Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Federale verkiezingen in Duitsland: een eerste balans PDF Print Email
Geschreven door Manuel Kellner, Peter Wahl op zaterdag, 28 september 2013
Triomf voor Merkel, ineenstorting van FDP, consolidatie van Die Linke

 

Door Manuel Kellner

 

De conservatief-christelijke partijen CDU/CSU en kanselier Angela Merkel zijn met 41,5% van de stemmen de winnaars van de Duitse federale verkiezingen geworden. Maar liefst 7,7% meer dan bij de federale verkiezingen van 2009.

 

Hoe kunnen we dit verklaren? In Duitsland zelf wordt de politiek van Merkel niet gezien als de confrontatie zoekend.. Er wordt zelfs gepraat over een “sociaaldemocratisering” van de christelijk-conservatieven onder Merkel. Zaken als de kernuitstap na Fukushima, de afschaffing van de verplichte legerdienst, de verbetering van het statuut van koppels van het zelfde geslacht en de relatieve openheid rond thema's als sociale rechtvaardigheid kwamen bovenop de indruk van veel Duitsers te kunnen ontsnappen aan de gevolgen van de crisis in Europa, en er zelfs bij de sterksten uit te komen. De harde opstelling tegenover de bevolking van het Zuiden van Europa werd daarbij aanvaard. 

 

Daarbovenop komt nog eens de zwakte van het alternatief dat door de SPD en haar kandidaat voor het kanselierschap, Peer Steinbrück, werd geboden. Steinbrück, een koele technocraat, overtuigd voorstander van het besparingsbeleid, symbool voor dat slag politici dat een goed leven wil leiden en beste maatjes wil zijn met het grootkapitaal, was niet het best geplaatst om op een geloofwaardige manier de boodschap van de SPD over te brengen, een SPD die zich opnieuw wou profileren als de grote verdediger van de sociale rechtvaardigheid. De SPD won toch nog 2,7% tegenover de vorige federale verkiezingen, om op 25,7% te eindigen.

 

Ongeveer 15% van de stemmen werden uitgebracht op partijen die de kiesdrempel van 5% niet haalden. Hiertoe behoren zowel de liberale FDP met 4,8% als de recent opgerichte AfD (Alliantie voor Duitsland), die de uitstap uit de Euro voorstaat, met 4,7%. De rest van de partijen die deelnamen haalden samen ook nog eens meer dan 5%. 

 

Van de 61,8 miljoen stemgerechtigde Duitsers, bracht 71,5% zijn of haar stem uit. In 2009 was dat 70,8%. Ook al kon het opkomen van nieuwe politieke formaties het gewicht van de niet-stemmers wat relativeren, toch blijft het aantal mensen die niet gingen stemmen indrukwekkend. Een getuige van de tanende geloofwaardigheid van het heersende politieke systeem. 

 

De val van de FDP is spectaculair. Terwijl ze zich bij de verkiezingen in de deelstaat Hessen die gelijktijdig met de federale verkiezingen plaats vonden met 5% nog net kon redden, faalde ze grandioos met 4,8% bij de federale verkiezingen, 9,8% lager dan in 2009! Het welverdiende imago van een totaal clientelistische partij heeft haar naar deze catastrofale nederlaag geleid.                                         

 

Maar de  400.000 stemmen die ze verloor gingen in meerderheid naar de AfD. Ook  Die Linke verloor meer dan 300.000 stemmen aan de AfD, het CDU/CSU een beetje minder… Vermits het AfD zijn chauvinistische motieven nogal goed weggemoffeld had, door het voor te stellen alsof een uitstap uit de Euro ook in het belang is van die Europese landen die vandaag tot de economische verliezers behoren, zou Die Linke er goed over moeten nadenken of ze haar eigen boodschap van verzet tegen de EU en de Troïka wel voldoende in de verf heeft gezet. 

 

Een ander opvallend feit in deze verkiezingen zijn de 8,4% van de Groenen, die 2,3% verliezen tegenover 2009. En dat terwijl ze kort na de ramp in Fukushima en de belangrijke mobilisaties van de beweging tegen kernenergie tot 20% haalden in de peilingen.

 

Dit leidt ons tot de linkse partij Die Linke die met 8,6% de derde grootste partij wordt in de  Bundestag. Vermits Die Linke in 2009 11,9% behaalde en dus 3,3% verliest, zou je kunnen spreken van een nederlaag. Maar in feite komt Die Linke er nog goed vanaf, vermits ze in de lente van 2012 tot 6% was gezakt, en ze sindsdien bij alle deelstaatverkiezingen in het westen van Duitsland spectaculaire nederlagen leed. Bij de regionale verkiezingen in Hessen raakte ze voor de derde maal op rij over de kiesdrempel van 5%, en bij de federale verkiezingen oversteeg ze ook in de deelstaten in het westen, waar ze heel wat zwakker staat dan in het oosten van Duitsland, de kiesdrempel. Die Linke slaagt er dus in zich te consolideren en electoraal terug vooruit te gaan. Ze deed dit door in haar campagne een aantal sociale, democratische en antimilitaristische eisen naar voor te schuiven, zonder dat ze echter een globaal alternatief voor de macht van het kapitaal formuleert.

 

Wat gaan ze nu doen, de strategen (of eerder tactici) van de partijen? Zowel op het federale niveau als in Hessen,  hebben SPD, Groenen en Die Linke samen de meerderheid. Maar zowel SPD als Groenen zeggen duidelijk dat ze geen coalitie willen aangaan met Die Linke. Die zoekt wel toenadering tot sociaaldemocraten en groenen, maar benadrukt toch ook de grote meningsverschillen. Op het federaal niveau zou Die Linke de deelname van de Bundeswehr aan    de wereldwijde militaire interventies moeten slikken, wat momenteel onvoorstelbaar is. De meest realistische hypothese lijkt dan ook een “grote coalitie” van CDU/CSU met de SPD.

 

Manuel Kellner is lid van onze Duitse zusterorganisatie ISL en Die Linke. Nederlandse vertaling: Thomas Weyts

 

 

 

Duitsland: eerste elementen van analyse van de verkiezingsresultaten en hun gevolgen


Door Peter Wahl

 

1. Ondanks Merkels overwinning (42%, een stijging met 8%) bestaat er mathematisch een linkse meerderheid maar die zal niet daadwerkelijk tot een meerderheid leiden omdat de SPD tegen samenwerking met Die Linke is gekant.

 

2. De overwinning van Merkel heeft de krachtsverhoudingen tussen de twee kampen in de maatschappij niet gewijzigd. De CDU heeft de liberale FDP immers opgegeten. Door het ineenstorten van de FDP verliest Merkel haar “natuurlijke” regeringspartner.

 

3. Het verdwijnen van de FDP uit de Bondsdag laat zien dat het marktfundamentalisme in de maatschappij is gemarginaliseerd.

 

4. Volgens de opiniepeilers dankt Merkel haar stemmen voor 40% aan haar persoonlijkheid. Zij gaf een beeld van iemand “zoals jij en ik”, die pragmatisch (niet “ideologisch”) is, getuigt van openheid voor progressieve veranderingen (uittrede uit kernenergie, homohuwelijk) en die de politieke tegenstander niet agressief aanpakt. Zij belichaamt als het ware in haar persoon de “grote coalitie” en het verlangen naar harmonie gewild door een meerderheid van de Duitsers.

 

5. Op politiek vlak heeft Merkel de naam dat ze het land heeft beschermd tegen de crisis en tegen de druk om “ons geld weg te gooien” naar die “mediterrane nietsnutten”. De mensen die voor haar hebben gestemd, zijn niet getroffen door de crisis, maar hebben schrik van die crisis. Die overheersende rol van Merkel verbergt echter een diepe crisis binnen de CDU met sterke spanningen tussen de conservatieven (waarvan er enkele naar het AfD zijn overgestapt) die Merkel bekritiseren omdat ze te sociaaldemocratisch is en anderzijds de “modernisten”.

 

6. De SPD boekt een kleine winst, maar dit resultaat is toch nog het een na slechtste resultaat sinds het bestaan van de Federale Republiek. Ze worden nog steeds afgerekend op de periode Schröder en op hun onvermogen afstand te nemen van de toenmalige neoliberale hervormingen. Daardoor was Steinbrück absoluut niet geloofwaardig

 

7. Die Linke is nu de derde partij net voor de Groenen. Maar dit is meer het gevolg van de zwakte van de Groenen en het ineenstorten van de FDP, dan van eigen kracht. In vergelijking met 2009 verloor Die Linke 3%. Maar in vergelijking met de crisis van een jaar geleden, toen volgens sommige peilingen de 5% niet gehaald zou worden, betekent dit resultaat een consolidatie. Die is er ook in het westen waar de partij boven de 5% uit komt. Het gevaar dat Die Linke een regionale partij zou worden is hierdoor veel kleiner geworden.

 

8. Toch zullen de interne krachtsverhoudingen tussen “gematigden” (vooral in het oosten) en “radicalen” (vooral in het westen) verschuiven naar de gematigden. En dit om meerdere redenen: eerst en vooral is er de belangrijke rol van Gregor Gysi (die uit het oosten komt en de “gematigden” vertegenwoordigt) in deze campagne en de afwezigheid van Oskar Lafontaine. Er is ook de enorme druk die komt uit het feit dat de SPD binnen vier jaar het ambt van bondskanselier niet zal kunnen opeisen zonder Die Linke. Voor beide kanten is het omvormen van die mathematische meerderheid in een echte meerderheid dan aan de orde.

 

9. De Groenen zijn ook een van de grote verliezers en dit des te meer omdat ze een jaar geleden door de peilingen op 20% werden geschat, door het “Fukushima effect”. De voornaamste redenen hiervoor zijn: een programma dat als te links werd gezien (met hogere belastingen voor de rijken), waardoor ze werden gereduceerd tot de harde kern van hun kiezers; het uittreden uit kernenergie (beslist door Merkel) wat de Groenen een beetje overbodig maakte; en tenslotte het demagogische gebruik door enkele media en door de rechterzijde van de CDU, van de problemen met pedofilie in de partij 25 jaar geleden. Dit zal de “realos” binnen de partij, en zo een evolutie naar rechts van de Groenen, versterken.

 

10.De nieuwe partij AfD (Alternative für Deutschland) heeft de 5% drempel niet gehaald. Maar de behaalde 4,7% betekenen een echt succes gezien het feit dat die partij nog maar enkele maanden bestaat. Haar programma stelt voor uit de euro te stappen of de euro te ontbinden. De leiding van de partij bestaat vooral uit liberale economie professoren en conservatieven vaak afkomstig uit de CDU en de FDP. De AfD haalde 450.000 stemmen weg bij AfD, 360.000 bij de FDP, 360.000 bij Die Linke en 300.000 bij de CDU. De 360.000 stemmen afkomstig van Die Linke wijzen op twee tendensen: enerzijds een proteststem en anderzijds de ondoorzichtigheid van de positie van de linkerzijde in de crisis van de euro. Op dit ogenblik kan men de AfD niet vergelijken met het Front National in Frankrijk of met andere soortgelijke partijen. Ze zijn gematigder en spreken zich uit tegen racisme en xenofobie. Ze beweren “pro-Europees” te zijn. De partij zal deelnemen aan de Europese verkiezingen en maakt een grote kans verkozen te worden in het Europees Parlement.

 

11. Merkel heeft nu twee realistische opties voor de vorming van de regering: ofwel een grote coalitie met de SPD ofwel een coalitie met de Groenen. Het is nog te vroeg om een prognose te maken. Binnen de SPD is er grote weerstand tegen regeringsdeelname uit vrees dat de partij hierdoor verzwakt zou worden zoals in 2009. Er zullen dus nog ingewikkelde onderhandelingen komen met allerlei tactische spelletjes tussen CDU, SPD en de Groenen.

 

12. Maar los van welke coalitie er gevormd gaat worden binnen enkele weken, zullen deze verkiezingen geen belangrijke veranderingen teweegbrengen. Er zal wel een lichte verschuiving komen naar steun voor meer gelijkheid (met de eis voor een minimumloon enzovoort). Ook zal er een meer liberale houding komen op het vlak van migratie, ten opzichte van de elektronische spionage (NSA en anderen), de seksuele minderheden en dergelijke. Inzake het beheersen van de Europese crisis, de politiek van “fiscale discipline” zal er echter niets veranderen. Er zullen wel enkele honderden miljoenen euro vrijgemaakt worden voor de strijd tegen de werkloosheid in Griekenland, Spanje en Portugal.

 

Peter Wahl is lid van Attac en van WEED, Weltwirtschaft, Ökologie & Entwicklung

Dit artikel verscheen eerder op Europe Solidaire Sans Frontières. Nederlandse vertaling: Marijke Colle.

 

Naar boven