Dan kennen ze de Tamimi’s nog niet! PDF Print Email
Geschreven door Loes de Groot op donderdag, 30 juni 2011

Het lijkt nietig bij de massale golf aan revoluties in het Midden-Oosten. En het aantal betrokkenen is een fractie van de honderdduizenden die zich hadden verzameld op het Tahrir-plein in Egypte. Toch krijgen ook de bewoners van het Palestijnse Nabi Saleh het voor elkaar de onderdrukker angst aan te jagen.

Deze schuwt weinig methodes om de sociale strijd in dit dorpje in de kiem te smoren. Mocht je per ongeluk op het vliegveld van Tel Aviv aangeven dat het bezoeken van dit dorpje in je reisplan voorkomt, dan kun je er zeker van zijn dat je met het stempel ‘ongewenst vreemdeling’ in je paspoort linea recta terug naar huis vliegt en de komende jaren niet meer terug hoeft te komen.

Nabi Saleh is een dorpje op nog geen 20 kilometer ten Noord-Westen van Ramallah en 25 kilometer van de ‘groene lijn’ die de grens vormt van het door Israël bezette gebied. Het dorp telt in totaal 550 inwoners, allemaal lid van de Tamimi-clan, die bekend staat om zijn strijdlust en daadkracht in de strijd voor een vrij Palestina. In 1977 begon men tegenover het dorp met de bouw van de illegale Israëlische nederzetting Halamish. Ondanks dat het Israëlisch Hoog Gerechtshof in 1978 verklaarde dat de nederzetting illegaal gebouwd was op historisch grondgebied van Nabi Saleh, is deze sindsdien alleen maar gegroeid. Met de uitbreiding van de nederzetting werd meer en meer Palestijns grondgebied geannexeerd en werd het de inwoners van Nabi Saleh onmogelijk gemaakt om nog op die grond te komen. Naast de toename van geweld van de Israëlische kolonisten uit de nederzetting, werd in 2009 de natuurlijke waterbron van Nabi Saleh geannexeerd. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen: het verzet laaide op.

Sinds december 2009 trekken de dorpelingen elke vrijdag richting de geannexeerde waterbron. De eerste drie keer is het hen gelukt de bron ook te bereiken. Daarna begon het Israëlische leger een massale operatie om dit ‘virus van verzet’ aan te pakken.

Ze proberen te voorkomen dat andere omliggende dorpjes en uiteindelijk de gehele Westelijke Jordaanoever met dit verzetsvirus ‘besmet’ raakt. Ondanks de Israëlische legerinzet gaan de dorpelingen na haast anderhalf jaar nog steeds elke vrijdag richting bron. Tegenwoordig  worden de demonstranten echter al bij de rand van het dorp, op weg 465, ontvangen door geluidsbommen, traangasgranaten, stinkwater, rubberen kogels en soms zelfs scherpe amunitie.

In bezet Palestijns gebied zijn er meer van dergelijke demonstraties. Toch onderscheidt de strijd van Nabi Saleh zich hiervan. ‘Wij verzetten ons tegen de Israëlische bezetting en eisen onze vrijheid. We demonstreren niet tegen een muur zoals in Bilin, Ni’lin en Masara. We demonstreren ook niet tegen de uitbreiding van de nederzetting. Wij demonstreren tegen de gehele bezetting met alles erop en eraan. En we gaan door, er is geen weg terug meer. Wat ons betreft begint de derde intifada (opstand) hier en nu’, vertelt een van de woordvoersters, Manal Tamimi.

In Nabi Saleh houdt men zich aan de principes van geweldloze strijd. De demonstranten zijn ongewapend en met vlaggen en spandoeken lopen ze al leuzen schreeuwend elke vrijdag richting de tientallen, soms wel honderden bewapende soldaten die het gehele dorp elke vrijdag omringen. ‘In het begin deden er meer dorpelingen aan de demonstratie mee, maar nu zijn er al veel gearresteerd en anderen zijn gewond’ vertelt Narriman Tamimi, een van de vrouwelijke activisten van het dorp.

Want in Nabi Saleh is één ding direct duidelijk: vrouwen zijn sterk vertegenwoordigd en vormen de bron van vastberadenheid. De demonstraties beginnen ‘s ochtends en duren tot de zon ondergaat. Het leger trekt zich terug en laat het dorp achter in een enorme traangaswolk. Elke demonstratie worden er meer dan 1500 traangasgranaten afgevuurd op het dorp. Niemand kan zich terugtrekken. Het hele dorp verandert elke vrijdag in oorlogsgebied.

De methodes van het leger worden steeds harder. Nog geen vier weken geleden werden de twee leiders van de beweging gearresteerd. Zowel Bassem als Naji Tamimi worden beschuldigd van het aansturen van illegale demonstraties in een ‘closed military zone’. Er wordt een gevangenisstraf van 16 maanden verwacht. ‘Ze hadden gedacht dat ze met de arrestatie van Bassem en Naji de volkstrijd konden stoppen, maar dan kennen ze de Tamimis nog niet!’, zegt Manal.

Naast deze arrestaties, is het Israëlische leger begonnen met het documenteren van alle kinderen tussen de 10 en 15 jaar. Twee maanden geleden, tijdens nachtelijke invallen door het leger, werden de families bevolen hun zonen tussen de tien en vijftien jaar wakker te maken. Op stiekem gemaakte videobeelden is te zien hoe vijf soldaten de slaperige jongens fotograferen. Ondertussen zitten al 3 kinderen onder de 15 jaar in Israëlische gevangenissen. Bovendien wordt steeds grover geweld gebruikt tijdens de demonstraties en daarbij vallen veel gewonden. Pas nog belandde Hameda Tamimi, de elf-jarige zoon van Manal, ernstig gewond, met een beschadigde lever en nier, in het ziekenhuis nadat het leger een traangasgranaat op zijn rug had afgevuurd.

Het lijkt een verloren zaak, zo’n klein dorp tegen de staat Israël. Toch blijven de dorpelingen optimistisch en vastberaden. Als ik hen vraag “wat ik kan doen om te helpen?”, geven ze maar één antwoord: “verspreid ons verhaal!”. Voor verslagen van alle demonstraties, beelden en geluiden, volg de dorpelingen online op www.nabisalehsolidarity.wordpress.com of wordt lid van hun facebook pagina; lang leve sociale media!

* Loes de Groot is actief in de Nederlandse SAP. Ze was onlangs op bezoek in de Palestijnse Bezette Gebieden.

Naar boven