drukte in de ontmoetingsplaats van dit sociaal centrum. Doel van onze komst is een beter beeld te krijgen van wat er zich zoal afspeelt in dit centrum en in deze wijk.

Filip: Je kan zonder meer stellen dat in deze buurt de sociaal-economische mensenrechten dagelijks geschonden worden. Ik heb het dan over het recht op wonen, het recht op een job, het recht op gezondheidszorg enz.

Het paradepaardje van de paars-groene regering was de actieve welvaartsstaat, waarbij sociale problemen vaak worden toegeschreven aan het getroffen individu zelf. Merk je van die politiek iets in deze wijk?

Filip: Wij zijn hier getuige van een echte neerwaartse spiraal, vooral dan op het vlak van die sociaal-economische mensenrechten. Wij zien hier in Antwerpen-Noord natuurlijk een andere sociale werkelijkheid dan de inwoners van Sint-Martens Latem. We zijn getuige van een toenemende afhankelijkheid van noodhulp. Toevallig heb ik me de jongste tijd een beetje verdiept in wat romans uit de 19de eeuw. Jammer genoeg, merk ik dat een aantal problemen van toen zich vandaag opnieuw aandienen. De actieve welvaartsstaat is een mythe van het paars-groene droomfabriekje. Men weigert de uitkeringen welvaartvast te maken, ondanks het feit dat wij daar twee jaar geleden met tienduizenden voor op straat zijn gekomen. Gevolg is dat hier elke maandag steeds méér mensen aanschuiven voor een voedselpakket. De lange rijen die wij hier wekelijks bedienen, tonen het failliet van het beleid van de actieve welvaartsstaat aan alsook het falliet van de opvangpolitiek van minister Duquesne. Onze rij aan het voedselloket telt ongeveer evenveel vluchtelingen als Belgen.

Er zou een totaal andere sociale politiek moeten gevoerd worden. Steuntrekkers zouden bijvoorbeeld een huursubsidie moeten krijgen, want wonen kost die mensen een bom geld. Alle uitkeringen moeten omhoog en welvaartvast gemaakt worden, zodat mensen terug soeverein kunnen leven. Dat is ook de oriëntatie van onze werkgroep ‘Verzet’ van het PSC. 

Dilemma

Filip:
Wij blijven worstelen met het dilemma tussen enerzijds protesteren en het organiseren van de mensen om voor hun belangen op te komen en anderzijds die noodhulp. Wij zijn met die noodhulp gestart zo’n 15 jaar geleden. Maar toen ging het om zeg maar twaalf pakketjes op een voormiddag. Vandaag worden wij overspoeld door de sociale problemen. Een ander beleid is nochtans mogelijk: een beleid dat vluchtelingen een sociale integratie kan bieden, zonder dat ze daarbij hun identiteit moeten opgeven. Een beleid waarbij steuntrekkers en werklozen een volwaardige job met een volwaardig loon zouden krijgen, rond de problemen die zich hier in deze wijk voordoen. Een sociale stad voor sociale mensen! Maar dat vereist natuurlijk een andere investeringspolitiek dan vandaag. De situatie nu is ronduit beangstigend: méér blauw op straat, méér helikopters in de lucht en dit alles ten koste van het buurtopbouwwerk. In deze wijk alleen al worden vijf buurthuizen gesloten. Men moet er maar eens over nadenken wat de gevolgen van deze politiek zullen zijn...

Het loskoppelen van de problematiek van onveiligheid en de sociale problemen is pure demagogie. Al die gespierde taal is een goedkope manier om stemmen trachten af te pakken van een bepaalde partij. Volgens mij is het de weg naar af. 

Noodhulp

Filip:
“Elke maandag krijgen wij hier drie tot vierhonderd mensen over de vloer voor een voedselpakket. Tien jaar geleden waren er dat nog maar twintig of dertig. De toeloop neemt enkel maar toe. Daar zitten zowel steuntrekkers bij, als mensen met een klein pensioen... Een aantal lasten wegen zwaar door. Die mensen zijn vaak de helft of meer van hun inkomen kwijt enkel aan de woonlast en bijhorende vaste kosten. Voorts zijn er de vluchtelingen. Nu staan er hier aan het loket reeds mensen uit Mongolië, een land dat goed op weg is om het armenhuis en het Wilde Westen van Europa te worden. De gevolgen van de toenemende kloof tussen rijk en arm in de wereld, zien wij hier elke maandag op de stoep. Het is noodhulp die gepaard gaat met protest. Vandaar onze invalshoek van die sociaal-economische mensenrechten. De Franstalige Liga voor de Mensenrechten neemt bijvoorbeeld vaak gedurfde standpunten in rond vluchtelingenpolitiek of rond het leefloon, die gebaseerd zijn op die sociaal-economische mensenrechten.

Helaas worden de voedselpakketten steeds kleiner. Dat is niet zozeer de schuld van die voedselbanken. Waarom produceert een voedingsmultinational? Dat weten we allemaal, om haar producten te slijten op de vrije markt en een zo hoog mogelijke winst te boeken. Niet om ze te verdelen onder armen en daklozen. Door nieuwe evoluties in die voedingssector en ook door de impact van de dioxinecrisis wordt er steeds minder met stocks gewerkt. Het just-in-time leveren, dat al van toepassing was in andere sectoren, is nu ook het credo van de voedingssector. Dat maakt dat er steeds minder in voedselbanken terechtkomt. De spoeling wordt steeds dunner. Vandaag ging het nog tot elf uur. Daarna werd het toch wel heel mager; een beetje chewing gum, een kleine beetje vlees en nog wat vuilzakken als troost. Dan wordt het beschamend om het te doen...

Ina, de strijdbare dominee
“Zoals het nu gaat, vinden wij het niet goed”

Ina: De statuten van dit centrum werden opgesteld in 1969 door protestantse kerken hier in het Antwerpse. Zoals je weet is het protestantisme heel erg klein in België. Het project bleef tien jaar in de schuif liggen. In 1979 werd er dan toch van start gegaan. Er werd een klein kamertje vrijgemaakt op het Sint Jansplein, waar een aantal vrijwilligers gingen koffie drinken met arme mensen. Zo simpel was het. Zeer snel kwamen die, toch wel wat burgerlijke en deftige vrijwilligers er achter dat in armoede leven heel erg hard is. Je hebt een te kort aan kleren, aan voedsel, aan mogelijkheden, aan relaties, aan liefde soms ook wel. Vele hebben zelfs geen dak boven het hoofd. Dus snel merkten die mensen dat je dat als je echt wat wil veranderen professioneel moet aanpakken.

Intussen kwam er steeds méér volk naar ons kamertje. Met de hulp van het PSC in Brussel startten we dan een professionele werking op. Sindsdien zijn we wel zeven keer verhuisd, steeds in dezelfde buurt. Uiteraard evolueerde ook onze visie op het ‘helpen’ van arme mensen. Steeds meer kwam het erop aan samen met die mensen te werken en projecten op te starten. Tijdens die jaren tachtig al kregen we op zeker moment ook een groep Ghanezen over de vloer, die het bestaan van ons centrum vernomen hadden. Op die wijze ontstond op een heel natuurlijke wijze onze vluchtelingenwerking.

Wij gaan ervan uit dat in elke mens kracht zit. Onze functie bestaat erin om die kracht te bundelen zodat de mensen sterker worden individueel en als groep. Door die kracht te bundelen kunnen mensen hun realiteit beter aan en kan die realiteit ook bestreden worden. We werken hier nu mer 80 vrijwilligers uit alle delen van de wereld. Uiteraard zijn dat niet allemaal protestanten, integendeel zou ik bijna zeggen. Maar wat we delen is een overtuiging dat de wereld nu vierkant draait. Zelf ben ik een protestantse dominee en het is mijn overtuiging dat de wereld zoals die nu draait niet de wereld is die God voor ogen had. Wij trachten dus individuele hulp te bieden maar trachten mensen ook te organiseren. Het is erg belangrijk dat we ook naar de buitenwereld toe duidelijk maken dat wij het ongelooflijk onrechtvaardig vinden dat mensen zo worden behandeld.De medewerkers van het PSC zijn mensen met zeer uiteenlopende politieke en regilieuze overtuigingen. Maar over één zaak zijn we het eens: zoals het nu gaat in de wereld, vinden wij het niet goed. Een andere wereld is mogelijk zeg maar.

Helaas zijn de middelen van ons centrum nogal klein en spenderen we heel veel tijd aan het zoeken naar fondsen. De penningmeester zegt vaak dat we in feite weinig verschillen van de mensen die hier komen: we hebben bijna niets en wat we hebben kan ons morgen afgepakt worden. 
De duale samenleving heeft zich ondanks de actieve welvaartsstaat gewoon doorgezet. Je ziet in de jaarboeken dat de situatie er niet op verbetert. Blijkbaar bestaat er een groep mensen in onze Europese ‘welvaartsstaten’ die er kennelijk niet toe doen. Ze hebben blijkbaar geen belang voor de leiders van de maatschappij, voor diegenen die het voor het zeggen hebben. Neem het voorbeeld van het leefloon. We hebben hier een hele discussie gehad over het woord. Maar de mensen zelf vinden het in ieder geval geen goed woord, het leefloon. Vande Lanotte gebruikt het wel graag, want het klinkt zoveel mooier dan sociale uitkering. Het woord lijkt te zeggen dat deze mensen loon krijgen om te leven terwijl ze nooit genoeg krijgen om te leven. En als het om een loon gaat, moeten de mensen er bovendien ook voor kunnen werken. Welnu, de meesten kunnen dus niet werken. Ze zijn te oud of hebben geen goed diploma of werden lang geleden werkloos en kunnen niet meer terecht in het normale arbeidcircuit... Het is dus een leugenachtig woord. Men zegt dan dat de mensen via dit soort van termen gelijkwaardig behandeld worden. Maar ze zijn niet gelijk en dat is het rottige. Natuurlijk heeft iedereen gelijke waarde maar in deze maatschappij zijn er arme en rijke mensen, er zijn mensen die kunnen zeggen waar het heen moet met de maatschappij en anderen aan wie nooit wat gevraagd wordt. Vandaar ook dat wij ons inschakelen in de andersglobaliserings-beweging. Wij willen vertrekken vanuit een analyse van de werkelijkheid.

Avdi, Kosovaar: 
“Ik had mij democratie toch anders voorgesteld”

Twee jaar geleden ben ik hier in België aangekomen, na de zware problemen in ons land. Ik zou graag werken om wat geld te verdienen, maar ik heb geen wettelijke verblijfspapieren. Het leven is op die manier zeer hard. Momenteel heb ik geen woonplaats en slaap ik constant bij andere mensen thuis. Geregeld slaap ik op straat. Ik had in ieder geval wel een ander beeld van West-Europa. Ik mag hier niet werken, vandaar dat ik niet aan geld geraak. Dat is erg lastig, vooral wanneer je ziek bent of medische zorgen nodig hebt. Men heeft hier de mond vol van democratie. Maar hoe kan er nu sprake van ‘democratie’ zijn als je mensen gewoon op straat laat leven? Voor mij is het heel belangrijk dat een plek als het PSC bestaat. Die voedselpakketten helpen mij toch weer even vooruit.

Walter 67 jaar: 
“Ook maatschappelijke aanvaarding kost een duit”

Walter: “Ik ben hier toevallig terechtgekomen, voor een voedselpakket. Nu kom ik hier reeds enkele jaren met tussenpauzes, als de nood het hoogst is. Je hebt hier ook telkens als je komt een onderhoud met één van de medewerkers. Hier is het mogelijk om eens te praten over je problemen en moeilijkheden. Je loopt hier ook wel mensen tegen het lijf, waarmee je eens van gedachten kan wisselen. In onze maatschappij krijgen mensen steeds meer behoeften aangepraat door reclame en zo. Vele mensen die hier komen, willen niet meteen als ‘arme’ gebrandmerkt staan. Maar als je niet wil opvallen in de negatieve zin, ben je verplicht om geld uit te geven. Om niet op te vallen, moet je af en toe nieuwe kleding kopen, terwijl je misschien de middelen daartoe niet hebt. Je moet af en toe eens op plaatsen komen waar je anderen kan ontmoeten maar waar je ook geld moet uitgeven. Het is ook zo dat je veel makkelijker sociale contacten maakt, als je netjes gekleed bent. Ook arme mensen hebben toch de behoefte om zich op één of andere manier wat te verheffen. Cultuur bijvoorbeeld kost ook zo vaak veel geld. En ga maar eens naar een concert, als je niet redelijk gekleed bent. Je valt onmiddellijk op. Maatschappelijk aanvaard worden, kost ook geld. Maar dat wordt niet meegeteld in onze uitkeringen.”

Tetty (vluchtelingenwerkgroep): 
“We staan open voor alle mensen uit de buurt”

“Onze basisaanpak blijft steeds dezelfde, of we nu werken met Belgen of met vluchtelingen. Maar elke doelgroep heeft ook specifieke noden. Voor vluchtelingen is natuurlijk de asielprocedure heel belangrijk. Mensen willen weten welke kansen ze hebben om hier wettelijk te kunnen verblijven. Teruggaan naar hun land is echter geen evidente keuze voor vele mensen. De toestand is ginder vaak nog uitzichtlozer dan hier. Dus maken ze een afweging. Bovendien denken ze ook dat ze gezichtsverlies lijden als ze zomaar met lege handen terugkeren.
We houden open permanenties, waar individuen dan terecht kunnen voor een gesprek en advies. Daarnaast werken we soms ook wat in groep. Tot slot trachten we ook waar mogelijk samen te werken met zelforganisaties. 

We hebben ook een project gestart rond minderjarige asielzoekers. Tot voor enkele jaren bestond er haast niets voor deze mensen. Dat is al wat verbeterd. We hebben in ieder geval als organisatie hard gepleit voor een betere bescherming voor deze groep. Voorts werken we ook specifiek naar vluchtelingenvrouwen. Hiervoor werken we samen met het vrouwenhuis, waar ondermeer alfabetiseringscursussen worden opgezet. Dat werk wordt gedaan door vrijwilligers. Op verzoek van de vrouwen zelf zijn er nu ook naailessen.

De nationaliteit van de mensen die hier komen hangt sterk samen met wat er gebeurt in de wereld. Het laatste jaar hebben we nogal wat Afghanen over de vloer gehad. Ook uit West-Afrikaanse landen, geteisterd door oorlogen, komt er nogal wat volk. Sierra Leone werd net door de regering -niet door ons- uitgeroepen als ‘veilig’ land. Maar nu is het weer oorlog in Ivoorkust. Door de nieuwe politiek van de paars-groene regering, worden vluchtelingen allemaal in een centrum opgevangen als ze hier aankomen. Dat op zich is niet zo slecht. Maar door de opschorting van de financiële steun zijn ze volledig afhankelijk van die centra. Uiteraard wil de regering deze mensen weghouden uit de maatschappij zodat de drang om hier te blijven afneemt. Voorts vind ik zelf dat er zich een groot probleem stelt op het vlak van de interviews. Mensen, zeker vrouwen, durven niet altijd praten over de dingen die ze hebben meegemaakt. Ze weten niet wie tegenover hen zit, waarom die dat allemaal moeten weten. Maar hun toekomst hangt er wel van af. Men tracht deze mensen ook contradicties te ontfutselen zodat ze een reden hebben om ze terug te sturen. Dat is een volkomen verkeerd uitgangspunt.

Sommige mensen komen hier één keer over de vloer, anderen blijven soms jaren hangen. Nu zijn we bijvoorbeeld nog steeds bezig met mensen die een regularisatie hebben aangevraagd en nog steeds geen antwoord hebben gekregen. Dat is toch een zeer lange periode.

Maar ook met uitgeprocedeerden blijven wij verderwerken. Die hebben trouwens ook nog steeds recht op dringende medische hulp. Hun kinderen hebben recht op onderwijs. Dus blijven wij met ze doorgaan. Die mensen zitten vaak met heel veel vragen en zeer concrete financiële problemen. Soms kan je bijdragen aan een oplossing, soms ook niet. In Antwerpen-Noord wonen er Belgen, genaturaliseerde migranten, erkende vluchtelingen en mensen zonder papieren. Wij maken geen onderscheid en staan voor iedereen open.

Guido, cultuurliefhebber

Guido: Anderhalf jaar geleden ben ik hier zeer toevallig terecht gekomen. Ik ging mee op een weekendje van het PSC, gewoon omdat een kennis van mij die zich ingeschreven had niet kon. Sindsdien ben ik vrijwillige medewerker van het Open Huis.

Zelf heb ik het financieel moeilijk, doordat ik werkloos ben. Vroeger heb ik goed mijn brood verdiend als vertegenwoordiger in verzekeringen en ook in de immobiliën. Maar dan ben ik werkloos geworden, mijn vrouw is gestorven. Wat we vroeger nog door twee konden delen, betaal ik nu alleen. De helft van mijn inkomen gaat naar wonen en vaste kosten. Het PSC biedt hier mensen de kans om tegen een zeer goedkope prijs aan cultuur te doen. Een keertje naar het toneel, of een optreden van het één of het ander. Dat vind ik eigenlijk wel heel interessant.

De toffe bende: Danny, Tania, Sandra, Nancy en Esmeralda
“We helpen elkaar”

Tania: Wij hebben elkaar de weg gewezen naar het PSC, via mond aan mond reclame zeg maar. We komen toch al een hele tijd elke maandag naar hier. Ook de sociale begeleiding is hier eigenlijk heel nuttig voor ons. Als we problemen hebben met de kinderen, weet men hier altijd raad. Men verwijst je vaak door naar goede andere adressen, waar je terecht kan. Ook problemen met je man zijn bijvoorbeeld bespreekbaar hier.
Hoe verklaren jullie eigenlijk dat zovele mensen een beroep moeten doen op dit centrum?

Danny: Omdat de uitkeringen te klein zijn natuurlijk. Ikzelf heb altijd goed gewerkt. Op een zekere dag ben ik opgestaan als invalide. Nu ben ik voor 80 procent gehandicapt. De helft van je inkomen valt dan weg, maar ondertussen moet je wel kunnen blijven betalen. De rekeningen lopen gewoon door en bovendien moet je heel wat geld uitgeven aan medicatie. Zo ben ik hier terechtgekomen. Wij helpen elkaar wel goed. We komen bij elkaar thuis, dat is belangrijk.

Sandra: Elke woensdag is er hier open huis. Je kan dan hier terecht voor gratis koffie en thee en het is een leuke gelegenheid om wat andere mensen tegen het lijf te lopen. Je babbelt wat, je legt een kaartje. En speciaal is ook dat hier heel wat verschillende culturen elkaar ontmoeten. Vooral de Afrikaanse mannen kunnen wel op onze goedkeuring rekenen...

Nu maar hopen dat alles open blijft hier. De medewerkers van dit centrum vallen reuze mee. Maar nu is er sprake van dat de geldkraan voor een stuk zou dichtgedraaid worden. Onbegrijpelijk, enerzijds stelt men dat er zovele mensen zonder werk zitten, anderzijds worden elke dag nog mensen ontslagen.

Naar boven