Fossiele brandstoffen, het klimaat en anti-kapitalisme PDF Print Email
Geschreven door Daniel Tanuro op donderdag, 05 juli 2007

Als een dokter na bij een patiënt een longtumor ontdekt te hebben deze een sigaret zou voorschrijven, zou de arts een kwakzalver of zelfs een moordenaar genoemd worden. Een kwaad bestrijd je immers niet met nog meer van hetzelfde maar door de oorzaak er van aan te pakken. Maar waarom, vraagt de Belgische milieu-activist Daniel Tanuro zich af, wordt in de strijd tegen klimaatsverandering marktwerking als oplossing voorgesteld terwijl zij als de sigaret voor longkanker is?

Volgens het 'Stern rapport' - een rapport in oktober 2006 opgesteld door sir Nicholas Stern, op aanvraag van de Britse regering - is de klimaatsverandering een 'falen van de markt zonder precedent'. Het is absurd om te denken dat een fenomeen dat veroorzaakt is door de vrije marktwerking bestreden kan worden door het uitbreiden van deze marktwerking. Maar toch is dit de koers die wordt gesuggereerd door Stern en die door de G8 gevolg wordt; meer marktwerking, meer groei, meer globalisering... Maar het is de tegenovergestelde richting die gekozen zou moeten worden: minder overlaten aan de markt, meer publieke voorzieningen, meer samenwerking en minder competitie; minder 'vrijheid van ondernemen' en meer planning; minder economische globalisering en meer lokalisering. Een beleid dat erop gericht is behoeften te bevredigen hoeft niet altijd maar meer te produceren.

Waarom is de markteconomie verantwoordelijk voor het broeikaseffect? Stern geeft geen antwoord op deze vraag. Eigenlijk is hij ook niet in staat om de vraag te beantwoorden want de verklaring zit ingebakken in de fundamenten van het kapitalisme en niet in een of ander klein foutje in het systeem.

Ten eerste is de markteconomie verantwoordelijk voor het broeikaseffect omdat ze gebaseerd is op competitie en accumulatie. Beslissingen over het productieproces worden niet genomen op basis van afwegingen over de bruikbaarheid en ecologie, maar op basis van de logica van de winst. Allerlei nutteloze of zelfs schadelijke dingen worden gedaan met als enige doel het bevredigen van de aandeelhouders. Kostbare reclamecampagnes bevorderen de stroom van goederen. Blinde concurrentie leidt tot overproductie, dus wordt een deel van de producten gedumpt. Artikelen zijn zo ontworpen dat ze maar kort meegaan of verbruiken teveel energie. In de arme landen worden artikelen geproduceerd die vervolgens naar de 'rijke' landen verscheept worden. Kortom: de verspilling van grondstoffen is inherent aan de markteconomie.

Maar dit is niet alles. De belangrijkste oorzaak van de klimaatsverandering is het verbranden van fossiele brandstoffen, zoal kolen, olie, aardgas. Maar ook het gebruik van deze brandstoffen is een resultaat van de logica van de markt. Sinds 1893 weet men dat zonlicht elektriciteit voortbrengt als het in contact komt met bepaalde materialen. Als in wetenschappelijk onderzoek de prioriteit had gelegen in het ontwikkelen van zonne-energie, dan zou onze atmosfeer vandaag de dag niet vergeven zijn van de koolstof. Maar waarom vond dit onderzoek dan niet plaats? In de eerste plaats omdat niemand de eigenaar kan zijn van het onbeperkte en ongrijpbare zonlicht. Het is daarentegen wel mogelijk de eigenaar te zijn van de beperkte voorraden kolen, olie, gas. En deze voorraden kunnen opgepot worden en dat betekent en dat betekent niet alleen winst maar ook overwinst, in de vorm van rente.

Wat olie, kolen, gas en hout gemeen hebben is dat ze als het ware een hoeveelheid opgeslagen zonne-energie vertegenwoordigen, energie die in deze vorm opgeslagen en getransporteerd kan worden. Al vanaf de dertiende eeuw eigenden de opkomende burgerij en de adel zich de bossen toe, welke tot dan toe gemeenschappelijk bezit waren geweest. Vanaf die tijd was hout handelswaar en vormde de verkoop ervan een bron van inkomsten. Daarnaast werd controle over energiebronnen een beslissend element in de overheersing van de ene klasse door de andere.

Een vluchtige blik op de geschiedenis van energie-technologie laat zien dat de centralisering van kapitaal en macht hand in hand ging met het monopolie over grondstoffen: van de overgang van hout naar kool, van kool naar elektriciteit, van thermische centrales naar kerncentrales. En met elke stap bereikte de overwinst nieuwe fantastische hoogtes.

Neem bijvoorbeeld olie. De verkoop van geraffineerde olie brengt elk jaar rond de 2000 miljard euro op. De kosten zijn nauwelijks 500 miljard. De winst en overwinst - elk jaar 1500 miljard wereldwijd! - verdwijnen in de zakken van enkele multinationale bedrijven en – uitgezonderd in het geval van Venezuela – in die van de super-geprivilegieerde machthebbers in de olie-producerende landen. Olie is voor deze mensen de kip met de gouden eieren. En ze willen dat de kip zo lang mogelijk eieren blijft liggen. Deze wil wordt gedeeld door ondergeschikte bedrijfstakken als de auto-industrie, de scheeps- en vliegtuigbouw, de petrochemische industrie...

Het is onnodig om erop te wijzen dat deze kringen een formidabele economische macht en politieke invloed vertegenwoordigen. Dit verklaart waarom er niet geluisterd werd naar de wetenschappers die nu al meer dan dertig jaar waarschuwen voor de risico's van klimaatsverandering. En het verklaart ook waarom sinds de eerste oliecrisis het budget voor onderzoek naar duurzame energie dat de lidstaten van de Internationale Energie Agentschap vrijmaken gedaald is: in 1986 was het 7,7 procent, terwijl het tussen 1974 en 1986 nog 8,4 procent was! Het leeuwendeel van het geld – 47,3 procent - ging naar onderzoek naar kernenergie. Op de tweede plaats staat onderzoek naar het omzetten van fossiele brandstoffen, zo blijkt uit een rapport van het Europese agentschap voor het milieu.

Waarom? Omdat de eerste prioriteit het behoud van de winst, de overwinst, de politieke macht en de sociale controle die mogelijk gemaakt worden door de centralisering van energiebronnen is. Om ergens anders het antwoord te zoeken betekent echt in het duister tasten.

Niet alleen is de markt verantwoordelijk voor de klimaatsverandering, maar daarbij doet zij alles om de maatregelen hiertegen te vertragen. En als er toch maatregelen genomen worden, poogde de markt deze zoveel mogelijk te beïnvloeden. Neem bijvoorbeeld het Kyoto -verdrag: dit staat zo vol met 'flexibele mechanismen' dat de wereldwijde uitstoot van de geïndustrialiseerde landen in 2012 met zo'n 1,7% procent zal zijn afgenomen. Vanaf hier moet in 2050 de globale uitstoot met 70% procent verminderd worden!

Is een dergelijke vermindering überhaupt haalbaar? Ja zeker, het zal niet makkelijk zijn, maar het klimaat kan gered worden. De zonnestralen die de aarde bereiken vertegenwoordigen elk jaar 8000 keer de totale wereldwijde energieconsumptie. Met de huidige technologie zouden we gebruik kunnen maken van een duizendste deel hiervan; acht maal de huidige energiebehoefte. Het potentieel van de techniek zou nog groter kunnen worden als de wetenschap de benodigde middelen krijgt. Natuurlijk is het nodig om zuinig te zijn, om de verspilling te beperken, dat gaat ons allemaal aan. Maar we zijn niet veroordeeld om te kiezen tussen het klimaat en ons welzijn, of tussen het klimaat en ontwikkeling van de landen in het zuiden, of tussen het klimaat en massa's radioactief afval dat nog tienduizenden jaren lang gevaarlijk zal zijn. Er is een alternatief, anti-kapitalistisch en gebaseerd op zonne-energie.

Uiteindelijk zal het kapitalisme gedwongen zijn om iets te doen om de situatie te stabiliseren, dat staat vast. Maar de markt zal het klimaat 'redden' op dezelfde manier als zij eerst het klimaat beschadigde; over de rug van arbeiders en onderdrukte mensen, de logica van winst in plaats die van menselijke behoeften volgend. De markteconomie zal dit op twee manieren doen. Ten eerste zal er zolang mogelijk gewacht worden, tot het moment komt dat het 'redden' van het klimaat een winstgevende activiteit kan worden. En ondertussen hebben degenen die al lijden onder de klimaatsverandering maar niet welvarend genoeg zijn om een winstgevende markt te vormen pech gehad. En dan, als het moment komt dat het redden van wat er nog is overgebleven van het klimaat is gekomen, zal de markt het klimaat voor ons redden door middel van belastingen en het ontmantelen van de sociale voorzieningen. En degenen die niet de middelen hebben om hier om mee om te kunnen gaan zullen de dupe zijn.

Het Stern rapport is zeer duidelijk wat dit betreft. Om zoveel mogelijk van het huidige klimaat te redden is het nodig dat de verandering in temperatuur in vergelijking met 1780 niet meer dan 2 graden Celsius bedraagt. Concreet betekent dit dat de uitstoot een piek moet bereiken in de komende tien jaar en daarna elk jaar met 5% procent zou moeten afnemen. Stern schat dat de kosten hiervan jaarlijks 1200 miljard dollar zullen zijn en beschouwt deze prijs als te hoog. Stern stelt een andere oplossing voor; een piek over twintig jaar en daarna elk jaar een afname van 1 tot 3% procent. Dit betekent 50% > procent meer kans dat het klimaat met meer dan 2 graden Celsius zal veranderen maar het kost drie keer zo weinig. Dit laat de kapitalistische logica die het klimaat moet 'redden' duidelijk zien. In 2080 zullen 200 miljoen mensen moeten vluchten voor de gestegen zeespiegel en de hoeveelheid mensen die te kampen met een tekort aan water zal met 3 miljard toegenomen zijn. 1200 Miljard dollar per jaar zou volstaan om deze rampen te vermijden. Maar voor het kapitalisme is deze prijs te hoog. Ter herinnering; behalve dat de inkomsten uit olie veel hoger zijn dan dit slokt het militaire budget elkaar 1037 miljard dollar op.

Als er anderhalve eeuw lang onderzoek was gedaan naar het omzetten van zonne-energie hadden we nu kunnen leven in een wereld waar privé-bezit van energie net zo ondenkbaar is als het bezit van de lucht die we ademen. Waarschijnlijk zou deze samenleving veel meer gelijkwaardigheid en vrede kennen dan die waarin we nu leven. Het is het kapitalisme dat ons een een andere weg deed inslaan. Om steeds maar meer winst te kunnen vergaren ontwikkelde het een energie-systeem gebaseerd op fossiele brandstoffen en uitbuiting van menselijk werk. Dankzij het kapitalisme bevinden we ons nu wereldwijd in een ecologische doodeind. Er is is maar één mogelijkheid om zonder een bloedbad of ecologische ramp uit deze doodlopende straat te geraken: breken met de logica van de markt en energie opnieuw gemeenschappelijk bezit maken. Daarom moet links zonder voorbehoud deelnemen aan acties voor het behoud van het klimaat.

Naar boven