Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Duitsland: Hoe verder voor radicaal-links? PDF Print Email
Geschreven door Pierre Vandevoorde op maandag, 10 september 2012
De arrogantie van de Duitse bondskanselier Angela Merkel geeft het zelfvertrouwen van de heersende elite weer. De Bundeswehr, het leger van het Duitse imperialisme, is klaar om waar dan ook ter wereld op te treden. In tien jaar tijd is het jaarlijkse inkomen van de rijksten met 50 procent verhoogd. En ondanks enkele schandalen, blijft de reikwijdte van het verzet zeer begrensd (de anti nucleaire beweging, de oppositie tegen het nieuwe station in Stuttgart, de acties tegen de neonazi's, "Blockupy" in Frankfurt). Niets lijkt echt in staat het spel van het co-management door de vakbonden en het staatsbeheer door de traditionele partijen te kunnen verstoren.

Twee voorbeelden van schandalen:

- Op 12 juli dit jaar werd de voormalige CDU president van de deelstaat Baden-Wuerttenberg gerechtelijk vervolgd vanwege een overeenkomst die een onwettige concurrentie bevatte bij de verkoop van de regionale elektriciteitsmaatschappij aan de Franse groep EDF.

- Vijf maanden eerder werd de Duitse president, Christian Wulff, gedwongen af te treden na een financieel schandaal. Voor zijn eervolle en verantwoordelijke functie was hij door de afgevaardigden van de Bondsdag gekozen uit 'voorbeeldige' persoonlijkheden. Wulf die binnenkort voor de rechtbank moet verschijnen, claimde een levenslang pensioen van jaarlijks 199.000 euro, terwijl hij zijn functie twintig maanden had uitgeoefend. En dit in een land, waar de pensioengerechtigde leeftijd is verhoogd tot 67 jaar en miljoenen mensen afhankelijk zijn van een karige uitkering (Hartz IV) of een armoedeloon.

Deze en andere schandalen verklaren een algemeen gevoel van onvrede en verzet, inderdaad woede over het gedrag van politici. Gevoelens die een nederlaag van de coalitie tussen de conservatieve CDU/CSU en de liberale FDP in september 2013 mogelijk maken, evenals een terugkeer in de regering door de sociaal liberalen van de SPD en hun satelliet De Groenen.

Conflict, nederlaag, concessies

Jongstleden 17-19 mei was Frankfurt, de vestigingsplaats van de Europese Centrale Bank, gedurende drie dagen het decor van bezettingsacties en blokkades. Ondanks de inzet van 5.000 politieagenten, onder het mom van bescherming van goederen en personen, werd met succes het bankencentrum afgesloten. De zaterdagdemonstratie bracht ongeveer 25.000 mensen op de been, afkomstig uit Duitsland, Italie en Frankrijk. Gemobiliseerd door de dynamische Attac-Duitsland en zo'n twintig 'post autonome' groepen. Hoewel zij politiek heterogeen zijn, onder andere in hun relatie tot Die Linke, staan zij bekend om hun mobilisatiekracht zoals die gebleken is bij de blokkade van de G8-top in Heiligendamm in 2007 en acties tegen het transport van kernafval.

Een demonstratie als in Frankfurt, georganiseerd tijdens een lang weekeinde, is niet te veronachtzamen. De werkelijkheid van de krachtsverhoudingen wordt echter vier dagen later duidelijk, wanneer de curator de definitieve liquidatie van de drogisterijketen Schlecker bekendmaakt. Met als gevolg: de sluiting van de 2.800 resterende winkels en het gedwongen ontslag van 14.000 werknemers, met name vrouwen. Daaraan ging een maandenlange, beklemmende strijd vooraf tegen de politieke macht, de kanselier in het bijzonder, die weigerde in te grijpen. De vakbond Ver.di ondernam, uit angst potentiele kopers af te schrikken, nauwelijks iets. De bond was niet bereid het personeel te mobiliseren door bijvoorbeeld het prive-eigendom ter discussie te stellen (bijvoorbeeld via onteigening, werknemerscooeperatie met overheidssteun). Op deze manier legde de bond de basis voor een zware nederlaag.

De harde werkelijkheid manifesteerde zich ook in de waarschijnlijke sluiting van Opel in Bochum, waar in 2016 of mogelijk eerder de productie van de Zafira stopt. General Motors besliste tot sluiting van deze fabriek met 3.300 werknemers. Met het doel de winsten te herstellen, staat dit ook andere vestigingen in Europa te wachten.

Ondanks een sterke strijdtraditie in Bochum hebben de ondernemingsraad en de leiding van IG Metall gekozen voor een strategie die de nadruk legt op de kwaliteiten van de locatie, de mogelijkheden een nieuw model te ontwikkelen, de hoge productiecapaciteit en de kosten van de sluiting (een miljard euro).

De gunstige positie van het Duitse kapitaal in de internationale concurrentie maakt het mogelijk concessies te doen aan de werknemers. Zo hebben de vakbonden recentelijk loonsverhogingen binnengehaald waartoe de minister van Financien Schaeuble in eigen persoon had opgeroepen. De eind mei gesloten overeenkomst bood de werknemers in de chemie voor de komende negentien maanden een loonstijging van 4,5 procent (plus de mogelijkheid via onderhandelingen per bedrijf hoger uit te komen). Inmiddels is de werkloosheid gedaald en de werklozenbeweging van het strijdtoneel verdwenen.

De machtige vakbondsbureaucratie heeft niet geklaagd over Merkel. Ze was tevreden mede 'toonbare' resultaten na de traditionele rituelen gedurende de jaarlijkse onderhandelingen.

De crisis bij Die Linke

De Groenen, ontstaan en electoraal ontwikkeld tijdens de anti nucleaire en pacifistische mobilisaties van de jaren tachtig, integreerde in recordtijd. Die Linke namen de woede en weerstand over die het gevolg waren van de keiharde, antisociale maatregelen van de zogeheten Agenda 2010, opgelegd door de SPD/Groenen regering. Een en ander kwam tot uitdrukking in het verzet op de "Maandag Demonstraties" in 2003/2004. Dit leverde in 2009 Die Linke 76 zetels in de Bondsdag op (van de 622) en in 2010 5,6 procent en 11 afgevaardigden in Noord-Rijnland-Westfalen, de dichtstbevolkte deelstaat. Een proces van verankering en inplanting in de westelijke deelstaten leek in volle gang te zijn. Daaraan lijkt nu een einde gekomen. Recente electorale nederlagen hebben dit duidelijk gemaakt.(2)

Het 'genadegebed' van de SPD/Groenen en de opkomst van de Piratenpartij - die vage onvrede mobiliseert en zowel gratis openbaar vervoer als bezuinigingen propageert - weerspiegelt een crisis die volledig werd tijdens het landelijk congres in Gottingen op 2/3 juni 2012, vijf jaar na de oprichting van de partij.

In de peilingen behaalt Die Linke nauwelijks meer dan de helft van de 11,9 procent die zij scoorde bij de parlementsverkiezingen van 2009 (kiesdrempel: 5 procent.) De debatten op het congres kenmerkten zich door uitzonderlijk verbaal geweld en spitsten zich toe op de noodzaak van vernieuwing en duaal leiderschap (een man en een vrouw, de een uit het oosten en de ander uit het westen). Oskar Lafontaine was klaar om terug te keren, twee jaar na zijn vertrek om gezondheidsredenen, wanneer er geen tegenkandidaat zou zijn. Maar de prinsen uit het oosten handhaafden de kandidatuur van Dietmar Bartsch, een apparatsjik en federaal afgevaardigde, een doorgewinterde pragmaticus en aanhanger van de regeringsakkoorden met de SPD. 

Dit leidde tot een conflict tussen de twee mannen die het succes van Die Linke belichaamden. Aan de ene kant Oskar Lafontaine, voormalig voorzitter van het Land van Sarre, voorzitter van de SPD 1990/1995, korte tijd minister van Financien onder Schroeder en tenslotte uit de de SPD getreden in 2005. Aan de andere kant Gregor Gysi, bij de oprichting in 1990 voorzitter van de PDS (Partij voor Democratisch Socialisme), opvolger van de staatspartij SED in de DDR en voorzitter van de Bondsdag groep. De laatste viel de vertegenwoordigers uit het westen heftig aan: "Ik kan de arrogantie ten opzichte van 'oosterlingen' niet accepteren. Dat doet me denken aan de arrogantie van het westen tegenover het oosten tijdens de hereniging. Waarom niet erkennen dat we in het oosten een grote politieke stroming zijn en slechts een klein feestje in het westen? (L' Humanite, 1 juni 2012). Klaus Ernst, aftredend vicepresident, sprak van tekenen van desintegratie, terwijl tal van commentatoren inspeelden op het gevaar van een splitsing. Terwijl Katja Kipping uit Dresden (vertegenwoordigster van de 'emancipatorische' stroming, een satelliet van de pragmatici) werd verkozen, presenteerde de oppositie tegen Barsch uiteindelijk een onverwachte kandidaat die met 297 tegen 251 stemmen won. Dat was Bernd Riexinger, 56 jaar oud, onbekend bij het grote publiek, maar een gerespecteerd lid van de linkervleugel in de vakbond, hoofdbestuurder van Ver.di in Stuttgart en van de partij in Baden-Wuerttemberg. Ook is hij betrokken bij de Stuttgart 21 beweging (de oppositie tegen het mega station).

Een orientatiecrisis

De pragmatici hebben niet kunnen profiteren van de ontstane situatie. De orientatie van de partij blijft open. Maar we moeten niet onderschatten dat op grond van de geldende regels, de oostelijke leden op dit moment nog ondervertegenwoordigd zijn. Het werkelijke gewicht van de verschillende 'partizanen van de aanpassing' ligt bij het Forum van Democratisch Socialisme (FDS), de gemeenteraadsleden, de burgemeesters, de 'Fraktionen' in de gemeenten (een groep gekozen vertegenwoordigers in het bezit van belangrijke rechten), de 'Kreise' (afdelingen), de regio's, hun betaalde collega's (op alle niveaus) en het apparaat van de fulltimers. Zij allen zijn nog invloedrijker geworden sinds de electorale nederlaag in Noord-Rijnland-Westfalen.

Deze kanteling is bovendien gevolgd door het verlies van de meerderheid van radicaal links tijdens het congres van de regionale federatie eind juni 2012. In de daar aangenomen resolutie zijn de passages verdwenen die een duidelijk onderscheid aangeven tussen de gevestigde partijen en antikapitalistische verwijzingen, evenals de expliciete kritiek op de vakbondsleiding. Ook is vastgesteld dat de SPD en de Groenen coalitiepartners kunnen zijn. Maar ondertussen is er, zowel op federaal niveau als in de meeste deelstaten, geen ruimte voor bestuurlijke samenwerking met de SPD. Die partij heeft er geen belang bij zich te belasten met een partner die als extremistisch wordt voorgesteld, voor zover de SPD zich daartoe al niet gedwongen voelt op grond van electorale rekenkunde.

Een nieuwe start?

Zonder een sterke protestbeweging van onderaf, zonder ervaringen van zelforganisatie die buiten de controle valt van de bureaucratie, zonder verheviging van klassenstrijd, zal er geen belangrijke verandering mogelijk zijn in de bestaande krachtsverhoudingen. Zelfs als Die Linke het zou willen, dan nog zou zij de capaciteit niet hebben voor initiatieven tot zo'n beweging (ongelukkig genoeg geldt dat nog meer voor stromingen ter linkerzijde). De linkse stromingen, in het bijzonder de Antikapitalistische Linke (AKL), proberen de partij ervan te overtuigen deze koers tot prioriteit te maken. Zij wijzen op het nieuwe programma dat expliciet stelt dat Die Linke ernaar streeft verder te gaan dan het kapitalisme. Het centrale vraagstuk is de concrete relatie tussen de strategische perspectieven en de dagelijkse strijd om het bestaan. Bijvoorbeeld voor het recht op huisvesting en betaalbare huren en tegen de bezuinigingen en de gevolgen daarvan voor de openbare diensten. Dit zijn de belangrijkste thema's. We zullen zien dat deze debatten opnieuw aan de orde komen in de aanloop naar de verkiezingen voor de Bondsdag van 2013.

Het is noodzakelijk een partij, waarin de basisstructuren vaak alleen actief zijn tijdens verkiezingscampagnes, te transformeren tot een organisatie, waarin de leden een rol kunnen spelen vanuit hun positie op het werk, in de studie of als buurtbewoner; uitmondend in activiteiten die onafhankelijk van electorale bekommernissen hun nut bewijzen. Vanuit dit standpunt is het nodig te erkennen dat er geleerd kan worden van de structuren in het oosten op het gebied van tradities en inplanting. Die Linke moet in dit verkiezingsjaar laten zien dat het voor de organisatie van het verzet een bruikbare partij is.

Duitse revolutionairen hebben zeer verschillende keuzes gemaakt in het bepalen van hun activiteit. De meesten zijn onderdeel van Die Linke, in het algemeen zonder illusies. Een minderheid van kleine groepen heeft gekozen voor de ondankbare weg van langzame inplanting op de arbeidsplaats en in sociale bewegingen, met het risico dat van zelfhandhaving een prioriteit moet worden gemaakt. 

De gedeelde overtuiging dat de weg om de huidige situatie te overstijgen rijk aan verrassingen kan zijn, maakt het noodzakelijk alle mogelijkheden te benutten voor dialoog, confrontatie, reflectie en gemeenschappelijke acties. Het doel, ongeacht de conjuncturele keuzes, is de vorming van een antikapitalistische pool die belangrijk en zichtbaar aanwezig is binnen en buiten Die Linke.

Noten:

1) Oorspronkelijke titel: What now for the radical left? In: International Viewpoint Online magazine, augustus 2012. Pierre Vandevoorde is lid van de Internationale Commissie van de Nouveau Parti Anticapitaliste in Frankrijk) en de Vierde Internationale. Vertaling: Roland Siebe.

2) Zie voor Noord-Rijnland-Westfalen: www.internationalviewpoint.org/spip.php?article2584&var_recherche=kellner

 

Naar boven