Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

10 juni in 5 vragen PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op vrijdag, 23 februari 2007

Guy Verhofstadt heeft dan eindelijk de datum bekend gemaakt van de komende federale verkiezingen. Op zondag 10 juni kiezen we een nieuw federaal parlement. Tijdens de komende drie nummers van Rood gaan we dieper in op de situatie van de uiteenlopende politieke stromingen in ons land. Bij wijze van aftrap vond je op de eerdere pagina reeds een eerste artikel over Groen! en de federale verkiezingen. Maar we openen de dans met vijf vragen over tien juni.

1. Verhofstadt of Leterme, en wat is het verschil?

Voor Yves Leterme en de CD&V is dé inzet van 10 juni het breken van paars. Samen met de ultraconservatieven van NV-A denkt men ruimschoots de SP.A en de VLD te kunnen overtroeven. Het is echter maar de vraag wat er dan fundamenteel zou wijzigen. In een klassiek schema zou je kunnen zeggen dat de macht van de georganiseerde arbeidersbeweging toeneemt in het geval van een rooms-rode regering. Maar fundamenteel kan je daar toch twee serieuze vraagtekens bij plaatsen. Ten eerste is het overduidelijk dat de SP.A zich -eens genesteld in het regeringspluche- geen jota aantrekt van de eisen van de georganiseerde arbeidersbeweging en steeds opnieuw, nu al bijna 20 jaar lang, de trouwe uitvoerder blijkt van de Europese neoliberale politiek. Komt daar nog eens bij dat de CD&V in alliantie met de NV-A eigenlijk volledig de rechtse en conservatieve kaart trekt. Voor militanten van de arbeidersbeweging kan je vandaag enkel vaststellen dat de keuze tussen paars of rooms-rood de keuze is tussen pest en cholera. Geen van beide zal fundamenteler een wissel leggen in het beleid, geen van beide zal zelfs op het meest primaire niveau de liberaliseringswedren een halt toe roepen. Het belangrijkste verschil tussen beide schuilt er dan ook in dat CD&V en NV-A vooral prioriteit zullen geven aan een nieuwe staatshervorming en daar het gros van de politieke aandacht op richten. En hoewel de eenheid van België ons op zich niets waard is, weten we ook wel dat het nationalisme van de burgerlijke partijen er één is dat de neoliberale agenda alleminst in de weg staat. Met andere woorden: van paars naar rooms-rood is van de regen in de drop. Uiteraard is er ook de mogelijkheid van een rooms-blauwe coalitie. Vandaag lijkt die optie niet evident omwille van de rivaliteiten tussen CD&V en VLD, maar dat een ruzie wel eens snel bijgelegd kan worden, hebben we in het verleden al vaak mogen zien. Rooms-blauw zou in ieder geval wél een reële verharding van het neoliberale beleid kunnen inluiden en zou de sociaal-democratie voor het eerst sinds 19 jaar terug op de oppositiebanken doen belanden.

2. Barsten in de rechterzijde?

Fundamenteel spreidt het neoliberalisme het bedje voor extreem-rechts. Dit betekent dat de algemene aanvaarding door het volledige politieke centrum van de neoliberale soberheid, de afbraakpolitiek en de algemene commercialisering van de maatschappij in de kaart speelt van extreem-rechts, zolang er geen linkse geloofwaardige politieke kracht bestaat die even radicaal als extreem-rechts de heersende politiek afwijst. Na de overwinning van Patrick Janssens in Antwerpen geloven de grote media en partijen graag dat de ommekeer fundamenteel is ingezet. Het klopt dat het VB een psychologische dreun heeft gekregen -en dat kan enkel maar goed zijn-  maar we delen het enthousiasme over Janssens daarom nog niet. Janssens groeide ten koste van zijn coalitiepartners en fundamenteel is er weinig gewijzigd in de verhoudingen tussen de coalitie en het VB. Zolang het neoliberalisme ongecontesteerd blijft langs links zal daar trouwens niet zo snel verandering in komen. De enige mogelijke politieke verzwakking die er op de korte termijn in zit, is een versnippering en verdeeldheid bij extreem en radicaal rechts. Daarop zetten nogal al wat editorialisten graag in. Jean-Marie Dedecker wordt dan plots de hoop in bange dagen… rechts voor de raap moet dan nog rechtser voor de raap bekampen. Versnippering kan tot verzwakking leiden maar zelfs al snoept Dedecker stemmen af van het VB dan vormen beide formaties samen nog steeds een even groot gevaar als het VB vandaag. Méér nog, de man die nu hier en daar wordt gepresenteerd als de grootste challenger van het VB zou in dat geval wel eens de rode loper kunnen worden waarlangs datzelfede VB het paleis van de macht mag betreden...

3. Ecologisten: in or out?

Groen beleefde vier jaar geleden een serieuze aardverschuiving en verdween uit het federale parlement. Ecolo verdween niet maar moest vele pluimen laten. Na het behoud van een fractie in het Vlaams Parlement, staan de groenen nu voor de uitdaging om terug te keren in het federaal parlement. Eén zaak staat daarbij centraal. Maakt Groen het verschil? Slechts wanneer Groen zich opnieuw kan vestigen als een autonome politiek factor die een andere politiek voorstaat dan de sociaal-democratie en dit ook op een gedurfde manier kan en wil overbrengen naar de bevolking, zal de groene stroming kansen op overleving hebben. Want geef nu toe, als het erom gaat wie het best de burgerlijke staat kan beheren, zullen Johan Vande Lanotte en Franky 'goes to Hollywood' Vandenbroucke altijd aan het langste eind blijven trekken. Fundamenteel vormde de groene partij steeds een stroming met een weinig duidelijke positionering op de links-rechts as. Het maakt niet uit of een bepaalde economische sector door de privé of door de gemeenschap wordt verzorgd: als het maar op een ecologische wijze gebeurd. Welnu, dat verhaal wordt in de huidige periode van neoliberale globalisering en antineoliberale andersglobalisering onhoudbaar. Groen staat dus op een kruispunt: ofwel kiezen voor aansluiting bij de hernieuwde antineoliberale linkerzijde in Europa, ofwel zoals Fisher en co radicaal kiezen voor een transatlantisch marktmodel. In dat geval lijkt de ruimte voor de groenen in ons land echter weg te smelten.

4. Klimt radicaal links?

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober deed radicaal links het in heel België beter dan voorheen. De PvdA ging stevig vooruit en behaalde in totaal 15 gemeenteraadsleden. Maar ook de PC behaalde een tiental gemeenteraadsleden in Wallonië. In een stad als La Louvière behaalde radicaal links haast tien procent van de stemmen etc. De vraag is of antineoliberaal en antikapitalistisch links erin zal slagen om deze trend duidelijk zichtbaar verder te zetten bij de verkiezingen van 10 juni 2007. Daartoe dienen er zich twee kandidaten aan: de PvdA en het Comité voor een Andere Politiek. De eerste vraag blijft natuurlijk waarom die twee niet samen een lijst konden vormen voor de verkiezingen van juni. Ondanks alle wezenlijke en perfect uitlegbare verschillen blijft die verdeeldheid parten spelen. In dit geval was het eens te meer de PvdA die de eenheid naar de prullenmand verwees, daar verandert de nieuwe stijl van die partij blijkbaar niets aan. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober vertrekt de PvdA ongetwijfeld vanuit de sterkste startpositie: niet alleen staat de partij electoraal sterker dan voorheen in enkele belangrijke bolwerken. Die sterkere positie leidt bovendien ook tot een grotere aanwezigheid in de massamedia. Toch is een echte doorbraak weinig waarschijnlijk. Ten eerste omdat de goede uitslagen van oktober 2006 volledig verbonden zijn met de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk. Die vaststelling relativeert die uitslagen geenszins, alleen gaat het in juni om provinciale kieskringen waarbij die lokale werkingen nu éénmaal minder doorwegen. Ten tweede blijven we in België -dankzij paars-groen- botsen op die vijf procent drempel. Bedenk even dat de SP-Nederland in 1994 twee parlementsleden behaalde met een globaal resultaat van 1,3 procent, waarna die twee een positie hadden om de verdere uitbouw aan te vatten. Dat wordt je niet gegund in belgië en dat zal hoe dan ook radicaal links blijven parten spelen. Anderzijds toonde 8 oktober ook een kentering. De PvdA beschikt al 25 jaar over groepspraktijken van Genees-kunde voor het Volk en toch behaalde ze dit keer een beduidend beter uitslag. Het is dus zeker en vast mogelijk dat de onvrede binnen de arbeidersklasse en de georganiseerde arbeidersbeweging over het neoliberale beleid na het generatiepact zo groot is, dat een links alternatief stilaan ruimte krijgt. Over het CAP vind je elders in dit nummer een artikel. Indien er echter niets wijzigt aan de omstandigheden waaronder het CAP naar de federale verkiezingen trekt, gaan wij er niet van uit dat die beweging klaar is om de electorale test te doorstaan.

5. Verdere Amerikanisering van onze verkiezingen?

Helaas is dit zowat de enige vraag waarop we nu al het antwoord kennen. Bij de jongste parlementsverkiezingen in Nederland zagen we hoe er elke dag gepeild werd naar de kiesintenties van de bevolking. Een kwalijke trend die ook in België van zich laat spreken. Met de combinatie van al die bedenkelijke en minder bedenkelijke methodes liggen de uitslagen van die peilingen soms mijlenver uit elkaar. Volgens de ene peiling haalt NV-A op eigen kracht 15 procent van de stemmen, volgens de andere peiling zakt de partij onder kiesdrempel van vijf procent. En toch beïnvloeden die peilingen en de ranking van de partijen erin stilaan meer het kiesgedrag dan het inhoudelijke debat. Waarom die peilingen niet gewoon verbieden in de aanloop naar de verkiezingen? Voorts is er de enorme rol van de marketing en de spindoctors. De VLD legt haar lot vandaag volledig in handen van de campagne van reclameman Noël Slangen, die voor de vorm zich een partijlidkaart aanschaft. Dit is eveneens een kwalijke trend, omdat ze de politiek verwijdert van het politieke debat. Het is ongetwijfeld een artikel op zich waard, maar hoe langer hoe meer de verpakking het haalt op het inhoudelijk debat, hoe groter het onbegrip en afkeer van het politieke leven door bevolking. Ten slotte is er de toenemende personalisering van de politiek. In plaats dat politieke collectieven, georganiseerd op basis van een samenhangend ideeënkader in de ring treden met elkaar, wordt politiek in toenemende mate een persoonlijke aangelegenheid waarbij de bril van Guy Verhofstadt en de lenzen van Yves Leterme (om over de bril van Geert Lambert nog maar te zwijgen) relevante thema's worden in de politieke berichtgeving. Ook het afnemende belang van de lijststem, werkt deze evolutie stevig in de hand. Dat media proberen toegankelijke programma's te maken die het politieke debat op een begrijpelijke wijze in de huiskamers willen brengen is op zich een prima betrachting. Maar ook daar gebeurt het vaak op zo een depolitiserende wijze dat het voorbijgaat aan de essentie van het politieke debat.

Naar boven