Het regeerakkoord van Leterme I doorgelicht. Regeerakkoord zet rechts de zeilen bij PDF Print Email
Geschreven door Denis Horman op donderdag, 01 mei 2008
Op 20 maart legde Yves Leterme dan toch nog de eed af als eerste minister en regeringsleider van een ploeg die de steun heeft van christen-democraten, liberalen en de Franstalige socialisten. Over dikke vissen werd niet veel meer vernomen, maar Leterme kon wel een regeerakkoord voorleggen van 44 pagina’s. Tijd dus om die tekst eens tegen het licht te houden. Onze redacteur Denis Horman maakte er werk van en stootte voornamelijk op intenties, te onderzoeken voorstellen en maatregelen die er zeker zullen komen… als de budgettaire marges het toelaten. Tegelijkertijd bevat het akkoord ook een heel aantal concrete maatregelen die, ook volgens de Belgische vakbonden, zullen leiden tot een verder sociale achteruitgang en een stijging van de levenskost. En dat terwijl de Belgische bedrijven tijdens de jongste twee jaar recordwinsten lieten optekenen en het geld voor een sociaal beleid dus voor handen is… Met een beetje politieke wil natuurlijk.

De vijf partijen van de meerderheid die het akkoord ondertekenden (CD&V, Open Vld, MR, CDh en PS) slaakten een zucht van opluchting. Iedereen content! De christen-democrate Joëlle Milquet stelde dat het akkoord “voor 99%” overeenstemt met het programma van haar partij. De liberaal Didier Reynders bleek “voor 90%” tevreden over het bereikte akkoord. De socialist Di Rupo van zijn kant hield het midden en zei dat “95% van zijn eisen” ingewilligd werden. Hij noemde het ook een “centrum-links” akkoord.

De CDh verheugt zich meer bepaald over wat er bereikt werd voor de gezinnen. Volgens de PS is het akkoord een goede zaak voor de solidariteit in dit land en voor de koopkracht van de burgers. De MR legt dan weer de nadruk op de bereikte vermindering van de patronale lasten en de belastingsverlaging voor werkende gezinnen. “Uiteraard hebben we compromissen gesloten”, meende Di Rupo, “maar het is het soort van compromissen waar alle burgers beter van worden”.

“Het sociale luik” van het akkoord

Tijdens de talrijke persconferenties, televisiedebatten, radio-interviews en publieke verklaringen putten de nieuwe regeringspartners zich uit het vinden van positieve punten in de tekst van het regeerakkoord. De PS heeft het zelfs over “het sociale luik” van het akkoord. Waarover gaat het dan?

  • Het behoud van “de grote waarde van het sociaal overleg”. De regering “zal nauw samenwerken met de sociale partners –patronaat en vakbonden- bij het nemen van beslissingen en er wordt ook op hun positieve bijdrage gerekend bij de uitvoering van die beslissingen”. Van bij de eerste bladzijden van het akkoord, wordt de nadruk gelegd op de te verwachten economische groei en de “versterking van een gunstig bedrijfsklimaat, zodat die bedrijven kunnen zorgen voor meer welvaart”.
  • Het sociaal overleg zal ondermeer draaien rond “de verhoging van de minimumlonen en de middelen om dat te realiseren”. Die discussie zal zich afspelen in het kader van de onderhandeling over een nieuw interprofessioneel akkoord (2009-2010). Bovendien moet een dynamisch en pro-actief beleid –met de sociale partners en de deelstaatregeringen- ervoor zorgen dat de economische groei leidt tot méér dan 200.000 nieuwe jobs over een periode van één legislatuur. Over welk type van jobs of contracten het gaat, daarover geen woord.
  • De regering zet de onderhandelingen over de pensioenen verder, onder andere in het kader van een Nationale Conferentie voor “de hervorming en de versterking van het pensioenstelsel”. Het akkoord voorziet in een verhoging van de laagste pensioenen (zonder er een cijfer op te plakken ), alsook in extra middelen om hun welvaartvastheid te verhogen (opnieuw zonder enig cijfer). Het bevestigt bovendien de beslissing die genomen werd tijdens het begrotingsconclaaf van 2008, om een aantal pensioenen met 2% te verhogen. De groeinorm van 4,5% voor het systeem van de gezondheidszorg blijft eveneens behouden.
  • “De regering zal voorstellen om een ambitieus plan uit te werken om de armoede te bestrijden en de koopkracht te verhogen”, opnieuw zonder enige precisering. Er zal wel een “prijzenobservatorium” worden geïnstalleerd dat belast wordt met onderzoek naar de evolutie van de prijzen, inclusief de energieprijzen. “En indien nodig, zal de regering de noodzakelijke maatregelen nemen”. Maar geen enkele concrete prijscorrectie wordt in het vooruitzicht gesteld. Voor wat betreft de kinderbijslag “zal de regering het systeem aanpassen om te komen tot een dertiende maand die uitbetaald zou worden in de maand augustus en extra middelen voorzien om de kinderbijslag welvaartvast te maken”. Er zullen ook fiscale maatregelen genomen worden die ervoor moeten zorgen dat werkende mensen netto meer zouden overhouden aan hun loon. Het akkoord spreekt ook over het optrekken van de grens van het onbelastbaar inkomen.
  • Een nieuwigheid voor mensen zonder papieren : “De regering zal via een omzendbrief de regularisatiecriteria in verband met de ‘uitzonderlijke omstandigheden’ (lange procedure, ziekte of een dringend humanitair motief) prcies definiëren”. Een stap vooruit. Maar er wordt met geen woord gerept over een nieuwe collectieve regularisatie voor asielzoekers. “De regering opteert voor een beleid van regularisatie op individuele basis”. Er zal eerst een onderzoek gevoerd worden rond de eventuele oprichting van “een onafhankelijke commissie met autonome bevoegdheid om te beslissen over asielaanvragen op basis van precieze criteria”. In afwachting van die studie blijft het de minister van Binnenlandse Zaken die zelf beslist op basis van een aantal criteria, waaronder “het bewijs leveren van een integratiewil”. Over subjectieve criteria gesproken…
  • In het hoofdstuk over het “milieubeleid” lezen we dat er “tijdens de onderhandelingen over de nieuwe beheersovereenkomst met de NMBS een centrale plaats moet gegeven worden aan de aanpassing van de voorwaarden om gratis te reizen en aan de veiligheid van de reizigers en het personeel op de treinen”. En “in overleg met de sociale partners zal de regering de mogelijkheid van een veralgemeende terugbetaling van het openbaar vervoer door de werkgever, daarbij geholpen door en tussenkomst van de overheid, onderzoeken” Het akkoord vermeldt erbij dat dit dan gepaard zal moeten gaan met een “flexibiliteit van de werkuren”. Op het vlak van ecologie stelt de regering een “wereldtop voor het milieu in 2010 in Brussel” voor. Waarop wacht men eigenlijk om hele reeks concrete maatregelen op te nemen in een akkoord voor een onmiddellijke en drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen? Het ontbreekt nochtans niet aan wetenschappelijke studies die voor dergelijke dringende maatregelen pleiten, maatregelen die hoe dan ook tegen de belangen van de grote olie- en energiemultinationals zullen ingaan. Er komt een lichte belasting op de megawinsten van Electrabel (zoals voorzien in het begrotingsakkoord 2008). Electrabel, dat in 2007 erin geslaagd is om via de notionele intrestaftrek voor een bedrag van 30,2 miljoen euro belastingen te “ontwijken”.

Volgens de eerste schattingen zal het geheel van deze regeringsmaatregelen (beslissingen en voorstellen samen) ongeveer 13 miljard euro bedragen. Waar gaat men dat geld vinden? Daarover heerst de grootste onduidelijkheid! “Ik sta redelijk perplex”, bekent Vincent Bodart, professor aan de economiefaculteit van de UCL. “Vanuit een budgettaire voorzichtigheid, becijfert de regering helemaal niets en laat ze de middelen die men vrij wil maken voor al die plannen blijkbaar volledig afhangen van de economische conjunctuur. Daarom rijst de vraag of die plannen ook ooit echt verwezenlijkt zullen worden en kan je je afvragen of de bevolking dit wel geloofwaardig vindt.” De vraag stellen, is ze beantwoorden…

Flexi-precariteit

De vakbonden, op de eerste plaats het ABVV, hielden de 44 pagina’s van het regeerakkoord tegen het licht en ontdekten tal van maatregelen en voorstellen die tot sociale achteruitgang zullen leiden. Terwijl de bedrijven (en hun aandeelhouders) opnieuw op cadeaus mogen rekenen. Heel wat commentatoren in de pers wezen erop dat nogal wat maatregelen uit het akkoord geïnspireerd waren op het concept “flexicurity”, een neologisme dat flexibiliteit en veiligheid combineert. “Het zou nochtans juister zijn om te spreken over flexi-precariteit”, zo stelt Anne Demelenne, algemeen secretaris van het ABVV.

  • In het akkoord lezen we: « Een ambitieus plan om de armoede te verminderen en de koopkracht te verhogen, moet zich in eerste instantie richten tot de meest kwetsbare laag van onze samenleving”. In plaats van de strijd aan te binden met de armoede die 1,5 miljoen Belgen treft, wil dit akkoord nochtans de procedure voor de activering van werklozen uitbreiden tot boven de 50 jaar. Bovendien wil de regering, in overleg met de sociale partners, “voorstellen om de werkloosheidsuitkeringen vlugger te laten zakken in de tijd, zonder de minima per categorie in vraag te stellen”. De tekst geeft ook een reden op voor deze sociale achteruitgang: “Het systeem van sociale uitkeringen zet te weinig aan om actief op zoek te gaan naar een job”. Onwetendheid of cynisme? In Wallonië zijn er voor elke job dertig werkzoekenden! “Men bindt de strijd aan met de werklozen, eerder dan met de werkloosheid”, zo stelt Anne Demelenne vast. “Tijdens een eerste periode wordt de uitkering verhoogd, om ze daarna evenredig te laten zakken. Eigenlijk duwen ze de mensen tot onder de armoedegrens, van de dop naar het OCMW zeg maar. Dat kunnen we niet toestaan!”, zo formuleert Claude Rolin het, algemeen secretaris van het ACV.
  • Er worden extra middelen voorzien om de pensioenen welvaartvast te maken. De tekst vermeldt echter niet de noodzaak om ook de werkloosheidsuitkeringen, invaliditeitsuitkeringen of uitkeringen voor beroepsziektes of arbeidsongevallen welvaartvast te maken. De regering noemt geen enkel cijfer om de 1ste pijler van het pensioenstelsel te versterken (het huidige pensioenstelsel dat de intergenerationele solidariteit organiseert via het repartitiestelsel). Ze verkiest liever om “de ontwikkeling van de derde pijler te stimuleren en beter te omkaderen (de private pensioenfondsen)”.
  • De regering stelt een “ambitieus plan voor de verhoging van de koopkracht” voor. Mogen we ons dan verwachten aan een reële verhoging van de lonen? Ho maar! Onder geen beding mag onze “loonkost hoger worden dan die van onze belangrijkste handelspartners”. Dit regeerakkoord vertrekt ook helemaal vanuit de wet op de competitiviteit en de loonnorm. Laten we toch even in herinnering brengen dat al die vergelijkingen met onze handelspartners en buurlanden enkel en alleen gebeuren op basis van nominale loonschalen zonder rekening te houden met de productiviteit (de productie die tegenover een uur arbeid staat), die in België tot de hoogste van Europa behoort. De vakbonden mogen volgens dit akkoord ook op geen enkele manier de vermindering van de patronale bijdragen aanwenden om hun eigen onderhandelingsruimte te vergroten. Met andere woorden: de belastingsverlaging voor de bedrijven, de vermindering van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid (zo’n vijf miljard euro per jaar!!!), de notionele intrestaftrek... al die cadeaus houden geen enkele verplichting in voor de bedrijven om jobs te creëren of investeringen te doen. Ondertussen strijken de aandeelhouders de winsten op en blijft loonopslag uit den boze omdat het onze heilige concurrentiepositie zou aantasten.
  • Het regeerakkoord streeft ook een “betere verzoening tussen het gezinsleven en het beroepsleven” na. Een algemene arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen zou de meest efficiënte manier zijn om deze doelstelling te verwezenlijken. De hoge productiviteit van de Belgische werknemers aan de één kant en de toenemende stress aan de andere kant, tonen aan dat deze eis meer dan ooit aan de orde is. Het is een eis die het mogelijk maakt om het werk te herverdelen en jongeren aan te werven. Het is nochtans niet de keuze van Leterme I. De regering is gaan spieken in Nederland en komt zo uit bij het systeem van de “loopbaanteller”. Het gaat om een systeem waarbij werkende mensen hun overuren en andere voordelen in een teller kunnen inbrengen om ze dan achteraf te kunnen inwisselen voor verlofdagen of vervroegde pensioendagen. Anne Demellenne catalogeert dergelijke maatregelen met recht en rede onder de noemer “Flexi-precariteit”: “Het draait de werknemers een rad voor de ogen. Men stelt dit voor als een sociaal voordeel, maar in feite zal de werknemer zelf zijn eigen vakantiedagen, of zelfs zijn eigen pensioen financieren. Anderzijds zal die werknemer ook individueel zijn arbeidstijd beheren, terwijl die regels vandaag collectief worden vastgelegd. Dat leidt hoe dan ook tot solidariteit met de directie tijdens de onderhandelingen.” Het akkoord heeft het trouwens ook over “de versoepeling van de 38-urenweek voor een te bepalen periode.” Typische manier om de arbeidsflexibiliteit op te drijven in functie van de bestellingen...
  • De flexi-precariteit geldt trouwens net zo goed voor de openbare diensten ! Het akkoord stelt dat « statutaire jobs de regel blijven » maar dat het bij « uitzonderlijke gelegenheden mogelijk blijft om naar interimcontracten te grijpen ». Onze openbare bedrijven worden ook « diensten van algemeen economisch belang » die onderworpen worden aan de regels van de concurrentie en de facto klaar staan om geprivatiseerd te worden. In die zin « zal de regering erover waken dat de derde richtlijn over de post correct zal toegepast worden voor het einde van 2008 om zo de voorwaarden te creëren voor een eerlijke concurrentie tussen de verschillende operatoren… ». Ze stelt voor om « ervoor te zorgen dat de Europese Unie meer performantie, competitiviteit en duurzaamheid » krijgt. Moeten we er ons dan nog over verbazen dat de vijf partijen die het regeerakkoord ondertekenen, ook allemaal het vedrag van Lissabon onderschrijven, de « nieuwe » Europese grondwet die opnieuw bepaalt dat de vrije en onvervalste concurrentie het fundamenten van de Europese constructie blijft, waaraan al het andere onderworpen moet worden. Jammer genoeg verdedigen ook de groenen dit akkoord en blijken onze vakbonden niet bereid om er zich voor te werpen. Die bonden stellen dat ze de strijd zullen aanvatten, telkens er een sociale verworvenheid op het spel staat.

Haal het geld waar het zit !

PS-voorzitter Elio Di Rupo stelt dat « alle voorstellen becijferd werden door experten. Wij hebben dus het globale evenwicht van het akkoord kunnen bepalen en zullen al die maatregelen nu uitvoeren al naargelang de bugettaire marges het toelaten. ». Leterme van zijn kant verwoordt het een beetje anders : « Wij willen geen beloftes de wereld in sturen die we niet kunnen houden. »

Met andere woorden, we hoeven ons helemaal niet te verwachten aan een significante verhoging van het gewaarborgde minimumloon en nog minder aan sectorale loonsverhogingen of aan het optrekken van de sociale minima. Nochtans zijn de middelen wél voor handen om de lonen op te trekken en op een faire manier te voldoen aan de verwachtingen van de bevolking. Het geld is er. De globale welvaart in dit land vertoont een constante groei. De productie van goederen en diensten, die geraliseerd wordt door de werkende mensen –moeten we het nog eens herhalen ?- en die uitgedrukt wordt in het Bruto Binnenlands Product (BBP) stijgt onophoudelijk. Tijdens het jaar 2007 nam het BBP bijvoorbeeld toe met 2,7%.

Tijdens de jongste jaren kende we een echte boom van de bedrijfwinsten, vooral bij de multinationals. Arcelor-Mittal heeft voor het jaar 2007 een winst van 7,5 miljard euro bekend gemaakt, een stijging van 30% op één jaar tijd. De groep Suez, moederhuis van Electrabel (de melkkoe van de groep !) heeft tijdens datzelfde jaar 3,9 miljard euro winst laten optekenen (plus 8,8%). Brouwerij Inbev, met hoofdzetel in Leuven, boekte in dat jaar 2,19 miljard euro winst, tegen 1,4 miljard in 2006. Solvay breekt zijn absoluut record met 828 miljoen euro nettowinst. Distrigaz kan tekenen voor een nettowinst van 294,1 miljoen euro (een stijging van 12,5 procent). En zelfs de half-geprivatiseerde Post, die overal te lande kantoren aan het sluiten is, ziet zijn winst explosief toenemen : bijna 234 miljoen euro in 2007. Zo zouden we nog een tijdje kunnen doorgaan.

Eén cijfer vat de sterke stijging van de winsten, na belastingsaftrek, bijzonder goed samen : het netto-resultaat van de Belgische bedrijven is in 2006 gestegen met 14% en sinds 2002 gestegen met 250%! De twintig belangrijkste Belgische beursgenoteerde bedrijven hebben in 2006 23 miljard euro winst gemaakt (een verhoging van 38% ten opzichte van 2005). Zoals we al stelden, zijn het vooral de aandeelhouders die daar de vruchten van plukken : ongeveer 50% van deze winsten werden uitgekeerd aan de aandeelhouders en dat terwijl de bijdragen van deze bedrijven aan de belastingen en de sociale zekerheid altijd maar verminderen.

Het financiële vermogen van de Belgen (roerende goederen) bedraagt vandaag 300% van het BBP (het gaat om ongeveer 30 000 miljard oude Belgische franken). Per hoofd van de bevolking staat België daarmee op nummer 1 in het Europa van de 27. En wat meer is : dit vermogen neemt altijd maar toe : in 1995 ging het om 500 miljard euro, in 2005 zaten we al aan 751 miljard euro, wat overeenstemt met 75000 euro per persoon. Maar uiteraard is dat financiële vermogen niet gelijk verdeeld onder de bevolking maar bevindt het zich in hoofdzaak in de handen van een klein aantal families : 10% van de Belgen bezit meer dan 50% van dit vermogen en 1,6% van de bevolking heeft een vijfde van het financiële vermogen in handen.

De inkomsten uit die financiële vermogens worden bijna niet belast : 40% van de fiscale inkomsten worden geput uit arbeidsinkomens terwijl nauwelijks 3,06% te maken heeft met inkomsten uit roerend goed. We kunnen niet anders dan ook de fiscale paradijzen nog eens in herinnering te brengen (ook België is er één !!!), waar de financiële vermogens niet of nauwelijks belast worden en fiscaal beschermd worden door het bankgeheim, trusts en stichtingen. Deze fiscale paradijzen beschikken over 13000 miljard dollar in financiële activa en registreren de helft van de wereldhandel van multinationals (via speciaal daartoe gecreëerde filialen en het magnifieke werk van allerhande fiscale adviseurs).

Het leven te duur, ons loon te zuur ! Een direct eisenprogramma!

De prijs van een hele reeks van basisgoederen, zoals voeding of energie, kende een spectaculaire stijging. Al jarenlang stagneren de lonen. De koopkracht daalt dus, en de zieken, de gepensioneerden en de werklozen betalen er een gepeperde rekening voor.

Het is dus dringend nodig om te komen tot een echte prijzenindex, zonder de « gezondheidsindex » en met een automatische aanpassing van de lonen. Het komt erop aan de BTW op basisgoederen te schrappen, vermits het gaat om een belasting die even groot is voor kleine als voor grote inkomens. Laten we dus realistisch zijn ! We hoeven niet het onmogelijke te vragen, maar gewoon een eerlijke verdeling van de welvaart… Ten eerste moet er een verhoging komen van het interprofessionele minumloon tot 1500 euro netto per maand, dat is een minimum om een beetje OK te kunnen leven. Het spreekt voor zich dat deze eis gerechtvaardigd wordt door de hoge productiviteit van de Belgische werknemers enerzijds en de recordwinsten van de Belgische ondernemingen anderzijds. Bovendien moeten de leeflonen, de werkloosheidsuitkeringen en invaliditeitsuiteringen en de pensioenen dringend opgetrokken worden. Eigenlijk zouden deze uitkeringen gewoon mee mogen omhoog gaan met de jaarlijkse stijging van het BBP. Voorts zouden de vakbonden de weg naar de « flexi-precariteit » moeten versperren met allerhande acties en mobiliseren voor een veralgemeende arbeidsduurvermindering (32 uren !), zonder loonsverlies en met evenredige aanwervingen. Een eerlijke verdeling van de welvaart vereist ook een eerlijke fiscaliteit, die twee dingen zou moeten omvatten : enerzijds iedereen gelijk voor de wet wat belastingen betreft (dus ook een belasting op de inkomsten uit vermogens) en anderzijds een progressiviteit in de belastingen (sterke schouders, sterke lasten…).

België is een belastingsparadijs : geen vermogensbelasting, geen belasting op winsten, een belachelijk lage belasting op financiële inkomsten, ontmanteling van de twee hoogste belastingsschalen (55% en 52,5%), wat natuurlijk de meest begoeden het best uitkomt. En als kers op de taart is er dan nog het fiscale bankgeheim en de afwezigheid van een vermogenskadaster. Op zich is het een goede zaak dat de belasting op kleine inkomens verlicht wordt en dat het onbelastbare minimum wordt opgetrokken, maar dergelijke maatregelen moeten dan wel gepaard gaan met hogere belastingen aan het andere uiteinde : de hoge inkomens, de winsten, de dividenden, de vermogens…

Het spreekt voor zich dat dergelijke voorstellen volledig ingaan tegen de belastingshervorming zoals die uitgekiend werd door de minister van Financiën Didier Reynders. Ze vereisen een breuk met de neoliberale uitgangspunten.

Naar boven