Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

"Ons leven is méér waard dan hun winst!" - Olivier Besancenot, als een rood duiveltje uit een doosje PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op donderdag, 25 april 2002

Olivier Besancenot was tijdens de Franse presidentsverkiezingen de kandidaat van de Ligue Communiste Révolutionnaire, de zusterpartij van de Belgische SAP. Als jonge postbode van 27 jaar, was het de eerste campagne van Olivier. Hij behaalde in één klap 4,32 procent van de Franse stemmen, oftewel bijna 1 miljoen, tweehonderdduizend stemmen.

Besancenot en de LCR voerden campagne voor een antikapitalistisch alternatief. De campagne stond in het teken van de strijd tegen de kapitalistische globalisering. Olivier werd tijdens zijn campagne ontvangen door de stakende arbeiders van Fnac, nieuwe generaties werkenden die opkomen tegen de flexibele contracten en verslechterde arbeidsomstandigheden. Hij kwam op tegen privatiseringen, voor radicale vormen van democratie, tegen repressie tegen jongeren en voor een vernieuwend socialisme.

Enkele weken voor de verkiezingen bleek uit een peiling dat drie kwart van de stemmers geen verschil meer bespeurde tussen de standpunten van Jospin en die van Chirac. Méér nog, Jospin beklemtoonde zelf dat hij helemaal geen socialistisch beleid verdedigde. Uit cijfers is gebleken dat de sociale ongelijkheid onder de centrum linkse regering enkel maar toenam en dat er tegenwoordig drie miljoen werkende armen zijn in Frankrijk. De regering Jospin voerde braaf de neoliberale Europese politiek uit, organiseerde de uitwijzingen en verleende steun aan de "oorlog tegen het terrorisme". Hoewel de verwachtingen jegens zijn regeringsploeg van sociaal-democraten, groenen en communisten (PCF) hooggespannen waren, bleek het beleid van Jospin een zoveelste variante van de neoliberale afbraakpolitiek. Dit beleid leidde op 21 april tot een dramatische overwinning van rechts en een afstraffing van de regeringspartijen.

Zijn de radicaal linkse kandidaten verantwoordelijk voor de nederlaag van Jospin, zoals vandaag hier en daar wordt beweerd? De enige verantwoordelijken voor de afgang van de regeringspartijen, zijn die partijen zelf. Hun beleid leidde tot een massale ontevredenheid en zorgde reeds sinds enkele jaren voor een stijging van de aanhang van antikapitalistisch links. Het beleid van Jospin viel niet te verdedigen en zijn standpunten waren nog nauwelijks te onderscheiden van die van Chirac. Dit alles is allerminst de schuld van LO of LCR. Integendeel, ze hebben een links antwoord kunnen geven aan een deel van de ontevreden linkse kiezers en behalen vandaag samen méér dan 10%. Het feit dat een premier in functie slechts 15% van de kiezers achter zich krijgt, kan niet de schuld van anderen zijn. Bovendien zou steun aan Jospin vanuit radicaal links, in naam van de eenheid, de Franse linkerzijde enkel maar in een diepere impasse hebben gebracht. Het klopt dat de Franse linkerzijde nu een moeilijke periode tegemoet gaat. Maar het zal tenminste een periode zijn van debat, herbronning en eventuele herschikkingen. Bovendien kan radicaal links, indien ze de juiste keuzes maakt, uitgroeien tot een grote politieke factor bij onze Zuiderburen en kunnen er terug antikapitalistische perspectieven geopend worden.

Sinds de helft van de jaren 90 tekende er zich een radicalisering af in de Franse samenleving, met de enorme stakingsbeweging van 96, de groei van nieuwe sociale bewegingen en vakbonden als SUD, de Europese Marsen tegen de werkloosheid en Attac. De andersglobaliseringsbeweging nam er grote vormen aan, ondermeer rond de figuur van José Bové. Dat deze radicalisering en het groeiende verzet ook een politieke uitdrukking kreeg werd duidelijk toen de LCR samen met LO deelnam aan de Europese verkiezingen van 1999. Samen behaalden ze toen, op basis van een klaar en duidelijk antikapitalistisch programma, zes verkozenen, onderwie Alain Krivine en Roselyne Vachetta van de LCR en Arlette Laguiller van LO.

Ook de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar bevestigden deze trend. Zowel LO als LCR wisten erin te slagen op heel wat plaatsen in het land door te breken, met vaak scores tot boven de 10 procent. Helaas weigerde LO verder nog eenheidscampagnes te ontwikkelen met de LCR. De partij had met Arlette Laguiller immers een belangrijke troef in handen voor de presidentsverkiezingen, en dacht alleen haar definitieve doorbraak te kunnen forceren. Het voorstel tot een gemeenschappelijke campagne LO-LCR rond de figuur van Laguiller werd afgewezen, waarop de LCR dan maar besloot met een eigen kandidaat naar de kiezer te stappen. Dat werd Olivier Besancenot, die met zijn 27 jaar zomaar even 35 jaar jonger is dan Arlette. Olivier zweefde aanvankelijk in de peilingen rond de één procent. Tijdens de twee laatste weken kwam zijn campagne in een hogere versnelling terecht. Toen tijdens de laatste week alle kandidaten evenveel zendtijd kregen op de televisie, maakte hij na enkele gesmaakte, scherpe interventies de sprong voorwaarts. Het resultaat van Laguiller is al bij al een tegenvaller. Lange tijd werd ze door de opiniepeilers genoemd als derde kandidaat. Ze kreeg scores tot hoger dan 10 procent toebedeeld. Uiteindelijk gaat ze slechts zeer licht vooruit ten opzichte van 1995 (van 5,3 naar 5,75). Besancenot hijst zich in een klap tot bijna op hetzelfde niveau. In een aantal steden, zoals bijvoorbeeld Toulouse, steekt Besancenot Arlette zelfs voorbij. Ook in een aantal disctricten van Parijs en Lyon wipt Olivier over Arlette.

Die sterke scorekwam echter toch als een grote verrassing. Olivier Besancenot is nu zonder twijfel de sterkste stijger tijdens deze verkiezingen. Hij wordt op slag een politieke personaliteit in Frankrijk en Europa en hij heeft nog jaren de tijd om een actieve rol te spelen in de Europese radicale linkerzijde.

De LCR, Franse afdeling van de Vierde Internationale, speelde nu reeds een zeer actieve rol in de pogingen tot de vorming van de een Europese, democratische en antikapitalistische linkerzijde. Na deze 'straffe stoot' zal de partij enkel maar aan belang en invloed winnen. De doorbraak van de LCR tijdens deze presidentsverkiezingen zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de radicale linkerzijde in de rest van Europa.

Olivier Besancenot lanceerde nog geen expliciete stemoproep voor de tweede ronde. Wel stelde hij dat er een 'derde sociale ronde' moet komen, een mobilisatiedag van straatacties gericht tegen extreem-rechts en de rechtse politiek van Chirac die het bedje spreidt voor extreem-rechts. Fundamenteel kan de strijd tegen extreem-rechts enkel maar gewonnen worden door een aanhoudende mobilisatie op straat tegen de neoliberale afbraakpolitiek. Via deze site blijven we jullie informeren over de situatie in Frankrijk.

Naar boven