Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Europees Hof Voor de Rechten van de Mens veroordeelt Belgisch asielbeleid PDF Print Email
Geschreven door David Baele op maandag, 18 april 2011

Op 21 januari 2011 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een uitspraak gedaan in de zaak MSS tegen België en Griekenland. MSS is een Afghaanse asielzoeker die in februari 2009 via Griekenland naar België reisde. In het kader van de Dublin verordening, dat er voor zorgt dat enkel het eerste land waar een asielzoeker Europa binnenkomt bevoegd is voor de behandeling van de asielaanvraag, stuurde België de Afghaanse vluchteling terug naar Griekenland. Dit gebeurde ondanks een annulatieberoep en een vordering tot schorsing in uiterst dringende noodzakelijkheid bij de Raad Voor Vreemdelingenbetwisting (RVV). In Griekenland kwam MSS eerst in een detentiecentrum terecht en vervolgens moest hij op straat overleven. De Griekse autoriteiten hebben tot op heden zijn asielaanvraag nog niet beoordeeld.

Het is reeds lang geweten dat Griekenland asielzoekers zeer slecht behandeld, maar ondanks talrijke rapporten van mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International heeft België de laatste jaren tientallen vluchtelingen teruggestuurd naar Griekenland. Nu wordt voor het eerst een land veroordeeld omdat het asielzoeker naar Griekenland terugstuurde. Zowel België als Griekenland worden in het arrest veroordeeld voor onmenselijke behandeling en gebrekkige rechtsbescherming van asielzoekers in het kader van de Dublin verordening. Enerzijds oordeelde het mensenrechtenhof dat België het verbod op een onmenselijke of vernederende behandeling (Art. 3 EVRM) geschonden heeft door de Afghaan terug te sturen naar het onveilige Griekenland. Anderzijds veroordeelde het Hof België voor een schending van het recht om in beroep te gaan (Art. 13 EVRM). De RVV was namelijk volgens het Hof geen nuttig rechtsmiddel omdat MSS ondanks het beroep naar Griekenland teruggestuurd werd.[1]

Mensenrechten met de voeten getreden

Met andere woorden, de Belgische autoriteiten wisten of hadden moeten weten dat de asielaanvraag van MSS niet serieus zou worden onderzocht door de Griekse autoriteiten, dat hij in slechte detentieomstandigheden terecht zou komen, overgeleverd aan de willekeur van agressieve politieagenten of werkgevers die van zijn precair statuut profiteren. De Belgische opvangcrisis in gedachten hoeft deze achteloze houding van de Belgische autoriteiten niet te verwonderen. In die zin is de argumentatie van het EHRM belangwekkend. Anderzijds legt het arrest de ineffectiviteit van het Dublinsysteem bloot. Deze is namelijk gebaseerd op de verkeerde veronderstelling dat alle Europese landen de mensrechten respecteren. Onderzoek wijst namelijk uit dat een Irakeese vluchteling in Griekenland zo goed als geen kans maakt op asiel, terwijl dezelfde vluchteling in Duitsland 77% kans maakt op asiel. De erkenningsgraad voor het vluchtelingenstatuut varieert in andere landen zelfs van 0% naar 90%. 

Aangezien de druk van de asielstroom vooral komt te liggen bij de lidstaten aan de buitengrenzen van de EU is dit systeem fundamenteel onrechtvaardig voor asielzoekers. Omwille van de geografische ligging is Griekenland de grootste toegangpoort voor vluchtelingen uit Irak en Afganistan, de landen die het meest vertegenwoordigd zijn in de landen van herkomst van Belgische asielaanvragers. De vrije keuze van deze asielzoekers om in een bepaald land hun aanvraag in te dienen wordt gewoonweg genegeerd. Maar zelfs het recht op asiel wordt compleet met de voeten getreden. Via de Dublin verordening kunnen landen als België namelijk druk uitoefenen op de slechte leerlingen van de klas die de grenzen van fort Europa niet genoeg bewaken. De erkenningsgraad voor asielaanvragen in landen als Grienkenland wordt op die manier teruggeschroefd. En als dat niet volstaat om vluchtelingen te ontmoedigen worden deze landen bijgestaan door Frontex, het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, om de buitengrenzen van Europa ter land en ter zee met militaire middelen te beschermen.

Men stuurt vluchtelingen uit conflictgebieden dus eerst terug naar een Europees land waar de levensomstandigheden door mensenrechtenorganisaties omschreven wordt als een humanitaire ramp, en vervolgens riskeren ze terug te moeten keren naar de onveilige situatie in hun thuisland waar hun leven in gevaar is. Hoeft het dan nog te verwonderen dat vluchtelingen hierdoor tot wanhoopsdaden overgaan? Zowel in België als in Griekenland zijn asielzoekers in hongerstaking gegaan in een ultieme poging een verblijfsvergunning te verkrijgen. In Griekenland zijn sinds eind januari 300 asielzoekers in hongerstaking gegaan in een ultieme poging een verblijfsvergunning te verkrijgen. Na jaren werken voor een hongerloon als sinaasappelplukker of bouwvakker hebben ze te horen gekregen dat ze niet meer gewenst zijn. Griekenland wil hen het land uit zetten. Deze hongerstakers proberen op die manier niet enkel aan verblijfspapieren te komen, ze willen de wereld ook duidelijk maken dat ze er genoeg van hebben een mensonterend bestaan te lijden en eisen een minimale werknemersbescherming en levensstandaard.[2]

Instrumentalisering door nationalistisch rechts

Maar in plaats van onze solidariteit met deze vluchtelingen te betuigen en het respect en de toepassing van de mensenrechten door onze beleidsmakers te eisen laten we ons door dezelfde beleidsmakers vangen. Want in plaats van een beleid uit te werken dat voor iedereen in onze maatschappij een draagvlak creëert met degelijk werk, betaalbare huisvesting, openbare diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs slagen deze beleidsmakers er stap voor stap in ons te doen geloven dat immigratie net de oorzaak is van de afbouw van ons sociaal beleid. Vluchtelingen zouden er voor zorgen dat we er met te veel mensen gebruik van maken waardoor de beschikbare middelen schaars worden. In de naam van realisme willen deze beleidsmensen ons doen geloven dat we immigranten gewoonweg niet kunnen ontvangen. Dit zou het draagvlak van onze maatschappij in gevaar brengen en leiden tot massale werklosheid. 

Hoewel deze stelling logisch klinkt wordt ze door empirisch onderzoek duidelijk weerlegd. De stijging van de bevolking naar aanleiding immigratie zorgt voor een stijging van de nationale consumptie van goederen en diensten, en dus ook van de productie. Immigratie heeft dus geen impact op het bruto binnenlands product per inwoner. Globaal gezien heeft immigratie dus ook geen invloed op de lonen en de werkloosheid. Er kan worden tegengeworpen dat er een stijging van de werkloosheid en een neerwaartse druk op de lonen plaatsvindt voor autochtone werknemers die in rechtstreekse concurrentie staan met immigranten op de arbeidsmarkt. Dit vertaalt zich echter niet in de statistieken omdat de concurrentie tussen autochtone werknemers en immigranten laag is. Enerzijds werken immigranten in sectoren die niet in concurrentie staan met sectoren waarin autochtonen werkzaam zijn en anderzijds werken ze voornamelijk in knelpuntberoepen. Ze nemen dus het werk niet af van autochtonen maar verminderen de potentiële aanwerving van autochtonen in deze sectoren. Maar aangezien immigratie globaal gezien en proportioneel werk creëert zullen deze autochtone werknemers makkelijker in andere sectoren zoals de openbare diensten of de handel werk vinden.[3]

De instrumentalisering van het migratiedebat is dus een handige manier om politieke spanningen te beheersen. Beleidsmakers gebruiken het als antwoord op de angst voor achteruitgang dat ervaren wordt door categorieën die het meest bedreigd worden door de economische crisis. De ware bedreiging voor de arbeidsplaatsen en de lonen zit niet in de immigratie maar in het zwartwerk, dat aangewakkerd wordt door de clandestiene immigratie. De moeilijkheid om verblijfsdocumenten te verkrijgen dwingt migranten om te werken zonder dekking door de sociale zekerheid en zonder afdwingbare rechten. Hoe meer arbeiders met dit precair statuut werken, hoe groter de neerwaartse druk op het globale arbeidsstatuut, wat enkel de werkgevers ten goed komt. 

Het is de speculatie van kapitaalbezitters die er voor gezorgd heeft dat we ons vandaag in een economische crisis bevinden die grote armoede en onzekerheid tot gevolg heeft. Het is omwille van de redding van de banken en het verzekeren van de winsten dat we vandaag massaal op onze publieke uitgaven zullen moeten besparen. En zolang geen enkele beleidspartij dit duidelijk durft te benoemen en er naar te handelen zullen rechts-nationalistisch partijen geen moeite hebben om de aandacht af te leiden naar een zondebok. Zo verliep het in het verleden en zo verloopt ook vandaag. Nationalistisch rechts zal zich niet inhouden om op basis van deze visie de opsluiting en uitdrijving van vluchtelingen op te drijven. Dit is nu al zichtbaar in de door de NV-A ingediende wetsvoorstellen. Wat men moet begrijpen is dat rechts er alle belang bij heeft om via de opsluiting en dus de criminalisering van vluchtelingen een negatieve visie te verspreiden en een bepaald beeld te onderhouden over ‘de vreemdeling’. Door een klimaat van angst en een terugplooi op zichzelf te creëren slagen ze er namelijk in de objectieve en terechte gevoelens van ongenoegen die de bevolking dagelijks ervaart, handig af te leiden van de werkelijke oorzaken van hun problemen.

[1]  cmiskp.echr.coe.int

[2]  en.contrainfo.espiv.net

[3] Pour une politique ouverte de l’immigration; Attac; Éditions Syllepse, Paris, octobre 2009.

 

 

Naar boven