De “Arabische lente van de Zuid-Afrikaanse wijnlanden PDF Print Email
Geschreven door Lien Bauwens* op zondag, 21 april 2013
Twee zeer belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen hebben 2012 gekenmerkt zowel voor de Zuid-Afrikaanse samenleving in haar geheel, als voor onze partners waarmee we als ontwikkelingsorganisatie samenwerken in het bijzonder. Op 16 augustus 2012 kostte een mijnwerkersstaking in Marikana het leven aan 34 mijnwerkers en daarbovenop raakten een 80-tal anderen gewond. De mijnwerkers kwamen in actie voor het bekomen van een hoger loon - R12.500 per maand - en tegen de slechte werk- en levensomstandigheden waar zij dagelijks mee geconfronteerd worden. Deze staking heeft aanleiding gegeven tot andere stakingen en protesten in de mijn- en de agrarische sector in heel Zuid-Afrika. Dit maakte van 2012 het jaar met de meeste protestacties sinds het einde van het apartheidsregime.

 

Arbeidersstrijd

 

De mijnwerkersstaking kan gezien worden als een onderdeel of (droef) hoogtepunt van een bredere strijd van Zuid-Afrikaanse arbeiders in verschillende sectoren die niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien, die zich machteloos voelen ten opzichte van de werkgevers en de staat en die zich niet meer vertegenwoordigd voelen door de traditionele vakbonden. Deze staking heeft heel wat maatschappelijke gevolgen met zich mee gebracht. Zo zijn er zeer grote vragen te stellen bij het politieoptreden op deze dodelijke dag en bij de gebeurtenissen daaropvolgend, wanneer arbeiders gearresteerd, gefolterd en zelfs verantwoordelijk gehouden werden voor de dood van hun collega-mijnwerkers. Ook de betrokkenheid van politici én van vakbonden in de besturen van grote (mijn)bedrijven kwam aan het licht. Dit zette de traditionele organisatievormen van de grootste mijnvakbond van het land (NUM), die vooral de belangen van de bovengrondse bedienden en niet van de ondergrondse arbeiders verdedigt, zwaar onder druk.

 

De ‘Marikana Massacre’, zoals de pers de tragische gebeurtenis doopte, was de meest dodelijk geweldpleging door de Zuid-Afrikaanse politiediensten sinds de jaren 1960 en sinds het einde van apartheid. De staking zorgde niet alleen voor nog meer wantrouwen ten aanzien van politie, leger en grote bedrijven, maar stelde eveneens de traditionele vakbondsstructuren in vraag en bracht de verwevenheid en de belangenconflicten tussen vakbonden, bedrijven en overheid aan het licht. Als reactie hierop zijn een aantal tijdelijke stakingscomités ontstaan die momenteel verder groeien en op zoek zijn naar een meer permanente vorm of structuur om de belangen van de mijnwerkers daadwerkelijk te verdedigen.

 

Landbouw

 

Zoals gezegd gaat het hier niet om een geïsoleerde gebeurtenis. In november 2012 sloten landarbeiders in De Doorns, een stadje 140 km ten oosten van Kaapstad, zich immers aan bij de protesten. Ze deden dit door een autosnelweg te blokkeren en wijngaarden in brand te steken. Net als in Marikana, eisten ook zij een hoger (minimum)loon (R12.500), betere werk- en levensomstandigheden en een einde aan de praktijken van ‘arbeidsmakelaars’. Ook hier kwam het tot gewelddadige confrontaties met de politie en met private beveiligingsfirma’s, die werden ingeschakeld om de eigendom van de boeren te beschermen. Drie landarbeiders werden gedood tijdens de protestacties en heel wat anderen raakten gewond.

 

De staking in De Doorns was oorspronkelijk het initiatief van landarbeiderscomités - informele netwerken van voornamelijk seizoensarbeiders, migranten en vrouwen werkzaam in de agrarische sector - die niet gelinkt zijn aan een vakbond. Hoewel COSATU al meer dan tien jaar geen landarbeiders meer organiseert, zagen ze hun kans om zich via de landarbeidersstaking in de West-Kaap te profileren. Zij trokken de staking dan ook onmiddellijk naar zich toe en verminderde de eis van de stakingscomités naar een meer bescheiden R150 per dag (of R3.300 per maand i.p.v. R12.500). Omdat de werkgevers weigerden om met de landarbeiderscomités te onderhandelen, zagen deze laatsten zich genoodzaakt om zich te laten vertegenwoordigen door COSATU. Dit resulteerde in de opslorping van de comités door COSATU en bijgevolg een neutralisering van deze initiatieven van de basis.

 

Volgens de Algemeen Secretaris van Sikhula Sonke, Patricia Dyata “waren de stakingen voor het ANC een manier om mensen in de informele kampen te rekruteren voor de volgende verkiezingen (in 2014, red.), in de hoop de zetels die ze bij de laatste verkiezingen aan de ‘Democratic Alliance’ verloren, terug te winnen. Bovendien hebben verschillende vakbonden de landarbeidersstaking gebruikt om hun ledenaantallen en geloofwaardigheid op te krikken.”

 

Minimumloon

 

Begin 2013 werd van overheidswege bepaald om het minimumloon van landarbeiders op te trekken tot R105 per werkdag van 9 uur (niet de R150 die de stakers eisten). Vast staat dat zelfs een loon van R105 per dag onvoldoende is om in de basisbehoeften van een gezin te voorzien. Bovendien heeft de stakingsgolf ook gezorgd voor een groot wantrouwen bij de boeren, met als gevolg dat vakbonden het nog moeilijker hebben dan voordien om toegang te krijgen tot de boerderijen. Volgens Patricia Dyata “zijn naar aanleiding van de staking en de loonverhoging verschillende boeren reeds overgegaan tot ontslagen en uitzettingen van landarbeiders en hebben sommigen de sociale voordelen voor hun personeel al ingetrokken (zoals gratis water en elektriciteit of crèches).” De reële impact van deze golf van protest op het dagelijks leven van landarbeiders zal pas gedurende 2013 echt duidelijk worden.

 

De stakingsgolf in de Zuid-Afrikaanse mijn- en landbouwsector heeft ook andere vakbonden in de regio niet onberoerd gelaten. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen zijn ook zij discussies gestart over nieuwe manieren van organiseren en over het beter vertegenwoordigen van hun leden. De stakers stuurden immers luid en duidelijk de volgende boodschap de wereld in: zolang de ongelijkheid en onrechtvaardigheid niet wordt aangepakt, zullen sociale spanningen blijven bestaan en gewelddadige uitbarstingen onvermijdelijk zijn. Werkende armen hebben laten verstaan dat ze het niet meer pikken gemarginaliseerd te worden door het beleid en de bedrijven en dat ze hierover niet langer hun mond zullen houden.

 

* Lien Bauwens is programmabheerder zuidelijk Afrika voor FOS.
FOS-socialistische solidariteit is de Noord-Zuidorganisatie van de socialistische beweging in Vlaanderen.Dit artikel verscheen eerder op Uitpers.

Naar boven