Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

[Livio Maitan 1923-2004]: Een leven dat geleefd is PDF Print Email
Geschreven door Jan-Willem Stutje op maandag, 01 januari 2007

Op 16 september stierf Livio Maitan, 81 jaar oud. Maitan was sinds haar oprichting in het begin van de jaren negentig een vooraanstaand lid van het Italiaanse Rifondazione en een aanvoerder van de revolutionair marxistische stroming rond het blad Bandiera Rossa. Hij gold als de leermeester van verschillende generaties militanten binnen en buiten de Vierde Internationale. Honderden brachten hem een laatste groet en duizenden woonden in Rome zijn begrafenis bij.

Voor iemand die zevenenvijftig jaar lang revolutionair was en daarvan het grootste deel in de leiding van de Vierde Internationale doorbracht, bleef Livio Maitan tot aan zijn dood een opmerkelijk lucide en beweeglijke intellectueel. Naar het woord van zijn vermaarde landgenoot, de filosoof Antonio Gramsci, een 'organische intellectueel', die zich niet nestelde in een culturele of academische elite, maar zich verbond met de onderdrukten. Een dwarse, ironische man die met ongemakkelijke vragen kon komen en dat per definitie op het verkeerde moment deed; die ook in eigen kring orthodoxie en dogmatisme bestreed en ten strijde trok tegen de leugen, maar tevens tegen halve waarheden en het meten met twee maten. De kleine maar energieke Maitan behield altijd iets van een halsstarrige buitenstaander.

Een balling in verzet

En als balling, al was dat in zijn geval altijd zelfgekozen, leefde hij reeds in het gezin waar hij opgroeide. Geboren in Venetië in april 1923, kwam hij tijdens de oorlog in conflict met zijn vader; een bankbediende die vanuit een nationalistische gezindheid het regime van Mussolini steunde. In die jaren studeerde Livio Klassieke Talen in Padua, waar hij in 1942 betrokken raakte bij het antifascistische verzet. Het tekende hem dat hij niet koos voor de illegale communistische partij, de gemakkelijke weg, want de communisten waren het sterkst en het best georganiseerd. Maar voor de jonge Partij van de Actie (Partito d'Azione), die een vrijheidslievend socialisme voorstond en die niet zoals de communisten de indruk gaf haar aanhang te manipuleren.

Te stellen dat de keuze emotioneel was, doet Maitan geen recht. Hoe onervaren ook, zijn beslissing was rationeel, ook toen hij in 1943 lid werd van de radicale socialistische partij die anders dan de communisten een samenwerking met het regime van Badoglio, dat in de plaats trad van de 'Duce', van de hand wees.

Met Trotsky of Gramsci had de van alle informatie verstoken - strikt illegaal levende - Maitan overigens nog geen kennis gemaakt. Met hun werk kwam hij pas in aanraking in Zwitserland, waarnaar hij, op de hielen gezeten door de nazi's, in april 1944 uitweek.

Een ontmoeting in Parijs

Na de bevrijding werd Maitan tot nationaal secretaris van de socialistische jeugd gekozen, een autonome organisatie met zo'n dertigduizend leden. Uitgenodigd door haar Franse zusterorganisatie ontmoette hij in april 1947 in een oud café in een buitenwijk van Parijs de Belg Ernest Mandel, lid van de leiding van de Vierde Internationale, die een geduchte aanhang onder de socialistische jeugd had weten te verwerven. De ontmoeting luidde een nauwe politieke en persoonlijke vriendschap in die bijna een halve eeuw zou duren. Voor hij naar Italië terugkeerde, kocht hij in het Quartier Latin De Verraden Revolutie, Trotsky's aanklacht en analyse van het stalinisme.

Mandels legendarische optimisme mocht Maitan graag temperen, zoals de keer dat Ernest hem kort na hun eerste ontmoeting in Milaan opzocht. Bij het zien van de leuze Viva Internazionale die overal op de Milanese muren was gekalkt, riep een verrukte Mandel: "Ongelooflijk! Zoveel internationalisten in Italië, ondanks stalinisme en reformisme..." Dat 'Internazionale' een grote Milanese voetbalclub was, bleek hem te zijn ontgaan. Zo niet Maitan, die een begaafd politicus was maar ook een tot op hoge leeftijd gepassioneerd voetbalspeler.

Aan het eind van 1947 werd de beminnelijke maar eigenzinnige Maitan lid van de Vierde Internationale, en vier jaar later maakte hij deel uit van de leiding, waaraan hij tot zijn dood verbonden bleef.

Het sektarisme voorbij

Livio was wars van eenduidige antwoorden en kantte zich fel tegen sektarisme, ook in de trotskistische beweging. Geschokt was hij door de lichtzinnigheid waarmee scheuringen werden voltrokken, zoals in november 1953. Maitan kon de ogen niet geloven toen hij The Militant, - het weekblad van de Amerikaanse SWP - onverdroten zag oproepen te breken met de Vierde Internationale, insinuerend zelfs dat de leiding een agentuur was van het stalinisme. Nuances nopen tot voorzichtigheid, zeker achteraf, niettemin wierpen gebeurtenissen als deze een schril licht op een van de kwalijkste trekjes van de revolutionaire beweging: de neiging om elk verschil van mening niet alleen over strategische vragen maar ook over kwesties van tactiek tot een zaak van leven of dood te maken, een sektarisme dat tendensen met zelfs de lichtste afwijkingen als gedegenereerd en onverbeterlijk beschouwt. Maitan was realist genoeg om de materiële achtergrond ervan te zien in het isolement van de Vierde Internationale gedurende de jaren vijftig en zestig. Organisaties die buiten de reële massabeweging staan, trekken nu eenmaal mensen aan die zichzelf als outcast beschouwen.

Maitan reageerde vol enthousiasme op iedere mogelijkheid om verdeeldheid te overwinnen. Rifondazione Comunista vond in hem een warm pleitbezorger.

Maoïstisch geweld

De werkelijkheid is te complex om in een eenvoudig schema te vangen. Maitan verachtte de gruwelijke 'vereenvoudigers', die geen pijnlijke vragen durfden te stellen. Hij liet zich niet voor het karretje spannen. Ook niet toen in Italië aan het eind van de jaren zestig de strijd voor een andere wereld identiek leek met de omarming van de Chinese Culturele Revolutie. Tegen de kuddegeest in, bleef hij de hinderlijke gast die de goede stemming bedierf door aandacht te vragen voor wat iedereen het liefst vergat. De ketterij koste hem zijn populariteit, zijn aanhang verdween naar het maoïserende Lotta Continua en naar Il Manifesto. Maitan was beslist niet blind voor het maoïstische experiment, maar hij weigerde te geloven dat de Culturele revolutie een oplossing bood voor het kwaad van de bureaucratische dictatuur. Weliswaar betrad de massa de politieke arena, maar ze werd vooral gemanipuleerd. Ze beschikte niet over een vrije keuze, noch over eigen onafhankelijke verenigingen of een zelfstandige pers. Ook voor Mao bestond - gelijk Trotsky over Stalin en Hitler schreef - de kortste weg tussen twee punten uit 'goed georganiseerd geweld'. Honderdduizenden werden ter dood gebracht, vernederd en in de gevangenis geworpen.

Een vraag die er toe doet

Dat Maitan in het gelijk werd gesteld, maakte hem allerminst zelfgenoegzaam. Tot zijn dood stelde hij zich de vraag waarom de revolutionair marxistische beweging nooit de overheersende stroming in de arbeidersbeweging is geworden. Hij bleef ervan overtuigd dat de Vierde Internationale de meest denkbare open en democratische organisatie was. Toch was deze niet immuun voor deformaties van de arbeidersklasse. De laatste jaren haastte Maitan zich de dialectiek te onderzoeken tussen de druk van buiten en de politieke tekortkomingen van de Vierde Internationale. De historische continuïteit belichamend beschouwde Maitan het als een opdracht bij te dragen aan een 'nieuw begin'. Zijn rol in Rifondazione getuigde ervan, zijn kritische zelfonderzoek niet minder. De zoektocht mondde in 2002 uit in de publicatie van het eerste deel van zijn memoires La strada percorsa (De gekozen weg). Een odyssee door zestig jaar geschiedenis van de Europese en Italiaanse arbeidersbeweging, waarin hij in het laatste hoofdstuk tot de slotsom kwam dat zijn “autobiografie niet gescheiden kan worden van de geschiedenis van de politieke, culturele, nationale en internationale stroming waarvan (hij) sinds 1947 deel uitmaakte. En die op haar beurt niet gescheiden kan worden van het epos van de arbeidersbeweging in zijn geheel”. Een geschiedenis van zestig jaar geschreven en geanalyseerd door een hoofdrolspeler, zoals Fausto Bertinotti, algemeen secretaris van Rifondazione, opmerkte: 'een leven dat geleefd is'.

Naar boven