Tijdloze strijdbaarheid van de IWW: “An injury to one is an injury to all” PDF Print Email
Geschreven door Mike Crosland op maandag, 02 juli 2012
Onlangs is de bloemlezing “Rebel Voices” uitgegeven in herziene druk. Het geeft een overzicht van de rijke erfenis van de International Workers of the World (IWW), ook wel bekend als de Wobblies.

In januari 1905 kwamen in Chicago meer dan 200 afgevaardigden bijeen, die 43 organisaties vertegenwoordigden en meer dan 60.000 Amerikaanse arbeiders. Dat was het begin van een van de meest inspirerende arbeidersorganisaties in de geschiedenis van de VS. Socialisten, anarchisten en andere activisten vormden een nieuw soort vakbond, met als doel om het kapitalisme omver te werpen.

Begin 20ste eeuw waren veel geschoolde arbeiders in de VS georganiseerd in beroepsvakbonden onder de American Federation of Labor (AFL). Deze bonden waren relatief klein, en bestonden bijna uitsluitend uit witte mannen. De leiding was timide en corrupt, en velen zagen haar als verlengstuk van de bazen. Ze konden geen rechten voor de hele klasse bevechten.

Tegelijk was er een massa ontstaan van ongeschoolde, ongeorganiseerde en vaak rondtrekkende arbeiders, van uiteenlopende nationaliteiten, kleuren en religies. De meesten spraken alleen hun eigen taal, en velen waren analfabeet. De AFL beweerde dat deze arbeidskrachten niet konden worden georganiseerd. De IWW zou bewijzen hoe ongelijk ze hadden.

Het IWW-programma was gebaseerd op principes die nog steeds actueel zijn. Haar grootste kracht daarbij was solidariteit – ongeacht sekse, geloof of afkomst. Slogans als “An injury to one is an injury to all” raakten een snaar in de hele wereld.

De methoden van de IWW waren divers, van directe actie, stakingen en bezettingen tot sabotage en massapickets. De Wobblies bedachten ook voortdurend nieuwe tactieken, zoals de sit-downstaking. En toen de IWW een openbaar spreekverbod kreeg, riep een lokale afdeling op om de stad te overspoelen met sprekers, zodat de gevangenissen overvol raakten. Zo wonnen ze het recht op vrije meningsuiting in meerdere steden.

In veel gevallen gaven vrouwen leiding aan de strijd, met name onder de textielarbeiders. Deze ongeschoolde arbeiders werkten onder vreselijke omstandigheden. In de textielfabrieken van Lawrence in Massachusetts stierven kinderen als ze er twee of drie jaar werkten. Een fabrieksarbeider leefde gemiddeld 22 jaar korter dan zijn baas. In de staking van 1912, die begon toen vrouwen staakten voor meer loon, organiseerde de IWW 20.000 arbeiders die meer dan 40 talen spraken. Ondanks de repressie door 2500 soldaten en knokploegen wonnen de stakers.

Maar doordat de organisatie niet bij elkaar werd gehouden na de staking, was de weg vrij voor een tegenaanval van de bazen en kelderde de organisatiegraad. Dit gebrek aan een stabiele organisatie en het onvermogen om de kloof tussen ongeschoolde en geschoolde arbeiders te overbruggen, zouden uiteindelijk de grootste zwakten blijken van de IWW.

“Rebel Voices” is een mooie bron voor iedereen die meer wil weten over deze inspirerende periode van strijd. Het boek wisselt songteksten en gedichten af met pamfletten, ooggetuigenverslagen, cartoons en meer. Veel van de erfenis van de IWW is nog steeds fris en relevant, en soms zelfs grappig. Een aanrader voor elke activist.

Joyce L. Kornbluh - Rebel Voices: an IWW Anthology is uitgegeven door PM Press.

 

De muzikale erfenis van de Wobblies

De Wobblies hielden er een stevige muzikale traditie op na. Een van hun bekendste songschrijvers was Joe Hill. In 1915 werd Joe Hill na vals beticht te zijn van de moord op een voormalige politieagent en diens zoon opgehangen.

The Rebel Girl, Joe Hills ode aan Elisabeth Gurley Flynn, een van de treksters van de IWW.

Joe Hill zelf werd herdacht in verschillende gedichten en songs. Joan Baez' versie van “Joe Hill” op Woodstock is een van de bekendste.

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Naar boven