Over CAP en UAG PDF Print Email
Geschreven door Jan Verbruggen op vrijdag, 09 februari 2007

Twee politieke initiatieven ontstonden na de strijd tegen het generatiepact. Rond Jef Sleeckx, Georges Debunne en Lode Van Outrive ontstond in Vlaanderen het Comité voor een Andere Politiek (CAP). In Wallonië verenigde een groep mensen zich onder de noemer ‘Une Autre Gauche (UAG). Beide initiatieven wilden een politiek verlengstek opbouwen voor de syndicalisten van het ABVV die in botsing waren gekomen met de sp.a en de PS, en voor alle strijdbewegingen die zich verzetten tegen de neoliberale politiek.  

Het was dan ook evident dat beide initiatieven mekaar vonden, en de handen in mekaar sloegen om samen te werken. Die samenwerking zou echter een kalvarietocht blijken. Kernprobleem: al snel zou de MAS, Franstalige tegenhanger van de LSP, breken met UAG. Uren en uren discussie konden de conflicten niet oplossen. Allerlei onzin werd al de wereld ingestuurd hierover. 

Zeker is dat er een discussie heerste over de nationale kwestie in België. Deze verklaart echter niet alles. Binnen UAG was een groot aantal mensen ervan overtuigd dat er absoluut samengewerkt moest worden met CAP, maar met respect voor de verschillende politieke realiteiten in het noorden en zuiden van België, en voor de verschillende mogelijkheden, ritmes, ontstaansgeschiedenissen van CAP en UAG. Ook binnen CAP werd een dergelijke opvatting voorgestaan door onder andere de SAP. Een meerderheid binnen CAP (vooral de LSP/MAS en de groep rond Raf Verbeke) stond echter op een principieel unitair-Belgisch standpunt. De SAP steunde eerder het confederale model, maar pleitte vooral voor een pragmatische aanpak van convergentie van de reële initiatieven in plaats van een ideologische politiek waarbij van bovenaf de abstracte eenheid wordt gedeclameerd (vaak met de nodige demagogie over de ‘eenheid van de arbeidersklasse’ erbij).

In de aanloop naar 28 oktober werd beslist voorlopig niet te beslissen over de vraag of de beweging zich unitair-Belgisch of eerder confederaal moest gaan structureren. Na 28 oktober zou een campagneteam samengesteld worden, dat de verkiezingen zou voorbereiden, en dat een voorlopig samenwerkingsverband was. Tegen dan waren de gemoederen echter al zo verhit dat binnen UAG geen meerderheid meer bestond om nog met CAP binnen het campagneteam samen te werken. Dit had niet zozeer te maken met een conflict tussen UAG en CAP als zodanig, dan wel met het feit dat de LSP/MAS eenzijdig, zonder enige discussie binnen CAP, begonnen was met het opzetten van Franstalige CAPs, tegen UAG in (zie verder).  

De MAS was immers eerder al uit UAG weggetrokken. Grosso modo werden daar drie redenen voor gegeven. Volgens ons worden die absoluut te licht bevonden om de beslissing en de zware woorden die daarmee gepaard gaan, te legitimeren. 

Het eerste motief bestond erin dat UAG intern ondemocratisch zou functioneren. Ze hadden het hier vooral op een tweetal aanbevelingen gemunt die UAG had voorgesteld voor haar interne functioneren. De eerste houdt in dat bestaande organisaties die UAG zouden vervoegen, hun standpunt (indien ze dat op voorhand intern hadden bediscussieerd) via één persoon kenbaar zouden maken, zodat niet tien keer dezelfde mening zou worden uiteengezet en de vergaderingen dus efficiënter zouden verlopen. Dat betekende geenszins dat verschillende mensen van dezelfde organisatie niet zouden mogen tussenkomen om te nuanceren, aan te vullen, of van die mening af te wijken. De tweede aanbeveling bestond erin dat gepoogd zou worden om binnen het voorlopige secretariaat van UAG ruimte te laten voor onafhankelijke individuen, zodat vermeden zou worden dat zij binnen een spel van krachtsverhoudingen tussen bestaande organisaties er voor koude pap zouden bij zitten (zoals in CAP voor een stuk het geval is). Daarover ging het dus: twee ‘aanbevelingen’, waarover zeker gediscussieerd kan worden, maar zeker en vast oprecht democratische bedoelingen hadden. De MAS aanvaardde deze niet, omdat zij er blijkbaar een logica van krachtsverhoudingen op nahoudt die ze daarenboven erg kwantitatief invult. Die logica stoot echter meer mensen af dan ze er aantrekt.

Een tweede reden die de MAS/LSP opgaf om zich terug te trekken uit UAG is dat UAG een te links, antikapitalistisch profiel heeft, en enkel de radicale linkerzijde bijeen zou willen brengen, terwijl CAP zich op de brede lagen zou richten die een alternatief willen voor het neoliberalisme. Uiteraard is het zo dat met een figuur als Jef Sleeckx de aandacht en de mogelijkheden voor CAP veel groter zijn dan voor UAG. Nochtans is het de bedoeling van UAG een dynamiek op gang te brengen die in de eerste plaats breekt met het neoliberalisme. Daarmee heeft ze een reëel gehoor in de arbeidersbeweging: vertegenwoordigers van UAG werden bijvoorbeeld uitgenodigd om te spreken tijdens druk bijgewoonde vakbondsvormingen van de CNE. Daarenboven ijverde de LSP tijdens de voorbereidende vergaderingen naar de conferentie van 3 februari van CAP expliciet voor een amendement in het programma dat zou verwijzen naar het socialisme. Het ideologische profiel ligt dan ook niet uiteen. Evenmin klopt het dat CAP een ‘oriëntatie op brede lagen’ heeft, en UAG niet. Zeker, UAG werkt ook op andere terreinen die CAP tot nu toe naast zich liet liggen (en dat maakt UAG precies interessant): UAG houdt zich niet alleen bezig met de strijd in Volkswagen en de syndicale strijd in het algemeen, maar ook met die voor de democratische rechten en vrijheden (b.v. de campagne tegen de terrorismewetten door de Clea), of met de kwestie van vrouwenrechten bij religieuze minderheden (op drie februari organiseerde UAG samen met de organisatie ‘Femmes Musulmanes de Belgique’ hierover een conferentie).

Een derde reden die de MAS opgaf om te breken met UAG, was dat UAG veel voorzichtiger is met verkiezingsdeelname. Voor LSP/MAS is het duidelijk: er wordt meegedaan met verkiezingen, of we nu met veel zijn of met weinig, of er geld is of niet, of het geloofwaardig is of niet (de LSP heeft er geen problemen mee navenante scores te behalen van meestal onder het half procent). In UAG daarentegen wordt daarover politiek gediscussieerd: hoe deelnemen, onder welke voorwaarden, welke zijn de mogelijkheden? Voor de LSP/MAS hoeft daarover niet gediscussieerd te worden; peptalk over de kansen die voor het grijpen liggen, volstaat. UAG zal dus zeker niet overal opkomen met de verkiezingen, maar er bestaat een reële kans dat dit wel zal gebeuren in Henegouwen. Daar is een dynamiek aan de gang tussen de verschillende afdelingen van UAG, waarin ook verschillende lokale verkozenen actief zijn (van de PC, de LCR (ex-POS) en lokale lijsten (b.v. in Ath)).

Volgens de SAP is die aanpak in Henegouwen de vruchtbaarste: op zoek gaan naar reële convergentie tussen de interessante krachten om samen een initiatief te nemen met een minimale geloofwaardigheid. Enkel op die basis zullen ‘bredere lagen’ kunnen worden bereikt.

Na 28 oktober lanceerde de MAS op eigen houtje, zonder enige discussie binnen CAP, Comités pour une Autre Politique in Franstalig België. Als hun terugtrekking uit UAG al een tactische blunder was die het hen onmogelijk maakte binnen UAG te discussiëren ten voordele van hun unitair-Belgische standpunt, dan was de oprichting van die Waalse CAPs een echte misser van formaat. Dat betekent immers niet meer of minder dan dat CAP zijn eigen partner UAG concurrentie aandoet. Terwijl de eenheid wordt bepleit met de Pvda, gaat de MAS in Wallonië de verdeeldheid nog eens verdiepen. Nu gaat de CAP in Wallonië kost wat kost deelnemen aan de verkiezingen, met als basis één politieke stroming, aangevuld met individuen als Gustave Dache, die in zijn leven meer heeft gedaan om de linkerzijde te verdelen, dan om ze op te bouwen. We kunnen vandaag enkel vaststellen dat de reële krachten die in Vlaanderen samenwerken binnen de CAP, dat niet doen in Wallonië onder dezelfde vlag. Net zoals de SAP voorstander is voor eenheid met de PvdA, is ze er voorstander van dat de reële krachten die zich tegen het neoliberalisme keren, hun samenwerking zouden versterken. De kleinste club kan een discours houden dat gericht is op de ‘brede lagen’. Of dat ook geloofwaardig is, hangt ook van andere factoren af.

De wijze waarop het voldongen feit van de Waalse CAPs werd doorgeduwd binnen CAP, zegt ook iets over CAP, waar nauwelijks een echt democratisch debat wordt gevoerd, maar onmiddellijk met grote woorden wordt gezwaaid (‘iedereen heeft het recht zich als CAP te organiseren’) en de reële politieke inzet van de eenheid van de antineoliberale linkerzijde uit het oog wordt verloren.

UAG weigerde elke verdere samenwerking met CAP zolang tussen de Waalse CAPs en UAG de concurrentie wordt georganiseerd. Vandaar de afwezigheid van UAG op drie februari. Het typeert CAP dat er op drie februari nauwelijks informatie werd gegeven aan de leden over de ware toedracht hiervan, noch dat er hierover een debat wordt georganiseerd.

Voor de SAP is en blijft de inzet duidelijk: het gaat erom, alle antineoliberale krachten op een pragmatische wijze te bundelen in één beweging die op geloofwaardige wijze een alternatief kan bieden voor die lagen die genoeg hebben van de neoliberale politiek. Met pietluttige lijstjes zoals die er in Wallonië met de CAP zitten aan te komen, zullen de desillusies snel volgen.

Naar boven