Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Vrouwen tegen de krisis, vroeger en nu! PDF Print Email
Geschreven door Femke Urbain op dinsdag, 17 april 2012

In België ontstond in de jaren ’80 een heel breed feministisch collectief, genaamd  “Vrouwen tegen de krisis”. Vandaag zijn nog steeds flink wat eisen van dit collectief brandend actueel. Vormen ze nog een inspiratiebron voor toekomstige bewegingen? Femke Urbain interviewde France Arets, militante van de LCR-SAP en destijds actief in « Vrouwen tegen de krisis» en andere feministische groepen in Luik.

"Vive la crise! “Leve de crisis", was de titel van een berucht televisieprogramma in de jaren ‘80 (met Yves Montand). Het is inderdaad vanaf eind jaren ‘70 dat het wereldkapitalisme in crisis kwam en dat de structurele, massale werkloosheid opnieuw zijn opwachting maakte in de westerse landen. Neoliberale regeringen kwamen aan de macht, met als boegbeelden de republikein Ronald Reagan in de Verenigde Staten en de conservatieve Margareth Thatcher in Groot-Brittannië, maar ook een François Mitterand van de Franse PS na 1983 en zijn ‘tournant de la rigueur’ (een soberheidskuur en privatiseringen). Bij ons was het de periode van de regeringen Martens-Gol, de coalities van liberalen en christendemocraten, die de eerste antisociale maatregelen doorvoerden tegen de werknemers, werklozen, vrouwen, openbare diensten en immigranten. Keiharde besparingsplannen die natuurlijk de werkloosheid niet oplosten, of de overheidsschuld of wat dan ook. Het echte doel van deze soberheid was eigenlijk de sociale verworvenheden van de eerste helft van de 20ste eeuw frontaal aanvallen.

In 1980 was de volledige werkloosheid (jaarlijks gemiddelde) verdubbeld in vergelijking met 1975. Dat kwam toen neer op 360.000 mensen. Er was een structurele tewerkstellingscrisis. Roger De Wulf, minister van arbeid (SP), nam een aantal maatregelen die de werkloosheidsreglementering drastisch wijzigden. Hij introduceerde zaken zoals het statuut van samenwonende, waardoor vooral vrouwen werden getroffen, of de derde werkloosheidsperiode, die de uitkeringen van veel alleenstaanden en samenwonenden verminderde.

Het is tegen deze achtergrond dat “Vrouwen tegen de krisis” werd opgericht, een coördinatie van verschillende feministische groepen, waaronder de feministisch-socialistische stroming die stelt dat er geen feminisme kan zijn zonder socialisme en geen socialisme zonder feminisme; de vrouwencommissies van zowel ACV als ABVV; de Socialistische Vooruitziende Vrouwen (SVV); collectieven voor abortus uit het strafrecht, en nog andere organisaties en partijen, zoals de SAP. Het collectief werd in 1981 opgericht, op initiatief van enkele vrouwengroepen. Destijds bestonden er feministische structuren in elke Belgische stad: vrouwengroepen, Vrouwenhuizen, collectieven… Het waren er meer dan 70…

Huismoeders, arbeidsters, werklozen: allen samen voor koopkracht

Hoofdidee van “vrouwen tegen de krisis” om een band te creëren tussen de feministische beweging en de arbeidersbeweging; aantonen dat de aanvallen tegen de vrouwen het geheel van de arbeidersbeweging bedreigen en strijden tegen de verdeeldheid. Het was met dit doel dat het collectief acties voerde voor de indexering van de lonen. In 1982 was er namelijk gedurende 10 maanden een tijdelijke opschorting  van de index!  Een aanval tegen de index die me doet denken aan wat sommigen vandaag van plan zijn… 

De eerste actie van “Vrouwen tegen de krisis” was de manifestatie van 7 maart 1981 waarbij een aantal eisen naar voor werden geschoven, met speciale nadruk op 2 ervan. Ten eerste: verzet tegen de aanvallen op werkloze vrouwen. Want de regering had een aantal maatregelen genomen die als gevolg hadden dat de werkloosheidsuitkeringen naar omlaag gingen voor samenwonenden en alleenstaanden, veelal vrouwen. De tweede centrale eis van “Vrouwen tegen de krisis” was de arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, zonder een toename van het werkritme. Deze eis zette zich af tegen de veralgemening van deeltijdse arbeid, waarbij voornamelijk vrouwen werden geraakt (dit is nog altijd het geval). De invoering van deeltijdse arbeid was één van de eerste belangrijke maatregelen die de flexibiliteit en bestaansonzekerheid organiseerden die de dag van vandaag heel wat werknemers treffen. De manifestatie verdedigde eveneens gelijk loon voor gelijk werk, abortus uit het strafrecht, de weigering van elke vorm van loon voor huishoudelijk werk…

Deze betoging was een succes, met ongeveer 10.000 mensen in de straten van Brussel. “Vrouwen tegen de krisis” organiseerde zich op lokaal vlak, met comités die hun eigen acties en  debatten voerden, publicaties uitbrachten en regelmatig samenkwamen. Een nationale coördinatie bracht dit allemaal samen en organiseerde nationale manifestaties.  Na die van 7 maart 1981 waren er jaarlijks tot 1984, met telkens heel veel volk. In 1985 werd de manifestatie vervangen door een studiedag over de ongelijkheden waar vrouwen het slachtoffer van zijn, met conferenties en werkgroepen. Solidariteitsacties namen toe, soms op international niveau: “Vrouwen tegen de krisis” mobiliseerde mee ter ondersteuning van de vrouwen van Britse mijnwerkers die staakten tijdens de winter van 1985-1986, door geld in te zamelen. 

Doorheen de jaren waarin het collectief actief was, tekende zich een centrale eis af: “voor de economische onafhankelijkheid van vrouwen”, of het nu op het vlak van inkomen, werk, werkloosheidsuitkeringen of koopkracht is. Vandaag bestaat het collectief niet meer, maar de eisen die het naar voor bracht zijn nog steeds actueel: vrouwen behoren nog altijd tot de eerste slachtoffers van de crisis, en worden bijzonder hard geviseerd door de maatregelen van het nieuwe regeringsakkoord. Ervaringen uit het verleden zoals die van “Vrouwen tegen de krisis” kunnen ons dus zeker nog inspireren om ons vandaag te organiseren en samen te strijden tegen de aanvallen op vrouwen!

Naar boven