Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een kritische kijk op de sp.a beginselverklaring: Gender en diversiteit PDF Print Email
Geschreven door Ida Dequeecker* op zondag, 05 mei 2013
De sp.a werkt komende dagen een nieuwe beginselverklaring uit. Het lijkt er sterk op dat ze, met de verkiezingen van 2014 in het achterhoofd, haar links profiel wil oppoetsen, en de verdere afkalving bij haar traditionele achterban wil stoppen. Over de beginselverklaring valt echter heel wat te zeggen. De SAP vroeg een reeks mensen hun kritische blik op de tekst te laten schijnen. Komende periode publiceren we nog meer bijdragen, alsook standpunten van andere linkse organisaties over de sp.a-beginselverklaring. (SAP-Web)

 

 

 

De sp.a beginselverklaring lezen door een feministisch-socialistische- en diversiteitsbril is een aparte ervaring: het genderperspectief is totaal afwezig en het diversiteitsperpectief vertrekt van de problematische ander. 

 

 

Vrijheid, gelijkheid en solidariteit zijn centrale waarden die de sp.a en het feminisme delen. Maar de inzichten die daaruit voortvloeien lopen wel uiteen. 

 

 

Vrijheid gelijkheid en verbondenheid, de sp.a visie

 

Vrijheid is het recht op "een bepaalde ruimte" om je "ongehinderd in te bewegen" en om "zelf richting te geven aan je bestaan". (Beginselverklaring, Inleiding)

 

Gelijkheid is het recht op enerzijds gelijke behandeling en respect, afwezigheid van elke vorm van discriminatie (Inleiding, 2.2.1) en anderzijds gelijke kansen. "Ons streven is niet gericht op gelijkheid van uitkomst of uniformiteit.  Sociaaldemocraten omhelzen verscheidenheid en onderlinge verschillen" (Inleiding, 2.2.2). Immers "beperkte verschillen kunnen zinvol zijn als zij bijvoorbeeld op hard werken en verdienste berusten of tot aansporing dienen" (Inleiding, 2.2.3). Maw verschillen op basis van meritocratie hoeven geen ongelijkheid genoemd te worden. 

 

De taak van het beleid is het creeren van gelijke kansen, die we "levenslang" moeten grijpen in een "snel evoluerende samenleving", waarin steeds nieuwe ongelijkheden ontstaan, zodat "onze keuzevrijheid opeens (kan) verminderen als we ons niet kunnen aanpassen" (hfdst 3, gelijkheid 1.3) Gelijke kansen dien je dus voortdurend te grijpen en daadwerkelijk te benutten. 

 

De ratrace om gelijke kansen grijpt plaats in een sociale markteconomie, dwz een "gereguleerde, gecontroleerde en bijgestuurde" maar  in essentie vrije markt. Immers "de markt en het vrije ondernemerschap slagen er beter in om voldoende goederen, diensten en werk te creeren dan een volledig door de overheid gestuurde economie" (Inleiding, 2.3.2). 

 

Voor wie desondanks uit de boot valt is er de opvang dankzij de verbondenheid van de samenleving "Een sterk ontwikkeld gemeenschapsgevoel kan de sterken en meer gegoeden ertoe bewegen de minder fortuinlijke medemens een helpende hand toe te steken" (Inleiding, 2.3.3). Het klinkt als liefdadigheid, maar het gaat om een nieuw sociaal contract.

 

Tot daar kort de samenvatting van de voor gender en diversiteit relevante ideeen uit de sp.a beginselverklaring.

 

 

Ongelijkheid

 

Met een discours dat het gelijkheidsprincipe aan gelijke kansen koppelt, het vrijheidsprincipe aan vrije keuze en de hefboom voor emancipatie aan individuele inzet verhult de sp.a beginselverklaring dat ze geen perspectief meer heeft van strijd tegen ongelijkheid.

 

De idee van al die vrije kiezende gelijke kansers op de vrije markt negeert de structureel ongelijke machtsverhouding met de vrije ondernemers. Even een open deur intrappen: de kapitalistische concurrentie moet het historisch hebben van uitbuiting van arbeid van een klasse mensen die ongelijk zijn op basis van sociale positie, geslacht, afkomst, seksuele voorkeur, opleiding, enz. Het is de beste garantie op winst. Gelijke kansen kunnen hoogstens die ongelijkheden doen verschuiven dankzij de aangewakkerde concurrentie tussen al die gelijke kansers. Er zullen er altijd zijn die aan het kortste eind trekken, alleen wordt hen nu het gevoel opgedrongen dat ze het aan zichzelf te wijten hebben, niet aan de structurele ongelijkheid. Ze hebben zich niet hard genoeg ingespannen, ze hebben zich niet verdienstelijk weten te maken, de aansporing om het goede voorbeeld van de succesrijken te volgen heeft niet gewerkt. Misschien zijn het wel profiteurs?! 

 

 

Stilzwijgend voortbouwen op de actieve welvaartstaat

 

Met haar sociale welvaartstaat bouwt de sp.a beginselverklaring, ondanks de voorgestelde correcties (zoals bv. loonlastenvermindering?!), stilzwijgend voort op de actieve welvaartstaat. 

 

"Het beleid moet kiezen voor een goed evenwicht tussen activeren en beschermen, tussen rekening houden met de keuzevrijheid en met de realiteit van de arbeidsmarkt, tussen rechten en plichten." (hfdst 1, economie, 3.2) 

 

Sinds het einde van de jaren 90 heeft net deze activerings- en responsabiliseringsvisie een nieuwe wending gegeven aan het beleid. De focus van het emancipatiediscours en -beleid verplaatste van structurele discriminatie naar individuele empowerment en verantwoordelijkheid. Sleutelbegrippen waren talent, competenties, vaardigheden, empowerment. 

De bezwerende herhaling van die begrippen of varianten ervan in de beginselverklaring (bovendien systematisch in de hij-vorm geschreven) heeft veel weg van een geloofsbelijdenis: met meer van hetzelfde wordt het weer beter. 

 

Niets wijst er dus op dat de beginselverklaring de ingezette nefaste trend van de actieve welvaartstaat wil keren, al verzet ze zich tegen een individualistische benadering van vrijheid en tegen elke vorm van discriminatie. Als het credo is dat mensen de  middelen tot emancipatie voortaan zelf in handen hebben, zijn niet zozeer de structurele discriminatie op basis van afkomst het probleem, maar wel de (on)wil van de migrant tot integratie; dan is niet zozeer de structurele ongelijkheid op basis van geslacht het probleem, maar wel de individuele keuzes die vrouwen en koppels maken. Discriminatie is dan nog slechts iets dat zich vooral afspeelt op het niveau van het gedrag van mensen, etnisch-culturele groepen, bedrijven, waarbij de (neutrale?) overheid regelend optreedt met anti-discriminatiewetten en eventuele sancties. "De gedachten in ons land zijn vrij, maar concrete handelingen mogen niet uitsluitend of kwetsend zijn of aanzetten tot haat en geweld" (hfdst.2, diversiteit, inleiding)

 

 

Genderanalyse afwezig

 

Maar the proof of the pudding is in the eating. De validiteit van de visie blijkt uit de concrete voorstellen die ze produceert. Voor feministen is het dan wel even slikken. "Deeltijds werk is geen probleem, maar mag geen val zijn voor wie voltijds wil werken", aldus de sp.a beginselverklaring (hfdst 1, economie, 4). Daarom moet er voldoende betaalbare kinderopvang en opvang van zorgbehoevende ouders komen. En moet het systeem van dienstencheques in voege blijven, want dat "biedt een goed alternatief voor arbeidsduurvermindering. In plaats van zelf minder te gaan werken, besteden gezinnen huishoudelijke taken uit." (hfdst 1, economie, 4)  Verder ziet de beginselverklaring heil in de uitbreiding van thuis- en telewerk.

 

Maar vanuit een genderperspectief is deeltijds werk wel een probleem, zoals ook de voorgestelde individuele systemen van herverdeling van het werk. 

 

Zelf is deeltijds werk een structureel ongelijke herverdeling van het werk, verweven met de traditionele opvattingen over de rol en de natuur van de vrouw en dus de ongelijke positie van mannen en vrouwen op de (gesegregeerde) arbeidsmarkt. Deeltijds werk is geconcentreerd in bepaalde sectoren, waar vooral vrouwen werken en in de laagste functieniveau's. In de jaren 70 was de eis van collectieve  arbeidsduurvermindering met behoud van loon voor iedereen de oplossing van de vrouwen- en arbeidersbeweging voor de werkloosheid, terwijl werkgeversorganisaties deeltijds werk wilden . Het beleid heeft geopteerd voor een brvordering van deeltijds werk, dat niet alleen indrukwekkend is toegenomen maar dat ook een overwegend vrouwelijke aangelegenheid gebleven en regelmatig naar voor is geschoven als de oplossing voor de combinatie werk  -  gezin. Ooit speelde het beleid met de idee van anderhalf inkomen per gezin. Nu spoort het iedereen aan te kiezen voor voltijds werk, zoniet eigen schuld dikke bult als je pensioen te laag uitvalt. Alsof iedereen maar te kiezen heeft voor deeltijds of voltijds werken, welke ondersteunende maatregelen er ook genomen worden ... 

 

In de logica van de sp.a beginselverklaring moet het beleid de daad bij het woord voegen en iedereen gelijke kansen geven te kiezen voor voltijds werk via opvanginfrastructuur, dienstencheques. Er zijn uiteraard altijd heel wat mensen gebaat bij dergelijke maatregelen. Maar de feministische vraag is of ze naar meer gelijkheid leiden. Er is niet genoeg voltijds werk voor iedereen, er is zelfs niet genoeg werk voor iedereen tout court. Daarom blijft de eis van drastische arbeidstijdverkorting voor iedereen met behoud van loon een feministische eis van o.m. het VOK. Dat zou ook de weg vrij maken voor een gelijkere combinatie werk  -  gezin. Waarom over die oplossing zwijgen? Omdat ze politieke niet meteen realiseerbaar is? Of omdat de arbeidsmarkt als een onaantastbaar gegeven aanvaard wordt? 

 

Maar blijven we even bij gelijke kansen voor iedereen en de vraag of de voorgestelde maatregelen die bevorderen. Voldoende opvangfaciliteiten doen dat in principe wel. Maar dienstencheques zijn op maat van de middenklasse tweeverdienersgezinnen ten koste van de (in meerderheid) vrouwen die andermans huishouden komen doen in een precair statuut en die zelf de combinatie werk  -  gezin zonder hulp moeten klaren. Maar ja volgens de sp.a is een "brede en solidaire middenklasse de beste remedie tegen ongelijkheid" (zie hfdst waarden, 2.2.2). 

 

Verder zou de "loopbaanrekening" mensen in staat moeten stellen hun werktijd te spreiden over hun loopbaan in functie van hun tijdelijke behoeften terwijl ze aan het einde van de rit toch voldoende zullen gewerkt hebben voor een fatsoenlijk pensioen. Maw. flexibiliteit op maat van jezelf. Maar ook werkgevers zijn vragende partij voor flexibiliteit. Gezien de ongelijke machtsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers komt ook hier druk op de keuzevrijheid.... 

 

De excessieve focus op persoonlijke talent en competentie-ontwikkeling om iedereen aan het werk te krijgen maakt enige aandacht voor de structuur van de werkloosheid en voor de werkloosheidsmaatregelen overbodig. Dat het gendereffect vrouwen, die oververtegenwoordigd zijn in de langdurige werkloosheid en in de categorie samenwonenden, specifiek benadeelt is nochtans duidelijk.

 

Maar van enige genderanalyse geen spoor in de sp.a beginselverklaring. Een enkele keer is er sprake van "aandacht voor meervoudige discriminaties" zoals in de resolutie leeftijdsbewust personeelsbeleid, waar "oudere vrouwen" worden vermeld (hfdst. 1, economie, 5.1). En een enkele keer is sprake van de "beste mannen en vrouwen op de juiste plaats" (hfdst. 1, economie, 4, reoslutie 3) Het lijken eigenlijk eerder toevalstreffers...

 

Als de hefboom voor emancipatie er in bestaat voor iedereen gelijke kansen te garanderen om vrije keuzes te maken op de arbeidsmarkt is een genderanalyse overbodig, zo lijkt de logica wel van de sp.a beginselverklaring.  In die optiek is het feit dat nog altijd vooral vrouwen deeltijds werken het gevolg van individuele keuzes en niet van een structureel gendersysteem dat de keuzewaaier van vrouwen beperkt. Of de sp.a zijn mosterd haalde bij wetenschappelijke studies kan uit de beginselverklaring niet worden afgeleid. Maar zowel de keuzetheorie (preference theorie) als de theorie van de structurele ongelijkheid en parallel daarmee de discussie gelijke kansen of gelijke uitkomsten hebben hun academische verdedigers.  

 

 

"0ngelijke behandeling mannen en vrouwen"

 

Wat wel enkele malen voorkomt in de sp.a beginselverklaring is de referentie naar de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. In het hoofdstuk "Samenleven in diversiteit" staat: we treden hard op "zowel tegen racisme (en xenofobie nvdr), antisemitisme, islamofobie als tegen de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen, homohaat en andere vormen van uitsluiting" (mijn nadruk). Op p. 2 vinden we de formule terug in de context "iedereen moet zichzelf kunnen zijn". Op p. 4 is de context het "basiskader van waarden en leefregels" mbt "religieuze en culturele vrijheden". En op p. 5 is de context de bestrijding "van discriminatie in al zijn verschijningsvormen op de arbeidsmarkt, op school, in het uitgaansleven, door de politie of op de huisvestingsmarkt".

 

Hoe onschuldig is hier het gebruik van het specifieke "ongelijke behandeling van mannen en vrouwen" en "homohaat".  Waarom worden niet de ruimere termen sexisme en homofobie gebruikt? Die horen thuis in een lijstje van racisme, antisemitisme, islamofobie. Nu komt er de "zowel / als" constructie aan te pas alsof het om een soort ruil gaat ("als dit, dan ook dat"). Trouwens waarom komt de ongelijke behandeling van vrouwen en homohaat enkel in het hoofdstuk "Samenleven in diversiteit" ter sprake, alsof ze vooral nog in die context problematisch zijn? Drijft de sp.a beginselverklaring misschien toch onbewust mee op een heersende trend die vrouwenonderdrukking en homohaat etniciseert en culturaliseert? De afwezigheid van een duidelijke distanciering van die trend gecombineerd met de afwezigheid van een algemene structurele genderanalyse of met andere woorden een algemene analyse van seksisme en homofobie in de samenleving lijken jammer genoeg in die richting te wijzen. 

 

 

Zichtbare levensbeschouwelijke tekens

 

Toen de sp.a haar beginselverklaring bekend maakte zijn de media vooral gesprongen op de resolutie mbt zichtbaar gedragen religieuze of levensbeschouwelijke tekens. Wat politiek gevoelig ligt heeft nieuwswaarde. Bij nader inzien is het een storm in een glas water gebleken. 

 

Laten we eerst de resoluties ter zake eens nader bekijken. Ze betreffen ambtenaren met en zonder functiekledij en leerlingen in het onderwijs.

 

Ambtenaren die geen functiekledij dragen mogen zichtbare levensbeschouwelijke tekens dragen op de werkvloer. Bij functiekledij, een uniform zeg maar "kan er, afhankelijk van de aard van de functie en in overleg met het personeel, rekening gehouden worden met de persoonlijke voorkeuren van de betrokken werknemers" (hfdst. 2, diversiteit, 3.1.1). Waarom religieuze kledijregels, want daarover gaat het in de eerste plaats, niet integreren in de functiekledij? Wordt hier een ontsnappingsroute opengelaten? Iedereen in uniform, en we hoeven er niet meer over te spreken...

 

Actiegroepen zoals BOEH! vroegen de sp.a meteen om de daad bij het woord te voegen. Dat kon bv meteen in Gent, waar sp.a en Groen! een meerderheid vormen in de gemeenteraad. Maar uiteindelijk moet het middenveld, verenigd in een breed platform ihkv de Gentse Lente via een burgerinitiatief de aanzet geven tot het wegstemmen van de dresscode voor loketbedienden, die zichtbare levensbeschouwelijke tekens (lees hoofddoeken) verbiedt.

 

En leerlingen? "Principieel zijn we voorstander dat leerlingen in het onderwijs zelf in alle vrijheid kunnen kiezen om binnen de school al dan niet religieuze of levensbeschouwelijke tekenen te dragen." Maar deze vrijheid is onderworpen aan ... "de keuzevrijheid van de inrichtende macht" (hfdst. 2, diversiteit, 3.1.1). Geen woord over de ongelijkheid van die keuzevrijheid voor iedereen. Geen woord over de vraag of het algemeen verbod op het dragen van uiterlijke levensbeschouwelijke tekens, uitgevaardigd door de Raad van het GO (Gemeenschapsonderwijs) vanaf 1 september 2013 geen inbreuk is op de godsdienstvrijheid van leerlingen en o.m. ook geen "ongelijke behandeling van mannen en vrouwen" betekent (in het geval van de hoofddoek). Ook hier moet het middenveld dan maar de klus klaren via een procedure bij de Raad van State.

 

De sp.a beginselverklaring maakt er zich zowel voor ambtenaren als voor leerlingen vanaf met principiele stellingnames. Maar waar blijven de daden? 

 

 

De ander en samenlevingsproblemen

 

Het woord allochtoon is gebannen uit de sp.a beginselverklaring. Migranten, etnische minderheden wordt nog gebruikt. "Nieuwkomers en hun nakomelingen" is een nieuwe term. Maar andere woorden betekenen nog geen andere invalshoek. Het hoofdstuk samenleven in diversiteit gaat over de ander. De problematische ander. De ander die traditioneel geassocieerd wordt met "sociale dumping en deloyale concurrentie bij arbeidsmigratie", met "oneigenlijk gebruik van sociale zekerheid en sociale bijstand", met "criminaliteit en extremisme" en met "samenlevingsproblemen rond bv. sluikstorten, nachtlawaai, storend verkeersgedrag". Het staat allemaal samen in een paragraaf (hfdst. 2, diversiteit, inleiding), wat een samenhang suggereert. 

 

Ondanks de verzekering dat "we hierin geen onderscheid (maken) naar herkomst: iedereen is gelijk voor de wet." (hfdst. 2, diversiteit, inleiding), kadert de opsomming van samenlevingsproblemen in het welbekende credo van de (integratie) problemen durven benoemen. "De inwoners van die (centrum)steden zagen door de oude en nieuwe migratiestromen hun omgeving in sneltempo veranderen. Dat bracht samenlevingsproblemen met zich mee" (hfdst. 2, Diversiteit, 4). De stereotiepe benoeming van die problemen, zoals ook de sp.a doet, staat een open kijk de complexe werkelijkheid in de weg. 

 

Stereotiepe problemen krijgen immers voorspelbare want even stereotiepe algemene antwoorden, vaak met de impliciete boodschap dat de inrichting van de samenleving bedreigd is, door wie anders dan die vreemde andere. "Zolang iedereen de principes van onze seculiere rechtsstaat onderschrijft" (hfdst. 2, diversiteit, samenvatting). "De religieuze en culturele vrijheden zijn niet absoluut: vrijheid stopt waar deze van de andere begint" (hfdst. 2, diversiteit, 3). Mits "respect voor elkaars religieuze, culturele en seksuele eigenheid" (hfdst. 2, diversiteit, samenvatting). Enz.

 

Ondanks die weinig inspirerende woordenbrij bevat de sp.a beginselverklaring wel enkele positieve concrete voorstellen, zoals de actieve opsporing door de overheid van discriminatie via controle en wettelijk onderbouwde praktijktesten, de ondersteuning van etnisch-culturele verenigingen, de erkenning van het belang van etnisch-culturele zelforganisaties. Vele andere voorstellen zijn meer van het reeds bestaande: een onafhankelijke instelling zoals het Centrum voor Gelijkheid van kansen en Racismebestrijding, meer meldpunten discriminatie, effectieve sanctionering van inbreuken op de discriminatiewetgeving, diversiteitsplannen en verplichte streefcijfers (al is dit een contradictie, het is ofwel streefcijfers ofwel quota) voor overheidsbedrijven, verplichting van een diversiteitsbeleid bij overheidsopdrachten enz... 

 

Voor het wegwerken van de structurele sociaal-economische uitsluitingsmechanismen blijft de sp.a beginselverklaring bij de hefboom van de persoonlijke competenties. "Door een aangepast opleidingsprogramma of een werkervaringsplaats aan te bieden, pakken we de jongerenwerkloosheid aan." (hfdst. 2, diversiteit, 2) Dit aangevuld met de aanpak van discriminatie, erkenning van buitenlandse dipoma's, aanbod van Nederlandse lessen... 

 

 

Slagzin van de dag?

 

Als afsluiter en niet helemaal fair misschien want zomaar ergens uit de beginselverklaring geplukt:  "Elke dag opnieuw investeren in onze toekomst, ieder op zijn niveau, dat is de taak van zowel werknemer, werkgever als overheid." (hfdst. 1, Economie, 3) De sp.a visie voor "Het Vlaanderen van Morgen" in een GB  -  achtige slagzin: mannelijk en ongelijk. Getoetst op gender en diversiteit en.... gebuisd.

 

 

* Ida Dequeecker is feministisch-socialistische activiste. Ze is ondermeer actief in Boeh (Baas over eigen hoofd). 

 

 

Noten

 

1 Merk hoe gelijkheid wordt neergehaald tot uniformiteit om verschillen te verdedigen, die in wezen ongelijkheid goedpraten. Elk verschil houdt geen ongelijkheid in, ongelijkheid betekent verschil uiteraard, maar één specifiek verschil, namelijk ongelijkheid. Terwijl gelijkheid en verschillen perfect samengaan. Kathleen Van Brempt paste als minister van gelijke kansen deze begripsverwarringstruuk ook al toe. (Zie voetnoot 4) 

 

2 Het hoe en het waarom van deze stelling wordt niet uitgelegd.

 

3 Voor een vlammend pleidooi mbt een liberaal meritocratisch systeem zie bv Paul Verhaeghe http://www.psychoanalysis.ugent.be/pages/nl/artikels/artikels Paul Verhaeghe/De effecten van.pdf

 

4 cfr. De realiteitszin van Miet Smet mbt de arbeidsmarkt (citaat in voetnoot 8)

 

5 Zie Ida Dequeecker, Het Ongelijkekansenbeleid van Minister Van Brempt, VMT, Jg 41, nr 2 ,zomer 2007, pag. 6-9. 

 

6 De hij – vorm vermijden is perfect mogelijk, bijvoorbeeld door het meervoud te nemen. Een detail misschien. Maar taal beïnvloedt ons denken. En het minste dat een beginselverklaring kan doen is zoveel mogelijk vermijden alles in de mannelijke vorm uit te drukken.

 

7 Dat gebeurt zeker niet altijd neutraal. Een etnicisering van praktijken van seksisme en van homohaat is zeker niet van de lucht.

 

8 Arbeidsduurvermindering als individuele optie dus.

 

9 Veelbetekenend is bv. de getuigenis van Miet Smet hierover: “Ik het indertijd een brochure uitgegeven over de verkorting van de arbeidsduur per dag. Dat kwam van mij. Omdat ik dacht dat het misschien de enige oplossing was voor iedereen. Maar als je minister van Arbeid wordt, zie je ook de andere kant. Economisch gezien is dat zeer moeilijk. Dus is er maar één oplossing en dat is dat mannen, véél meer dan tot nu toe het geval is, meehelpen in het gezin en ook gebruik maken van de stelsels van ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking” in Romy Cockx, Miet Smet, Drie decennia gelijkekansenbeleid, Instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen, 2009, p. 44. Miet Smet vermeld hier deeltijd werk niet, hoewel haar beleid stevig heeft bijgedragen tot de uitbreiding ervan.

 

10 Beleid van Minister van Arbeid en Tewerkstelling Luc Van den Brande (1988)

 

11 Meest recente stellingname van het VOK terzake: Op moederdag vraagt het VOK zorgkloofmeting, 12 mei 2012, http://www.vrouwendag.be/standpunten/persberichten/399-op-moederdag-vraagt-vok-zorgkloofmeting

 

12 Zie voor een grondige kritiek: http://www.vrouwendag.be/standpunten/zorg/367-dienstencheques11

13 Zie o.m. de persmededeling van het VOK van 11/05/2012: www.vrouwendag.be/standpunten/persmededeling

 

14 Voor de individuele keuze theorie zie Catherine Hakim, Women, careers and work-life preferences, British Journal of Guidence & counseling, vol. 34, n° 3, august 2006 (http://blog.lib.umn.edu/puot0002/3004/Women, careers, and work-life preferences.pdf) Hakim stelt dat vandaag de voorwaarden zijn vervuld om vrouwen een vrije keuze te laten maken: zelfbeschikking over hun lichaam, gelijke jobkansen, meer bediendenbanen, de creatie van deeltijdse banen, thuiswerk, telewerk, maw. werk dat een neveninkomen mogelijk maakt , de vrijheid om een eigen levensstijl te kiezen. Andere wetenschapsters zoals Anne Phillips voeren hiertegen aan dat de structurele beperkingen de keuzes beïnvloeden niet omgekeerd. 

 

15 zie persbericht BOEH! “GO volhardt in de boosheid” http://www.baasovereigenhoofd.be/site/category/type-artikel/persberichten

 

16 Zie bv Jan Blommaert,  Convivialiteit en superdiversiteit, 13 april 2013 http://jmeblommaert.wordpress.com/2013/04/17/convivialiteit-en-superdiversiteit/

 

 

 

Naar boven