Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Make IT fair! PDF Print Email
Geschreven door Jan Verbruggen op donderdag, 07 mei 2009

GSM’s, laptops, MP3-spelers, games… Ze zijn niet meer weg te denken uit ons alledaagse leven.  Maar sta je er wel eens bij stil waar, door wie en onder welke omstandigheden jouw gsm werd geproduceerd? Of wist je dat er in één gsm wel dertig verschillende metalen verwerkt zitten? In de IT-sector heerst er een bikkelharde concurrentie en de big names van de sector nemen het niet erg nauw met de arbeidsrechten van hun werknemers. De campagne ‘Make IT fair’ wil daar iets aan veranderen door druk uit te oefenen op die grote bedrijven.

We kennen allemaal de grote merknamen als het gaat over gsm’s, MP3-spelers of laptops. Dell, Acer, Sony, Ericsson, Nokia… noem maar op. Geen enkele van deze bedrijven maakt faire producten, want achter al die IT-producten gaat een hele resem van sociale en ecologische problemen schuil. Het begint al met de ontginning van al die edelmetalen in mijnen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Het gaat door met de aanmaak van die producten in lamentabele fabrieken veelal in Azië. En eens wij de gsm op zak hebben, eindigt de keten met een afvalberg van jewelste. Wist je dat we in Europa jaarlijks honderd miljoen gsm’s wegwerpen terwijl ze vaak niet ouder zijn dan één of twee jaar? Ofwel omdat ze het alweer te snel hebben laten afweten ofwel omdat we reikhalzend uitkijken naar dat nieuwste modelletje met dat nieuwste snufje…

Van coltan tot goud

Eén gsm kan dus tot 30 verschillende metalen bevatten. Coltan is bijvoorbeeld een erts waaruit je het metaal tantalium kan halen. Dat heb je nodig voor de aanmaak van condensatoren. Kobalt is dan weer een belangrijk onderdeel van oplaadbare batterijen, die je niet enkel in gsm’s maar ook in laptops of digitale camera’s aantreft. Beide metalen komen uit mijnen in Congo en Zambia. Veel van de mijnarbeiders in die landen verdienen minder dan twee euro per dag. Bovendien worden ze vrijgesteld aan ernstige gezondheids- en veiligheidsrisico’s. Alleen al in Congo werken er ongeveer 50.000 kinderen in de mijnen. In Zambia stierven er enkel in 2005 tachtig mensen in de mijnbouw.

Maar verder heb je voor die IT-producten ook metalen als koper, platina, tin, goud etc. nodig. En steeds opnieuw worden die uit mijnen in de derde wereld gehaald. De arbeidsomstandigheden zijn er steevast te slecht. Elf uur werken per dag, zes dagen op zeven voor een dagloon tussen de twee en de vier euro is er de gewoonste zaak van de wereld. De mijnen worden veelal uitgebaat door buitenlandse mijnbedrijven, die dus letterlijk met de natuurlijke rijkdommen aan de haal gaan. De strijd om coltan heeft bijvoorbeeld de oorlog in de Democratische Republiek Congo sterk verhevigd.

De ogen sluiten

Al van bij de ontginning van de grondstoffen loopt het dus grondig mis. Maar tijdens de verwerking ervan wordt het allerminst beter. Die verwerking gebeurt in fabrieken in landen als Thailand, Mexico of China. De helft van het miljard gsm’s dat jaarlijks over de toonbank gaat, werd gemaakt in fabrieken in China. De grote merken besteden trouwens een groot deel van de productie uit aan dergelijke fabrieken. Voor hen een ideale manier om de ogen te sluiten voor de arbeidsrechten van de werknemers. Het gebeurt immers niet binnen hun bedrijf…

En die arbeidsrechten worden nochtans stevig met de voeten getreden. In fabrieken in Azië is 12 uur per dag werken, zes of zelfs zeven dagen op zeven geen uitzondering. Overwerken is er verplicht en vakbonden worden geweerd. En voor die lange werkdagen worden die werknemers twee tot vijf euro per dag betaald. In het industriecentrum in zuidelijk China, waar de meeste electronicabedrijven gevestigd zijn, voerde de overheid een minimumloon in van ietsje meer dan 70 euro per maand, wat ongeveer overeenkomt met 40 eurocentjes per uur. Door die lage lonen worden de arbeiders verplicht om overuren te presteren om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen… Uit onderzoek is bovendien gebleken dat de werknemers in de electronicasector méér blootgesteld worden aan allerhande giftige stoffen dan arbeiders in de chemische industrie.

Wat doe je eraan?

Vandaag kijken de grote merken dus de andere kant op. Ze weigeren de verantwoordelijkheid op te nemen voor de slechte arbeidsomstandigheden in de toeleveringsbedrijven waarmee ze samenwerken. Voor de mijnarbeiders ondermeer in Afrika ziet het er nog slechter uit: ze delven de grondstoffen voor onze IT-producten met gevaar voor eigen leven. De Europese campagne ‘Make IT fair’ wil dat de grote IT-bedrijven voor hun verantwoordelijkheid geplaatst worden en er voor moeten zorgen dat hun producten op een eerlijke en rechtvaardige manier tot stand komen. Vandaag zijn er voor de consumenten eigenlijke geen faire alternatieven voor handen.

De campagne ‘Make IT Fair’ is een initiatief van ondermeer het Zweedse Fair Trade Center en wordt ondersteund door een heleboel organisaties uit Scandinavië, Nederland, Duitsland, Oost-Europa maar ook India, China en Congo. ‘Make IT Fair’ wil druk uitoefenen op de grote IT-bedrijven en bracht ondermeer kaartjes uit die je als consument kan opsturen naar die grote spelers. Er is heel wat verdienstelijk studiewerk voorafgegaan aan de campagne en het is de bedoeling om dat studiewerk ook verder te zetten. De evolutie in de IT-sector wordt op de voet gevolgd. Alle info wordt trouwens gebundeld op de site http://makeitfair.org  en is dankzij het Nederlandse SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) ook beschikbaar in het Nederlands.

Naar boven