De massamobilisatie van het volk verjaagt Ben Ali. Naar het jaar 1 van de Tunesische Revolutie? PDF Print Email
Geschreven door SAP op woensdag, 19 januari 2011

Het nieuwe jaar kon niet beter beginnen dan met de val van een dictator onder druk van een massale, democratische en vastberaden volksopstand. Ondanks de bloedige repressie waarvan ze het slachtoffer werd, met tientallen doden en honderden gewonden tot gevolg, ondanks de pseudo-toegevingen en nep-hervormingen die het regime van Ben Ali op het laatste moment naar voor schoof, heeft het Tunesische volk niet toegegeven en is het niet in die val getrapt.

Het cynisme van de westerse regeringen daarentegen kent geen grenzen. Zestig jaar lang hebben ze er alles aan gedaan om de dictatoriale regime's van Bourguiba (1957-1987) en zijn opvolger Ben Ali (1987-2011) in stand te houden, zowel door directe steun als door het ontkennen van de misdaden van hun regime's. Vandaag, na een maand oorverdovend stilzwijgen tegenover de bloedige repressie, worden ze gedwongen «akte te nemen» van het succes van de volksopstand en de vlucht van hun beschermeling Ben Ali. Obama die, na de feiten, de moed van de Tunesiërs prijst, verdient wel de hoofdprijs voor zijn hypocrisie, als je weet dat Washington nooit de ondersteuning aan en de training van de politie, het leger en de geheime diensten van deze beul van het tunesische volk heeft stopgezet.

De Belgische regering moest hiervoor niet echt onderdoen: op het moment dat Ben Ali al aan het inpakken was, verdedigde onze dappere Minister van Buitenlandse zaken Steven Vanackere (CD&V) nog «een vergelijk doorheen dialoog tussen de autoriteiten en de verzuchtingen zoals ze door de manifestanten werden uitgedrukt». Wat de PS en sp.a betreft: zij vroegen weliswaar rijkelijk laat dat er een eind werd gemaakt aan de repressie, maar vroegen nooit het einde van de dictatuur. De partij van Ben Ali, de RCD, is immers lid van de «Socialistische» Internationale!

De heimelijke vlucht van de dictator en zijn naaste handlangers en familieleden, met in hun bagage ongetwijfeld een fiks deel van de rijkdommen die ze het Tunesische volk afhandig hebben gemaakt, is een belangrijke gebeurtenis, een heus keerpunt, niet enkel voor de volkeren van de Maghreb, maar op internationale schaal. Het Tunesische volk heeft een universele les in strijdbaarheid gegeven, met haar vastberaden en radikale mobilisaties. Het toont nogmaals aan dat dit de enige weg is om echt resultaten te behalen.

Haar voorbeeld heeft reeds een belangrijke invloed op het verzet van de volkeren van de Maghreb en in de Arabische wereld in het algemeen. Mohammed VI in Marokko of Bouteflika in Algerije hebben nu al schrik hun macht te verliezen. Gelijk hebben ze: het voorbeeld van volkeren die door hun eigen strijdbaarheid hun vrijheid afdwingen, werkt immers aanstekelijk! Alvast in Algerije is de jeugd in opstand gekomen tegen de miserie, de werkloosheid en het dure leven. In Marokko betoogden meer dan 20.000 mensen eind december in Tindouf. In Jordanië zijn er al weken massa-betogingen tegen de prijsstijgingen.

In tegenstelling tot wat allerlei racistische en islamofobe campagnes over de zogeheten «schok der beschavingen», voor wie elke massa-mobilisatie van de Arabische volkeren en de moslims de weg zou vrijmaken voor reactionaire religieuze integristen, en die onder het mom van de weerstand tegen die dreiging allerlei dictaturen in de region ondersteunen (of ze nu zelf fundamentalistisch of pseudo-lekenstaten zijn), ons willen doen geloven, toont deze eerste overwinning van het Tunesische volk net het buitengewone potentiëel van bevrijding en democratie aan die elke massa-strijd tegen onrechtvaardigheid in zich draagt. De actieve rol van de vrouwen, en dan in het bijzonder van jonge vrouwen, in deze overwinning, is hiervan een duidelijk teken.

Alle verhoudingen in acht genomen is deze beweging ook leerrijk en waardevol voor de werkende bevolking in Europa. Ook wij ondergaan immers een patronaal offensief zonder voorgaande, stijgende werkloosheid, toenemende armoede en bestaansonzekerheid en afbraak van democratische rechten. Enkel gezamenlijke actie van alle onderdrukte en uitgebuite groepen, in al onze diversiteit, loont. Ze geeft geen 100% garantie op overwinningen, maar passiviteit, net zoals het vergif van de racistische of sexistische verdeeldheid, garandeert wel 100% nederlagen...

Het Tunesische volk, en dan vooral de jongeren die op de eerste rij stonden en hiervoor een zware prijs hebben betaald, toonde een buitengewone mobilisatiecapaciteit, vastberadenheid en moed. De val van Ben Ali is haar overwinning, en van niemand anders. Maar de burgerlijke politici, of ze nu uit de oppositiekringen komen of uit de kringen van het regime van Ben Ali, riskeren zich deze overwinning onrechtmatig toe te eigenen. Ze zullen er alles aan doen om de volksopstand te temmen en de orde te herstellen in naam van de «nationale eenheid».

De «overgang» die ze vandaag proberen door te voeren, is geen nieuwigheid. Zoals in het verleden al het geval was bij de val van andere dictaturen, van Franquistisch Spanje tot de militaire regime's in Latijns-Amerika, probeert de burgerij, die jarenlang de steunpilaar vormde van deze regime's en er het meest van profiteerde, kost wat kost haar macht te behouden. Gesteund door het imperialisme, ontdekt het politiek personeel van deze dictaturen steeds opnieuw de weldaden van de formele, parlementaire democratie, en begint ze pakten af te sluiten met de gematigde oppositie. Het komt er steeds weer op aan het essentiële te redden: de macht van hun klasse.

Echter, het Tunesische volk is niet enkel in opstand gekomen tegen een verfoeide dictator, voor haar elemtaire democratische rechten en vrijheden. Het Tunesische volk kwam ook, en in de eerste plaats, in opstand voor brood en werk, tegen het dure leven en de corruptie, voor een andere verdeling van de rijkdommen. Om hiertoe te komen moeten de rijkdommen onder openbare en democratische contrôle worden geplaatst. De neoliberale politiek moet worden stopgezet. De door en door corrupte elites moeten van de macht worden verdreven, het staatsapparaat dient worden uitgezuiverd, alle verantwoordelijken voor de misdaden van de dictatuur wmoeten orden berecht en veroordeeld. De bezittingen van Ben Ali en zijn clan in het buitenland moeten worden bevrozen en teruggegeven worden aan het Tunesische volk.

Momenteel treedt de Tunesische revolutie een nieuwe fase binnen. De spontaneïteit die er tot op heden zozeer de kracht van uitmaakte, betekent ook haar zwakte. Het Tunesische volk kan de manoeuvers van de Tunesiche burgerij en het imperialisme maar tegenhouden door voluit en tot de finish gemobiliseerd te blijven, tot al haar politieke en sociale eisen zijn verwezenlijkt. Hiervoor is democratische zelforganisatie en de opbouw van een onafhankelijke revolutionaire politieke kracht onontbeerlijk. Onze actieve solidariteit met de strijd van het Tunesische volk is dan ook meer dan ooit een must!

15 januari 2011

SAP- Socialistische Arbeiderspartij

Belgische afdeling van de IVe internationale

Naar boven