We leven boven onze stand PDF Print Email
Geschreven door Freddy De Pauw op zaterdag, 08 oktober 2011

We leven al te lang boven onze stand en het gevolg is dat de overheidsbegroting grote tekorten heeft en de staatsschuld her en der boven 100 procent van het bruto nationaal product stijgt. Er zit voor die overheid dus niets anders op dan sterk te gaan besparen en eigendommen te verkopen. De tering naar de nering zetten. Ook de superrijken moeten een steentje bijdragen en sommige van die rijken zijn zelfs vrijwilligers. Leven we boven onze stand? Rechts maar ook links valt te horen dat er geen andere uitweg is, politici, economisten en media van alle slag spoelen de hersens om die boodschap ingang te doen vinden.

De boodschap is simpel: we zitten allemaal in hetzelfde lekke schip, iedereen zal moeten een duit in het zakje doen. Zelfs degenen die helemaal niet in een lek schip zitten, maar wel in een van die steeds langere luxejachten. De markt van die luxeboten rijst de jongste twee jaar de pan uit – een teken dat sommigen ondanks de crisis hun stand kunnen ophouden. Dat geldt trouwens niet alleen voor zeer dure vaartuigen, de luxesector doet het uitstekend, alle vennootschappen uit die sector kondigen elk jaar nog grotere winsten aan, tot een verdubbeling op twee jaar. Tegelijk tonen elke dag weer verse gegevens aan hoe inkomens uit loonarbeid steeds lager uitvallen. In de VS is berekend dat het gemiddeld loon van een Amerikaanse werknemer in koopkracht nooit meer het niveau van 1978 heeft gehaald. 90 % van de Amerikanen die van loonarbeid leven zag zijn loon de voorbije tien jaar dalen.

1000 euro

Maar de samenleving wordt intussen overstelpt met schuldgevoelens. Er is jaren teveel gedaan om de mensen te verwennen met ziekteverzekeringen, onderwijs, openbaar vervoer en dergelijke collectieve voorzieningen. Ook het stelsel van collectieve arbeidsovereenkomsten moet er in sommige landen aan geloven. Minimumloon wordt een luxe. Bij een recente peiling zegde amper 20 procent van de jonge Italianen te hopen op een loon van minstens 1000 euro per maand. Bijna 30 % van de jongeren onder 25 jaar die niet meer studeren, zijn werkloos – het EU-gemiddelde is meer dan 20 %, en van degenen die werk hebben, is 1000 euro maandloon meer uitzondering dan regel. Geen wonder dat in Italië bijna 60% van de jongeren onder 34 "bamboccioni" zijn – die nog bij hun ouders wonen. Niet alleen meer om het comfort, maar uit bittere noodzaak. Die leven alvast niet boven hun stand. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor in de rest van Europa én in de VS.

De meeste rijken vinden intussen niet dat ze boven hun stand leven, krachtens de theorie van de ‘trickle down’, de stelling dat hoe rijker de rijken, des te meer dat dit ten goede komt aan de economie. Margaret Thatcher paste dat kordaat toe en Tony Blair bleef die steling trouw. Krachtens die theorie is de ‘flat tax’, eenzelfde percentage belastingen ongeacht de inkomsten, ideaal, want dan houden de rijken nog veel meer over om de rest van de economie te doen floreren. 

Nieuwe gulheid

Enkele van die rijken haalden deze zomer het nieuws met hun inschikkelijkheid om – weliswaar tijdelijk en niet te veel – bij te dragen tot de vermindering van de begrotingstekorten. In de Verenigde Staten herhaalde de multirijke Warren Buffett dat het maar rechtvaardig zou zijn dat hij en zijn collega’s iets meer zouden betalen; niet evenveel percent als hun personeel bij voorbeeld, maar toch iets meer dan de belachelijk lage percentages nu. 

In Frankrijk ondertekenden zestien van die superrijken een verklaring in die zin, wat inging tegen de visie van hun supervriend Nicolas Sarkozy die zo zijn best had gedaan om ze minder belasting te doen betalen. Onder druk van diverse zijden, waaronder de publieke opinie en een deel van zijn eigen partij, herstelde hij de progressiviteit waardoor zijn vrienden iets meer zouden betalen, maar tegelijk verminderde hij de ISF, de belasting op het vermogen, waardoor die vrienden niets moesten inboeten. In hun boek "Le président des riches" (al meer dan 100.000 exemplaren verkocht) leggen de sociologen Monique Pinçon-Charlot en Michel Pinçon uit dat alleen al de fiscale voordelen voor ondernemers de Franse staatskas 175 miljard euro kosten, terwijl het begrotingstekort 95 miljard bedraagt. En dan is de fiscale fraude, een dagelijkse bezigheid van die kringen, daar nog niet inbegrepen.

Verontwaardiging

Vanwaar die plotse inschikkelijkheid van sommige rijken? Uit staatsburgerschap? Of uit voorzichtigheid, om een gebaar te stellen tegenover de groeiende verontwaardiging over de steeds groter wordende ongelijkheden. De Spaanse ‘indignados’, de uitbarstingen in talrijke Engelse steden van jongeren die er willen aan herinneren dat ze bestaan, de massale revolte van studenten in Chili, de woede in Griekenland, de sociale bewegingen in Israël, allemaal tekenen dat mensen niet alleen verontwaardigd zijn maar die ook willen uiten, dat ze verandering willen.

Degenen die een kapitaal vergaarden met uitbuiting en speculatie, die massaal profiteerden van de deregulaties van de voorbije decennia, zijn daar niet gerust in. Zeker, de revolutie loert niet om de hoek, maar het gevoel in de samenleving dat het zo niet verder kan, is massaal. Er is een enorme wat men noemt vertrouwenscrisis van de bevolking in de wereld van de politiek, van de banken, van de media. Het wordt voor meer mensen duidelijk hoe die werelden in elkaar vervlecht zijn. Tony Blair als peetvader van een dochter van mediamagnaat Rupert Murdoch, Blair en Murdoch beide grote voorvechters van de grootst mogelijke vrijheid voor de City. En de nieuwe bazin van het IMF, Christine Lagarde, heeft er zelf de hand in gehad dat de bevriende zakenman Bernard Tapie 45 miljoen euro toegespeeld kreeg. In Frankrijk is er ook nog de affaire Bettencourt, de strijd binnen een familie over een fortuin van miljarden euro waarin gewezen minister van Arbeid Eric Woerth en zijn echtgenote een hoofdrol spelen. Ook die familie (eigenares van l’Oréal) blijkt nauwelijks belastingen te betalen.

Vandaar het groeiend gevoel te leven met een ondraaglijk wordend onrecht. Maar dat krijgt geen politieke vertolking, er staan geen sterke partijen op die dat gevoel in de strijd werpen. Bij regionale verkiezingen in Spanje gaf dat geen winst voor de linkse oppositie, in Griekenland nauwelijks. Het massale sociale protest in Frankrijk kwam nauwelijks tot uiting in de lokale verkiezingen van maart, meer dan de helft van de potentiële kiezers daagde niet op. Gewoon omdat de "verontwaardigden" niet verwachten dat verkiezingen iets zullen veranderen. Het wantrouwen in de politieke instellingen, partijen incluis, is daarvoor te groot.

Maar bovendien heeft het kapitalisme in veel landen de arbeiderssolidariteit fel verzwakt , terwijl de bourgeoisie zelf een redelijk homogene klasse is gebleven. Een klasse die ideologisch sterk staat omdat ze het idee ingang deed vinden dat er geen alternatief is voor haar systeem. 

Schuldigen

Maar dat systeem is ontegensprekelijk in crisis. Na de financiële crisis van 2007-2008 opperden politici en de ten dienste van het systeem staande economisten dat het ergste voorbij was. Degenendie vreesden dat het ergste nog moest komen, waren onheilsprofeten. De redding met overheidsgeld van de privé-financies had nochtans zeer veel gevergd van de overheidsfinanciën, zowel in de VS als Europa – om van Japan niet te spreken waar eerder al de openbare schuld tot 200 % van het bnp was opgelopen. Het ergste moest inderdaad nog komen. En wat bedenken de knappe koppen van het systeem? In de grondwet schrijven dat er geen begrotingstekort mag zijn! Terwijl gewone mensen tot voor kort moesten geloven dat de markten dat toch allemaal regelden.

Kortom, dat alles moet ons, gewone burgers, doen geloven dat we boven onze stand leven en moeten inleveren. Maar wat stellen de knappe koppen van het systeem vast? Dat als mensen minder inkomen krijgen, ze doorgaans ook soberder moeten leven. Dat leidt dan weer tot verminderde of zogenaamde negatieve groei, recessie. En dat leidt tot minder inkomsten voor de staat, zo stellen de specialisten van EU en IMF nu in Griekenland vast. Karl Marx schreef meer dan anderhalve eeuw geleden dat een individuele kapitalist ernaar streeft zijn werknemers zo weinig mogelijk te betalen, maar dat hij er, zeker als hij voor de consumentenmarkt produceert, alle belang bij heeft dat de rest meer koopkracht heeft. Idem voor de staatskas: lagere koopkracht betekent minder inkomsten. Bezuinigen en de bevolking verarmen, helpt zeker het economisch herstel niet, en dus ook het financiële niet.

Niets geleerd

Het ergste moet nog komen? Na de crisis van 2008 legden wereldleiders plechtige beloften af over de dringende noodzakelijk regeling van de financiële markten. Maar die "markten", de leiders van die financiële wereld, hebben met succes weerstand geboden aan leiders die dat toch niet meenden. Resultaat: elke dag zwelt een nieuwe zeepbel van louter speculatief kapitaal dat de markten bespeelt. Op 15 september werden de bankiers van de Zwitserse UBS wakker met het nieuws dat één jonge medewerker voor 1,7 miljard euro had gefraudeerd met het verhandelen van zogenaamd gesofisticeerde producten, Exchanged Traded Funds, risicopapieren waarvan er voor meer dan 1000 miljard euro in omloop zijn. UBS was in 2008 al zo zwaar getroffen door speculaties met de zogenaamde "subprimes", maar uit deze affaire bleek alweer dat ze lustig doorgaan met zeer speciale "producten". Maar UBS leeft niet boven zijn stand, ze beheert tienduizenden rekeningen van erg rijke burgers uit de ganse wereld die via UBS belastingen ontduiken.

Paradijzen

En zo komen we bij het knelpunt van de fiscale paradijzen. Staatskassen van de ganse wereld zouden snel gevuld zijn met de verdwijning ervan. In november 2008 beslisten OESO en G20 die paradijzen eens flink aan te pakken. Er werden zwarte en grijze lijsten opgesteld van zondaars die onder druk werden gezet om voorwaarden te aanvaarden.

De zwarte lijst is leeg en op de grijze staan alleen enkele paradijsjes. Maar de praktijk? Veel landen blijven hun eigen paradijzen koesteren waar men het niet nauw neemt met de voorwaarden. De hypocrisie viert hoogtij. Andorra, Monaco, Cyprus, San Marino, de Kanaaleilanden, de Azoren, Gibraltar, Ceuta en Melilla, de VS-staat Delaware op een boogscheut van Washington, de Caribische paradijzen, Aruba, Dubai…. Even zovele oorden van de financiële schaduwwereld die aan de al zo beperkte regulaties ontsnappen. Het "shadow banking" staat nog sterk. Om de huidige en komende crisissen aan te pakken is er slechts één oplossing: de complete opdoeking ervan.

Dit artikel verscheen eerder op Uitpers, webzine voor internationale politiek

Naar boven