Rood-Groene Alliantie: de parlementaire taktiek van radicaal links PDF Print Email
Geschreven door Thomas Eisler op vrijdag, 25 augustus 2006

De Rood-Groene Alliantie is Denemarken groeit sterk, qua ledenaantal zowel als electoraal. Tijdens de landelijke verkiezingen van februari 2005 kreeg de partij 3,4 procent van de stemmen en sinds oktober 2004 is het aantal leden gegroeid van 2500 tot 4000. Dit alles in een periode waar de Rood-Groene Alliantie verder afstaat van parlementaire invloed dan ooit. De conservatief-liberale regering heeft samen met populistisch rechts (de Deense Volkspartij) een meerderheid. Deze situatie bestaat al sinds de verkiezingen van 2001. Na de verkiezingen van 1994 en 1998 had de Alliantie echter meer invloed: de partij had de beslissende stem in een situatie van een door sociaal-democraten geleidde regering.

Steun aan een sociaal-democratische regering?

Men kan zich een regering voorstellen die gesteund wordt door sociale bewegingen en die in een proces van confrontatie met de bourgeoisie zit, zonder dat er van een revolutionaire situatie sprake is. Radicaal links kan soms aan zo'n regering deelnemen. Maar de politieke werkelijkheid in Denemarken tussen 1992 en 2001, toen de sociaal-democraten aan de macht waren, was een heel andere situatie.

Het uitgangspunt in de parlementaire strategie van de Rood-Groene Alliantie in die tijd was steun aan de grootste arbeiderspartij in de regering, zonder zelf aan de regering deel te nemen. De sociaal-democraten waren verantwoordelijk voor verschillende neoliberale aanvallen. Dit leidde tot een ingewikkelde situatie. De vraag was welke eisen we moesten stellen. Waren die eisen te radicaal, dan zou een val van de regering tot een rechtse meerderheid leidden. Dat wilden we voorkomen. Aan de andere kant, als we wel een overeenkomst sloten met de regering, dan moesten we voor allerlei maatregelen stemmen om de regering niet te laten vallen. Bijvoorbeeld op budgettaire kwesties.

Kapitalistisch budget

Een regering die zijn budget niet rond krijgt, treedt normaal gesproken af. Voor de RGA lagen hier mogelijkheden. Aan de ene kant wilde de RGA suggesties naar voren schuiven die de grenzen van het systeem opzochten, terwijl de partij alle voorgestelde verbeteringen steunde. Maar de RGA had een duidelijk principe: geen enkele verslechtering mocht gesteund worden. Leidde dit principe tot een regeringscrisis, dan was dat de keuze van de regering en niet de verantwoordelijkheid van de Alliantie. Wat de Alliantie wilde was duidelijk: echte verbeteringen, en hogere belastingen voor de multinationals.

De RGA zat in een ingewikkelde situatie. Steun aan het budget van een kapitalistische staat is niet zomaar iets. De RGA wilde de kapitalistische logica doorbreken - een budget kon alleen gesteund worden als dat gebeurde. Als bijvoorbeeld het leger werd aangepakt en nationale hulpbronnen werden genationaliseerd.

De taktiek van de RGA was om in de onderhandelingen over het budget te participeren en voor of tegen ieder ieder amendement te stemmen, om uiteindelijk bij de laatste stemming tegen het budget in zijn geheel te stemmen. Maar het is ook voorgekomen, in 1996, dat de RGA zich onthield van stemming omdat het budget echt een verbetering was ten opzichte van de perriode daarvoor..

In de gemeenteraden

De Rood-Groene Alliantie heeft 24 vertegenwoordigers in 14 gemeenteraden. De principes zijn in de raden hetzelfde als in het parlement, hoewel de voorwaarden waaronder we functioneren natuurlijk anders zijn. De economische macht van de gemeenteraden is gelimiteerd.

Toch zou het altijd tegen het principe van de RGA zijn om te stemmen voor budgetten waarin bezuinigd werd. Bovendien kiest de RGA meestal voor de oppositie. Dat principe blijft belangrijk: in tegenstelling tot de RGA kiest de refomistische Socialistische Volkspartij ervoor burgermeesters te leveren en in samenwerking met liberalen sociaal-democratische besturen te laten vallen. De prijs die de Socialistische Volkspartij betaalt is hoog - de partij is onderdeel van de status-quo geworden.


Thomas Eisler is lid van de Rood-Groene Alliantie en van de SAP, de Deense sectie van de Vierde Internationale, die onderdeel uitmaakt van de Alliantie.

Naar boven