Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Breken met het soberheidsbeleid: de strijd tegen de illegitieme schuld als hefboom... PDF Print Email
Geschreven door Daniel Tanuro op zondag, 04 december 2011
Het idee dat “het systeem” onrechtvaardig en irrationeel is, is wijdverbreid, zeker sinds 2008. De werkende bevolking gelooft niet meer in de “stelling van Schmidt” (“de winsten van vandaag zijn de investeringen van morgen en de banen van overmorgen”). Maar het idee dat er spijtig genoeg geen alternatief mogelijk is in deze gemondialiseerde wereld blijft overheersen. Een breuk met dit fatalisme zou nochtans zeer snel tot een belangrijke wijziging in de krachtsverhoudingen kunnen leiden. Maar hoe? Waar te beginnen? De strijd tegen de illegitieme schulden zou een hefboom kunnen zijn...

Henri Wilno, een Franse marxistische econoom, lid van de NPA, situeerde recent goed het probleem waarmee antikapitalisten worden geconfronteerd:

“Twee valkuilen bedreigen de krachten die het systeem radicaal in vraag stellen:

• Het eerste is van de wereld tot getuige te maken van de irrationaliteit van het kapitalisme, van alternatieven uit te werken die technisch goed onderbouwd worden, en te geloven dat de kracht van de ideeën en een pedagogische aanpak volstaan om ze te verwerkelijken.

• Het tweede is van zich te beperken tot een algemene aanklacht van het kapitalisme en op te roepen tot de omverwerping ervan als enige oplossing, en tegelijkertijd niet geïnteresseerd te zijn  in contestataire ideeën die leven in de samenleving, of zulke ideeën zelfs als reformistisch of opportunistisch af te doen.”

De moeilijkheid van de situatie is in feite de volgende: tegenover de omvang en diepgang van de systeemcrisis zijn zeer radicale antikapitalistische antwoorden absoluut noodzakelijk, maar het niveau van het bewustzijn is erg laag en de sociale krachtsverhoudingen zijn ronduit slecht.

Hoe kunnen we hiermee omgaan?

Er kan geen sprake van zijn om dit probleem op te lossen door in te binden op het programma: revolutionaire socialisten moeten zeggen “wat is”. Ze stellen een geheel van eisen en maatregelen voor die een samenhangend antwoord bieden op de huidige toestand, en in de richting wijzen van de noodzakelijke vernietiging van het kapitalisme.

De SAP heeft vastgehouden aan haar antikapitalistisch profiel toen anderen dachten dat het realistischer was zich te beperken tot een antineoliberale opstelling. We denken dat we daar goed aan deden. Een antineoliberalisme dat enkel de “uitwassen” van het kapitalisme wou aanpakken, kon enkel eindigen in de huidige capitulatie voor de financiële markten, zoals de sociaaldemocratie doet.

Maar wij zijn niet tegen hervormingen. Integendeel, wij ondersteunen elke stap voorwaarts die een dynamiek van actie, van strijd, kan teweegbrengen, en de almacht van het kapitaal aantast.

Nu het antineoliberalisme elke geloofwaardigheid verliest als alternatief voor een consequent antikapitalisme, hebben wij geen enkel complex om de fakkel van de strijd voor antineoliberale hervormingen over te nemen, maar op onze manier: 1) door ze in te schakelen in ons globaal strategisch perspectief (de strijd voor de omverwerping van het kapitalisme en voor een democratisch socialistische samenleving) en 2) door ze een inzet van klassenstrijd te maken. Want daar hangt tenslotte alles van af: de opbouw van krachtsverhoudingen!

In deze benadering is de kwestie van de dynamiek de sleutelfactor: wij steunen die hervormingen die een dynamiek creëren voor verdere eisen en strijd, geen maatregelen die ons in een doodlopend straatje leiden. Een voorbeeld: de eis van een openbare bank naar het model van de ASLK is volgens ons geen goede eis, want ze omzeilt de cruciale kwestie van de onteigening van de bank- en verzekeringssector. Een ander voorbeeld, een positief ditmaal: tegen de stijgende werkloosheid zijn wij voor een veralgemeend verbod op afdankingen, te financieren door het verdelen van de kosten binnen de kapitalistische klasse. Maar wij zijn volop bereid om een elk reëel gevecht te steunen voor een verbod op afdankingen enkel in winstgevende bedrijven, omdat dit een belangrijke stap vooruit zou zijn in de goede richting.

In theorie is het simpel: we blijven ongeneerd antikapitalistisch zonder in abstract maximalisme te vervallen. In elke situatie proberen we behoedzaam het onderscheid te maken tussen ons antikapitalistisch programma en de manier om “de boel op gang te trekken”. We voeren propaganda (veel ideeën gericht op een beperkt aantal mensen) en doen aan agitatie (het verdedigen van een beperkt aantal ideeën gericht op veel mensen). Zulke aanpak is een must voor revolutionaire socialisten om ons niet te isoleren van wat ter linkerzijde, in de sociale bewegingen, leeft, onder de impact van de crisis. In de praktijk is het niet altijd zo simpel: tactische kwesties zijn per definitie gecompliceerd...

Waar rond ageren?

Waarrond kunnen we vandaag best proberen om “de boel op gang te trekken”? De huidige periode wordt gekenmerkt door de zogenaamde “financiële crisis”. Deze is een crisis van de overheidsschuld geworden, omdat de banken werden gered met het geld van de gemeenschap (230 miljard euro in de Europese Unie alleen), die bovendien massaal heeft geinvesteerd in “relance-plannen”. Als kroon op het werk vernietigen de EU en de nationale regeringen de sociale verworvenheden in sneltempo. De dictatuur van het financiëel kapitaal verschijnt in vol ornaat.        

Een schandaal dat een enorm gevoel van woede en verontwaardiging teweegbrengt bij brede lagen van de bevolking, en terecht. Als voorwendsel voor een ongebreideld besparingsoffensief legt het ten laste leggen van de gemeenschap van de privé-schulden van de banken een aantal dingen bloot: 1) de klasse-aard van de politiek, 2) de collaboratie tussen de staten en de banken, 3) de aard van de EU, 4) de mythe van de “burgerlijke parlementaire democratie”.

Dat is waar we moeten van vertrekken. Voorstellen en eisen formuleren om de schuldcrisis aan te pakken, verbonden met voorstellen om de democratie “van onderuit” opnieuw uit te vinden en doorheen deze strijd drie andere belangrijke dimensies van een globaal antikapitalistische alternatief naar voor schuiven: 1) de strijd tegen de werkloosheid, 2) een radicale inkomensherverdeling, 3) de strijd tegen de klimaatverandering: energie moet een collectief goed worden.

De overheidsschuld is een manier om rijkdom van arbeid naar kapitaal te doen vloeien. Alle openbare schulden zijn dus illegitiem, reden waarom we er voor zijn ze niet te betalen. Maar bepaalde schulden zijn bijzonder illegitiem, zelfs in de zin van de traditionele (burgerlijke) economie en het internationaal recht. Op basis van haar ervaring in de landen van het Zuiden, stelt de CADTM (Comité voor de kwijtschelding van de derde wereldschuld) een moratorium op de afbetaling van de schuld voor, en een audit door de sociale bewegingen. Zulk openbaar onderzoek zou moeten uitmaken welk aandeel van de schuld in het bijzonder illegitiem is.                                        

In de huidige, ultradefensieve, context heeft deze eis verschillende voordelen:

  • hij legt de vinger op de wonde van een overduidelijke diefstal en legt het revolterende karakter er van bloot door te steunen op het erkende concept van de illegitieme schuld;
  • hij ontmaskert de hypocrisie van de imperialistische regeringen die dit concept hanteren om de openbare schuld te annuleren wanneer hen dat uitkomt (bijvoorbeeld in het geval van Irak na de bezetting);
  • hij verbindt op een concrete manier de “sociale” verontwaardiging tegenover de ongelijkheid enerzijds en de “politieke” verontwaardiging tegenover de partijen en regeringen anderzijds;
  • hij brengt deze verontwaardiging samen, politiseert ze en geeft haar een democratische, antikapitalistische en internationalistische dynamiek (op Europees niveau, maar ook naar de landen van het Zuiden), een alternatief tegenover de populistische demagogie;
  • door haar “burgerdimensie” (steunend op een mobilisatie van de bevolking door vakbonden en bewegingen) beantwoordt hij aan een een verzuchting bij de bevolking om zich de politiek en de democratie opnieuw toe te eigenen. Tegelijk schakelt de eis zich in in de traditie van de arbeiderscontrole.

Het aanklagen van de illegitieme schulden is een uitstekende hefboom om het soberheidsbeleid in vraag te stellen. Het voorstellen alsof we zonder deze hefboom kunnen, dat de massa van de uitgebuitenen momenteel klaar is om onmiddellijk puur en simpel het niet betalen van alle schulden te eisen, betekent zijn wensen voor werkelijkheid nemen. Het betekent een radicale pose aannemen, niet echt, in de praktijk, radicaal zijn.

Geen vals debat voeren...

De eis ondersteunen van een audit naar de schuld door de bevolking en de vakbonden, betekent niet dat je vindt dat schulden die niet “illegitiem” zijn volgens het internationaal recht, moeten worden terugbetaald. Het komt er integendeel voor ons op aan om de mobilisatie en radicalisering op gang te trekken, die alleen in staat is om concreet de kwestie van het eenvoudigweg annuleren van de schulden op de dagorde te plaatsen. De aanpak is in feite die van de arbeiderscontrole: wanneer de arbeid(st)ers het “openen van de boeken” eisen van een failliet bedrijf, om licht te werpen op allerlei louche handelingen van het patronaat, kan enkel een betweter hen er van beschuldigen op die manier de “legitieme” kapitalistische uitbuiting goed te praten.

Het zou absurd zijn om de eis van de audit naar en het annuleren van de schuld tegenover eisen te stellen om “het geld te halen waar het zit”. Immers, waarom zouden we “het geld halen waar het zit” om 22 miljard illegitieme schulden terug te betalen? Beide eisen vullen elkaar aan. De annulatie van de schulden creëert de voorwaarden opdat het geld dat “gehaald is waar het zit” ook gaat naar “waar het naar toe moet gaan”: de herfinanciering van de openbare diensten en voorzieningen om tegemoet te komen aan de sociale behoeften en het milieu, en het herstellen van een sociale zekerheid die naam waardig.

Het zou ook absurd zijn om de audit en annulatie van de schuld tegenover de eis tot  nationalisatie van de kredietsector te stellen. In de realiteit verhoogt de strijd rond de audit de legitimiteit van de eis tot nationalisatie, omdat 1) de banken de audit zullen proberen saboteren, 2) omdat de audit zelf, als  hij plaats vindt, voluit de schurkenmethodes zal blootleggen waarmee het financiëel kapitaal de gemeenschap leegplundert, met volle medeplichtigheid van de regeringen. In het bijzonder zal de audit aantonen dat de banken aan de staten fictief kapitaal hebben geleend, geld dat ze niet hadden.

Tot besluit...

Met het komende bezuinigingsoffensief voor ogen hebben antikapitalistische activisten er alle belang bij om, naast volgehouden propaganda te maken voor een antikapitalistisch alternatief, helder en gerichte agitatie te voeren rond twee sleutelkwesties:

- Zo breed mogelijke, vastberaden actie tegen alle bezuinigingen op de rug van de wereld van de arbeid. Tegenover een Di Rupo en een Tobback die Papandreou achterna willen hollen, tegenover bleekgroene groenen, donkerblauwen en Vlaamsnationalisten van allerlei slag, moeten de vakbonden kamp kiezen: dat van hun 2,5 miljoen werkende, werkloze en gepensioneerde leden. Er is nood aan een duidelijk, gezamenlijk actieplan dat er op gericht is alle besparingen op onze kap te doen intrekken. Zulk actieplan zou moeten kaderen in het perspectief van een hoogstnoodzakelijke Europese stakingsbeweging tegen de diktaten van de “troïka” van IMF, Europese Centrale Bank en Europese Commissie.

- Een brede eenheidscampagne voor een moratorium op het betalen van de schuld en een burgeraudit. Voor de vakbondsmilitanten kan zulke campagne, als ze op een begrijpbare en groots opgezette manier gevoerd wordt in de bedrijven, wijken, verenigingen, enz., in belangrijke mate bijdragen tot het veranderen van de krachtsverhoudingen in het voordeel van de arbeidersbeweging. Dat is waar de Operatie Waarheid voor de staking van '60-'61 in gelukt is, door de verantwoordelijkheid van de holdings in de structurele neergang van de economie en de tewerkstelling toendertijd duidelijk te maken. Vandaag moet ons vertrekpunt opnieuw zijn van de waarheid te durven zeggen: “'t Is niet onze schuld, wij betalen ze niet!”

 

 

Naar boven