Andersglobalisme... en politiek PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op woensdag, 07 september 2005

Na het Franse en Nederlandse "Neen" aan de Europese grondwet lijkt de Europese andersglobaliseringsbeweging in een nieuwe fase terechtgekomen. Terwijl er voordien ogenschijnlijk een muur stond tussen de sociale bewegingen enerzijds en de linkse politieke partijen anderzijds, was die "Neen" precies het resultaat van een gemeenschappelijke campagne van politieke en sociale krachten. Ook in andere landen als Engeland of Duitsland bouwen steeds meer andersglobalistische militanten mee aan politieke alternatieven.

Het charter van Porto Alegre bepaalde dat politieke partijen als dusdanig niet welkom zijn in sociale fora. Deze bepaling was niet dom. Ten eerste bestaat er een reëel verschil tussen politieke partijen en sociale bewegingen. Sociale strijd en sociale bewegingen ontstaan rond een concrete en vaak specifieke inzet (racisme, sociale uitsluiting, mondiale ongelijkheid, milieuvernietiging, mensen zonder papieren etc.). Sociale bewegingen verzamelen grote en verscheiden groepen mensen met verschillende politieke en maatschappelijke backgrounds op basis van een aantal elementaire eisen en doen als dusdanig niet aan machtsverwerving. Ze oefenen eerder een maatschappelijke druk uit. Een politieke partij daarentegen groepeert mensen op basis van een politiek programma, een omvattend alternatief voor de maatschappij en streeft rechtsstreeks - via verkiezingen of via andere wegen - politieke macht na. De politieke partij kiest hierbij voor een duidelijke strategie (cfr. Reformisme - revolutie).

De autonomie van sociale bewegingen

Hoewel politieke militanten vaak een trekkersrol spelen in sociale bewegingen, is zo'n sociale beweging nooit louter het resultaat van een 'goede zet' van één of andere partij.Zeer vaak onstaan ze zelfs buiten het oogveld van politieke partijen. Herinner je hoe heel wat radicaal-linkse partijen in Europa de andersglobaliseringsbeweging aanvankelijk als 'kleinburgerlijk' bestempelden, om er achteraf, ééns de draagwijdte ervan duidelijk werd, alsnog het voortouw van proberen te nemen. Uiteraard zijn er partijen die rondom zich kleine en door de partij gecontroleerde fake sociale beweginkjes opbouwen, maar die bewegingkjes zijn dan in het beste geval slechts parasieten van de bestaande reële beweging.

Militanten van linkse partijen kunnen door hun politieke scholing en ervaring wel een belangrijke bijdrage leveren aan de opbouw van bewegingen en die partijen kunnen natuurlijk wel trachten in te spelen op de aan de gang zijnde sociale bewegingen. Op die manier kan er een interessante dialectiek ontstaan tussen sociale bewegingen en politieke krachten. Kort: je kan als linkse partij niet exclusief de antiracismebeweging claimen omdat die beweging in de eerste plaats het resultaat is van de strijd van mensen die opkomen tegen een reële onderdrukking. Je kan als partij wel militanten leveren aan die beweging, de beweging mee opbouwen en mee de perspectieven van de beweging trachten te bepalen. Als antikapitalistische partij kan je daarnaast zelf campagne voeren rond de link tussen racisme, sociale uitsluiting en kapitalisme. Maar zelfs de beste en meest mature antikapitalistische partij kan de antiracismebeweging nooit in haar geheel claimen of er een antikapitalistisch programma aan opleggen. Sociale bewegingen kennen met andere woorden een autonome dynamiek.

'Bewegingen der bewegingen'

De andersglobaliseringsbeweging is van bij het begin een bijzondere 'sociale beweging' geweest. Het andersglobalisme was de 'beweging van bewegingen' die uiteenlopende sociale krachten samenbracht rond een kritiek op het mondiale neoliberalisme. Ze was het resultaat van een toegenomen gemeenschappelijke analyse van de verschillende sociale krachten. In Seattle stonden radicale milieuactivisten schouder aan schouder met metaalarbeiders, verenigd rond een kritiek op het neoliberalisme. Dat betekende niet enkel een bijzondere stap voorwaarts in de opbouw van een antineoliberaal front, het betekende ook dat het andersglobalisme een erg "politieke" sociale beweging werd die uiteenlopende krachten verenigde rond een algemene kritiek op het neoliberalisme en dus niet enkel rond één of ander gevolg ervan. Toch is de andersglobaliseringsbeweging geen politieke beweging in de strikte zin van het woord: ze mobiliseert maar beschikt niet over een echte strategie om macht te verwerven, ze is actief rond een aantal heel concrete politieke inzetten, maar beschikt niet over een echt politiek programma en ze steunt op militanten van zeer uiteenlopend politiek en maatschappelijk pluimage (van revolutionaire marxisten, over anarchisten, tot reformisten, tot sociale activisten, tot jongeren voor wie al die termen geen concrete inhoud hebben). Als politieke militant kan je - en moet je - de andersglobaliseringsbeweging opbouwen omdat het een belangrijker uitdager is van het mondiale neoliberalisme, maar je weet ook dat jouw politieke programma niet het exclusieve programma van die beweging kan zijn. Als politieke partijen dat wel trachten te doen, breken ze eerder de sociale dynamiek dan dat ze de beweging mee opbouwen...

Toen men bepaalde dat het Wereld Sociaal Forum uitsluitend sociale krachten en dus geen politieke partijen samenbracht, betekende dat niet meteen een verwerping van politieke partijen of van de politieke strijd, maar wilde men in de eerste plaats de coördinatie en samenwerking van de sociale krachten tegen het mondiale neoliberalisme voorop plaatsen. Als men die krijtlijnen niet duidelijk vastlegde, vreesde men dat het Wereld Sociaal Forum binnen de kortste keren een verzamelplek zou worden van allerhande politici die er hun showtje zouden opvoeren en de beweging zouden aanwenden om hun eigen politiek te legitimeren of te verdoezelen (iets wat hoe dan ook niet helemaal vermeden kon worden…). Dat gevaar loerde vooral vanuit sociaal-democratische hoek, iedereen herinnert zich hoe de internationale sociaal-democratie 'en masse' neerstreek op het tweede WSF van 2002.

Vruchtbare grond

De SAP heeft als partij altijd veel energie gestoken in de opbouw van strijdbare sociale bewegingen. De eerste bekommernis van zo'n engagement is de opbouw van de beweging zelf. Als we actief zijn in de beweging tegen de uitwijzingen en de opsluiting van mensen zonder papieren is dat in eerste instantie om de strijd van mensen zonder papieren te dienen en om als loyale militanten die beweging mee uit te bouwen. Tegelijkertijd weten we ook dat hoe meer strijdbare sociale bewegingen er bestaan in de maatschappij, hoe vruchtbaarder de grond wordt voor politieke organisaties die de maatschappij radicaal willen veranderen.

Naarmate de strijd van sociale bewegingen concrete vormen zal aannemen, zal de beweging ook meer en meer voor politieke keuzes komen te staan. Heel wat sociale activisten die opkomen voor een wereld waarin menselijke behoeften en milieubelangen op de eerste plaats komen, zullen vroeg of laat botsen op de grenzen van de kapitalistische orde. Doorheen een cyclus van sociale gevechten zullen de verschillende mogelijke politieke posities binnen bewegingen verder uitgekristalliseerd raken en kunnen er binnen het sociale kamp politieke tegenstellingen ontstaan tussen radicalere, antineoliberale of antikapitalistische krachten enerzijds en gematigdere, sociaal-liberale krachten anderzijds. In die zin levert haast elke sociale strijdgolf ook een nieuwe generatie van bewuste militanten op die op zoek gaan naar een politieke organisatie om de maatschappij te veranderen. Een revolutionaire partij tracht uiteraard de meest bewuste militanten van sociale bewegingen, over de op en neergaande golven van de sociale strijd heen, een permanent organisatorisch kader te bieden. Maar dat doe je in de eerste plaats door in de praktijk te tonen dat je omwille van het feit dat je georganiseerd en politiek geschoold bent een beweging kan opbouwen en er een perspectief aan kan bieden.

De SAP gaat ervan uit dat sociale bewegingen enerzijds onontbeerlijk zijn om de maatschappij te veranderen maar anderzijds niet volstaan. Als het de andersglobaliseringsbeweging menens is met haar strijd voor een "andere wereld" die niet door de koopwarenlogica beheerst wordt, dan zullen de andersglobalistische activisten op termijn niet buiten de opbouw van ook politieke organisaties kunnen, die de strijd van de beweging op het politieke terrein voeren. Zoniet blijven de andersglobalisten op de keper beschouwd de gevangenen van de heersende politieke krachten. Daarom is het aan de andersglobalistische activisten zelf om een politieke kracht op te bouwen in samenwerking met die politieke krachten die wel bewezen hebben dat ze de eisen van de andersglobalisten consequent verdedigen.

Nieuwe constellatie

Dat laatste is er gebeurd in Frankrijk in de campagne tegen de Europese grondwet. Eerder dan dat één of andere partij erin slaagde om de andersglobalistische basis in grote mate binnen te rijven, ontstond er rond een concrete politieke inzet een nieuw front van linkse sociale bewegingen (met Attac-Frankrijk in de hoofrol), een syndicale linkerzijde (Sud, Solidair, CGT) en linkse politieke partijen (voornamelijk PCF en LCR aangevuld met een linkerzijde van de PS). Dit nieuwe front slaagde erin de campagne tegen de Europese grondwet te winnen en zo het neoliberale Europa een uppercut van jewelste te verkopen. Of deze nieuwe constellatie van politieke en sociale linkse krachten in Frankrijk een basis kan vormen voor verdere politieke actie moet nog blijken, maar duidelijk is wel dat vandaag in Frankrijk het rigide onderscheid tussen de sociale krachten en de linkse politieke krachten niet meer op dezelfde manier kan gemaakt worden als voorheen. Ook in Engeland zagen we hoe andersglobalisten, anti-oorlogsactivisten, linkse syndicalisten, migrantenorganisaties samen met antikapitalistisch links en een uitgerangeerde Labour-linkerzijde samen de politieke kracht Respect opbouwden (en voor het eerste sinds lang een parlementair binnen haalden links van Labour). Zelfde verhaal voor Duitsland, waar sociale, syndicale en linkse politieke krachten samen bouwden aan een links alternatief voor de verkiezingen van september, nl. ‘Whalalternative’.

Het onderscheid tussen politieke partijen en sociale bewegingen is reëel en zinvol. Een sociale beweging komt er nooit op vingerknip van een politieke partij. Maar het is even logisch dat doorheen een cyclus van sociale gevechten en conflicten sociale activisten overtuigd raken van de noodzaak van politieke actie. Deze bewustwording kan de grond vormen voor nieuwe politieke bewegingen. Op dergelijke momenten is het de taak van antikapitalistische politieke krachten om de radicalere, antineoliberale activisten de hand te reiken en samen te bouwen aan een politieke kracht. En zij die op dergelijke momenten zich plots en zelfs verrassend ontpoppen tot de grootste verdedigers van de scheiding tussen het sociale en het politieke veld zijn zij die aan de kant van de gevestigde politiek staan en de opbouw van een nieuwe politieke kracht koste wat kost willen vermijden.

Naar boven