"Durf strijden, durf winnen" PDF Print Email
Geschreven door Tassos Anastasiadis op donderdag, 04 april 2013
Op onze Antikapitalistische Lenteschool sprak ondermeer Tassos Anastassiadis van onze Griekse zusterorganisatie OKDE-Spartakos. 

 

Kameraden,

Al meer dan 3 jaar hebben de Griekse arbeiders gevochten tegen dit kapitalistisch offensief - een grote multinationale operatie in naam van de zogenaamde “schulden” van het Griekse volk.

Het vernietigt elke arbeid – en sociale wetgeving, elke openbare dienst.

Lonen, pensioenen, toekomstige pensioenen voor de werklozen, gezondheidszorg en alle voorwaarden voor het leven van de werkende mensen worden getroffen door deze aanval.

De Grieken waren gedwongen om het meest pijnlijk bezuinigingsprogramma in de recente geschiedenis van Europa te aanvaarden.

In de geschiedenis van het kapitalisme, hebben we andere gevallen van de snelle afbraak van het leven van de werkende mensen gekend, maar het werd meestal geassocieerd met oorlogen, zoals de 2 wereldoorlogen, met imperialistische concurrentie zoals dat herhaaldelijk gebeurde in de ex -koloniën in Afrika, of met de snelle invoering van de kapitalistische verhoudingen in de Oost-Europese landen na de val van het Stalinisme.

Maar het is waarschijnlijk de eerste keer dat een zulk gewelddadige afbraak van de werkende mensen wordt uitgevoerd in vredestijd in een ontwikkeld kapitalistisch land zoals Griekenland. En het wordt  niet alleen uitgevoerd door de lokale bourgeoisie maar het wordt georganiseerd en uitgevoerd door de meest machtige Europese en supranationale instellingen.

Athene lijkt zijn soevereiniteit te hebben verloren aan het IMF en Europa en de regerende coalitie beweert dat dit moet gebeuren om de financiële markten te behagen.

Maar, in feite is het alleen maar door de mate van de brutaliteit dat Griekenland zich onderscheidt van andere landen.

De oorzaak van het zogenaamde “probleem” van de overheidsschuld en de wijze waarop het wordt “opgelost”, is precies hetzelfde als in alle kapitalistische staten. Beknibbelingen zijn er niet alleen op de overheidsuitgaven en in pensioenen, maar ook op de lonen. Algemene bezuinigingen zijn de rode draad van de burgerlijke politiek in deze tijd van zogenaamde “crisis”. Dit neemt vorm aan, althans in Europa, van de theorie dat “we heel veel schulden of tekorten” moeten dekken, of dat we zelfs “offers moeten brengen” of we lopen het risico te eindigen zoals Griekenland”!

Ik beweer niet dat er geen crisis is – integendeel. Maar ik wil 2 punten naar voor brengen:

Ten eerste, dat de kapitalistische crisis geen natuurlijke crisis is maar eerder een gelegenheid is om de fundamentele relatie van het kapitaal opnieuw te reguleren met arbeid. Dat is de reden waarom het burgerlijk offensief noodzakelijkerwijze radicaal is tegen de arbeiders en tegen alle aspecten die de voorwaarden van het leven bepalen – lonen, overheidsuitgaven, pensioenen, vakbonden, mensenrechten, enz.…

Ten tweede, dat de crisis niet nationaal is maar een sociale, kapitalistische klassecrisis. Het spreekt voor zich dat de explosie van schulden, in het bijzonder overheidsschulden, precies het gevolg is van de toenemende ongelijkheid. Op mondiaal niveau heeft de hele wereld een schuld, die vergelijkbaar is met de Griekse! De openbare schuld van de G20 is 120% van het BBP- exact hetzelfde als Griekenland toen de Trojkabeleid werd bedacht. Maar op mondiaal niveau is het gemakkelijk om te begrijpen dat diegenen die schuldig zijn aan deze schuld, de markten, bedrijven, banken, enz.… zijn. Zo ook dat elke “rijkdom” die in particuliere handen terecht is gekomen, “gestolen” is uit andere handen – de arbeidershanden. Klassenstrijd is niet enkel een theorie in Griekenland. Gedurende de voorbije 4 jaar zijn bijna dagelijks mensen op straat gekomen om te manifesteren, waren er conflictincidenten op de werkvloer en gevechten  op lokaal niveau. Er waren zelfs veel pogingen om bewegingen te organiseren voor solidariteit met de werklozen, immigranten en andere groepen van mensen in precaire situaties. Ook met de opkomst van uiterst rechts na de laatste verkiezingen zijn er pogingen ondernomen om een antifascistisch front te maken. Het is waar dat (na 3 jaar van strijd) het geloof overheerst dat, over het algemeen, we de strijd aan het verliezen zijn. Natuurlijk zijn er soms kleine overwinningen maar deze kantelen snel. Maar het gevoel dat we verliezen wil niet zeggen dat de arbeidersklasse al verslagen is. Tot nu toe is er geen grote nederlaag en dat is waarom de strijd verdergaat, zelfs voor dingen die “verloren” lijken. Bijvoorbeeld het ontslag van ambtenaren dat “overeengekomen” was door de Trojka en de overheid. Ondanks deze “overeenkomst”, was er een indrukwekkende mobilisatie van werknemers in de lokale gemeenten met stakingen, bezettingen, betogingen enz. tijdens de maanden oktober en november.

Het is echter waar dat al deze mobilisaties, deze kleine en grote bewegingen van de werkende mensen, ook gekenmerkt zijn door zwakke punten die nu worden benadrukt door de wreedheid van het offensief.

Ten eerste, hebben de traditionele middelen van de arbeidersklassestrijd bewezen ontoereikend te zijn en meest cruciale punt is niet dat de vakbonden reformisten zijn, of nog erger, maar dat de werknemers verdeeld zijn in de te voeren strijd (op de werkplaats, privé tegenover de openbare sector, enz.…) met een verschillende ideologie, illusies en angsten.

Veel mensen zijn zelfs geen lid van een vakvereniging. Het lidmaatschap neemt af, door zowel druk van de werkgevers en ontgoocheling in de vakbonden. Maar veel mensen die nog georganiseerd zijn in de vakbonden, verwachten nog steeds dat deze organisaties om hun strijd vechten, zonder zelf erbij betrokken te geraken.

Ten tweede zien we de rol van de overheid, de Trojka of de EU, de “markten” enz.… maar de vijand is niet zo duidelijk meer gedefinieerd. Wanneer je ontslagen bent uit een onderneming waarbij de productie gestopt is als gevolg van de crisis en op een moment dat alle andere bedrijven in dezelfde situatie zitten, wanneer de helft van het personeelsbestand nog niet eens betaald is, of een loonsvermindering is opgelegd, dan voel je je nogal overweldigd en machteloos. Je wordt geconfronteerd met een enorme taak want in plaats van een kleine strijd te overwinnen, moet je het eerder opnemen tegen alle krachten van het kapitalisme samen. Dat is de reden waarom het niet enkel een economische of sociale strijd is, het is ook en vooral een politieke strijd en dit bepaalt dan ook de ontwikkeling van de strijd.

De keuze om de werkende mensen te laten betalen voor de kapitalistische crisis, is geen technische maar een meedogenloze politieke beslissing.

Het is een kwestie van de politiek, omdat de lonen, werkloosheid, privatiseringen, enz., beslist worden op politiek niveau, zowel nationaal als internationaal. In feite is de kapitalistische staat die nu regeert in Griekenland, een nieuw soort klasse relatie.(of misschien draait men de tijd met 150 jaar terug!)

Het is ook een politieke kwestie in een andere betekenis: dat om te winnen op economisch of sociaal niveau, het nodig gebleken is om “macht” te verkrijgen, dit betekent deelnemen aan verkiezingen of revoluties!

Het belang van dit wordt zeer duidelijk geïllustreerd door de val van twee regeringen – Papandreou’s regering (november 2011) en Papademos’ regering (enkele maanden later) – als gevolg van de massamobilisaties tegen het memorandum als zodanig. Dit waren duidelijk politieke overwinningen die leidden tot verkiezingen van afgelopen mei en juni.

Maar het waren ook politieke overwinningen in de negatieve zin: tegen het politieke memorandum, maar het alternatief was nog niet uitgebouwd.

Je bent er zich misschien van bewust dat voor deze laatste verkiezingen een heel mechanisme was opgezet met de Europese Unie die een centrale rol speelt door te dreigen met een grimmige toekomst om het Griekse volk te “overtuigen” om “correct” te stemmen en dit ondersteund door een spervuur van propaganda via de overheidsgezinde media, zowel nationaal als internationaal.

De verkiezing had een dubbel resultaat: Eerst die van de radicalisering van de politiek met een duidelijke stijging zowel in uiterst rechts – “Gouden Dageraad” – en de radicale coalitie van Syriza. Ten tweede, de strijd begon af te nemen. De strijd ging uit van de mensen en sindsdien is er een groeiend gevoel van machteloosheid, vermengd met woede en – voor veel mensen – wanhoop. Teleurgesteld door het falen van Syriza om de verkiezingen te winnen, wat voor velen gezien werd als een enorme kans voor links, mensen vinden het moeilijk om deze gevoelens van verslagenheid en frustratie te overwinnen.

Pogingen om fronten of bewegingen op te bouwen, of zelfs rond de bestaande bewegingen op te bouwen, zijn vaak onbevredigend.

De cruciale vraag voor ons allemaal is hoe te reageren op dit gevoel: zullen we ons overleveren aan de “realiteit van het kapitalisme”, of moeten we juist de radicale kwestie opbouwen tegen de bourgeoisie, Griekse, Europese, internationale en haar eigen overheid of trojka’s.

Dit is een praktische, niet theoretische vraag. En het belangt ons allen aan. Vooral onze Europese kameraden.

Natuurlijk heeft het Griekse volk solidariteit nodig en velen van jullie hier hebben al veel dingen georganiseerd in deze richting. Dit is uitstekend en eigenlijk wat Links doet.

Maar het is niet enkel solidariteit dat we nodig hebben. Het is noodzakelijk om onze strijd te coördineren. We moeten tonen dat Griekenland geen uitzonderlijk geval is en het idee slopen dat de Grieken moeten betalen voor hun zogenaamde eigen “zonden”.  Om te benadrukken dat deze verschrikkelijke besparingen, verklaard in de naam van de economische modernisering, hetzelfde beleid is dat gevoerd wordt op verschillende niveaus in alle landen. Een beleid bedacht en opgelegd door diezelfde Europese instellingen en de oorsprong van het probleem is  precies hetzelfde in heel Europa.

De strijd is gemeenschappelijk. De ultieme oplossing van de crisis is een fundamentele reorganisatie van de maatschappij met het oog op het respecteren van mensenrechten en sociale rechten/behoeften. Dit betekent een socialistische richting voor heel Europa en de hele wereld. 

 

Naar boven