Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Wat is de inzet van de regeringsvorming? PDF Print Email
Geschreven door Thierry Pierret op zaterdag, 04 september 2010

Op het moment dat we dit artikel schrijven zijn de onderhandelingen over de vorming van een federale regering mislukt. Ook al is het momenteel onmogelijk om te voorspellen hoe het verder zal evolueren, toch loont het de moeite om een aantal zaken waarover reeds een akkoord tot stand leek te komen, nader onder de loep te nemen. Het gaat hier immers over zaken die zeer grote gevaren inhouden voor de sociale samenhang en het welzijn van de grote meerderheid van de bevolking. 

De N-VA van Bart De Wever, gesteund door haar grote verkiezingsoverwinning op 13 juni, is vastbesloten het zwaartepunt van het federale niveau naar de “gefedereerde entiteiten” te verleggen, de befaamde “Copernicaanse revolutie”van Kris Peeters. In het bestaande bestel ligt alle macht bij het federale, nationale niveau, behalve wat deze uitdrukkelijk delegeert naar de regio's. Het is de Belgische staat die de belangrijkste belastingen int, waarvan ze een deel naar de gemeenschappen en gewesten doorstort in de vorm van dotaties. De N-VA, daarin slaafs gevolgd door de CD&V en in verregaande mate ook door sp.a en Groen!, wil de pyramide omdraaien: alle macht en alle inkomsten moeten naar de regio's, behalve die zaken die nog uitdrukkelijk aan het federale, nationale niveau worden toegekend, en waarop dan ook specifieke bedragen worden geplakt.

Een institutionele puinhoop

Groot probleem is dat deze zogenaamde “gefedereerde entiteiten” zowel bestaan uit de Gewesten, die zich bezig houden met “territoriale aangelegenheden” als Gemeenschappen, die bevoegd zijn voor “persoonsgebonden materies”. Waar de Gemeenschappen voluit hun bevoegdheden kunnen uitoefenen in de eentalige regio waar ze mee overeen stemmen, bestaat er concurrentie tussen de Nederlandstalige en Franstalige Gemeenschap in de meertalige regio Brussel-Hoofdstad. Alle inwoners aldaar, wat ook hun moedertaal is, kunnen vandaag in gelijke mate beroep doen op de voorzieningen van beide Gemeenschappen.

Het naast elkaar bestaan van de Gewesten en de Gemeenschappen is een obstakel voor het project van de N-VA, omdat ze het overwicht van het federale niveau op de regio's bestendigt. Hoe meer bevoegdheden en budgetaire bevoegdheden naar de regio's worden verschoven, hoe moeilijker, om niet te zeggen onmogelijk, deze coëxistentie wordt. Tijdens de onderhandelingen legde intussen post-pre-formateur  Elio di Rupo reeds een plan op tafel dat voorzag in de overdracht van bevoegdheden voor een totale som van 15,8 miljard. Grote vraag was welke entiteiten er van zouden profiteren en tegen welke voorwaarden. De polemiek over de mogelijke overdracht van de kinderbijslag was zeer verhelderend over de moeilijkheden die zich stellen, en de gevaren die deze maatregelen inhouden voor de gewone bevolking.

Elk kind gelijk?

De partijen waren snel akkoord over het principe zelf van het overdragen van de kinderbijslag. Maar de meningsverschillen braken los toen de N-VA de overdracht eiste naar de Gemeenschappen, en niet naar de Gewesten, zoals de meeste ander parijen wensten. Als de N-VA deze slag zou thuis halen, betekent dit dat twee Brusselse families die in het zelfde gebouw wonen, een verschillende kinderbijslag zouden krijgen naargelang ze gekozen hebben voor het “Nederlandstalige” of “Franstalige” kinderbijslagstelsel. Zelfs kinderen uit een zelfde gezin zouden in principe onder een verschillend stelsel kunnen vallen! In het N-VA-voorstel zou de keuze bepaald worden door de keuze voor kinderopvang via Kind en Gezin of de Franstalige tegenhanger ONE. Dit houdt logischerwijze in dat ouders verplicht worden hun kind in de kinderopvang te plaatsen, en dit terwijl er momenteel een enorm plaatsgebrek is, zowel in Brussel als in veel anderen gemeenten. En wat als ouders later hun kind inschrijven in een basisschool die afhangt van een andere Gemeenschap dan de crèche? Vallen ze dan onder een ander kinderbijslagstelstel?  Een andere “oplossing” kan er uit bestaan dat alle Brusselaars officiëel hun “taalgehorigheid” verklaren. Dit betekent echter een einde van de keuzevrijheid en opent de weg voor een heus sociaal Apartheidsregime.

Een anti-sociale maatregel

Wat ook de uiteindelijke beslissing zou geworden zijn, ze betekent dat de kinderbijslag uit de Sociale Zekerheid wordt gelicht, vermits het sociale zekerheidsstelsel federaal blijft. Dit betekent dat de kinderbijslag gefinancierd zou worden via de beslastingen en niet langer via sociale bijdragen. Er hoeft nauwelijks aan getwijfeld te worden dat men hiervan zal profiteren om nog maar eens een lastenverlaging toe te kennen aan het patronaat. Zij gaan het geld dat ze vroeger moesten bijdragen voor de kinderbijslag van hun personeel mogen houden. De werkende bevolking daarentegen zal hogere belastingen moeten betalen om recht te blijven hebben op dezelfde bedragen voor kinderbijslag als voorheen. Tenzij men natuurlijk de bedragen voor kinderbijslag zelf drastisch vermindert... 

De kans dat dit gebeurt is zeker in Brussel en Wallonië erg groot. Beide regio's hebben immers weinig belang om de bevolkingsaangroei te stimuleren vermits de nataliteit er in stijgende lijn gaat. In Brussel komt men momenteel zelfs in de buurt van een volledige vervanging van de generaties met gemiddeld 2,06 geboorten per vrouw. Bovendien zijn het net Wallonië en Brussel die de minste budgettaire marge hebben. Het overdragen van de kinderbijslag naar de regio's betekent ook het doorbreken van de nationale interprofesionnele solidariteit. Ongetwijfeld zal dit worden gebruikt als breekijzer om later ook andere onderdelen van de Sociale Zekerheid te regionaliseren. De gezondheids- en invaliditeitsuitkeringen liggen al in het vizier. Nu al was er sprake om de bevoegdheden van de Gemeenschappen op het vlak van de gezondheidszorg uit te breiden.

Uiterste waakzaamheid is geboden!

Naar boven