Het moderne individu in de socialistische beweging PDF Print Email
Geschreven door Jan Verbruggen op zondag, 31 december 2006
Zopas verscheen in Frankrijk een boek met een discussie tussen een marxist van de Ligue Communiste Révolutionnaire (Antoine Artous) en een niet-marxistische socioloog (Philippe Corcuff) over het begrip ‘individu’, gevolgd door een interview over het ‘individualisme’ met de jonge LCR-verkiezingskandidaat Olivier Besancenot.

‘Individu’, ‘individualisme’, ‘individuele ontwikkeling’, ‘persoonlijke creativiteit’, ‘intimiteit’, enz.: deze uitdrukkingen komen we tegenwoordig veelvuldig tegen. Verwijzen zij enkel naar ‘illusies’ die door de warenmaatschappij geproduceerd worden? Naar een ‘manipulatie’ door het kapitalistisch systeem? Niet helemaal, zeggen de auteurs van dit dialoogboek. Uiteraard heeft het kapitalisme in de loop van de geschiedenis - en zij doet dit nog steeds - de individualisering van de maatschappij bevordert (in de vorm van een ‘nieuwe kapitalistische geest’, dat de mobiliteit, de autonomie en de flexibiliteit aanmoedigt, om te antwoorden op de moeilijkheden waarmee zij geconfronteerd wordt, en om nieuwe wegen te vinden om winst te maken). Maar een andere sociale logica, in wisselwerking met de dynamiek van het kapitalisme, heeft het hedendaagse individualisme gevoed: de versterking van een persoonlijke innerlijkheid, het beeld van het burgerschap dat gepaard gaat met het democratische individualisme, de veranderingen in de verhouding tussen publieke ruimte en privésfeer, de vrouwenemancipatie, het opduiken van kinderrechten, de omvorming van de gezinsstructuur en de veranderde seksualiteitsbeleving. We hebben te maken met individuen die steeds meer geïndividualiseerd worden, merkte de socioloog Norbert Elias reeds op. Maar was het sedert Marx geen kenmerk van het antikapitalisme om, in tegenstelling tot de utopische dromerijen, te vertrekken vanuit de ‘reële individuen’ en niet vanuit ‘ingebeelde individuen’, zoals men zou willen dat zij zouden zijn?

Maar de linkerzijde in het algemeen en radicaallinks in het bijzonder hebben deze problemen pas zeer laat ontdekt. De arbeidersbeweging werd bijgevolg lange tijd overheerst door een ‘collectivistisch’ vertoog, dat zich nauwelijks iets aantrok van de individualiteit. Welnu, het neoliberalisme kent sterke individualiserende tendensen: privatisering van de openbare sector, ontmanteling van de sociale zekerheid, flexibilisering van de arbeid, individualisering van het loon, enz. In de strijd hiertegen opteren het syndicalisme, de nieuwe sociale bewegingen en het andersglobalistische spectrum nog steeds voor de prioritaire verdediging van het collectief, en vergeten daarbij het individuele veld. Maar moet men de individualiteit overlaten aan het neoliberalisme en het kapitalisme? De auteurs van dit boek antwoorden daarop volmondig met ‘neen’. Welnu, een radicale kritiek van het kapitalisme (die de dingen ‘bij de wortel’ aanpakt, zoals Marx dat noemde) beroept zich op een dikwijls miskende traditie om de ‘kwestie van het individu’ op een frisse manier te benaderen. Men kan aldus bij Marx een kritiek op het kapitalisme lezen dat zich baseert op de creatieve mogelijkheden van het individu die verpletterd dreigt te worden door de arbeidsdeling en de commercialisering van het leven. Men zal ook vele libertaire auteurs kunnen vinden (onder meer Proudhon) die aandacht schonken aan de individuele ontvoogding binnen een collectief kader. Voor een nieuwe radicale linkerzijde in wording is de rol van het individu bijgevolg van doorslaggevend belang.

Antoine Artous, Philippe Corcuff en Olivier Besancenot vertegenwoordigen drie generaties militanten van de LCR. Zij trachten een dialoog aan te knopen met de libertaire beweging. Alle drie zijn ze zich er goed van bewust dat in dit begin van de 21ste eeuw de linkerzijde opnieuw moet uitgevonden worden. In dit ‘heruitvinden’ willen ze vertrekken vanuit ondergesneeuwde sporen uit de socialistische traditie, om hen op een nieuwe manier te definiëren. De kwestie van het individu lijkt hen daarin van cruciaal belang. Alle drie geven ze een bont en uiteenlopend beeld van de LCR en van radicaallinks. Dit boek zal vooral de interesse opwekken van iedereen die nog begaan is met de intellectuele en politieke toekomst van de linkerzijde, een linkerzijde die trouw blijft aan het perspectief van de individuele en collectieve ontvoogding dat voor het eerst ontgonnen werd door Proudhon, Marx, Jaurès, Rosa Luxemburg, Trotsky en vele anderen, waarvan er velen anoniem gebleven zijn.


* Antoine Artous en Philippe Corcuff, ‘Nouveaux défis pour la gauche radicale - Emancipation et individualité’, Editions Le Bord de l’Eau, Latresne, 160 blz, 16 euros.  Dit boek kan besteld worden bij Librairie La Brèche, 27 rue Taine, 75012 Paris, www.la-breche.com.

Naar boven