Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Motie over de verkiezingen PDF Print Email
Geschreven door SAP op maandag, 10 maart 2003

1. De SAP plaatst zichzelf voluit in het kader van de ‘altermondialistische’ beweging, dit is de nieuwe opgang van verzet tegen het neoliberalisme en tegen de oorlog.

De SAP wil deze beweging versterken en uitbouwen:

  • als een ruimte voor debat over de alternatieven voor het neoliberalisme;
  • als een middel om de weerstand te organiseren tegen de neoliberale aanvallen (oorlog, GATS, privatiseringen, sociale rechten, vluchtelingen, repressie, …).

2. De SAP verzet zich tegen het neoliberaal beleid van paarsgroen.

Na vier jaar paarsgroene regering is de samenleving ongelijker geworden. De sociale onzekerheid is toegenomen (precaire arbeidscontracten, stress,…). De werkloosheid werd niet opgelost. De sociale uitkeringen blijven onder druk. De lijn van het budgettair soberheidsbeleid werd doorgetrokken (normen van Maastricht). De fiscale hervorming werd niet aangegrepen om ‘het geld te halen waar het zit’, en zo de financiële middelen te mobiliseren voor een beleid van sociaal en maatschappelijk herstel. De privatiseringen gaan verder (energie, communicatie en transport, sluipende privatisering van de pensioenen,…). Copernicus moet de openbare dienst herschoeien op de leest van de privé (duurbetaalde ‘managers’, verhoging van de stress en de onzekerheid op de werkvloer,…).

De regering is een trouwe uitvoerder gebleken van het neoliberaal beleid van de Europese Unie. Er is geen politiek gevoerd van gelijke rechten. De regularisatie van asielzoekers werd het voorwendsel om het immigratie- en vluchtelingenbeleid verder te verstrakken.

Dit gaat gepaard met een versterking van autoritaire tendensen (securitair discours, de verkiezingshervorming, vervanging van het politiek debat door mediagerichte stunts en individuele profilering van toppolitici, Copernicus die de administratie rechtstreeks ondergeschikt maakt aan de politieke meerderheid van het moment, verzwakking van de controle door het parlement, …).

Op internationaal vlak gaat de regering niet in tegen de neoliberale wereldorde. Haar verzet tegen een oorlog tegen Irak houdt geen breuk in met deze neoliberale wereldorde. Integendeel, zij betwist deze oorlog als onaangepast middel (instabiliteit), en vreest dat deze oorlog nadelig uitdraait voor de krachtsverhoudingen tussen de EU en de VS. Het verzet van paarsgroen tegen de oorlog neemt niet de vorm aan van een daadwerkelijke confrontatie met de VS en hun bondgenoten, omdat de stabiliteit van de neoliberale wereldorde primeert.

(3) Ondanks haar gekarakteriseerd neoliberaal beleid, is de regering erin geslaagd elke grote confrontatie met de sociale beweging te vermijden. De polarisatie en de spanning in de samenleving zijn afgenomen, vergeleken met de situatie vóór de verkiezingen van juni 1999.

  • de regering heeft een bewust beleid van sociale ‘ontspanning’ gevoerd. Alhoewel er geen fundamentele koerswijziging was (de begrotingsnormen werden gehandhaafd) is het politiek vertoog van de regering veranderd (het soberheidsverhaal staat niet meer centraal). De relatief gunstige economische conjunctuur in de eerste regeringsjaren bood extra ruimte voor mediatieke initiatieven, die het beeld versterkten dat het strakke soberheidsbeleid niet langer werd aangehouden (schijnverhogingen van sociale uitkeringen, de lege doos van het zilverfonds, enz.). De fiscale hervorming verhoogt de koopkracht van grote delen van de bevolking, terwijl de factuur pas in een volgende legislatuur zal moeten worden betaald (verdere afbouw van de “verzorgingsstaat”);
  • dit ging gepaard met een ‘modern’ vertoog’, dat het reëel beleid verhult. Punctuele en in verhouding tot de oorspronkelijk gewekte verwachtingen al bij al beperkte positieve maatregelen in ethische dossiers (homohuwelijk, euthanasie,…) onderbouwden dit modern imago. Tegelijk werd het politieke debat vervangen door mediagerichte stunts;
  • de regering werd hierbij geholpen door de intrede van de groenen, die de regering langs de linkerflank afdekten, en het monddood maken van kritische stemmen in de vakbeweging ;
  • de regering werd ook geholpen door het verder woekeren van sectaire praktijken in de buitenparlementaire linkerzijde, die de sociale beweging hinderen om de weg te vinden naar efficiënt weerwerk tegen dit neoliberaal beleid.

In de onderbuik van de samenleving woekeren onvrede en revolte verder. De verhoogde sociale onzekerheid, concurrentie en individualisering verhogen de druk voor een herschikking naar rechts in Vlaanderen, met verschillende componenten (het Vlaams Blok dat de verliezers van de concurrentiesamenleving aantrekt, terwijl de winnaars terecht kunnen bij de VLD…). In Wallonië en Brussel tracht de “pôle des gauches” (PS en  Ecolo) de onvrede te kapitaliseren met een sociaal profiel, maar zonder balans van de neoliberale paarsgroene regering en met het perspectief van een nieuwe regeringsdeelname met dezelfde rechterzijde.

4. De sociale beweging heeft de weg niet gevonden naar een globaal verzet tegen dit neoliberaal beleid. Verzet op deelterreinen bleef geïsoleerd (vluchtelingen).

Het bewustzijn van de wereldwijde catastrofen ten gevolge van het neoliberalisme heeft ook in ons land de verdere ontwikkeling en organisatie van het ‘altermondialisme’ bevorderd. Dit wordt versterkt door de groeiende ongerustheid in de syndicale beweging over het neoliberalisme.

Maar de regering is er in geslaagd iedere centrale confrontatie met de sociale beweging te vermijden. Dit heeft op zijn beurt tot gevolg dat de politieke opheldering in de schoot van de sociale beweging, en het verwerven van politieke autonomie ten opzichte van het regime, vertraagd wordt. Het groeiend bewustzijn een andere wereldvisie te hebben (“een andere wereld is mogelijk”) die vertaald wordt in voorstellen voor een andere politiek (lees de memoranda er maar op na) leidt niet tot een politieke confrontatie met de regering, en het zoeken naar politieke alternatieven. De verantwoordelijkheid van de groenen voor dit alles, die het electoraal terrein van een ‘andere politiek’ bezet hebben, is verpletterend.

Slechts in de laatste fase neemt het aantal potentiële conflicten toe (groei werkloosheid, ontslagen en bedrijfssluitingen, druk op de sociale zekerheid, GATS, neoliberalisme van de Europese Unie, oorlog tegen Irak,…). Het is echter te laat opdat dit zou leiden tot een politieke opheldering met paarsgroen tijdens de actuele ambtstermijn. Het komt er vooral op aan tijdens deze verkiezingen, en tijdens de vorming van de nieuwe regering, de politieke opheldering tijdens een volgende legislatuur voor te bereiden.

5. De AEL is één van de weinige bewegingen geweest die rond een centrale politieke kwestie de confrontatie met het paarsgroene neoliberalisme is aangegaan. Zij heeft de handschoen opgenomen tegen het racisme en de criminalisering van de sociale bewegingen. Zij heeft een eisenprogramma uitgewerkt dat de vinger legt op één van de pijnpunten van het neoliberale paarsgroene falen (sociaal beleid), en heeft een debat afgedwongen over de plaats van de mensen in ons land die hun wortels hebben in de Arabische wereld (gelijke rechten, identiteit).

Door een alliantie aan te gaan met de PVDA in de lijst Resist heeft de AEL zichzelf een kans ontnomen een actieve factor te worden in de herstichting van een politieke linkerzijde. De PVDA is door haar sectaire politiek de belangrijkste verantwoordelijke voor het blokkeren van de ontwikkeling van een geloofwaardig politiek alternatief aan de linkerzijde, omdat zij belet dat er een positieve wisselwerking ontstaat tussen de mobilisatie van de sociale beweging en een niet-sectaire, niet-manipulerende politieke praktijk van de radicale linkerzijde. Haar stalinistische ideologie maakt de PVDA bovendien irrelevant voor de debatten over alternatieven in de schoot van de nieuwe sociale beweging, die op zoek is naar nieuwe wegen, op basis van een kritische balans van de mislukkingen van de arbeidersbeweging in de vorige eeuw.

De SAP plaatst geen kandidaten op de lijst Resist.

6. De SAP stelt vast dat het niet mogelijk is in deze verkiezingen lijsten in te dienen die de uitdrukking zijn van een aangehouden gemeenschappelijke politieke praktijk, in verbondenheid met de sociale mobilisatie, met respect voor de autonomie en het pluralisme van deze sociale beweging.

Toch kan het zinvol zijn in deze verkiezingen lijsten neer te leggen, om een stem te laten horen die een linkse balans maken van de paarsgroene regering, en zo bij te dragen tot de noodzakelijke politieke opheldering.

De voorkeur van de SAP gaat uit naar lijsten of kandidaten die dit politiek initiatief koppelen aan een niet-sectaire en niet-manipulerende opstelling binnen de radicale linkerzijde, en aan de wil tot open samenwerking in verbondenheid met de sociale beweging, met respect voor het pluralisme en de autonomie van deze sociale beweging.

De SAP doet een stemoproep voor alle niet-sectaire lijsten die een linkse kritiek maken van paarsgroen. In die zin staat de SAP ook open voor de voorstellen van de KP-afdelingen van Luik en Brussel kandidaten van de SAP te zetten op haar lijsten (waarvan de opvatting nog moet worden vastgelegd). De betrokken afdelingen van de SAP nemen de uiteindelijke beslissing.

Stemmen voor de AEL-kandidaten op de lijst Resist zullen begrepen worden als steun voor de strijd voor sociale, politieke en culturele rechten van de gemeenschappen en individuen voortgekomen uit de immigratie, en voor hun recht op een eigen identiteit, en als een stem tegen het bredere falen van het neoliberaal paarsgroen sociaal beleid. Bovendien spreekt Resist zich duidelijk uit tegen de imperialistische oorlog tegen Irak.

In het algemeen doet de SAP een oproep in geen geval een stem te geven aan de partijen die het paarsgroen beleid belichamen of aan partijen die het langs rechts bekritiseren. De SAP bekampt elke stem voor uiterst-rechts.

(8) Wat de SAP zelf betreft gaat de voorkeur echter uit naar de investering van krachten in de verdere uitbouw van de altermondialistische beweging. Op korte termijn stelt de SAP zichzelf daar de volgende prioriteiten:

  • de mobilisatie tegen de oorlog tegen Irak. De SAP verzet zich tegen deze oorlog die een wapen is om de neoliberale wereldorde te versterken, en om de overheersing van het US-imperialisme in deze neoliberale wereldorde te bevestigen. Op deze basis pleit de SAP voor een eengemaakte mobilisatie die zich onvoorwaardelijk verzet tegen deze oorlog, met of zonder VN-resolutie, en zonder dit verzet ondergeschikt te maken aan de diplomatie van het Europees juniorimperialisme. De SAP verbindt deze mobilisatie met de solidariteit met het Palestijns verzet;
  • de mobilisatie tegen de versterking van de neoliberale orde in Europa, doorheen de volgende etappe in de uitbouw van de EU (Europese conventie, sociale rechten, openbare diensten...);
  • de uitbouw in België en Europa van een “beweging van de bewegingen” die tegelijk een ruimte is om zonder exclusieven en met respect voor pluralisme het debat aan te gaan over de alternatieven, en die tegelijk een kader is dat bondgenootschappen bevordert in het verzet tegen de neoliberale offensieven.

De SAP, die een politieke organisatie is, zal tegelijk het debat blijven aangaan om te komen tot een politieke deblokkering aan de linkerzijde. De SAP is ervan overtuigd dat deze deblokkering enkel mogelijk is door een geduldige politieke dialoog met andere politieke krachten, en door de rijping van de sociale beweging die om te strijden voor een andere wereld zich zelf moet ontwikkelen tot een politieke factor.

8. De SAP zal na de verkiezingen een initiatief stimuleren om een balans te maken van de verkiezingen, en om het debat verder te zetten over de noodzakelijke politieke en electorale herschikking aan de linkerzijde.

Aangenomen door het Centraal Comité van de SAP op 9 maart 2003.

Naar boven