Apple-China Connectie - Uitspattingen in Wall Street, ellende op de werkvloer PDF Print Email
Geschreven door Walden Bello op dinsdag, 14 februari 2012
De opmars van Apple tot markleider is tot stand gekomen met immense offers van Amerikaanse en Chinese arbeiders.

Sinds het begin van de economische crisis is alle aandacht van de critici en de publieke discussie gericht op de speculerende financiële bedrijven.

Het is mode de oorzaak van de crisis te zoeken in de uitspattingen en krankzinnige, financiële constructies van banken die mogelijk waren door de deregulering. De 'financierseconomie' is in deze opvatting parasitair en slecht. Dit in tegenstelling tot de reële economie die goederen produceert met een echte waarde voortbrengt. Volgens deze redenering ligt de oorzaak van de crisis geheel bij de financiers. Het geld stroomde naar de speculatieve financiële activiteiten, waardoor de investeringen en de dynamiek van de reële economie afnam. Uiteindelijk volgde op het hoogtepunt van de financiële crisis de kredietstop met als gevolg bankroeten en massaontslagen.

Vampieroctopus tegen Galahad-ondernemers? 2

De voornaamste schurk in dit verhaal is Goldman Sachs. Het beeld van deze Wall Street gigant door Matt Tiabbi's in de Rolling Stone is bij velen blijven hangen: "een grote vampieroctopus omklemt het gezicht van de mensheid en steekt zijn bloedzuignappen in alles wat naar geld ruikt".

Met deze opvatting verdwijnt de oude vijand, volgens de progressieve analyse de transnationale onderneming, langzaam uit het beeld. De transnationale ondernemingen worden gezien als een onderdeel van de reële economie en maken tastbare producten zoals Apples iPad en iPhone. De investeringsbanken ontwikkelen echter virtuele producten zoals derivaten. Terwijl Goldman Sachs wordt afgeschilderd als vampieroctopus, zien velen Apple als een Galahad ondernemer die de wildste fantasieën van de consumenten verwerkelijkt.2 Volgens een enquête heeft 56 procent van de Amerikanen geen enkele negatieve associatie bij Apple.

De New York Times publiceerde recentelijk een tweedelige serie over Apple die eraan herinnert dat de transnationale ondernemingen met hun 'outsourcing' een centrale rol spelen bij de economische crisis. 3 Het zijn niet alleen de traditionele industrieën zoals General Motors en Boeing die massaal werk hebben verplaatst van de Verenigde Staten naar lagelonenlanden. Bij de informatietechnologie en softwareontwikkeling is hetzelfde laken een pak. HP en Dell worden wel geassocieerd met outsourcing, maar het slimme en fancy karakter van de Apple producten voorkomen dat hetzelfde beeld ontstaat.

Apple en outsourcing

Apple maakte in 2011 400.000 dollar winst per werknemer, dat is meer dan Goldman Sachs of Exxon. Toch heeft Apple de laatste jaren nauwelijks werkgelegenheid in zijn thuisbasis en voornaamste afzetgebied, de Verenigde Staten, gecreëerd. Volgens het New York Times verslag "heeft Apple 43.000 werknemers in de VS en 20.000 daarbuiten. Dat is weinig vergeleken met de 400.000 Amerikanen, die in de jaren vijftig voor General Motors werkten, of de honderdduizenden van General Electric in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De toeleveranciers van Apple hebben veel meer werknemers: 700.000 mensen ontwerpen, maken onderdelen en produceren iPads, iPhones en andere Apple producten. Vrijwel geen van hen werkt in de Verenigde Staten. Zij werken in buitenlandse bedrijven in Azië, Europa en elders in de wereld in fabrieken waar bijna alle elektronische ontwerpers hun producten laten maken.

Het ontstaan van de financiële crisis kan niet los worden gezien van strategische zetten in de reële economie met spelers als Apple. De bereidheid om productie te verplaatsen van de thuisbasis en van de eigen markt naar lagelonenlanden was één van de belangrijkste oorzaken van de crisis. De schuldenopbouw is het gevolg van de relatie tussen de globale outsourcing in de reële economie en de dynamiek van de financieringseconomie. Voordat we deze relatie nader beschouwen, is het van belang een aantal feiten over outsourcing te bezien.

Van 1979 tot 2009 verdwenen ongeveer acht miljoen banen in de productie in de Verenigde Staten. Een verslag in de American Prospect beschrijft het harde proces van de de-industrialisatie: "Ver voor de ineenstorting van de banken in 2008, had de productie van gereedschappen en machines, witgoed, elektronische en telecommunicatie apparatuur, auto-onderdelen, meubels en andere artikelen haar eigen economische crisis. De werkgelegenheid in de industrie daalde tot 11,7 miljoen in oktober 2011, een verlies van 5,5 miljoen of 32 procent sinds oktober 2000. Vanaf 1941 was de werkgelegenheid in de industrie altijd hoger dan 12 miljoen. In oktober 2009 waren er meer geregistreerde werklozen dan werknemers in de productie."

Outsourcing en stagnatie in reële economie

De afname van werkgelegenheid in de productie met het verlies van veel goedbetaalde banen speelde een centrale rol in de stagnatie van het inkomen, de lonen en de koopkracht in de Verenigde Staten. Volgens de econoom Robert Reich stegen de lonen over de dertig jaar voor de crisis van 2008 nauwelijks en daalden ze zelfs na 2000. De stagnatie van het inkomen vormde een bedreiging voor zowel het zakenleven als de overheid. De langzame groei van de vraag leidt tot overproductie en dalende winsten in de belangrijkste markt van de ondernemingen. De staat wordt geconfronteerd met toenemende sociale onrust en instabiliteit.

De dreiging van een stagnerende markt werd tijdelijk gepareerd door de private sector via massale kredietverleningen. De banken verlaagden de voorwaarden voor het verkrijgen van leningen en sloegen miljoenen consumenten aan de haak, onder meer met 'goedkope' creditkaarten. Het geld kwam uit China en andere kapitaalexporterende Aziatische economieën. De kredieten hielden de consumptie in stand en zorgden voor de hausse in de jaren negentig tot ongeveer 2005.

Washington probeerde de dreiging van politieke onvrede te pareren met de strategie "meer krediet voor iedereen". De overheid maakte het voor lage-inkomensgroepen eenvoudiger een hypotheek te nemen via de bedrijven Freddie Mac en Fannie Mae. Niet alleen politieke stabiliteit was hiermee gediend, maar ook de winsten van het speculatief kapitaal. Zoals de voormalige IMF econoom Raghuram Rajan schreef: "Toen meer overheidsgeld in de financiering van de huizen voor de lage inkomensgroepen vloeiden, deed de private sector met plezier mee. Zij waren goed in bankieren en begrepen ook dat de politieke drijfveer achter deze overheidsacties niet snel zou verdwijnen. Met overheidshulp kwamen de 'rommelhypotheken' ter beschikking en stegen de prijzen van goedkope woningen. Weinig risico en een hoge opbrengst - de droom van iedere ondernemer."

Goedkope en gedisciplineerde arbeidskracht

In 2008 keerde het tij. De strategie van 'meer krediet voor iedereen' stortte als een kaartenhuis in elkaar, samen met de financiële crisis. Op dit moment zijn miljoenen Amerikanen zonder werk en hebben vreselijke schulden. Maar, zoals blijkt uit de voortdurend hoge werkloosheidcijfers, de export van arbeidsplaatsen gaat onverdroten door met China als favoriete bestemming. Zuid China is nog steeds in trek, omdat met staatsondersteuning een onverslaanbare keten van naadloos aansluitende bedrijven is gevormd met minimale transportkosten. Die ketens zijn in staat snel en tegen lage kosten bijvoorbeeld iPad en iPhone te produceren en de klanten in een uiterst concurrerende markt tevreden te stellen.

Steve Jobs, de legendarische oprichter van Apple, speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van dit systeem. Leidinggevenden in Apple memoreren dat Jobs in een vergadering zei dat hij krasbestendig glas voor de iPhone wilde en dat zijn wens binnen zes weken vervuld moest zijn. Onmiddellijk vloog iemand naar China. "Mijnheer Jobs wilde het perfect, daarom was China de enige optie."

De beheersing van de economie van de productieketen was niet de enige reden dat Jobs en Apple de voorkeur aan China gaven. De belangrijkste reden bleef de goedkope arbeidskracht en de disciplinering door de staat. Wat duidelijk wordt uit de New York Times serie over de praktijken van Apple, ondanks de mooie woorden over sociale verantwoordelijkheid, is dat het management hard onderhandelt met de toeleveringsbedrijven en slechts minimale winst voor hen toestaat. Daarom gaan deze bedrijven kort door de bocht: ze gebruiken goedkope maar verontreinigende of gevaarlijke chemicaliën en dwingen de werknemers sneller en langer te werken. "De enige manier om geld te verdienen met werk voor Apple is door te bedenken hoe het efficiënter of goedkoper kan", aldus een leidinggevende bij een bedrijf dat hielp de iPad op de markt te zetten. "En dan komen ze volgend jaar met de eis dat het 10 procent goedkoper moet." Het is niet verwonderlijk dat een aantal toeleveringsbedrijven van Apple kampen met ongelukken, waaronder explosies. Zoals een voormalige leidinggevende van Apple duidelijk maakt: "Als je via de winstmarge bezuinigt, dwing je ze op de veiligheid te bezuinigen."

De gevolgen van de botte kostenbesparingen zijn niet alleen ongelukken, maar ook protesten van werknemers. Soms in de tragische vorm van zelfdoding, zoals bij het gigantische toeleveringsbedrijf Foxconn in 2009 en 2010, soms in de vorm van spontane actie, gewelddadig onderdrukt door het management en de staat.

De producten van Apple zijn super, opmerkelijk door hun design, techniek en persoonlijkheid of 'soul'. Maar de opmars van Apple tot markleider is tot stand gekomen met immense offers van Amerikaanse en Chinese arbeiders. De iPad en iPhone zijn technische hoogstandjes. Maar deze koopwaar is niet alleen materiaal. Ze is ook de gematerialiseerde vorm van de sociale verhoudingen van de productie: de verbinding tussen een veeleisend bedrijf en een "ideale kapitalistische staat" 4: China met zijn vrijheid voor het kapitaal en zijn macht om de arbeid te disciplineren. Zoals Jared Bernstein, een voormalige economische adviseur van de regering van de Verenigde Staten in de New York Time zegt: "Als dit [het Apple systeem] het beste van het kapitalisme is, dan moeten we ons zorgen maken."

 

(Oorspronkelijke titel "Wall Street Excess and Main Street Distress: the Apple Connection", Focus on the Global South, 2 februari 2012, www.focusweb.org , vertaling Jan Taat.)

2 Galahad was één van de ridders van de ronde tafel van koning Arthur. Door zijn geestelijke zuiverheid, zijn kinderlijke onschuld en zijn innerlijke goedheid was hij de enige graalridder die erin slaagde de Heilige Graal te vinden.

3 The iEconomy series, 22 en 26 januari 2012.

4 Een term van Slavoj Zizek

Dit artikel verscheen eerder op Solidariteit .

Naar boven