Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Interview met Erik De Bruyn. Van sp.a-Rood naar Rood!. “Een kwalitatieve sprong naar linkse politiek op massa-schaal” PDF Print Email
Geschreven door Peter Veltmans, Erik De Bruyn op zondag, 08 mei 2011

Rood: Hoe voelt het om na een lange staat van dienst in de sp.a op eigen benen te staan?

Erik De Bruyn: In een woord: bevrijdend (lacht).

Rood: Veel mensen ter linkerzijde vragen zich af waarom je precies nú breekt met de sp.a.?

Erik De Bruyn: Wel, het is eigenlijk het produkt geweest van een permanente evaluatie en kosten-baten analyse sinds de verkiezingen van 2010. Er was de houding van de sp.a in het debat rond het Interprofessioneel Akkoord, waar zij feitelijk het kamp van de werkgevers en van de ACV-leiding koos. Er was het uitermate negatieve bilan van het voorzitterschap van Gennez dat binnenkort ten einde loopt en waar in de sp.a geen andere les uit getrokken wordt dan het vervangen of verplaatsen van de poppetjes.  Er was de aankondiging van het nieuwe 'flinkse' boek van burgemeester Patrick Janssens, waarin hij nog maar eens verzuimt om een echt socialistisch antwoord te formuleren op de problemen in Antwerpen. Er waren ook de opeenvolgende stommiteiten van de sp.a-ministers Lieten en Vanden Bossche in de Vlaamse regering. Uiteindelijk ben je dan heel de tijd bezig met dat allemaal te kaderen in plaats van met het uitbrengen van je eigen politieke visie. Het cumulatief effect van dit alles (en van nog veel meer zaken in het verleden) begon stilaan toch wel erg zwaar te wegen.

Rood: Was het ook niet zo dat het stilaan uitzichtloos werd om in de sp.a nog 'aan oppositie te doen'?

Erik De Bruyn: Absoluut. Je kan zeggen dat er binnen de sp.a. door de leiding toch wel een cordon sanitaire werd gelegd rond sp.a-Rood. De impact van dat door de leiding georganiseerde isolement maakte dat we geen millimeter terreinwinst boekten. De aanpak van sp.a-Rood betekende sowieso altijd al ietwat dansen op een smalle koord: enerzijds in linkse zin proberen te wegen op de koers van de sp.a (of deze toch minstens trachten te beïnvloeden), anderzijds voortdurend opletten niet te verworden tot een louter links schaamlapje van de sp.a. Op den duur dreigde daar meer en meer sleet op te komen. Het dreigde meer en meer van een spanningsveld tot een blokkering te verworden. Onze geloofwaardigheid begon er onder te lijden. Bovendien stellen we vast dat het zelfcorrigerend vermogen van de partij tot quasi nul is herleid door het samenspel van persoonlijke carrière-agenda’s en het daaraan verbonden structurele onvermogen om nog te denken in termen van oppositie. Ook de stoere taal op 1 mei klonk in die zin nogal hol: scherp van leer trekken tegen de N-VA en tegelijk volhouden dat je samen met die partij goed bezig bent in de Vlaamse regering.

Rood: Sommige mensen stellen zich wel vragen bij de timing van je initiatief tot oprichting van een nieuwe politieke beweging ter linkerzijde?

Erik De Bruyn: Die timing heeft ook te maken met de gemeenteraadsverkiezingen in 2012. Daar gaat toch wel een zekere druk van uit. We kunnen moeilijk een of een paar maanden voor die verkiezingen de stap zetten. Een en ander vraagt toch wel wat werk en voorbereiding (lacht). En bovendien biedt 1 mei natuurlijk een platform om te communiceren met de achterban.

Rood: Zijn er ook dieperliggende redenen voor je breuk met de sociaal-democratie?

Erik De Bruyn: Zeker en vast! Er is eerst en vooral de enorm diepe politieke crisis in België. Dat is niet zomaar een crisis onder 'politiekers' die er niet meer uitraken en die dus in een onderlinge impasse verzeild zijn geraakt. Nee, het gaat veel dieper. Heel het politieke bestel zit muurvast, heel de partijpolitiek is ongeloofwaardig geworden (de politieke partijen lopen ook allemaal leeg!) en ja, zelfs de democratie op zich wordt meer en meer in vraag gesteld. Nu, dat biedt zowel kansen als gevaren. Het grootste gevaar is natuurlijk dat de bevolking massaal overstag zou gaan voor het antipolitiek, antidemocratisch ressentiment. De kans bij uitstek is natuurlijk dat nu ook de mogelijkheid ontstaat om zelf uitdrukking te geven aan en invulling van de democratie, zoals dat al gebeurde door de Shame-betoging en met de bezetting van de NV-A- en PS-lokalen door de Stockholm-groep. Er is dan ook dringend nood aan een links optreden in heel deze crisis. De sp.a is daarvoor echter hoe langer hoe minder een nuttig vehikel, aangezien ze mee deel uitmaakt van het probleem en niet van de oplossing. Ook dat heeft meegespeeld in de beslissing om te breken.

Rood: Kadert die beslissing om te breken ook niet in een meer internationale context?

Erik De Bruyn: Natuurlijk. De financiële crisis van 2008 en de hele nasleep ervan heeft alles op scherp gezet. Ook daar zien we weer dat de sp.a. zowat elke kans om te scoren mordicus heeft laten liggen. Vande Lanotte kwam uiteindelijk niet verder dat het ondersteunen van de verkoop van de bancaire kroonjuwelen aan de Fransen. Daar bovenop zien we nu ook dat die 'redding' van de banken uiteindelijk betaald zal moeten worden door de werkende bevolking, via een enorme besparingsronde. We hebben met de linkerzijde geen tien jaar tijd meer om ons daar op voor te bereiden, en dat is zowat de tijd die de sp.a mijns inziens nodig heeft om haar geloofwaardigheid –eventueel – te herstellen. Vandaar dat we nu moeten breken. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de energiecrisis. Enerzijds piekt de olie-ontginning, anderzijds zal de publieke opinie (met de ramp in Japan in het achterhoofd) niet aanvaarden dat er zomaar verder wordt ingezet op kernenergie. Links zou zijn voordeel kunnen doen bij dergelijke situatie. Ik ben ervan overtuigd dat de nood aan energie-efficiëntie van de economie de komende jaren de loonkostcompetitie en de druk van de globalisering voor een stuk zal gaan temperen (transport kost ook energie), waardoor de arbeidersbeweging het initiatief kan herwinnen én de alliantie met de ecologische beweging versterkt kan worden. Maar de sp.a komt niet verder dan wat gestuntel rond zonnepanelen. Ook dat is voor mij een reden om nu en niet morgen te breken.

Rood: Sommigen ter linkerzijde zeggen dat die breuk op zich misschien wel OK is, maar dat ze toch wat te snel en te onvoorbereid werd aangekondigd?

Erik De Bruyn: Dat betwist ik. We hebben sinds augustus 2010 het intern debat binnen sp.a-Rood gelanceerd door een hele reeks van gesprekken te voeren. Uiteindelijk kwamen we daarbij tot de conclusie dat 85 % van de leden van sp.a-Rood voorstander was van een breuk met de sp.a. Sommigen daarvan waren ons zelfs al voor en stemden met hun voeten:  ze verlieten de partij al eerder. Het is wel juist dat we geen conferentie of congres hebben bijeen geroepen. Maar daar vraag ik begrip voor. Hadden we dat wel gedaan, dan  had de beslissing op straat gelegen nog voor ze genomen was. Bovendien wilden sommigen er een fractiegevecht van maken zoals ze dat gewoon zijn. Teveel negatieve energie en tijdverlies.. Gezien de eerder genoemde redenen wilden we dat niet.

Rood: Breken met de sp.a is een ding, iets nieuws creëren iets anders. Hoe zie je dat?

Erik De Bruyn: Wel, het netwerk dat we hebben opgebouwd met sp.a-Rood is nog altijd intact en dat nemen we mee. Daarnaast is er nu de influx van honderden nieuwe geïnteresseerden. Ons doel is nu om dit alles samen te doen vloeien tot een nieuwe beweging  om daarmee het linkse vacuüm in te vullen waarvan in elk geval zowat iedereen het eens is dat het bestaat. Daartoe willen we het debat op gang trekken. We willen dat doen op een open, participatieve manier. De inhoudelijke basis hebben we al, want in februari 2011 hebben we reeds een ideologisch manifest opgesteld met sp.a-Rood. Dat kan dus als vertrekpunt dienen. Later zullen we natuurlijk ook moeten zien hoe we dit alles vorm kunnen geven op het electorale terrein. Belangrijk in dit alles is wel dat we  ons niet beperken tot een loutere hergroepering van bestaande (kleine) linkse organisaties. Pas op: die organisaties hebben hun merites! Net zoals wij vinden dat het voortraject van sp.a-Rood haar merites heeft. Niemand hoeft daar spijt van te hebben. Alleen, nu moeten we iets anders doen. We moeten als het ware een kwalitatieve sprong proberen te maken naar een hoger niveau. Politiek op massa-schaal dus, zonder daarom wie dan ook op voorhand te willen uitsluiten.

Rood: Veel mensen kijken ook naar de PVDA en naar jouw houding tegenover die partij.

Erik De Bruyn: Dat is niet meer dan normaal. De PVDA is de grootste georganiseerde kracht links van sociaal-democratie en groenen. Ze is dan ook een belangrijke gesprekspartner. Het is gewoon zonder meer zo dat de PVDA een belangrijke rol kan spelen. Of ze dat ook daadwerkelijk gaat doen, hangt vooral van haarzelf af. Ik zou het toejuichen, mocht de PVDA zichzelf kunnen overstijgen, door – zonder haar merites te verliezen – op  te gaan iets anders en nieuws dat veel breder en groter is. Voorlopig is dat blijkbaar niet hun koers. Het lijkt er op dat ze de PVDA zelf willen opbouwen tot dé linkse kracht. Ik vrees echter dat ze daarvoor teveel geschiedenis meeslepen. Ondanks hun onmiskenbare verdiensten en ondanks de gunstige ontwikkeling in standpunten en functionering van de laatste jaren, vrees ik toch dat zulke koers uiteindelijk zal leiden tot een te beperkte actieradius.

Rood: Ons valt bij de PVDA soms ook een zekere volgzaamheid op tegenover de vakbondsleidingen. Zo horen we bijvoorbeeld van de PVDA weinig tot geen kritiek op het ontbreken van een actieplan tegen de komende soberheid. Anderzijds heb jij wel de 'Oproep tot Sociaal Verzet' getekend, waarin die kritiek naar voor wordt gebracht.

Erik De Bruyn: Hier zou ik de PVDA toch een beetje in bescherming willen nemen. Ik denk niet dat het aan  politieke organisaties is om de sociale bewegingen – waaronder de vakbonden – te  dicteren wat zij zouden moeten doen. Als ik kritiek heb op de koers van de vakbondsleiding, dan zal ik die uiten, als syndicalist. Ik heb de 'Oproep tot Sociaal Verzet' dus getekend als syndicalist. Maar dus niet als politieke beweging. Er is dus in mijn ogen ruimte voor autonomie van de sociale bewegingen tegenover de politieke beweging en omgekeerd.

Rood: Sommige standpunten die je inneemt, worden niet door iedereen ter linkerzijde gedeeld. Meer bepaald je standpunten omtrent veiligheid, samenlevingsproblemen en de hoofddoek. Stel nu dat de beweging Rood! na een interne discussie op die terreinen tot besluiten komt die anders zijn dan je eigen standpunten. Wat doe je dan?

Erik De Bruyn: Eerst en vooral: welk standpunt je op die terreinen ook inneemt, het zal steevast een discussie zijn die ons dreigt te verdelen, eerder dan te verenigen. Maar hoe dan ook, in eerste instantie zal ik – zoals iedereen – mijn eigen standpunt verdedigen en trachten te verduidelijken. Dat is ook nodig, want er leven ter zake nogal wat karikaturale ideeën. Elkaar verwijten van racisme naar het hoofd slingeren bijvoorbeeld helpt ons niets vooruit. Ik wil  het debat  trouwens in alle openheid doen en ook zelf blijven openstaan voor de argumenten van andersdenkenden. Zo zal ik bijvoorbeeld binnenkort een gesprek hebben met de mensen van Baas Over Eigen Hoofd! (BOEH!). Natuurlijk, je kunt niet blijven discussiëren en uitleggen. Op een bepaald moment moet er beslist worden. Als dan zou blijken dat ik in de minderheid sta, dan zal ik mij als goede democraat uiteraard neerleggen bij de meerderheid. Ik wil wel benadrukken dat het moet gaan om een debat ten gronde. Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat we in zo'n debat de Islam als uitgangspunt nemen. Je kan dat beter opentrekken tot het secularisme in het algemeen, met alles wat daarbij komt kijken, zoals de rechten van vrouwen, de scheiding tussen kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting, enz.

Rood: Wat mogen we in de nabije toekomst van de beweging Rood! verwachten?

Erik De Bruyn: Wel, we zijn nu bezig de honderden steunbetuiging te verwerken, een beginselverklaring en de voorwaarden tot het lidmaatschap op papier te zetten. Zodra dat achter de rug is, zullen we al die mensen samenbrengen in vergaderingen. Vanaf dan gaan we allemaal samen vorm geven aan onze nieuwe linkse beweging (lacht).

Rood: We kijken uit naar het vervolg!

Naar boven